ID.nl logo
Usb-soorten: Alles over poorten, aansluitingen en hubs
© PXimport
Huis

Usb-soorten: Alles over poorten, aansluitingen en hubs

Een computer zonder usb-aansluiting is ondenkbaar. Die poorten op je pc zijn heel erg handig, maar tegelijkertijd is er nog altijd veel onduidelijk over de verschillende standaarden, connectoren en versies. In dit artikel lees je alles over usb, wat de verschillen zijn tussen usb-soorten en dus waarom de ene usb-kabel de andere niet is.

Usb is een zegen voor de computerliefhebber. Voordat de standaard Universal Serial Bus bestond, was er een wildgroei aan connectoren, technologieën en standaarden op de pc. Printers sloot je aan via parallelle poorten, muizen en toetsenborden moest je in de PS/2-poorten steken en andere apparaten moest je via uitbreidingskaarten op SCSI-, seriële- en games-poorten aansluiten. 

In 1995 bundelden Compaq, Microsoft, IBM, Intel, DEC, Nortel en NEC hun krachten en begonnen aan de ontwikkeling van een standaard om allerlei apparaten via één aansluiting op pc’s aan te kunnen sluiten. Een jaar later werd usb 1.0 al geïmplementeerd in de eerste computers. De connector die we daarvoor kregen, bestaat nog steeds en is 26 jaar na dato nog steeds op vrijwel alle pc’s terug te vinden.

Die mag dan nog steeds hetzelfde zijn, de snelheid waarmee data doorgevoerd kan worden met deze verbinding is ondertussen exponentieel gestegen. Usb 1.0 had een doorvoersnelheid van maximaal 1,5 Mbit/s, usb 1.1 verhoogde dit naar 12 Mbit/s. Usb 2.0 kwam in 2000 op de markt en kon 480 Mbit/s doorvoeren. Hiermee werd het interessant om harde schijven via een usb-aansluiting met de pc te verbinden. 

Usb 3.0 werd acht jaar later uitgebracht en had al een snelheid van 4,8 Gbit/s, usb 3.1 kan zelfs 10 Gbit/s door de kabel en connector pompen, een enorm verschil dus. De nieuwste standaard, usb 4.0, zal de komende jaren op computers te vinden zijn, en komt met een snelheid van maximaal 40 Gbit/s.

©PXimport

Oude apparatuur

Heb je oude apparatuur die bijvoorbeeld nog een sata-aansluiting heeft, dan kun je die gelukkig nog wel gewoon op je huidige pc aansluiten. Sata-naar-usb-adapters vind je genoeg in de online winkels. Let er bij oude apparaten wel op dat er nog een driver voor beschikbaar is en ze ondersteund worden door je besturingssysteem.

Data overzetten

Verschillende type data kunnen via usb van het ene naar het andere apparaat gestuurd worden. Zo kun je gegevens van een opslagmedium via usb op een pc bekijken en ook data van de pc via usb op het opslagmedium zetten. Ook kun je midi-data van een muziekinstrument naar je pc sturen. Of apparaten opladen middels een usb-kabel. 

Het opladen van apparaten via usb was al vanaf het begin af aan mogelijk, al gebeurde dat lange tijd maar met een vermogen van 500 mAh. De nieuwste usb-versies kunnen dit met een vermogen van 2000 mAh.

©PXimport

Usb-connectoren

Usb kan verschillende gedaantes aannemen, een van de meest bekende is die van een platte connector met voor de helft een sleuf, dit is een usb-a-connector. Deze connector vind je nog wel terug op computers. Een usb-a-kabel heeft aan de andere kant vaak een usb-b-connector. Dit is een bijna vierkante stekker met twee afgeronde hoeken. Dit soort aansluitingen vind je vaak op grote apparaten die je met een pc wilt verbinden, aangezien de stekker best wat ruimte inneemt. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld een printer of een grote externe harde schijf. 

Kleinere apparaten hebben een mini-b-connector, deze zijn qua grootte ongeveer de helft van een normale b-stekker. De micro-b-stekker is de kleinste optie en vind je op smartphones, powerbanks en e-readers, maar tegenwoordig wel telkens minder. 

