ID.nl logo
De 6 beste alternatieven voor Paint
© Reshift Digital
Huis

De 6 beste alternatieven voor Paint

Eind oktober liet Microsoft de Creators Update van Windows 10 zien. Opvallend is dat oudgediende Paint helemaal op de schop gaat en wordt klaargestoomd om objecten in 3D te kunnen maken. Maar wat als je gewoon een digitaal canvas wilt voor je platte creaties? Wij vergelijken verschillende toegankelijke Paint-alternatieven met elkaar.

Eind oktober kondigde Microsoft de volgende update voor Windows 10 aan: de Windows Creators Update, die in april officieel uitkwam. Zoals de naam al duidelijk maakt, draait deze update om ‘creators’, oftewel ‘makers’. Specifiek: makers van 3D-modellen. Die focus zie je terug in de nieuwe Paint-app die tegelijkertijd met de Creators Update beschikbaar komt. Die heet namelijk Paint 3D. In deze nieuwe versie van Paint kun je 3D-modellen maken en bewerken, maar ook realistische textures toevoegen. Microsoft komt bovendien met de Remix 3D-community waar je je creaties kunt uitwisselen met anderen en zelf bestaande creaties binnen kunt halen. In de toekomst wordt het dan ook mogelijk om je 3D-creaties te bekijken met HoloLens of met een vr-bril.

Tegelijk met de aankondiging van Paint 3D kwam Microsoft ook met een nieuwe desktopcomputer. De Surface Studio is een alles-in-een-computer die er prachtig uitziet. Misschien nog wel het belangrijkste onderdeel daarvan is de Surface Dial, een draaibare knop die volgens Microsoft erg handig is tijdens het tekenen.

©PXimport

Paint 3D

Wat opvalt aan de nieuwe Paint is de interface. Weg is het Lint bovenaan. In plaats daarvan zie je rechts in beeld contextuele knoppen. De interface is zeer geschikt voor aanraakschermen, dus overal zijn er grote knoppen en sliders. Je kunt kiezen uit een reeks standaard 3D-objecten en -modellen, zoals poppetjes en een aantal dieren, maar ook een kubus, een bol en een cilinder. Dat is nogal beperkt natuurlijk, maar je kunt de onlinegemeenschap gebruiken om meer objecten te vinden. Op die objecten kun je vervolgens een aantal stickers plakken. Wat betreft tools om te bewerken heb je keuze uit markers, pen, potlood en crayon. Paint 3D heeft de mogelijkheid om al je acties terug te spoelen. Daarmee kun je stap voor stap zien hoe je creatie tot stand is gekomen. Meer weten? We zijn natuurlijk ook zelf aan de slag gegaan met Paint 3D.

©PXimport

Paint.NET

Paint.NET is misschien wel een van de bekendste alternatieven van Paint. Het begon meer dan twaalf jaar geleden als een project van een student en is inmiddels uitgegroeid tot een uitgebreid programma en een goed Paint-alternatief.

De eerste indruk van Paint.NET is de ietwat drukke, maar wel erg duidelijke en eenvoudige interface. Je hebt alle benodigdheden binnen handbereik: selectietools, pennen, verfkwasten en een kleurenpipet. Rechtsboven zie je alle acties die je uitvoert, zodat je snel een actie ongedaan kunt maken.

Paint.NET heeft ondersteuning voor lagen, waarbij je lagen kunt samenvoegen en de transparantie of een samenvoegmodus voor de laag kunt instellen. Wat betreft effecten heeft Paint.NET alleen de basics. De artistieke effecten reiken niet verder dan de keuze uit inkt, olie en potlood. Paint.NET heeft gelukkig wel ondersteuning voor plug-ins.

