ID.nl logo
De 6 beste alternatieven voor Paint
© Reshift Digital
Huis

De 6 beste alternatieven voor Paint

Eind oktober liet Microsoft de Creators Update van Windows 10 zien. Opvallend is dat oudgediende Paint helemaal op de schop gaat en wordt klaargestoomd om objecten in 3D te kunnen maken. Maar wat als je gewoon een digitaal canvas wilt voor je platte creaties? Wij vergelijken verschillende toegankelijke Paint-alternatieven met elkaar.

Eind oktober kondigde Microsoft de volgende update voor Windows 10 aan: de Windows Creators Update, die in april officieel uitkwam. Zoals de naam al duidelijk maakt, draait deze update om ‘creators’, oftewel ‘makers’. Specifiek: makers van 3D-modellen. Die focus zie je terug in de nieuwe Paint-app die tegelijkertijd met de Creators Update beschikbaar komt. Die heet namelijk Paint 3D. In deze nieuwe versie van Paint kun je 3D-modellen maken en bewerken, maar ook realistische textures toevoegen. Microsoft komt bovendien met de Remix 3D-community waar je je creaties kunt uitwisselen met anderen en zelf bestaande creaties binnen kunt halen. In de toekomst wordt het dan ook mogelijk om je 3D-creaties te bekijken met HoloLens of met een vr-bril.

Tegelijk met de aankondiging van Paint 3D kwam Microsoft ook met een nieuwe desktopcomputer. De Surface Studio is een alles-in-een-computer die er prachtig uitziet. Misschien nog wel het belangrijkste onderdeel daarvan is de Surface Dial, een draaibare knop die volgens Microsoft erg handig is tijdens het tekenen.

©PXimport

Paint 3D

Wat opvalt aan de nieuwe Paint is de interface. Weg is het Lint bovenaan. In plaats daarvan zie je rechts in beeld contextuele knoppen. De interface is zeer geschikt voor aanraakschermen, dus overal zijn er grote knoppen en sliders. Je kunt kiezen uit een reeks standaard 3D-objecten en -modellen, zoals poppetjes en een aantal dieren, maar ook een kubus, een bol en een cilinder. Dat is nogal beperkt natuurlijk, maar je kunt de onlinegemeenschap gebruiken om meer objecten te vinden. Op die objecten kun je vervolgens een aantal stickers plakken. Wat betreft tools om te bewerken heb je keuze uit markers, pen, potlood en crayon. Paint 3D heeft de mogelijkheid om al je acties terug te spoelen. Daarmee kun je stap voor stap zien hoe je creatie tot stand is gekomen. Meer weten? We zijn natuurlijk ook zelf aan de slag gegaan met Paint 3D.

©PXimport

Paint.NET

Paint.NET is misschien wel een van de bekendste alternatieven van Paint. Het begon meer dan twaalf jaar geleden als een project van een student en is inmiddels uitgegroeid tot een uitgebreid programma en een goed Paint-alternatief.

De eerste indruk van Paint.NET is de ietwat drukke, maar wel erg duidelijke en eenvoudige interface. Je hebt alle benodigdheden binnen handbereik: selectietools, pennen, verfkwasten en een kleurenpipet. Rechtsboven zie je alle acties die je uitvoert, zodat je snel een actie ongedaan kunt maken.

Paint.NET heeft ondersteuning voor lagen, waarbij je lagen kunt samenvoegen en de transparantie of een samenvoegmodus voor de laag kunt instellen. Wat betreft effecten heeft Paint.NET alleen de basics. De artistieke effecten reiken niet verder dan de keuze uit inkt, olie en potlood. Paint.NET heeft gelukkig wel ondersteuning voor plug-ins.