Voor de snellere usb3-standaard zijn nieuwe connectoren bedacht, omdat deze verbinding wezenlijk sneller is dan usb 1 en usb 2. Het is dan ook belangrijk de juiste kabels te gebruiken als je gebruik wilt maken van de hogere snelheid. De a-stekker ziet er hetzelfde uit als bij usb 1 en 2, met het verschil dat de binnenkant meestal blauw is. 

De usb3-b-connector ziet eruit alsof er een b- en micro-b-aansluiting op elkaar zijn geplaatst. De usb3-micro-b-connector lijkt op een normale micro-b-stekker met een tweede micro-connector ernaast. Vrijwel altijd zijn deze usb3-stekkers blauw. Usb2-kabels zijn meestal zwart vanbinnen, usb1-kabels meestal wit. Sommige fabrikanten houden zich echter niet aan deze conventies, check dus altijd welke usb-standaard een connector ondersteunt.

©PXimport

Usb-c

Sinds een paar jaar is er een nieuwe usb-connector, genaamd usb-c. Deze connector is plat en heeft afgeronde hoeken. Beide kanten van de connector zijn hetzelfde, het maakt dus niet uit welke kant je waar insteekt. Ook maakt het niet uit hoe je de kabel in de poort steekt, een probleem dat bij een normale usb-a-stekker er weleens voor zorgde dat je een poort vernielde door de kabel er verkeerdom in te steken. 

Usb-c kan naast data ook stroom, video en audio doorvoeren en biedt ook ondersteuning voor technologieën als Thunderbolt, DisplayPort, HDMI, VGA en DVI. Stroom kan ook door een usb-c-poort lopen, tot wel 100 watt, genoeg om een laptop mee op te laden. Je ziet dan ook steeds vaker laptops die een usb-c-aansluiting hebben om de laptop mee op te laden.

Thunderbolt

Een misverstand is dat Thunderbolt en usb-c dezelfde dingen zijn. Je moet usb-c zien als een verbindingsformaat waardoor verschillende soorten data kunnen lopen. Thunderbolt, ooit bedacht door Intel en Apple, is een specifieke technologie om snel data te kunnen versturen tussen twee apparaten. De technologie (althans versie 3 van Thunderbolt) maakt gebruik van usb-c-connectoren, maar een Thunderbolt-poort wordt vrijwel altijd aangeduid met een bliksemschicht boven de poort of op de connector. 

Als er geen bliksemschicht bij een type c-poort staat, kun je ervan uitgaan dat het geen Thunderbolt-signalen kan doorgeven. Thunderbolt 1 en 2 werken overigens niet met usb-c-connectoren.

©PXimport

Usb-hubs

Als je niet genoeg usb-poorten op je pc hebt, maar toch vijf of zes apparaten aan wilt sluiten, dan heb je een hub nodig. Deze apparaatjes zijn vanaf een tientje te koop, maar er zijn ook docks te koop van honderden euro’s.

De eerste vraag die je jezelf moet stellen is of je een powered hub nodig hebt. Een powered hub sluit je aan op netstroom en kan stroom leveren aan de aangesloten apparaten. Dit heb je nodig als je apparaten aan wilt sluiten die veel stroom verbruiken, zoals printers, externe harde schijven en scanners. De usb-poort op je pc is niet sterk genoeg om al deze apparaten van stroom voorzien als ze op een hub zijn aangesloten. 

Sommige hubs bieden ook andere poorten aan, zoals een sleuf voor een SD-kaartje. De goedkoopste hubs hebben vaak een usb-a-stekker, hubs met een usb-c-aansluiting zijn in veel gevallen iets duurder. Als je voor een usb-c-hub kiest, dan hebben ze soms ook HDMI-poorten of bieden ze Power Delivery (zie de volgende tip) aan. 

Bedenk je van tevoren wat je allemaal op een hub wilt aansluiten, want sommige apparaten vragen veel van je usb-poort en dan is het niet verstandig die poort te delen met allerlei andere apparaten. In de handleiding van een bepaald apparaat is meestal wel te vinden of je het wel of niet op een hub aan kunt sluiten.

