ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Paint.NET als volwaardige fotobewerker

Wilt u geen duur en ingewikkeld fotobewerkingsprogramma aanschaffen maar heeft het oude trouwe Paint veel te weinig mogelijkheden om u vooruit te helpen? Dan is het gratis Paint.NET een uitstekende oplossing. Het programma begon als een experiment van enkele studenten die bij Microsoft stage liepen. Ze zouden het primitieve Paint de eenentwintigste eeuw proberen binnen te loodsen. Inmiddels is Paint.NET van zijn kinderziektes verlost. Versie 3.5.5 downloadt u gratis van www.getpaint.net. Een Nederlandse vertaling kunt u apart downloaden in het forum van Paint.NET. Het programma werkt soepel, beschikt over geavanceerde mogelijkheden zoals het werken met lagen en effecten, en bevat voldoende gereedschappen om de thuisgebruiker uit de slag te trekken bij het bewerken van zijn vakantie- en familiefoto's. Bovendien ondersteunt Paint.NET een oneindig aantal herstelfuncties en is het bijzonder overzichtelijk waardoor u het snel in de vingers krijgt.

Nederlandse vertaling downloaden

In het forum van Paint.NET kunt u een Nederlandse vertaling downloaden. In de screenshots en in de rest van de tekst hebben we echter de Engelstalige versie gebruikt, omdat ten tijde van het schrijven van dit artikel nog geen NL-versie beschikbaar was.

Aan de slag

1. Tien delen

De interface van het programma bestaat uit tien belangrijke delen. In de titelbalk (1) leest u de naam van het bestand. Daaronder staan het menu (2) en de knoppenbalk (3). Rechts bovenaan ziet u miniaturen van de afbeeldingen die geopend (4) zijn. Centraal staat natuurlijk het werkvlak (5). De gereedschapsbalk (6) is zwevend, u kunt die dus naar een andere plaats slepen. In de kleurenkiezer (7) selecteert u voorgrond- en achtergrondkleur. U beschikt tevens over een geschiedenis (8) en over een palet voor de lagen (9). In de statusbalk (10) onderaan krijgt u informatie over iedere optie.

©PXimport

2. Gereedschapsbalk

In de gereedschapsbalk vindt u 22 gereedschappen waarvan de meeste vertrouwd overkomen. Wanneer u een bepaald gereedschap selecteert, verschijnen bovenaan in de optiebalk de instellingen die u voor dat gereedschap kunt gebruiken. Bij sommige gereedschappen verschijnt in de optiebalk het verwante gereedschap. Klikt u bijvoorbeeld op het ovaal selectiegereedschap, dan kunt u in de optiebalk ook het rechthoekig selectiegereedschap aanduiden. Om over meer werkruimte te beschikken, kunt u de gereedschapsbalk wegklikken. Met F5 staat hij er ogenblikkelijk weer.

©PXimport

3. Bestanden openen

Via het menu File opent en creëert u bestanden. De miniaturen van geopende bestanden verschijnen rechtsboven, de sterretjes markeren de afbeeldingen die u hebt gewijzigd, maar die u nog niet hebt bewaard. Wanneer u met de muisaanwijzer over zo'n miniatuur gaat, verschijnt het sluitvak. Hiermee sluit u niet alleen het miniatuur maar ook het geopende bestand. Via New / Open recent kunt u de laatste acht geopende bestanden bereiken. U kunt tevens bestanden rechtstreeks vanaf de camera of scanner openen. Daarvoor gebruikt u de opdracht New / Acquire / From Scanner of Camera.

©PXimport

Foto's optimaliseren

1. Helderheid

Soms lijkt het alsof er een grijze zweem over een foto hangt. Dat is het signaal om de helderheid aan te passen. Dit kan op verschillende manieren. De meest eenvoudige manier is de opdracht Adjustments / Auto-Level. Hierbij zoekt het programma het witpunt en het zwartpunt en zal het op basis van een eigen analyse de helderheid trachten te verbeteren. Verstandiger is echter meestal de opdracht Adjustments / Levels. Gebruik eerst de knop Auto. Dan gebeurt hetzelfde als bij Auto-Level, met het verschil dat u de autocorrectie nog met de schuifjes Input en Output kunt fijnregelen.

