ID.nl logo
Terug in de tijd: Internetverbinding
© Reshift Digital
Huis

Terug in de tijd: Internetverbinding

Even een liedje streamen via Spotify? Daar moest je in de jaren negentig een uur voor uittrekken. De internetverbinding is door de jaren heen veel sneller en stabieler geworden. Hoe is dat precies verlopen?

1958 – Bell Labs vindt de allereerste modem uit, de maximale snelheid is 150 bits per seconde. 1984 – Arpanet, de voorganger van internet, wordt gelanceerd met een snelheid van 50 Kbit/s. 1991 – Nederlander Kees Eggers richt Ebone op, de eerste pan-Europese IP-backbone om de ontwikkeling van internet te versnellen. 1991 – Het World Wide Web wordt geïntroduceerd, modems hebben op dat moment een maximale snelheid van 56 Kbit/s. 1995 – CAIW is de eerste aanbieder van kabelinternet in Nederland, weliswaar geen breedband. 1996 – ISDN werd geïntroduceerd door KPN: bellen én internetten tegelijk over de telefoonlijn. 1997 – A2000 en Telekabel (nu UPC) lanceren breedbandinternet via de kabel (10 Mbit/s). 2000 – KPN lanceert ADSL, snel internet en bellen over één telefoonlijn. 2005 – Nuenen (Brabant) is de eerste gemeente van Nederland die wordt aangesloten op het glasvezelnetwerk. 2016 – Er ligt meer dan 235.000 kilometer glasvezel onder de grond in Nederland, bijna zes keer de omtrek van de aarde.

De ontwikkeling van het internet is in een razendsnel tempo gegaan. Met glasvezelsnelheden van 500 Mbit/s is het bijna niet meer te geloven dat we ooit onze plaatjes uitschakelden in Netscape om een site sneller binnen te trekken. Dat internet zo’n succes is, is nog best bijzonder; zo gebruiksvriendelijk was het aanvankelijk niet.

Internetten óf bellen

Af en toe hoor je het iemand nog weleens per ongeluk zeggen: even inbellen. Dat is hoe er in 1995 verbinding werd gemaakt met internet. Wie een extra kabel had, hoefde alleen op de knop inbellen te drukken. Was zo’n kabel er niet, dan moest je de kabel uit je telefoon trekken en in het modem stoppen. Heel erg was dat niet, want internetten en bellen kon toch niet tegelijk. Wie jong en thuiswonend was in de jaren negentig van de vorige eeuw, herinnert zich ongetwijfeld de talloze keren dat er beneden iemand liep te vloeken omdat er niet gebeld kon worden dankzij de internetverbinding. Daarnaast betaalde je ook nog eens per ingebelde minuut en dat liep soms enorm in de papieren (ahem, een rekening van 1200 gulden is bij ons voorgekomen – red.).

©PXimport

Mp3

Muziek downloaden via het internet was aanvankelijk niet te doen, je mocht al blij zijn als je een website zonder problemen binnen wist te halen. Audio was tot op dat moment voornamelijk beschikbaar in .wav-formaat en een liedje van drie minuten was al snel vijftig tot zestig MB. Wie een 28,8Kbit/s-modem had (destijds een 28k8-modem genoemd) deed er 4 uur en 51 minuten over om een liedje te downloaden. Voor de goede orde: in die tijd waren we dus zo gek om dat te doen, muziek downloaden was magisch. De komst van mp3 maakte alles anders. Een liedje in mp3 was nu ineens maar 3,5 MB. Niet dat het nu ineens razendsnel was, want met een downloadtijd van grofweg 17 minuten per nummer duurde het downloaden van een hele cd nog steeds uren, want een download ging vaak niet in één keer goed.

Gedeelde vreugd

Dankzij ISDN kon men eindelijk internetten en bellen tegelijk, maar het was de komst van kabelinternet (en later ADSL) dat de internetverbinding écht stabiel en gebruiksvriendelijk maakte. Niet meer hoeven inbellen en een – voor die tijd – razendsnelle verbinding, waarmee je een mp3 binnen een minuut binnen had. Het was in deze tijd dat diensten als Napster en KazAa gigantisch populair werden. Een groot nadeel van breedbandinternet (zowel bij de kabel als ADSL) is wel dat hoe verder je bij de centrale verwijderd bent, hoe lager de internetsnelheid wordt. De bandbreedte was aanvankelijk redelijk beperkt en bij kabelinternet werd de verbinding trager naarmate er meer mensen gelijktijdig van het netwerk gebruikmaakten.