©PXimport

Een powered hub sluit je aan op netstroom en kan stroom leveren aan de aangesloten apparaten

-

Stroom via usb-c

Als je wilt dat een hub of usb-poort ook gebruikt kan worden om apparaten op te laden, dan moet je controleren of de poort hiervoor geschikt is en tot welk wattage. Dit wordt aangegeven met Power Delivery of PD. De meeste hubs leveren gemakkelijk een wattage van 60 watt, maar er zijn poorten en hubs die tot wel 100 watt kunnen leveren. 

Vergeet ook niet te kijken of het wattage verdeeld wordt over meerdere poorten (bij een hub) of dat het om een speciale PD-poort gaat die alleen zelf dat wattage levert. In het eerste geval kun je waarschijnlijk niet je laptop ermee opladen. Poorten met PD herken je vaak aan het icoontje van een bliksemschicht dat erbij staat.

©PXimport

Versies combineren

Omdat er zo veel verschillende usb-standaarden en -aansluitingen bestaan, kan het lastig zijn de juiste adapterkabel te vinden voor jouw specifieke geval. Het belangrijkste is dat je een kabel of adapter kiest die niet te langzaam is voor waarvoor jij hem wilt gebruiken. 

Stel, je wilt een harde schijf met een usb2-connector aan een pc met een usb2-poort aansluiten. Zou je hier een usb1-kabel voor gebruiken omdat je die toevallig nog in huis hebt liggen, dan benut je niet de maximale doorvoersnelheid van usb 2.

De doorvoersnelheid en performance geldt uiteraard ook voor de aangesloten apparaten. Als je een harde schijf met een usb2-poort op een laptop met een usb3-poort aansluit met een usb3-kabel, kan de doorvoersnelheid nooit meer zijn dan 480 Mbit/s (de maximale snelheid van usb 2). Usb3-kabels zijn – zoals we in tip 3 al vertelden – te herkennen aan de blauwe binnenkant, maar hebben ook vaak SS op de connector staan, wat staat voor SuperSpeed. 

©PXimport

Compatibiliteit

De standaard usb-poorten zijn backwards compatibel, dit betekent dat je prima een usb-a-kabel van twintig jaar oud op een nieuwere usb3-poort met type a-connector kunt aansluiten en vice versa. Wees je er alleen van bewust dat je dan niet de snelste snelheden zult halen.

Denk er bovendien aan dat usb-kabels niet te lang mogen zijn, de aanbevolen maximumlengte van een usb3-kabel is bijvoorbeeld maar drie meter. Je kunt een usb-kabel wel verlengen, daar heb je dan een actieve verlengkabel voor nodig. Je kunt zo een usb3-kabel tot wel 18 meter verlengen. 

Wel hangt het ervan af wat je met die kabel aansluit. Een lange kabel om een muis of toetsenbord aan te sluiten, is vaak geen probleem, maar wil je veel data of stroom door een lange kabel laten stromen, dan is dat over het algemeen geen goed idee.

Data en/of stroom

Je hebt het waarschijnlijk weleens gehad: je wilt data van je pc naar een smartphone, e-reader of ander apparaat sturen, maar Windows herkent het aangesloten apparaat niet. Het kan zijn dat je usb-kabel stuk is, maar een logischere verklaring is dat je een oplaadkabel probeert te gebruiken voor het kopiëren van data. Er bestaan namelijk usb-kabels die alleen geschikt zijn om apparatuur mee op te laden. 

Een usb-connector heeft vier polen, je kunt ze zien als je de connector van een usb-a-kabel eens goed inspecteert. De twee buitenste polen zijn voor het opladen van apparatuur, de binnenste twee zijn voor het doorvoeren van data. Bij een kabel die alleen kan opladen, zijn de binnenste twee polen niet met draden verbonden.

Vaak kun je van de buitenkant niet zien of dit zo is, maar als het snoer van je kabel erg dun is, kun je ervan uitgaan dat er maar twee draadjes door het snoer lopen en het dus slechts een oplaadkabel is.

©PXimport

Dongles

Er zijn talloze dongles op de markt waarmee je andere apparaten op een usb-poort aan kunt sluiten. Draadloze muizen werken vaak via een dongle die je dan in een vrije usb-poort van je pc steekt. Ook bepaalde software kan via een kopieerbeveiliging-dongle werken, al zien we dat gelukkig tegenwoordig steeds minder vaak. 