©PXimport

2. Curven

Het contrast kunt u het beste verbeteren met curven. U bereikt die via Adjustments / Curves. Zorg dat de instelling Luminosity (helderheid) actief is. U ziet de curve nu als een hellende lijn. Die loopt van linksonder (de lichtste waarden) tot rechtsboven (de donkerste waarden). Klik zoals in deze schermafbeelding op een derde van de bovenste waarde en trek de curve iets naar boven. Doe het tegenovergestelde voor de heldere waarden. Zodoende vormt de curve een zachtglooiende S-vorm. Hiermee hebt u aangegeven dat de schaduwen dieper moeten worden en de lichte waarden helderder.

©PXimport

3. Kleurtoon en verzadiging

Een oude indianentruc om uw foto's nog pakkender te maken is het opdrijven van de kleurverzadiging. Ga naar Adjustments / Hue/Saturation. In dit regelvenster ziet u drie regelaars staan: Hue (kleurtoon), Saturation (verzadiging) en Lightness (lichtsterkte). Klik op het middelste schuifje en beweeg dit naar rechts. Alle kleuren worden dieper en levendiger door deze ingreep. Met de schuifjes Hue en Lightness hoeft u in principe niets te doen. Tenzij u het beeld expliciet een kleurzweem wilt geven, dan kunt u met Hue de gepaste tint zoeken.

©PXimport

4. Uitsnijden en rode oogjes

Voor uitsnijden is geen apart gereedschap, maar het kan wel: gewoon met behulp van het rechthoekig selectiegereedschap. Sleep een selectie over de foto en kies Image / Crop to selection. Uw foto wordt bijgesneden. Voor het probleem van rode ogen is er een filter. Zoom in op de ogen met Ctrl++(plus) Selecteer een oog en ga naar Effects / Photo / Red Eye Removal. Versleep de schuifjes Tolerance en Saturation percentage tot de oogpupil de gewenste tint heeft en klik op OK. De instellingen blijven bewaard zodat u ze op dezelfde manier kunt toepassen op het andere oog.

©PXimport

5. Objecten wegklonen

Het kloonstempel is gemaakt om objecten te vervangen door een achtergrond. Wij vervangen het bootje door water. Klik daartoe eerst in de gereedschapsbalk op het kloonstempel. Daarna is het belangrijk dat u een behoorlijke penseelbreedte selecteert in de optiebalk. In dit voorbeeld gebruikten we een breedte van 100 pixels. Vervolgens houdt u de Ctrl-toets ingedrukt en u klikt ergens op een brongebied. Hier is dat het water. U laat de Ctrl-toets los en klikt daarna op het object dat u wilt verwijderen. Het object wordt nu vervangen.

©PXimport

6. Verscherpen

Voordat u scherpte gaat toevoegen, moet u eerst de scherpte op de juiste manier beoordelen, hiervoor moet u inzoomen tot 100%. 100% betekent dat één beeldpuntje van uw digitale foto precies overeenkomt met één beeldpuntje van het scherm. In de knoppenbalk zet u het zoompercentage dus op 100%. Daarna gebruikt u Effects / Photo / Sharpen. Dit filter werkt erg rechttoe rechtaan. Verschuif de regelaar Amount tot u helemaal tevreden bent en wacht eventjes tot het beeld opnieuw is berekend. Klik ten slotte op OK.

©PXimport

Creatief met selecties

1. Selectiegereedschappen

Paint.NET beschikt over vier selectiegereedschappen: Rectangle Select om rechthoeken te selecteren, Lasso Select om handmatig met de lasso te selecteren, Elipse Select om ovale selecties te maken en Magic Wand (toverstafje) waarmee u op basis van kleurovereenkomst selecteert. Om selecties bij elkaar op te tellen selecteert u eerst een gebied, drukt u de Shift-toets in en selecteert dan een tweede gebied. Het resultaat is de samengestelde selectie van de eerste en tweede selectie. Om selecties van elkaar af te trekken drukt u op de Alt-toets in plaats van op de Shift-toets.