©PXimport

Gimp

Naast Paint.NET is die andere, bekende grafische editor natuurlijk Gimp. Gimp wordt vaak vergeleken met Photoshop, maar het programma kan ook prima dienstdoen als Paint-vervanger. De interface van Gimp is ten opzichte van de eerdere versies sterk verbeterd. Vroeger was deze niet fijn om mee te werken vanwege alle losse panelen die over je scherm zweefden. Je raakte zo al makkelijk het overzicht kwijt. Dat is al lange tijd opgelost, dankzij de modus Enkel venster.

De indeling van de interface komt grotendeels overeen met Paint.NET, maar is wel wat minder gebruiksvriendelijk. De gereedschapskoffer van Gimp is erg uitgebreid. Gereedschappen voor selecteren en inkleuren, maar ook voor vervagen en voor doordrukken zijn natuurlijk aanwezig. Waar Gimp echt in uitblinkt zijn de opties per gereedschap. Het aantal filters is bovendien erg groot, evenals het aantalondersteunde formaten.

©PXimport

Raster versus vector

Paint.NET is een programma dat werkt met rasterafbeeldingen, in tegenstelling tot vectorafbeeldingen. In deze vergelijkingstest bespreken we een aantal programma’s die soms met een van beide werken en soms met beide. Het verschil tussen raster en vector is dat rasterafbeeldingen bitmaps zijn. Dat houdt in dat de afbeelding bestaat uit een reeks pixels. Elke pixel is een punt in de afbeelding. Vectorafbeeldingen daarentegen bestaan niet uit pixels, maar uit wiskundige functies om de vormen in de afbeelding te genereren. Het verschil zit erin dat je veel verder kunt in- of uitzoomen op vectorafbeeldingen terwijl de kwaliteit hetzelfde blijft: de afbeelding wordt voor elke grootte opnieuw opgebouwd op basis van de wiskundige functies.

Inkscape

Inkscape is een editor voor vectorafbeeldingen. Het is een gratis opensourceprogramma. Het programma bevat de standaardgereedschappen die je verwacht van een Paint-alternatief, zoals lagen, vormen, tekst en vullingen. Het bevat echter ook wat minder bekende tools, zoals de spiraaltool. Inkscape bevat bovendien heel erg veel filters: de meeste van alle besproken alternatieven.

De interface is vrij standaard en komt overeen met wat we gewend zijn van de andere programma’s. Helaas is Inkscape, net als Gimp en Krita, overgezet van Linux naar Windows. Dat zie je terug in de elementen en de stijl, die verschilt van veel andere Windows-programma’s. Links staan je gereedschappen in beeld, rechts kun je snelacties uitvoeren – bijvoorbeeld knippen, plakken, opslaan, verdubbelen of extra hulpvensters openen, zoals het lagenvenster. De gehele balk onderaan is gericht op het kiezen van de juiste kleur, waarbij eenvoudig een kleurpalet samengesteld kan worden.

Het nadeel aan Inkscape is dat het programma niet eenvoudig te gebruiken is voor beginners. Veel handige opties zijn weggestopt of lastig terug te vinden. Het programma zal voornamelijk grafische professionals aanspreken die hun weg weten in zo’n tool, maar het is een stuk minder geschikt als Paint-alternatief voor huis-, tuin- en keukengebruik.

Daarnaast gaat de ontwikkeling van Inkscape heel erg langzaam. Dat zien we helaas ook bij Gimp, dat sinds 2012 van 2.8 naar 2.9 is ontwikkeld. Door het lange bestaan van Inkscape zijn er wel heel veel tutorials en andere hulpbronnen online beschikbaar die je op weg kunnen helpen met het maken van je kunstwerk.