Heb je een oude laptop zonder moderne bluetooth-versie, dan kun je via zo’n dongle toch bluetooth 5.0-apparaten op je pc aansluiten.

De toekomst van usb

Usb is here to stay! En dat is maar goed ook, want het heeft ons leven een stuk eenvoudiger gemaakt. Waar we vroeger met allerlei systemen en bijbehorende kabels werden opgescheept, werkt nu vrijwel alles via usb. Toch blijkt uit dit artikel al dat de ene usb-poort de andere niet is. De toekomst van usb ziet er rooskleurig uit. We hadden het in tip 3 al even kort over usb 4, de nieuwe standaard die mondjesmaat in nieuwe pc’s wordt geïmplementeerd. Heeft je laptop een 11de generatie Tiger Lake-processor, dan is de kans groot dat je laptop een usb4-poort heeft.

Ook de nieuwe M1-laptops van Apple hebben usb 4 aan boord. De connector is hetzelfde als die van usb 3 en dus kun je gewoon de type c-poort gebruiken voor stroomtoevoer en dataoverdracht. De maximale doorvoersnelheid is 40 Gbit/s, maar er is ook een variant met een maximale snelheid van 20 Gbit/s. Kijk bij de specificaties van het product welke snelheid wordt ondersteund. Ook op de connector zou dit duidelijk moeten zijn door een logo met het cijfer 20 of 40 erop. 

Usb 4 is ook backwards compatibel, waardoor je een apparaat met een usb4-aansluiting prima op een usb-a-poort kunt aansluiten. De snelheid hangt dan uiteraard wel af van de usb-versie van de usb-a-poort.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Motorola Moto G75 – Razend interessante budgetsmartphone
© Rens Blom
Huis

Review Motorola Moto G75 – Razend interessante budgetsmartphone

De Motorola Moto G75 is een razend interessante budgetsmartphone. Voor 299 euro koop je een toestel met een degelijk ontwerp, goede specificaties en een updategarantie tot in 2030. Kom meer te weten over de smartphone in deze Motorola Moto G75-review.

Uitstekend
Conclusie

De Motorola Moto G75 is een smartphone met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. Hij kan tegen een stootje, doet alles wat je wil en verrast met functies zoals draadloos opladen. Tel daar zes jaar softwareupdates bij op en voor minder dan 300 euro koop je een toestel waar je jaren mee vooruit kunt. De Motorola Moto G75 is zo een aanrader voor wie een 'gewoon goede' smartphone voor een scherpe prijs zoekt.

Plus- en minpunten
  • Stevig en waterbestendig
  • Compleet qua functies
  • Krijgt 6 jaar updates
  • Relatief langzame processor
  • Geen oledscherm
  • Zoomfunctie valt tegen

Glad maar stevig ontwerp

Een betaalbare smartphone sluit weleens compromissen in de bouwkwaliteit, waardoor hij sneller stukgaat bij een val. De Motorola Moto G75 doet dat niet, in ieder geval op papier. Het toestel draagt namelijk een MIL-STF-810H-certificering, wat inhoudt dat hij een val van 1,2 meter hoogte moet overleven. Hoewel we de kunststof behuizing nogal glad en niet bijzonder robuust vinden aanvoelen, werkt de telefoon na twee opzettelijke vallen uit een broekzak op straat nog uitstekend. Valschade zien we niet.

©Rens Blom

Ook prettig: het toestel heeft een IP68-certificering en is dus waterbestendig. In de aan- en uitknop op de rechterzijkant zit een nauwkeurige vingerafdrukscanner. Met de telefoon kun je contactloos pinnen (via NFC) en e-sim gebruiken, een digitale simkaart. Handig op reis, als je online een lokale simkaart bestelt en die meteen kunt gebruiken in je eigen telefoon!

Je koopt de Moto G75 in zakelijk zwart (getest), fleurig blauw of het naar onze mening luxe zilver/grijs.