©PXimport

4G

We hebben het in deze tijdlijn vooral over de traditionele internetverbinding die via een kabel het huis binnenkomt, maar laten we niet vergeten dat we steeds vaker gebruikmaken van internet dat gewoon in de lucht hangt. Met 4G heb je (in Nederland) een verbinding van (potentieel) 40 Mbit/s. Dat betekent dat je een mp3, die je met je modem in de jaren negentig na 17 minuten pas binnen had, tegenwoordig met je mobiel theoretisch binnen één seconde zou kunnen binnentrekken. En het einde is ook hier nog lang niet in zicht, want 5G komt eraan, dat tien keer sneller zou moeten zijn en met een véél groter bereik. Dan zou het op termijn zomaar eens afgelopen kunnen zijn met internet via fysieke kabels.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.

▼ Volgende artikel
Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand
© ER | ID.nl
Huis

Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand

Een apparaat op afstand bedienen hoeft geen geld te kosten en is verrassend eenvoudig. Of je nu bestanden wilt openen, technische problemen wilt oplossen of meerdere toestellen wilt beheren: met Chrome Remote Desktop kan het allemaal, gratis en zonder gedoe.

De helper begint

Een groot voordeel van Chrome Remote Desktop is de brede compatibiliteit: het werkt met Windows, macOS, Linux en ChromeOS. Bovendien is het veilig – verbindingen worden versleuteld – en je hebt alleen een Chrome-browser nodig. We beginnen aan de kant van degene die op afstand toegang wilt tot een andere computer, degene die ondersteuning biedt vanaf computer A. Op computer A opent de gebruiker Chrome en surft naar https://remotedesktop.google.com. Daar verschijnen twee opties: Dit scherm delen en Verbinding maken met een andere computer. Omdat computer A support wil geven aan een extern apparaat, kiest de gebruiker voor de tweede optie. In dat scherm verschijnt een veld om een toegangscode in te geven, de code volgt zo meteen.

Degene die support geeft, gebruikt het onderste vak.

Acties voor de hulpvrager

Op computer B, de computer die toegang zal verlenen, moet de gebruiker ook in Chrome surfen naar dezelfde website. Daar kiest hij voor de optie Dit scherm delen. Voordat dat mogelijk is, moet Chrome Remote Desktop eerst worden gedownload en geïnstalleerd. De gebruiker klikt daarvoor op de ronde blauwe knop met het witte downloadpijltje. Hiermee wordt een Chrome-extensie geïnstalleerd. Na de installatie verschijnt in het vak Dit scherm delen een blauwe knop met de tekst Code genereren. Wanneer de gebruiker daarop klikt, wordt een toegangscode van 12 cijfers aangemaakt. Die code geeft hij of zij door aan gebruiker A.

Wie support krijgt, moet de code via een berichtje of telefoontje doorgeven.

Scherm delen

Op computer A geeft de gebruiker de code op in Chrome Remote Desktop. Vervolgens wacht hij tot gebruiker B bevestigt dat A toegang mag krijgen tot zijn scherm. Zodra dat is gebeurd, verschijnt het volledige bureaublad van computer B in een nieuw Chrome-venster op computer A. Door dit venster schermvullend weer te geven, kan A probleemloos handelingen uitvoeren op de pc van B. Voor de veiligheid beschikken beide gebruikers over een knop om de sessie op elk moment te beëindigen. Uiteraard is een stabiele internetverbinding noodzakelijk. Daarnaast krijgen beide partijen de melding dat ze klembordsynchronisatie kunnen inschakelen. Hiermee wordt het mogelijk om eenvoudig tekst of bestanden te kopiëren en te plakken tussen beide apparaten.

Gebruiker A krijgt het volledige scherm van B in een Chrome-venster te zien.