©PXimport

2. Selectie-effecten

Om verzorgde montages te maken zult u vaak de selectierand moeten verzachten. Zoals u Paint.NET downloadt, beschikt het programma echter niet over een doezelaar. U kunt dit gereedschap wel toevoegen als plug-in. Sluit het programma even af. Surf naar Paint.Net. Open daar het mapje Selection en download Feather Selection. Feather is het Engelse woord voor doezelen. Kopieer het bestand SelectionTools.dll en plak het in C:\Program Files/Paint.Net/Effects en start Paint.NET opnieuw. Voortaan beschikt u over drie extra selectie-instellingen via Effects / Selection.

©PXimport

3. Artistieke effecten

Het aantal artistieke effecten is beperkt, maar ook hiervoor zijn plug-ins beschikbaar. De effecten die aanwezig zijn, zijn te vinden via Effects / Artistic. Bij Pencil Sketch krijgt u als het ware een potloodtekening waarvan u de detailweergave kunt regelen. Het effect Oil Painting geeft een ruw schilderijeffect. De intensiteit van dit effect is niet alleen afhankelijk van de instellingen, ook de resolutie van de foto is bepalend. Hoe meer pixels de foto bevat, hoe sterker u de instellingen moet maken. Een erg leuk effect is Ink Sketch waarbij het filter de kleuren combineert met inktomlijning.

©PXimport

4. Snelheid met Motion Blur

Paint.NET heeft verschillende vervagingsfilters die u op een creatieve manier kunt toepassen. Om bewegende objecten nog meer snelheid te geven, doet u beroep op het effect Motion Blur. Dupliceer eerst de laag van de afbeelding via Layers / Duplicate Layer. U vindt de snelheidsvervaging bij Effects / Blurs / Motion Blur. Geeft hier eerst de richting van de beweging aan met het wieltje. In het vak Distance bepaalt u de lengte van de vervaging. Hoe groter de lengte, hoe sneller het object zich lijkt voort te bewegen.

©PXimport

5. Zachte gum simuleren

De afbeelding bestaat nu dus uit twee lagen. Klik in het palet Layers op de bovenste laag om deze te selecteren. We gaan nu de motorrijder uit deze laag gummen zodat deze opnieuw scherp wordt. Het probleem is dat Paint.NET geen zacht gummetje heeft, waardoor de gumrand heel lelijk wordt. Open daarom het palet Colors, klik op More. Wijzig de alfa-waarde onderaan bij Transparency - Alpha. Zet de waarde op 8. Op die manier creëert u via een omweg toch een zachte gum.

©PXimport

6. Afbeeldingsgrootte

Met Paint.NET kunt u uw afbeeldingen verkleinen. Vergroten gaat natuurlijk ook, maar net als bij alle grafische programma's riskeert u daarmee een behoorlijk verlies aan kwaliteit. Via Image / Resize ziet u hoe groot de oorspronkelijke afbeelding is. Vink beslist het vakje voor Maintain aspect ratio aan, hierdoor zal het programma de hoogte-breedteverhouding behouden. Daarna voert u de nieuwe waarden in voor de hoogte of de breedte. Omdat het programma de verhouding bewaart, zal het automatisch de andere pixelwaarde aanvullen.

©PXimport

Handige lagen

1. Tekst toevoegen

Met het tekstgereedschap brengt u tekst rechtstreeks op de geselecteerde laag aan. In de optiebalk kiest u het lettertype, de lettergrootte en de stijl. Kies een kleur in het palet Colors. Terwijl u tekst ingeeft, krijgt u rechtsonder de tekst een kruisje. Als u dit storend vindt, drukt u de Ctrl-toets in om het te laten verdwijnen. Zolang het kruisje actief is, kunt u de kleur, de grootte, de inhoud en de positie van de tekst wijzigen. Wanneer u eenmaal tevreden bent wordt de tekst op de laag eronder geplaatst en kunt er niets meer aan veranderen.