©PXimport

Gimp

Naast Paint.NET is die andere, bekende grafische editor natuurlijk Gimp. Gimp wordt vaak vergeleken met Photoshop, maar het programma kan ook prima dienstdoen als Paint-vervanger. De interface van Gimp is ten opzichte van de eerdere versies sterk verbeterd. Vroeger was deze niet fijn om mee te werken vanwege alle losse panelen die over je scherm zweefden. Je raakte zo al makkelijk het overzicht kwijt. Dat is al lange tijd opgelost, dankzij de modus Enkel venster.

De indeling van de interface komt grotendeels overeen met Paint.NET, maar is wel wat minder gebruiksvriendelijk. De gereedschapskoffer van Gimp is erg uitgebreid. Gereedschappen voor selecteren en inkleuren, maar ook voor vervagen en voor doordrukken zijn natuurlijk aanwezig. Waar Gimp echt in uitblinkt zijn de opties per gereedschap. Het aantal filters is bovendien erg groot, evenals het aantalondersteunde formaten.

©PXimport

Raster versus vector

Paint.NET is een programma dat werkt met rasterafbeeldingen, in tegenstelling tot vectorafbeeldingen. In deze vergelijkingstest bespreken we een aantal programma’s die soms met een van beide werken en soms met beide. Het verschil tussen raster en vector is dat rasterafbeeldingen bitmaps zijn. Dat houdt in dat de afbeelding bestaat uit een reeks pixels. Elke pixel is een punt in de afbeelding. Vectorafbeeldingen daarentegen bestaan niet uit pixels, maar uit wiskundige functies om de vormen in de afbeelding te genereren. Het verschil zit erin dat je veel verder kunt in- of uitzoomen op vectorafbeeldingen terwijl de kwaliteit hetzelfde blijft: de afbeelding wordt voor elke grootte opnieuw opgebouwd op basis van de wiskundige functies.

Inkscape

Inkscape is een editor voor vectorafbeeldingen. Het is een gratis opensourceprogramma. Het programma bevat de standaardgereedschappen die je verwacht van een Paint-alternatief, zoals lagen, vormen, tekst en vullingen. Het bevat echter ook wat minder bekende tools, zoals de spiraaltool. Inkscape bevat bovendien heel erg veel filters: de meeste van alle besproken alternatieven.

De interface is vrij standaard en komt overeen met wat we gewend zijn van de andere programma’s. Helaas is Inkscape, net als Gimp en Krita, overgezet van Linux naar Windows. Dat zie je terug in de elementen en de stijl, die verschilt van veel andere Windows-programma’s. Links staan je gereedschappen in beeld, rechts kun je snelacties uitvoeren – bijvoorbeeld knippen, plakken, opslaan, verdubbelen of extra hulpvensters openen, zoals het lagenvenster. De gehele balk onderaan is gericht op het kiezen van de juiste kleur, waarbij eenvoudig een kleurpalet samengesteld kan worden.

Het nadeel aan Inkscape is dat het programma niet eenvoudig te gebruiken is voor beginners. Veel handige opties zijn weggestopt of lastig terug te vinden. Het programma zal voornamelijk grafische professionals aanspreken die hun weg weten in zo’n tool, maar het is een stuk minder geschikt als Paint-alternatief voor huis-, tuin- en keukengebruik.

Daarnaast gaat de ontwikkeling van Inkscape heel erg langzaam. Dat zien we helaas ook bij Gimp, dat sinds 2012 van 2.8 naar 2.9 is ontwikkeld. Door het lange bestaan van Inkscape zijn er wel heel veel tutorials en andere hulpbronnen online beschikbaar die je op weg kunnen helpen met het maken van je kunstwerk.