©PXimport

Gereedschappen

Om je te helpen kiezen, is het belangrijk dat je zelf weet wat je graag wilt gaan doen met je Paint-alternatief. Paint zelf is vooral bedoeld om te tekenen en om handmatig 2D-creaties te maken, al dan niet met bestaande foto’s. Dat kun je met alle besproken programma’s. Veel van de besproken alternatieven kunnen echter veel meer. Zo kun je filters of effecten toepassen op de foto of de helderheid en het contrast aanpassen. Ook bieden veel programma’s mogelijkheden om de kleuren aan te passen, bijvoorbeeld om de foto natuurlijker te laten overkomen. Ook de mogelijkheid tot bijsnijden van foto’s is wijdverbreid; nuttig om er bijvoorbeeld een bepaald object of persoon uit te halen. Andere overwegingen zijn het aantal gereedschappen beschikbaar in een programma en of je liever met vector- of een rastereditor aan de slag wilt gaan.

Krita

Krita is een opensourcetekenprogramma dat een aantal succesvolle Kickstarter-campagnes heeft voltooid. Het programma is bedoeld als concurrent van Corel Painter. In tegenstelling tot de tot nu toe besproken programma’s is Krita dan ook bedoeld voor professionele artiesten om digitale tekeningen mee te maken. Het bewerken van afbeeldingen komt op het tweede plan.

Krita heeft net als Paint.NET en Gimp een aanpasbare interface die je naar eigen wens in kunt stellen. Volgens de makers is die interface geschikt voor zowel de desktop als een aanraakscherm.

Voor het tekenen heeft Krita een speciaal ‘pop-up palette’ om de productiviteit tijdens het tekenen te verhogen. Je kunt het vergelijken met het menu van de Surface Dial, dat eveneens rond is. Je kunt er snel penselen mee kiezen of kleuren instellen en je ziet de voor- en achtergrondkleuren in een klein overzicht. Met een rechtermuisklik roep je het ronde menu op. Het is erg handig om snel te wisselen tussen je favoriete penselen tijdens het maken van een tekening.

Wat betreft gereedschappen om mee te tekenen zal Krita je niet teleurstellen. Het penseelmechanisme is specifiek ontworpen voor digitaal tekenen. De penselen ingebouwd in Krita zijn erg goed aan te passen. De software bevat een boel modi, met erg veel standaardpenselen om uit te kiezen. Ook zijn er genoeg filters aanwezig die direct toegepast kunnen worden. Laagondersteuning is er ook en sinds versie 3 is het mogelijk om animaties te maken in Krita. Krita kan nog verder uitgebreid worden met plug-ins, zo is het zelfs mogelijk om Gimp-penselen in te laden en op te slaan.

©PXimport

Kunst in Paint

Paint is erg basic. Het bevat een paar gereedschappen om je digitale 2D-creaties mee te maken. Toch bewijst een aantal artiesten dat het gereedschap niet uitmaakt en dat je ook met zelfs zo’n basic tool kunstwerken kunt maken. De artiest Bruno Sousa heeft bijvoorbeeld een Pikachu geschilderd in Paint. Daarvoor gebruikte hij voornamelijk de airbrush-tool. Wel had Sousa als kritiek dat hij Paint ‘geen fijn tekenprogramma’ vindt. Ook Pat Hines heeft een aantal mooie Paint-creaties op zijn naam. Zo heeft hij bijvoorbeeld een Harry Potter-scène nagemaakt in Paint, allemaal met alleen een computermuis als tekengereedschap. Hines begint met een aantal eenvoudige vormen, kleurde ze in en vergrootte ze. Een Reddit-gebruiker maakte Morgan Freeman na in Microsoft Paint. Dus wat is jouw excuus dat Paint niet volstaat?

©PXimport

Pixlr

Pixlr is van Autodesk, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor 3D-ontwerpsoftware AutoCAD. Voordat je Pixlr kunt binnenhalen moet je een account aan te maken voor de dienst. De editor van Pixlr heeft de eenvoudigste interface van de besproken Paint-alternatieven. Er staat alleen links een aantal gereedschappen in beeld. Pixlr is vooral bedoeld voor het bewerken van foto’s en niet zozeer voor het maken van digitale tekeningen.