©Rens Blom

Complete specificaties

De specificaties van de Motorola Moto G75 hebben ons grotendeels positief verrast. Laten we beginnen met ons grootste aandachtspunt. De smartphone heeft geen bijster snelle processor, waardoor we ons afvragen hoe soepel hij over een paar jaar nog werkt. Voor nu zijn de prestaties goed en is het werkgeheugen van 8 GB lekker groot om te schakelen tussen apps.

Het scherm van de smartphone is met 6,78 inch groot en daarom lastig met één hand te gebruiken. Het lcd-scherm is wat minder imponerend dan een oledscherm in een concurrerende smartphone van Xiaomi of Samsung, maar zolang je zo'n telefoon er niet naast houdt, merk je dat niet. De Moto G75 heeft een 'gewoon goed' scherm met scherpe Full-HD-resolutie, soepele 120Hz-verversingssnelheid en helderheid die ruim voldoende is om het display in de (winter)zon af te lezen.

©Rens Blom

Het toestel beschikt over meer dan genoeg opslagcapaciteit (256 GB), gaat met zijn 5000mAh-accu probleemloos een dag mee op een accubeurt en kan op twee manieren opladen. Namelijk met 30 watt via de usb-c-poort (je dient zelf een oplaadadapter te regelen) én langzamer (met 15 watt) draadloos op een oplaadmat. In dit prijssegment kunnen maar weinig smartphones draadloos opladen, dus de Motorola Moto G75 biedt een leuke extra.

Camera's

De 16megapixel-selfiecamera is van gebruikelijke kwaliteit. Achter op de Moto G75 zijn twee cameralenzen geplaatst. Dat zijn een 50megapixel-hoofdcamera en een 8megapixel-hoofdcamera. Motorola adverteert ook met zoomfuncties, maar dat is geen echte zoom. Het toestel heeft namelijk geen zoomcamera, maar maakt een uitsnede via de hoofdcamera. Dat is te zien: bij vier keer 'zoom' oogt het beeld wat onscherp en zijn kleuren te dik aangezet.

De hoofdcamera en groothoekcamera laten in hun normale standen een betere indruk achter. Zoals je op onderstaande foto's ziet, brengt de groothoeklens echt een groter deel van de kamer in beeld.

©Rens Blom

Handig is de macrolensfunctie om via de groothoeklens een onderwerp van heel dichtbij te fotograferen. De hoofdcamera legt dan namelijk een waas vast.

©Rens Blom

6 jaar updates

Een groot pluspunt van de Moto G75 is zijn updatebeleid. Motorola geeft het toestel namelijk vijf jaar Android-upgrades en zes jaar lang beveiligingsupdates. Je kunt deze smartphone dus tot in 2030 veilig gebruiken. Concurrerende toestellen krijgen drie, vier of vijf jaar (Samsung) updates. Motorola onderscheidt zich dus en dat is bijzonder, want elke update klaarmaken voor een telefoon kost het merk tijd en dus geld.

We zijn wel benieuwd in welk tempo Motorola updates uitrolt naar de Moto G75. Op moment van schrijven, eind november, draait het toestel namelijk nog op de beveiligingsupdate van 1 augustus. Sindsdien zijn er drie nieuwe updates uitgebracht. Het zou Motorola sieren om snel de november-update beschikbaar te stellen (die ook de updates van september en oktober bevat).

©Rens Blom

De Motorola-softwareschil over Android 14 heen is heel rustig. Het merk levert slechts een paar apps mee en focust vooral op extra functies, waaronder het starten van de camera door de telefoon twee keer snel te draaien of het aanzetten van de zaklamp door de telefoon twee keer te schudden. Dergelijke functies zitten al jaren in Motorola-telefoons en blijven erg prettig.

Conclusie: Motorola Moto G75 kopen?

De Motorola Moto G75 is een smartphone met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. Hij kan tegen een stootje, doet alles wat je wil en verrast met functies zoals draadloos opladen. Tel daar zes jaar softwareupdates bij op en voor minder dan 300 euro koop je een toestel waar je jaren mee vooruit kunt. De Motorola Moto G75 is zo een aanrader voor wie een 'gewoon goede' smartphone voor een scherpe prijs zoekt. Om die reden nemen we het toestel op in onze keuzegids van beste smartphones tot 300 euro.