©PXimport

Gereedschappen

Om je te helpen kiezen, is het belangrijk dat je zelf weet wat je graag wilt gaan doen met je Paint-alternatief. Paint zelf is vooral bedoeld om te tekenen en om handmatig 2D-creaties te maken, al dan niet met bestaande foto’s. Dat kun je met alle besproken programma’s. Veel van de besproken alternatieven kunnen echter veel meer. Zo kun je filters of effecten toepassen op de foto of de helderheid en het contrast aanpassen. Ook bieden veel programma’s mogelijkheden om de kleuren aan te passen, bijvoorbeeld om de foto natuurlijker te laten overkomen. Ook de mogelijkheid tot bijsnijden van foto’s is wijdverbreid; nuttig om er bijvoorbeeld een bepaald object of persoon uit te halen. Andere overwegingen zijn het aantal gereedschappen beschikbaar in een programma en of je liever met vector- of een rastereditor aan de slag wilt gaan.

Krita

Krita is een opensourcetekenprogramma dat een aantal succesvolle Kickstarter-campagnes heeft voltooid. Het programma is bedoeld als concurrent van Corel Painter. In tegenstelling tot de tot nu toe besproken programma’s is Krita dan ook bedoeld voor professionele artiesten om digitale tekeningen mee te maken. Het bewerken van afbeeldingen komt op het tweede plan.

Krita heeft net als Paint.NET en Gimp een aanpasbare interface die je naar eigen wens in kunt stellen. Volgens de makers is die interface geschikt voor zowel de desktop als een aanraakscherm.

Voor het tekenen heeft Krita een speciaal ‘pop-up palette’ om de productiviteit tijdens het tekenen te verhogen. Je kunt het vergelijken met het menu van de Surface Dial, dat eveneens rond is. Je kunt er snel penselen mee kiezen of kleuren instellen en je ziet de voor- en achtergrondkleuren in een klein overzicht. Met een rechtermuisklik roep je het ronde menu op. Het is erg handig om snel te wisselen tussen je favoriete penselen tijdens het maken van een tekening.

Wat betreft gereedschappen om mee te tekenen zal Krita je niet teleurstellen. Het penseelmechanisme is specifiek ontworpen voor digitaal tekenen. De penselen ingebouwd in Krita zijn erg goed aan te passen. De software bevat een boel modi, met erg veel standaardpenselen om uit te kiezen. Ook zijn er genoeg filters aanwezig die direct toegepast kunnen worden. Laagondersteuning is er ook en sinds versie 3 is het mogelijk om animaties te maken in Krita. Krita kan nog verder uitgebreid worden met plug-ins, zo is het zelfs mogelijk om Gimp-penselen in te laden en op te slaan.

©PXimport

Kunst in Paint

Paint is erg basic. Het bevat een paar gereedschappen om je digitale 2D-creaties mee te maken. Toch bewijst een aantal artiesten dat het gereedschap niet uitmaakt en dat je ook met zelfs zo’n basic tool kunstwerken kunt maken. De artiest Bruno Sousa heeft bijvoorbeeld een Pikachu geschilderd in Paint. Daarvoor gebruikte hij voornamelijk de airbrush-tool. Wel had Sousa als kritiek dat hij Paint ‘geen fijn tekenprogramma’ vindt. Ook Pat Hines heeft een aantal mooie Paint-creaties op zijn naam. Zo heeft hij bijvoorbeeld een Harry Potter-scène nagemaakt in Paint, allemaal met alleen een computermuis als tekengereedschap. Hines begint met een aantal eenvoudige vormen, kleurde ze in en vergrootte ze. Een Reddit-gebruiker maakte Morgan Freeman na in Microsoft Paint. Dus wat is jouw excuus dat Paint niet volstaat?

©PXimport

Pixlr

Pixlr is van Autodesk, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor 3D-ontwerpsoftware AutoCAD. Voordat je Pixlr kunt binnenhalen moet je een account aan te maken voor de dienst. De editor van Pixlr heeft de eenvoudigste interface van de besproken Paint-alternatieven. Er staat alleen links een aantal gereedschappen in beeld. Pixlr is vooral bedoeld voor het bewerken van foto’s en niet zozeer voor het maken van digitale tekeningen.

