ID.nl logo
10 misverstanden over domotica
© PXimport
Huis

10 misverstanden over domotica

Er leven veel misverstanden rondom domotica. Het zou veelomvattend en vooral ingewikkeld zijn. Tot voor kort waren die twee ideeën ook zeker waar. Wij proberen tien misverstanden uit de wereld te helpen.

Misverstand 1 Domotica kan alleen in een nieuw huis.

In het geval van een bedraad systeem zoals KNX is dat inderdaad het geval. Voor een dergelijk systeem moeten er communicatiedraden getrokken worden vanuit een centraal punt naar alle schakelaars, lichtpunten, stopcontacten etc. Dat is vrijwel onmogelijk in een bestaand huis met een al aangelegde elektrische installatie. Gelukkig is er tegenwoordig draadloos heel veel mogelijk. Lees ook: Het beste thuisnetwerk - Deel 1: Aanleggen.

Dankzij draadloze standaarden als wifi, bluetooth, KlikAanKlikUit, Z-Wave en ZigBee ben je niet afhankelijk van een bedrade infrastructuur om slimme apparatuur door heel je huis te plaatsen. Een kleine uitdaging is natuurlijk nog steeds dat bijvoorbeeld een lamp niet vanzelf draadloos te besturen is. In het geval van lampen kun je kiezen voor lampen die zelf draadloze technologie hebben ingebouwd zoals Hue, of je kunt draadloze ontvangers van bijvoorbeeld KlikAanKlikUit of Z-Wave inbouwen of koppelen aan je lampen. Bedrading door je muren trekken is in ieder geval niet meer nodig.

Misverstand 2 Je kunt met domotica niet klein beginnen.

Domotica klinkt groots en vanuit het verleden kennen we vooral indrukwekkende systemen waarbij een huis in één keer volledig geautomatiseerd is. Gelukkig is dat dankzij de opkomst van smarphones niet langer nodig. Je kunt precies bepalen wat jij wel en niet wilt. Zo kun je alleen je verlichting, je thermostaat of je multiroom-muzieksysteem automatiseren.

Een slimme thermostaat is bijvoorbeeld een eenvoudige oplossing om de temperatuur ook vanaf buiten je huis in te stellen. Zo kom je altijd in een warm huis thuis. Ook voor andere oplossingen zoals slimme verlichting hoef je niet per se een alomvattend domoticasysteem te creëren. Dankzij apps op de smartphone is je smartphone al een centrale bediening. Wel zul je dan voor ieder product een andere app moeten gebruiken. Heb je wat losse oplossingen, dan is het later vaak wel mogelijk om deze producten alsnog te koppelen in een alomvattend domoticasysteem.

Misverstand 3 Domotica is simpel.

Er zijn allerlei startpakketten te koop, bestaande uit bijvoorbeeld een controller, sensoren en stekkerschakelaars. Dergelijke pakketten kosten al snel een paar honderd euro, maar echt veel kun je er nog niet mee. Je kunt hooguit enkele lampen (automatisch) bedienen. Je ontkomt er dan ook bijna niet aan om er componenten zoals stekkerschakelaars, wandschakelaars, sensoren enzovoort bij te kopen en aan te sluiten op je domotica-systeem. Het begin lijkt dus simpel, maar om écht iets met een domotica-systeem te kunnen doen, moet je een goed plan maken om te weten wat je nodig hebt om de door jou gewenste situatie aan te sturen. Ook als je qua hardware alles voor elkaar hebt, ben je er nog niet. Je zult ieder domotica-systeem moeten programmeren. Hoewel dat dankzij scenario's gebaseerd op IFTTT (als dit ... dan dat) niet heel moeilijk is, zul je wel goed moeten nadenken over hoe je dingen aan elkaar koppelt.

Misverstand 4 Domotica is gevaarlijk.

Domotica brengt een hoop gemak in je huis, maar de keerzijde is dat veel zaken verbonden zijn met internet. In potentie kan iedereen dat verkeer afluisteren. In het geval van kant-en-klare oplossingen loopt het verkeer bovendien over servers (de cloud) van de aanbieder van het product. Fabrikanten beloven dat deze communicatie veilig en versleuteld verloopt en dat gegevens niet geanalyseerd worden. Je kunt bijna niet anders dan daarop vertrouwen, want dit nagaan is erg lastig. Toch is al gebleken dat bepaalde domotica-producten slecht beveiligd waren. Belkins WeMo-producten bleken bijvoorbeeld relatief eenvoudig te hacken. Nu is het vervelend als iemand je lampen kan bedienen, het is erger als je bespioneerd kunt worden. Dat is geen onrealistisch scenario. Veel IP-camera's zijn berucht om hun vaak niet al te veilige installatieprocedure, waardoor beelden eenvoudig vanaf internet voor iedereen te bekijken zijn. Let bij IP-camera's dus zeker goed op of in ieder geval de beveiliging van de fabrikant wel ingeschakeld is.

©PXimport

Zorg altijd voor een wandschakelaar, bediening met alleen een app wordt al snel vervelend.

Misverstand 5 Bediening van verlichting is omslachtig.

Het leuke van slimme verlichting is dat je via een app precies kunt bepalen welke lampen hoe branden. Om te spelen is dat superleuk, maar we kunnen maar één ding zeggen en dat is dat een lamp die je alleen met je smartphone kunt bedienen, heel onhandig is. Je moet de smartphone eerst unlocken, waarna je de lamp pas kunt bedienen. Dat is al omslachtig als je je smartphone in je zak hebt. Als je je smartphone eerst ook nog moet zoeken, wordt het al snel onwerkbaar. Zorg dus zeker voor lichtschakelaars als je slimme verlichting hebt. Philips' Hue dat wij thuis gebruiken, werd pas echt handig nadat we ook schakelaars op de muur bevestigden. Zo gaat met één druk op de knop alle verlichting aan en kunnen we de app vervolgens gebruiken voor alle leuke dingen zoals speciale scènes met kleuren of gedimd licht.

