ID.nl logo
Warm water door de zon: dit moet je weten over de zonneboiler
© Alphaspirit
Energie

Warm water door de zon: dit moet je weten over de zonneboiler

De zon levert ons 8.000 keer meer energie dan wat we op aarde nodig hebben. Die energie is gratis. Veel woningen en bedrijven gebruiken de zon om elektriciteit op te wekken, maar met een zonneboilerinstallatie kun je deze energie ook inzetten om warm water te produceren voor bad, douche en keuken.


In dit artikel: Zo werkt een zonneboiler | Deze zonneboiler-systemen zijn er | Collectoren: vlakkeplaat of vacuümbuiscollector (heatpipes) | De beste plek om de collectoren te plaatsen | Voor- en nadelen, prijzen en het rendement van een zonneboilersysteem.

Lees ook: Alles wat je moet weten over de warmtepompboiler


Collectoren – warmtewisselaar - opslagvat

Een zonnesysteem bestaat altijd uit zonnecollectoren en een voorraadvat. De collectoren zetten elektromagnetische straling van de zon om in warmte. Die warmte wordt getransporteerd naar het opslagvat waarin een warmtewisselaar zit om schoon leidingwater op temperatuur te brengen. Die boiler dient tegelijk om het ongebruikte warm water op te slaan.

©Matteo Girelli

Een zonneboiler wordt altijd gecombineerd met een voorraadvat.

Voorverwarmen en naverwarmen

Een zonneboiler levert voorverwarmd water. In het najaar en in het voorjaar moet er dus naverwarmd worden. Dat kan bijvoorbeeld met gas via een doorstroomtoestel. Het water komt bijvoorbeeld uit de zonneboiler met een temperatuur van 30°C; de doorstromer moet dan nog 30°C bijstoken om veilig te zijn tegen eventuele legionella-besmetting.

Je moet altijd over een reservesysteem beschikken als je meer warm water nodig hebt dan wat de zonneboiler op dat moment kan leveren. Ook in de winter zijn er minder zonuren en schijnt de zon minder sterk. Dat betekent dat het rendement tijdens dat seizoen veel lager ligt dan in de zomer. De zonneboiler blijft wel functioneren in de winter, maar hij wordt dan bijgestaan door een andere installatie.


Legionellagevaar

Wil je een legionellabesmetting voorkomen, dan mag het water niet te koud zijn. Volgens NEN-norm 1006 moet de temperatuur van warm tapwater minimaal 55°C bedragen. ) De legionellabacterie vermenigvuldigt zich namelijk in water van 25 tot 50°C. Komt de temperatuur boven de 50°C uit, dan sterft de bacterie langzaam af. Met 55°C of 60°C zit je dus veilig.


Twee systemen

De uitdaging is telkens om de dakopstelling te beveiligen tegen twee extremen: vorst en oververhitting. Om dit probleem te ondervangen, zijn er twee systemen: het terugloopsysteem en het systeem onder druk. Bij het terugloopsysteem is het leidingcircuit dat de zonnestralen opvangt gedeeltelijk gevuld met zuiver water. Wanneer er voldoende zon is en de boiler is nog niet gevuld met warm water, dan treedt een pomp in werking om het water door dit circuit te laten circuleren. Is de boiler voldoende opgewarmd of verdwijnt de zon, dan stopt de pomp zodat het water van het circuit terugloopt in een klein voorraadvat. Omdat de collectoren op dat moment niet meer gevuld zijn met water, lopen ze geen gevaar voor oververhitting of vorst. Bij een systeem onder druk wordt het circuit tussen de collectoren en het voorraadvat gevuld met een glycol-oplossing (antivries) en onder druk geplaatst. Glycol zorgt dat de panelen en leidingen niet kunnen bevriezen en een afzonderlijk regelsysteem voorkomt oververhitting. 

De werking van een zonneboiler.

Hoeveel collectoren?

Om een groot deel van het warmwaterverbruik te dekken, hanteert men de vuistregel: 1m² collector per persoon. Een te kleine installatie rendeert echter niet; daarom raden we toch aan om minstens 3m² te plaatsen. Bovendien moeten de boilerinhoud en de paneeloppervlakte op elkaar afgestemd zijn. 1m² komt overeen met ongeveer 50 liter boilerinhoud. Soms kiest men voor een veel grotere installatie, maar die is dan bedoeld als ondersteuning voor de verwarming. 

Schuin dak en plat dak

Op een schuin dak worden de zonnecollectoren tegen elkaar aan gelegd. Dat betekent dat een zonnecollector van 1m² gewoon 1m² dakoppervlakte in beslag neemt. Je kunt ook zonnecollectoren op een plat dak plaatsen. Voor deze installatie zijn frames nodig die extra ruimte vragen. Bovendien moet je bij een installatie op een plat dak rekening houden met de schaduw die de voorste collectoren kunnen werpen op de achterste. Op een plat dak is er dus extra ruimte nodig. Reken daar per vierkante meter zonnecollector op 2,5m² dakoppervlak.

