ID.nl logo
Windows op een Mac: Het beste van twee werelden
© CIDimport
Huis

Windows op een Mac: Het beste van twee werelden

Stel, u wilt ook de overstap maken naar een Mac, maar u wilt daarnaast ook Windows blijven gebruiken? Dat kan, zonder dat u een Windows-computer nodig hebt. We bespreken twee manieren om dit voor elkaar te krijgen. Elk met zijn eigen voor- en nadelen.

©CIDimport

Pc en Mac, voor veel mensen zijn het nog twee gescheiden werelden. Dat is niet helemaal terecht. Apple is namelijk een paar jaar geleden overgestapt op Intelprocessors - waarop ook Windows draait - en sindsdien is het mogelijk Windows op een Apple-computer te draaien. Concreet betekent dit dat u iedere Mac die niet ouder is dan vier jaar, gewoon kunt voorzien van Windows. Dat wil niet zeggen dat u van uw Mac een Windowscomputer maakt, maar dat u Windows én Apple's eigen besturingssysteem Mac OS X op één computer draait. Het voordeel daarvan is natuurlijk dat u geen tweede pc of laptop hoeft aan te schaffen als u met beide systemen wilt werken. Het is zelfs mogelijk Mac OS X en Windows tegelijk te draaien, zodat u uw documenten en andere bestanden in beide omgevingen kunt gebruiken.

Waarom Windows op een Mac?

Waarom zou u eigenlijk Windows op een Mac willen draaien? U kiest toch bewust voor het ene of het andere systeem, en bovendien zijn voor Windows en voor de Mac grofweg dezelfde programma's beschikbaar? Da's waar, maar er zijn ook situaties denkbaar waarin het handig is om met beide systemen te werken. Misschien hebt u een Microsoft Officelicentie, met programma's als Access en Outlook, die (nog) niet in Office voor de Mac zitten. Of u hebt Internet Explorer - die niet bestaat voor Mac OS X - nodig om bepaalde sites te kunnen benaderen. Ook bepaalde spellen zijn er alleen in een Windows-versie. Een andere mogelijkheid is dat u en uw partner dezelfde Mac willen gebruiken, maar dat een van u beiden liever onder Windows wil werken. Voor programmeurs en ontwikkelaars die hun werk in verschillende omgevingen moeten testen, is de mogelijkheid meer systemen op één computer te draaien natuurlijk helemaal ideaal.

Twee manieren

Er zijn twee verschillende methoden om Windows op een Mac te draaien. In ieder geval hebt u (al dan niet gratis) software nodig. Daarnaast moet u, het zal u niet verbazen, over een volledige versie van Windows beschikken die u nog op een computer mag installeren. Bij de eerste methode installeert u Windows op zo'n manier dat u bij het opstarten van de Mac telkens de keuze hebt tussen Mac OS X en Windows. U werkt dan dus met het ene systeem óf met het andere. De Mac stelt al zijn processorkracht beschikbaar aan het  besturingssysteem dat op dat moment draait. Wilt u vervolgens weer met Mac OS X werken, dan moet u de Mac dus opnieuw starten. Wilt u alle prestaties van Windows optimaal benutten, bijvoorbeeld omdat u games speelt, dan is dit de ideale methode, al is het de lastigste van de twee methoden en neemt het de meeste tijd in beslag. U hebt hiervoor het programma Boot Camp nodig, dat al op de Mac is geïnstalleerd. Bij de tweede methode, ‘virtualisatie' genoemd, draait u Windows én Mac OS X naast elkaar. Dat wil zeggen, u installeert onder Mac OS X een programma dat een Windows-computer nabootst. Overigens kunt u binnen zo'n virtualisatieprogramma ook andere besturingssystemen installeren, bijvoorbeeld Linux. Dit lijkt misschien een minder geschikte oplossing, maar het zal u waarschijnlijk verbazen hoe goed en snel Windows op deze manier naast OS X draait, compleet met beeld, geluid en ondersteuning van programma's en apparaten. Bovendien is het heel makkelijk om bestanden en mappen tussen Windows en Mac OS X uit te wisselen.

Opstarten onder Windows óf Mac OS X

Voor de eerste methode die hiervoor is besproken, hebt u het programma Boot Camp nodig. Dit is een onderdeel van Mac OS X en kost u dus niets. Het enige wat u nodig hebt, is een geldige versie van Windows. De methode is wel wat ingewikkelder dan virtualisatie, waarover u verderop meer leest. Gaat u met Boot Camp aan de slag, maak dan in ieder geval altijd van tevoren een backup van uw systeem op een externe schijf. De meest logische manier om dit te doen is via het programma Time Machine.

Hebt u nog niet eerder een reservekopie van uw systeem gemaakt, dan kan het maken van een backup enkele uren duren. Boot Camp start u door in de Finder naar Hulpprogramma's te bladeren en Boot Camp-assistent te starten. In het eerste venster ziet u de optie
‘Druk installatie- en configuratiegids af'. Dat is geen overbodige luxe. Het gaat om een flink document, maar het kan geen kwaad dit af te drukken. Wanneer u eenmaal met Boot Camp aan de slag gaat, kunt u er namelijk niet meer bij. In Boot Camp moet u aangeven welk gedeelte van uw harde schijf u aan de te installeren Windows-versie wilt toewijzen. 16 GB is het minimum, wilt u zware Windows-programma's draaien, dan is meer schijfruimte nodig.