Er is een aantal effecten en filters ingebouwd in Pixlr. Er zijn effecten zoals potlood, poster of polygoon. Je kunt afbeeldingen bewerken met gereedschappen zoals bijsnijden, scherper maken, rode ogen weghalen en meer. De gereedschappen zijn in vergelijking met de overige besproken programma’s erg eenvoudig en hebben geen configuratieopties. Dat hoeft niet per se een minpunt te zijn als je op zoek bent naar een eenvoudig programma. Pixlr heeft zowel een betaalde als een gratis versie. In de gratis versie is er geen mogelijkheid om met lagen te werken.

©PXimport

Artweaver

Artweaver is in vergelijking met Pixlr een stuk geavanceerder. De interface lijkt op het eerste gezicht afkomstig uit Photoshop CS2. De gereedschappen lijken zelfs direct daaruit te zijn overgenomen. Er is een aantal kant-en-klare penselen, er zijn een stempel en een lasso en er zijn veel vormen die je kunt tekenen, maar andere gereedschappen ontbreken juist weer, zoals vervagen of smudging.

Als je meer wilt, kom je al snel uit bij de betaalde versie. Die versie bevat per penseel nog specifiekere types en je kunt erg geavanceerde aanpassingen doen aan het penseel. Zo kun je zaken als vorm, hoek en ruis instellen. Ook kun je in de betaalde versie afbeeldingen spiegelen. De ingebouwde gereedschappen in de gratis versie die wij testten werken net even iets beter dan bijvoorbeeld Paint.NET. Ook heeft Artweaver ondersteuning voor plug-ins, maar helaas zijn er daar maar weinig van.

Het fijne is dat Artweaver zich op een ding richt: digitaal tekenen. Dankzij zijn bekende Photoshop-interface is dit een gebruiksvriendelijk Paint-alternatief.

©PXimport

Fotoviewers

Als je liever een foto wilt bekijken en af en toe wilt verbeteren in plaats van je eigen, digitale creaties te maken, dan valt er ook genoeg te kiezen. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan IrfanView, de VLC onder de foto-editors, met erg veel formaten die ondersteund worden en veel opties. Daarnaast is er een aantal basiseffecten ingebouwd om foto’s te bewerken. Een alternatief op IrfanView is Faststone Image Viewer, waarmee je ook foto’s kunt converteren. Daarnaast lijkt de interface veel op de Windows Verkenner. Je kunt afbeeldingen labelen en ook enkele basiseffecten toepassen.

Conclusie

Elk van de zes besproken programma’s is goed geschikt als Paint-alternatief. Paint.NET volstaat als basisprogramma, voor als je af en toe een tekening wilt maken. Het is een erg gebruiksvriendelijk en eenvoudig programma, dat je snel onder de knie hebt. Voor Artweaver geldt hetzelfde, maar toch is dat de winnaar omdat het net een tikkeltje geavanceerder is. Een belangrijk pluspunt van Artweaver is zijn bekende Photoshop-interface. Pixlr is veruit het eenvoudigst maar heeft daarentegen wel weer heel veel beperkingen. Ondanks de leuke effecten en andere tools geeft Pixlr je weinig creatieve vrijheid om een mooie tekening te maken.

Als je wat meer uit je tekenprogramma wilt halen, is het nodig om verder te kijken. Dan kom je al gauw terecht bij Gimp, Inkscape of Krita, die alle drie erg geavanceerd zijn. Van die drie geavanceerde Paint-alternatieven raden we je toch Gimp aan. Krita is misschien wat gebruiksvriendelijker, maar richt zich echt op maken van een digitaal kunstwerk. Krita is goed, het heeft veel kant-en-klare penselen en veel gereedschappen en opties, maar dat is niet per se wat een Paint-alternatief moet zijn. Je wilt naast het tekenen ook kunnen werken met foto’s en dat kan simpelweg beter met Gimp.

In de tabel (pdf) vind je de testresultaten van de 6 geteste Paint-vervangers.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.