Er is een aantal effecten en filters ingebouwd in Pixlr. Er zijn effecten zoals potlood, poster of polygoon. Je kunt afbeeldingen bewerken met gereedschappen zoals bijsnijden, scherper maken, rode ogen weghalen en meer. De gereedschappen zijn in vergelijking met de overige besproken programma’s erg eenvoudig en hebben geen configuratieopties. Dat hoeft niet per se een minpunt te zijn als je op zoek bent naar een eenvoudig programma. Pixlr heeft zowel een betaalde als een gratis versie. In de gratis versie is er geen mogelijkheid om met lagen te werken.

©PXimport

Artweaver

Artweaver is in vergelijking met Pixlr een stuk geavanceerder. De interface lijkt op het eerste gezicht afkomstig uit Photoshop CS2. De gereedschappen lijken zelfs direct daaruit te zijn overgenomen. Er is een aantal kant-en-klare penselen, er zijn een stempel en een lasso en er zijn veel vormen die je kunt tekenen, maar andere gereedschappen ontbreken juist weer, zoals vervagen of smudging.

Als je meer wilt, kom je al snel uit bij de betaalde versie. Die versie bevat per penseel nog specifiekere types en je kunt erg geavanceerde aanpassingen doen aan het penseel. Zo kun je zaken als vorm, hoek en ruis instellen. Ook kun je in de betaalde versie afbeeldingen spiegelen. De ingebouwde gereedschappen in de gratis versie die wij testten werken net even iets beter dan bijvoorbeeld Paint.NET. Ook heeft Artweaver ondersteuning voor plug-ins, maar helaas zijn er daar maar weinig van.

Het fijne is dat Artweaver zich op een ding richt: digitaal tekenen. Dankzij zijn bekende Photoshop-interface is dit een gebruiksvriendelijk Paint-alternatief.

©PXimport

Fotoviewers

Als je liever een foto wilt bekijken en af en toe wilt verbeteren in plaats van je eigen, digitale creaties te maken, dan valt er ook genoeg te kiezen. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan IrfanView, de VLC onder de foto-editors, met erg veel formaten die ondersteund worden en veel opties. Daarnaast is er een aantal basiseffecten ingebouwd om foto’s te bewerken. Een alternatief op IrfanView is Faststone Image Viewer, waarmee je ook foto’s kunt converteren. Daarnaast lijkt de interface veel op de Windows Verkenner. Je kunt afbeeldingen labelen en ook enkele basiseffecten toepassen.

Conclusie

Elk van de zes besproken programma’s is goed geschikt als Paint-alternatief. Paint.NET volstaat als basisprogramma, voor als je af en toe een tekening wilt maken. Het is een erg gebruiksvriendelijk en eenvoudig programma, dat je snel onder de knie hebt. Voor Artweaver geldt hetzelfde, maar toch is dat de winnaar omdat het net een tikkeltje geavanceerder is. Een belangrijk pluspunt van Artweaver is zijn bekende Photoshop-interface. Pixlr is veruit het eenvoudigst maar heeft daarentegen wel weer heel veel beperkingen. Ondanks de leuke effecten en andere tools geeft Pixlr je weinig creatieve vrijheid om een mooie tekening te maken.

Als je wat meer uit je tekenprogramma wilt halen, is het nodig om verder te kijken. Dan kom je al gauw terecht bij Gimp, Inkscape of Krita, die alle drie erg geavanceerd zijn. Van die drie geavanceerde Paint-alternatieven raden we je toch Gimp aan. Krita is misschien wat gebruiksvriendelijker, maar richt zich echt op maken van een digitaal kunstwerk. Krita is goed, het heeft veel kant-en-klare penselen en veel gereedschappen en opties, maar dat is niet per se wat een Paint-alternatief moet zijn. Je wilt naast het tekenen ook kunnen werken met foto’s en dat kan simpelweg beter met Gimp.

In de tabel (pdf) vind je de testresultaten van de 6 geteste Paint-vervangers.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.