In de volgende stappen installeert u Windows. Het is aan te raden van tevoren uw randapparatuur, zoals de printer en de iPod los te koppelen. Houd naast de installatie-dvd van Windows ook de dvd van Mac OS X bij de hand. Die hebt u nodig om de programma's te installeren die zorgen dat Windows overweg kan met het toetsenbord en de muis van de Mac. Wanneer u na installatie de Mac de eerstvolgende keer start, houdt u de Alt-toets ingedrukt om het startmenu te zien. Selecteer hier OS X. Via Systeemvoorkeuren klikt u onder ‘Systeem op Opstartschijf'. Hier kiest u het besturingssysteem waarmee u standaard wilt starten. Als u dat wilt, kunt u uw Mac dus standaard starten met Windows!

Windows naast Mac OS X: virtualisatie

Wilt u Windows en Mac OS X naast elkaar draaien, dan is virtualisatie de oplossing. Hoewel de Mac niet geheel wordt overgenomen door Windows, werkt deze methode erg goed. Er zijn verschillende programma's voor virtualisatie. De meest geavanceerde zijn Parallels (www.parallels.com) en VMware Fusion (www.vmware.com/products/fusion). Deze zijn voor respectievelijk 70 en 80 dollar te koop, maar van beide programma's is een gratis testversie te downloaden. Een alternatief is VirtualBox van Sun Microsystems (www.virtualbox.org). Dit programma is gratis en biedt voor de meeste gebruikers voldoende mogelijkheden. Het grootste nadeel dat wij tegenkwamen, was dat het niet mogelijk was bestanden en mappen van Windows naar het bureaublad of de Finder in Mac OS X te slepen. Het klembord werkt overigens wel, maar dan alleen voor het knippen/kopiëren en plakken van tekst. In dit voorbeeld laten we VirtualBox zien. De andere twee programma's werken op een vergelijkbare manier).

Wanneer u VirtualBox voor het eerst start, ziet u een overzicht van virtuele machines, dat nu nog leeg is. Door op Start te klikken, installeert u een nieuwe virtuele machine. Hierna volgt een wizard waarin u stap voor stap aangeeft welk besturingssysteem u wilt installeren, of u een virtuele schijf wilt aanmaken (dat is de handigste optie in dit geval) en hoeveel schijfruimte u voor Windows
vrij wilt maken. Overigens kunt u deze instellingen later altijd nog aanpassen. Let op: u moet één instelling handmatig aanpassen, anders lukt de installatie van Windows niet. Klik in het hoofdvenster op Opslag, selecteer uw harde schijf en zorg dat het selectievakje Doorgeven is geselecteerd (zie schermafbeelding).

Hebt u alle stappen doorlopen, dan kunt u Windows installeren. De installatie vindt plaats binnen een venster onder OS X. Binnen dit venster werkt u ook met Windows. Als alles goed is verlopen, hoeft u geen stuurprogramma's meer te installeren. Beeld, geluid en aangesloten apparaten, het werkt gewoon. Mocht iets toch niet naar wens werken, dan zoekt u in het hoofdvenster van VirtualBox de betreffende optie en kijkt u of u deze handmatig kunt aanpassen.

Windows op uw Mac, kan dat?

Alle recente Macs hebben een Intel-processor en zijn daarmee automatisch geschikt voor het draaien van Windows. Daarnaast hebt u 1 GB geheugen nodig. Voor de 64 bit-versie van Windows is 2 GB noodzakelijk. Zeker weten of uw Mac geschikt is? Klik op het appeltje linksboven in de menubalk en klik vervolgens op Over deze Mac.

Printers, camera’s, toetsenbord?

Hebt u Windows op de Mac geïnstalleerd, dan wilt u natuurlijk ook graag uw Mac-toetsenbord, uw printer en andere apparatuur zoals uw camera of uw mp3-speler kunnen gebruiken. Omdat deze apparaten maar naar één besturingssysteem ‘luisteren', moet u aangeven dat u er in Windows mee wilt werken.

Installeert u Windows onder Boot Camp, dan moet u de stuurprogramma's van uw usbapparatuur installeren. Wanneer u een programma voor virtualisatie gebruikt, moet u in dit programma per apparaat aangeven dat u het onder Windows wilt gebruiken. U kunt een Mac-toetsenbord gewoon onder Windows gebruiken. De Cmd-toets rechts van de spatiebalk vervult de functie van de Windows-toets. In een virtuele omgeving, neemt Windows het toetsenbord over. Via een bepaalde toets, afhankelijk van de virtuele omgeving, keert u terug naar de Mac-omgeving. Onder VirtualBox bijvoorbeeld, is dat de Cmd-toets links van de spatiebalk.

Conclusie

Windows op een Mac, het kan en het heeft voordelen. Zo hoeft u geen tweede pc erbij te hebben om zowel Windows als Mac OS X te draaien. Virtualisatie is een verrassend eenvoudige methode om Windows naast het besturingssysteem op de Mac uit te voeren. Zo hebt u het beste van beide werelden direct onder handbereik. Met een beetje goed toegeruste Mac zult u op deze manier prima onder Windows kunnen werken. Wilt u echt alle mogelijkheden van Windows benutten, bijvoorbeeld voor het spelen van zware spellen, dan is een aparte installatie van Windows een betere optie. Met Boot Camp installeert u Windows náást Mac OS X en wordt een van de twee geladen wanneer u uw Mac start. Deze methode is en iets omslachtiger dan virtualisatie.

Dit artikel is afkomstig uit Computer Idee nummer 16 jaargang 2010.

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!