Tussen het oosten en het westen

Vroeger moest een zonnecollector pal naar het zuiden worden gericht. Dat is nu anders. Het zonlicht valt in op een metalen plaat (de absorber) die bedekt is met speciale laag die alle frequenties van het zonlicht omzet in warmte. Hierdoor is de oriëntatie van de collectoren minder belangrijk. Tussen het oosten en het westen is het altijd zinvol om een zonnecollector te plaatsen. Belangrijk is wel de combinatie van oriëntatie en de helling. Hoe meer de collector verwijderd is van het zuiden, hoe kleiner de helling moet worden, want dan wint het indirect zonlicht aan belang. Een collector die op het westen is gericht met een dakhelling van 25° is nog steeds rendabel. 

Vlakkeplaatcollector

Er zijn twee soorten zonnecollectoren. Het meest gebruikelijk is de vlakkeplaatcollector. Zoals de naam doet vermoeden, zit er onder het gehard glas een platte metalen plaat die bedekt is met een donkere laag die warmte absorbeert. Deze plaat wordt ontzettend warm. Aan de achterkant lopen de leidingen waardoor een speciale vloeistof stroomt. Deze collectoren zijn erg sterk en ook goedkoper dan de vacuümbuiscollectoren, maar ze presteren iets minder. 

©Studio Harmony - stock.adobe.com

De vlakkeplaatcollector is sterker, goedkoper maar haalt iets minder rendement. 

Vacuümbuiscollector (heatpipes)

De vacuümbuiscollector is opgebouwd uit een systeem van glazen buizen, de genaamde heatpipes. Dit zijn dubbelwandige buizen die de zonnewarmte opvangen en via een glycol-vloeistof deze energie doorgeven aan het boilervat. Het rendement van dit type ligt hoger, maar er is een hoger risico op beschadiging.

©Pavlo Vakhrushev

Heatpipes zijn duurder, maar leveren een hoger rendement.

Rendement

Het rendement van de zonneboiler verschilt naargelang het aantal uren zon en de intensiteit van het zonlicht. Een gemiddeld gezin van 4 personen bespaart hiermee 150m³ tot 200m³ aardgas, wat neerkomt op de helft van de energiekosten voor warm water. De levensduur van een zonneboiler bedraagt ongeveer 15 jaar en het rendement ligt rond de 6 procent.  

Prijzen

De prijs van een zonneboiler varieert naargelang de grootte van de installatie. Een klein huishouden heeft minder collectoren en een kleiner opslagvat nodig dan een groot gezin. De volgende tabel geeft een idee van de investering. 

Aantal personenBoilerNew ColumnNew Column 1
2100 l12.000 - 2.400 euro
4 200 l23.300 - 3.700 euro
6 300 l34.800 - 5.200 euro

Ondersteuning van de verwarming

Een zonneboiler kan ook ingezet worden om de verwarming te ondersteunen, maar dat lukt alleen met vloerverwarming. Gewone radiatoren vragen zo’n hoge watertemperatuur dat de zonneboiler hier nauwelijks een rol van betekenis in kan spelen. In dat geval zou de cv-ketel zodanig veel moeten bijspringen dat het rendement te sterk afneemt.

ZONNEPANELEN OF ZONNEBOILER Soms moet je door de beperkte ruimte op het dak kiezen tussen zonnepanelen of een zonneboiler. Wat kies je? Met zonnepanelen bespaar je een grote hoeveelheid elektriciteit terwijl je met een zonneboiler veel gas bespaart. Vanuit financieel standpunt is de installatie van zonnepanelen aantrekkelijker, vanuit ecologisch standpunt wint de zonneboiler dan weer.

☀ Ook aan de zonnepanelen?

Kieskeurig.nl helpt je bij de oriëntatie!

Voordelen

Het warm water van een zonneboiler is gratis en dit zul je merken aan de energierekening. Dit is dus een aantrekkelijke manier om goedkoop sanitair water te verwarmen. Bovendien is de zonneboiler een systeem dat goed samenwerkt met een warmtepomp, elektrische of gasverwarming.  

Nadelen

De zonneboiler is een aanvulling op een bestaand systeem. Omdat de zonneboiler niet het hele jaar door voor voldoende warm water kan zorgen, moet een andere ketel regelmatig bijspringen. De investering is relatief groot, niettegenstaande de premies en de besparing. Het rendement van de zonneboiler ligt lager dan dat van zonnepanelen, dat komt onder andere door de kortere gemiddelde levensduur. 

Subsidie

Ook voor de installatie van een zonneboiler kun je een ISDE-subsidie ontvangen. Het bedrag is afhankelijk van de aard van de installatie en varieert tussen de 850 en 2.000 euro. Je vindt hierover meer informatie op de website van RVO. De installatie moet uitgevoerd worden door een bedrijf. Je mag het niet zelf doen. En je hebt 24 maanden na de installatie de tijd om de subsidie aan te vragen. Interessant is ook dat je recht hebt op een hoger subsidiebedrag voor de isolatie als je de aankoop van een zonneboiler combineert met een isolatiemaatregel. 

Lees ook: Wat kost isoleren en wat levert het op?

Vraag een offerte aan voor zonneboilers:

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.