ID.nl logo
Google Home versus Apple HomeKit: welk smarthomeplatform is beter voor jou?
Zekerheid & gemak

Google Home versus Apple HomeKit: welk smarthomeplatform is beter voor jou?

Als het om toegankelijke smarthomeplatformen gaat, dan behoren Google Home en Apple HomeKit tot de top. Maar niet elk platform past bij elke gebruiker. Daarom kijken we in dit artikel naar belangrijke onderdelen voor zo’n platform, zodat jij kunt zien welk smartphoneplatform de beste keuze is voor jou.


Heb je zelf nog geen keuze gemaakt voor een toegankelijk smarthomeplatform? Maar wil je daar wel eens iets mee doen? Bedenk dan voor jezelf wat je van de volgende onderdelen vindt: Compatibiliteit met een verscheidenheid aan apparaten | Het gebruikersgemak (en de toegankelijkheid) | En hoe zit het precies met de smarthomehubs?

Lees ook: Zo beveilig je een smarthome


Voordat we kunnen kijken of Google Home of Apple HomeKit een goed smarthomeplatform is voor jou, moeten we eerst een stapje terugdoen. Wat is zo’n platform eigenlijk? In het kort: dat is een centrale plek waar alle gekoppelde apparaten in huis samen kunnen komen. Zo kun je die slimme apparaten (die beschikken over een communicatieprotocollen als wifi, Zigbee, Matter of iets anders) vanuit één plek bedienen. Dat kan bijvoorbeeld via een app, zoals Google Home of Apple Woning. Maar ook via stembediening, wanneer je beschikt over een slimme speaker, smart display of een andere smarthomehub.

Lees ook: Dit moet je weten over smarthome-protocollen

💡 In principe werken alle smarthomeplatformen hetzelfde. Maar niet elk platform ondersteunt elke product(categorie) of bedieningsmogelijkheid. De Matter-standaard moet dit probleem in de toekomst gaan oplossen, maar de toekomst van dit platform lijkt soms op losse schroeven te staan.

Compatibiliteit met apparaten

Eén van de belangrijkste eigenschappen van een smarthomeplatform is de ondersteuning voor externe apparaten. Zowel Google als Apple bieden zelf slimme producten aan die gekoppeld kunnen worden aan Google Home of Apple HomeKit, maar die categorieën zijn niet breed en uitgebreid genoeg om te voldoen aan de eisen of wensen van gebruikers. Daarom is het belangrijk dat de systemen moeten kunnen werken met apparaten van derden. En in dit geval moeten we Google hier tot winnaar kronen, aangezien die veel meer apparaten ondersteunt.

De meest recente cijfers die we hebben laten zien dat Google Home per 2020 meer dan vijftigduizend apparaten van duizenden fabrikanten ondersteunt. Dat staat in schril contrast tegenover de cijfers van Apple HomeKit die, per 2019, op 450 apparaten is blijven steken (rond dezelfde periode stond de teller voor Google Home op tienduizend). De kans is groot dat voor beide platformen geldt dat het aantal ondersteunde devices inmiddels is toegenomen. De grote vraag is dan: kom je als HomeKit-gebruiker echt iets tekort? Of kun je wel uit de voeten met het beschikbare aanbod?

In principe is het zo dat Apple HomeKit producten ondersteunt uit een aantal belangrijke categorieën, zoals slimme lampen, beveiligingscamera’s, slimme stekkers, slimme sloten, audio & video en thermostaten. Maar binnen al die categorieën blijft de keuze beperkt. En als er dan niets tussen zit dat je interessant vindt, dan vis je achter het net. Google ondersteunt niet alleen meer productgroepen (namelijk veel verschillende soorten huishoudelijke apparaten en slimme stofzuigers, om maar een voorbeeld te geven), ook heb je per groep veel meer mogelijkheden.

©PXimport

Toegankelijkheid en gebruikersgemak

Wanneer je investeert in Google Home- of Apple HomeKit-producten, dan krijg je toegang tot verschillende bedieningsmogelijkheden. Je kunt de apparaten soms met eigen apps aansturen (voor HomeKit is dit niet altijd het geval) en altijd vanuit de Google Home- of Apple Woning-app bedienen. Daarnaast bieden zowel Google als Apple hun eigen stemassistenten aan, waardoor het mogelijk is stemcommando’s te geven. Met een slimme speaker, smart display of andere hub in huis (daarover straks meer) hoef je dus niet eens je telefoon te pakken om iets te regelen in huis.

Elk platform heeft ook hier voor- en nadelen. Zo is Apple HomeKit niet beschikbaar voor Android, waardoor je als eigenaar van een Android-smartphone dus helemaal geen toegang hebt tot dat platform. Google Home is daarentegen wel op iOS te gebruiken. Als we kijken naar stemassistenten dan zijn veel gebruikers vaak te spreken over de natuurlijke manier waarop je stemcommando’s kunt geven aan de Google Assistent, terwijl je bij Siri (via Apple HomeKit) vaak specifieke woorden en termen moet gebruiken. Daardoor is Google Home wederom iets toegankelijker te noemen.