▼ Volgende artikel
5 veelgemaakte espressofouten (en zo voorkom je ze!)
© Meliha Gojak
Huis

5 veelgemaakte espressofouten (en zo voorkom je ze!)

Espresso is de basis voor allerlei koffievariaties, zoals cappuccino, latte en americano. Het zetten van een goede espresso kan niettemin een uitdaging zijn, zeker voor beginners. In dit artikel bespreken we de vijf meest voorkomende fouten die beginners maken bij het zetten van espresso en geven we praktische tips om deze te vermijden.

De perfecte espresso maken is een kunst die tijd en oefening vraagt. Let op details zoals de maalgraad, tampdruk en watertemperatuur om missers te voorkomen en te genieten van een volle, smaakvolle espresso. Succes en geniet van je koffie!

Lees ook: Vol- en halfautomatische espressomachines: dit zijn de verschillen

Fout 1: Maalgraad te grof of te fijn

De maalgraad van je koffiebonen is cruciaal voor een goede espresso. Bij een te grove maalgraad wordt de espresso ondergeëxtraheerd, wat een zure en waterige smaak oplevert. Is de maalgraad te fijn, dan krijg je juist een overgeëxtraheerde espresso met een bittere nasmaak.

☕ Tip! Experimenteer met de maalgraad van je bonen totdat je de perfecte balans vindt. Begin met een middelmatige maalgraad en pas deze geleidelijk aan op basis van de smaak van je espresso.

Fout 2: Tamperdruk niet goed

Het aandrukken van de koffie in de portafilter, ook wel tamperen genoemd, is enorm belangrijk voor een gelijkmatige extractie. Een ongelijke tamperdruk kan leiden tot 'channeling', waarbij het water ongelijk door de koffie stroomt en sommige delen onbenut blijven. Dit zorgt voor een onevenwichtige en minder smakelijke espresso.

☕ Tip! Oefen op een consistente tamperdruk. Een richtlijn is om ongeveer 15 kilogram druk te gebruiken – lastig precies te meten, maar onthoud: consistentie is het belangrijkst!

O la la: espresso niet Italiaans, maar Frans!

De eerste espresso komt niet uit Italië, maar uit Frankrijk! Louis Bernard Rabaut ontwikkelde in 1822 een machine die heet water door koffie drukte. Het duurde echter tot 1901 voordat de Italiaan Luigi Bezzera de eerste echte espressomachine patenteerde. Dus de volgende keer dat je geniet van je espresso, denk dan even terug aan de Franse roots van dit heerlijke drankje!

©Dmytro Vietrov

Fout 3: Crema niet gelukt

Crema is het goudbruine schuimlaagje dat zich vormt aan de bovenkant van een goed gezette espresso. Gebeurt dat niet, dan kan dat verschillende oorzaken hebben: je hebt oude koffiebonen gebruikt, een verkeerde maalgraad toegepast of er zijn problemen met de machine.

☕ Tip! Zorg ervoor dat je verse koffiebonen gebruikt en dat je je koffiemachinemachine regelmatig schoonmaakt en onderhoudt. Controleer ook de maalgraad en de extractietijd: als alles goed is ingesteld, staat niets een rijke crema in de weg.

Fout 4: Te heet water gebruiken

Een verbrande smaak in je espresso komt meestal doordat het water te heet was. De ideale temperatuur voor het zetten van espresso ligt tussen de 92 en 96 graden Celsius. Een hogere temperatuur kan de koffie verbranden, wat resulteert in een bittere en onaangename smaak.

☕ Tip! Controleer regelmatig de temperatuur van je espressomachine. Te hoog? Pas hem dan aan. Het is zonde om die kostbare koffiebonen keer op keer te verpesten.

Fout 5: Te koud water gebruiken

Naast het risico op verbranding kan ook een te lage watertemperatuur voor problemen zorgen. Te koud water zorgt voor onderextractie, waardoor de espresso een zure en vlakke smaak krijgt, zonder de volle aroma's die je wilt proeven.

☕ Tip! Zorg ervoor dat je espressomachine goed is opgewarmd voordat je begint met het zetten van espresso. De meeste machines hebben een indicatielampje dat aangeeft wanneer ze klaar zijn voor gebruik.