Misverstand 6 Dankzij een slimme thermostaat kan ik overal in huis de temperatuur bepalen.

Een slimme thermostaat kun je dankzij een app overal bedienen, dus ook vanaf de zolder kun je je thermostaat bedienen. Het lijkt dan ook logisch om te veronderstellen dat je met een slimme thermostaat voortaan overal in huis de temperatuur kunt regelen. Helaas is dat niet het geval en kun je niet voor iedere kamer de temperatuur afzonderlijk bepalen.

De slimme thermostaat hangt - net als een normale thermostaat - nog steeds op één plek, en het neemt die ruimte als uitgangspunt. Wat natuurlijk wel kan, is op het moment dat je het koud hebt in je slaapkamer, de thermostaat in de woonkamer via je smartphone hoger zetten. De radiator in je slaapkamer wordt dan uiteraard warm, maar in de woonkamer wordt het heel warm. Een oplossing is een geavanceerder systeem met zoneverwarming zoals Honeywells EvoHome dat met aanstuurbare thermostaatkranen per ruimte werkt.

Misverstand 7 Een slimme thermostaat bespaart energie.

Een slimme thermostaat is doorgaans niet goedkoop, maar volgens de fabrikanten kun je hem terug verdienen door de energiebesparing. Maar is dat wel zo? Dat hangt erg van je huidige gedrag af. Voor de geclaimde energiebesparing gaan thermostaatfabrikanten ervan uit dat je nu een klokthermostaat gebruikt die een niet optimaal programma afloopt. Hierdoor kan de verwarming bijvoorbeeld vaak aanstaan als je niet thuis bent. Zet je de verwarming 's nachts en als je niet thuis bent handmatig of met een programma lager, dan zul je geen energie gaan besparen. Sterker nog: je zou met je slimme thermostaat juist weleens iets meer energie kunnen gaan gebruiken omdat je huis al warm is als je thuiskomt.

Wat ons betreft is een slimme thermostaat primair dan ook bedoeld voor meer comfort. Sommige thermostaten proberen je, al dan niet met realtime verbruiksgegevens, wel bewust te maken van je energieverbruik. En dat besef kan er wel voor zorgen dat je zuiniger wordt.

Misverstand 8 Een slimme thermostaat denkt zelf.

Omdat thermostaten met een app doorgaans slimme thermostaten genoemd worden, ga je er misschien vanuit dat de thermostaat de temperatuur helemaal zelf bepaalt. Dat is (gelukkig?) niet zo. In de basis is de slimme thermostaat een klokthermostaat die je kunt bedienen en programmeren met een app. Sommige thermostaten gaan wel een stapje verder en proberen te bepalen of je van huis bent. Merkt de thermostaat dat je niet thuis bent, dan zal de temperatuur automatisch verlaagd worden. Sommige thermostaten hebben hiervoor een bewegingssensor, andere maken gebruik van geofencing via hun app. De Nest probeert wel zelf te denken en zal het klokprogramma aanpassen aan de hand van jouw gewoontes. Of dat echt handig is, zul je in de praktijk moeten ervaren. Je kunt dit zelf leren gelukkig ook uitzetten, waarmee de Nest net als iedere andere slimme thermostaat een door jou bepaald programma uitvoert.

©PXimport

Je kunt bij een slimme thermostaat ook zonder internet nog steeds 'ouderwets' de temperatuur via de muur instellen.

Misverstand 9 Als internet uitvalt, valt ook de verwarming uit.

De grootste verandering van een slimme thermostaat ten opzichte van een normale klokthermostaat is dat je hem via internet overal met een app of webportal kunt bedienen. Veel mensen vragen zich daarom af of de thermostaat zonder internet uitvalt en je dan in de kou zit. Dat is gelukkig niet het geval. Een slimme thermostaat is in je huis rechtstreeks verbonden met de verwarmingsketel en kan hierdoor handmatige opdrachten via de fysieke thermostaat zelf doorgeven aan de ketel. Zo kun je de temperatuur wijzigen of de thermostaat uitzetten. Soms loopt ook het ingestelde klokprogramma gewoon door.

Wat niet kan zonder internet, is het klokprogramma wijzigen. Ook bediening via de app of de webportal is niet meer mogelijk omdat de apps via servers van de fabrikant communiceren met de thermostaat. Kortom, zonder internet heb je nog wel warmte, maar geen slimme mogelijkheden meer.

Misverstand 10 Iedere thermostaat past op iedere ketel.

Hoewel het niet heel moeilijk is om een thermostaat te vervangen, is het niet zo dat iedere slimme thermostaat zomaar op jouw verwarmingsketel past. Er zijn sowieso twee manieren om een verwarmingsketel aan te sturen: aan/uit of modulerend. Een modulerende ketel maakt meestal gebruik van het OpenTherm-protocol waarmee de thermostaat kan communiceren met de ketel. Een thermostaat die alleen aan/uit ondersteunt - zoals de Nest - past meestal wel op een modulerende ketel, maar andersom is dat niet het geval. Een slimme thermostaat die alleen kan moduleren, past dus niet op een ketel die alleen aan/uit ondersteunt.

Heb je normale radiatoren, dan is het geen probleem om de thermostaat te gebruiken zolang je verwarmingsketel de standaard van de thermostaat ondersteunt. Je kunt dus gerust een OpenTherm-thermostaat vervangen door de Nest met aan/uit-schakeling. Heb je vloerverwarming, dan zouden we niet zomaar de thermostaat vervangen zonder advies van een verwarmingsinstallateur.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!