Bovendien is het zo dat de Google Assistent, via Google Home, je mettertijd beter leert kennen. Daardoor kan die veel betere resultaten geven dan in het begin, iets wat Apple momenteel nog niet aanbiedt met Siri. Verder is het zo dat beide platformapps zeer toegankelijk en overzichtelijk zijn. Over het algemeen vinden gebruikers van de Apple Woning-app de applicatie heel intuïtief en vinden ze het fijn dat apparaten installeren zo gebeurd is. Dat kost slechts enkele stappen, terwijl dat bij Google wat meer voeten in aarde heeft. Beide apps bieden tot slot opties tot automatiseren aan.

Ook niet geheel onbelangrijk: privacy. Beide platformen bieden zo hun eigen voorzorgsmaatregelen aan. In beide gevallen is er sprake van een versleutelde verbinding, waardoor ongeautoriseerde toegang in theorie niet mogelijk is. Waar je wel rekening mee moet houden is dat Google over het algemeen meer data verzamelt van gebruikers (al dan niet geanonimiseerd), terwijl Apple dat niet in dezelfde mate doet. Verder geeft Google ontwikkelaars direct toegang tot zijn clouddiensten, waardoor Google Home-apparaten over het algemeen meer kunnen dan HomeKit-producten.


Google Home- en Apple HomeKit-hubs

Zoals gezegd kun je slimme apparaten, gekoppeld aan Google Home of Apple HomeKit, op verschillende manieren bedienen. De meest toegankelijke manier is misschien wel de smarthomehub. Dit kan een centraal onderdeel worden van je persoonlijke smarthomenetwerk. Een hub kan de vorm aannemen van een slimme speaker of smart display (of misschien wel een oude tablet of smartphone) en beschikt altijd over een microfoon en speaker. Zo kun je gemakkelijk stemcommando’s geven en dus de apparaten in huis aansturen wanneer nodig.

Een belangrijke kanttekening hier is dat zo’n hub niet nodig is om volop gebruik te kunnen maken van Google Home of Apple HomeKit. Maar het maakt het gebruik wel toegankelijker en gemakkelijker. Voor Google Home heb je een flink aantal opties tot je beschikking als het gaat om slimme speakers en displays. Je kunt ze kopen van Google zelf, onder de Nest-merknaam, of van derde partijen. Verschillende fabrikanten bieden eigen speakers, wekkers en displays aan (al trekt Google geregeld de autorisatie van bepaalde producten in, waardoor dat in feite dus een flinke gok is geworden).

Als gebruiker van HomeKit heb je enkel de beschikking over de HomePod-speakers en de Apple TV 4K-mediaspeler. Maar de kans dat Apple de ondersteuning van zijn eigen producten gaat terugtrekken is natuurlijk heel klein. Wat dat betreft lijk je dus een stuk veiliger te zitten bij Apple, omdat je minder vaak voor verrassingen komt te staan. Bij Google heb je echter nog steeds meer opties, omdat de zoekmachinegigant zelf veel slimme producten in zijn assortiment heeft. Zo biedt het de Google Nest Hub aan, een smart display dat Apple nog niet heeft.

Google Home versus Apple HomeKit

Het is duidelijk dat Google en HomeKit op elkaar lijken, maar dat beide platformen unieke eigenschappen hebben die voor jou een doorslaggevende factor kunnen zijn. Over het algemeen genomen is het platform van Google veel uitgebreider qua apparaten en functies, dankzij het open karakter, terwijl HomeKit juist meer nadruk op privacy en veiligheid legt. Ook heb je met Google Home meer opties wat een centrale hub betreft, terwijl dat bij Apple wederom beperkt blijft tot een aantal (solide) producten. Verder vinden veel mensen de app van HomeKit intuïtiever.

Kijken we nog even naar de factoren die in dit artikel aan bod zijn gekomen, dan is Google de duidelijke winnaar als het gaat om compatibiliteit met een grote verscheidenheid aan apparaten. Ook lijkt Google met zijn Google Assistent een gebruiksvriendelijkere ervaring aan te bieden. Ook qua hubs geeft Google Apple het nakijken. Dat betekent niet dat HomeKit een slecht platform is – integendeel. Maar het is wel beperkter, zowel in het aanbod van apparaten als productgroepen. Wil je dus de vrijheid hebben om van alles uit te kunnen proberen of toe te voegen, dan is Google Home voor nu de beste optie.

🔒Breng je slimme woning naar een hoger niveau met een beveiligingssysteem!

Vraag een offerte aan voor inbraakbeveiliging:

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.