©PXimport

2. Lagen

Net als in Photoshop kunt u in Paint.NET met lagen werken. Er is wel een belangrijk verschil: objecten die u plakt, worden niet automatisch op een nieuwe laag aangebracht, tekst evenmin. Om een afbeelding op een nieuwe laag te plaatsen, klikt u in het palet Layers op de knop Add New Layer. Dat is de knop linksonder met een groen kruisje. Pas hierna plakt u het object. Met de pijltjes onderaan dit pallet kunt u de lagen van volgorde veranderen. Om een laag te verwijderen, klikt u op de knop met het rode kruis. Wenst u een bestaande laag te dupliceren dan gebruikt u de knop Duplicate Layers.

©PXimport

3. Laageigenschappen

Helemaal rechtsonder in het palet Layers staat de knop Layer Properties. Daarmee laat u de laag­eigenschappen van de actieve laag verschijnen. In de laageigenschappen staat of de laag zichtbaar is en onderaan leest u de dekkingsgraad. De waarde 255 komt overeen met volledige dekking, de waarde 0 betekent volledige transparantie. Heel interessant is de Blending Mode (overvloeimodus). Hiermee geeft u aan op welke manier deze laag zich moet mengen met de onderliggende laag. In dit voorbeeld hebben we de bovenste laag in de modus Multiply gezet.

©PXimport

4. Lagen samenvoegen

Wanneer een document dat uit verschillende lagen bestaat, helemaal klaar is, kunt u de lagen samenvoegen met Layers / Merge Layer Down. Er is geen opdracht om een drie of meer lagen tegelijk samen te voegen, in dat geval moet u de opdracht dus meerdere keren na elkaar gebruiken. Paint.NET bewaart zijn bewerkte documenten standaard in het pdn-formaat, dat lagen ondersteunt. Wilt u de afbeelding invoegen in een ander programma zoals MS Word of PowerPoint, dan moet u het plaatje wel eerst met File / Save as wegschrijven in jpg-, png-, tiff-, of bmp-formaat.

©PXimport

5. Zwart-wit en sepia

Paint.NET heeft een functie om de afbeelding snel om te zetten naar zwart-wit. Dat is de opdracht Adjustments / Black and White. De foto blijft wel in RGB-modus, wat wil zeggen dat u nog steeds kleuren kunt manipuleren en toevoegen. Als u gaat kijken naar Adjustments / Hue/Saturation dan ziet u dat het programma de verzadiging van rood, groen en blauw volledig heeft onderdrukt. U kunt de zwart-witafbeelding rechtstreeks omzetten naar sepia met Adjustments / Sepia.

©PXimport

6. Zwart-wit en kleur

Nu u weet hoe u moet omgaan met lagen en hoe u zwart-wit­afbeeldingen moet maken, is het niet moeilijk om zwart-wit en kleur te combineren. Vertrek van een opname in kleur en dupliceer de achtergrondlaag. Vervolgens zet u de bovenste laag om in zwart-wit. Daarna gebruikt u het gummetje om het object in de bovenste (zwart-wit) laag weg te gummen. Op die manier komt het gekleurde object uit de laag daaronder tevoorschijn. Daarna voegt u de lagen samen. Klaar!

©PXimport

De leukste gratis uitbreidingen

1. 3D-vormen

Er zijn bijzonder veel uitbreidingen voor Paint.NET te vinden. Shape3D is een spectaculaire functie die de foto omzet tot een bol, cilinder of kubus. Surf naar Paint. Dan komt u op een Japanse website terecht waar ook wij geen jota van begrijpen. Zoek het vak waar dan toch 'Shape3D Plugin version 1.2.6.0' staat. Klik op de onderste zip-knop om de download te starten. Deze plug-in installeert u zoals we op pagina 40 in stap 2 hebben uitgelegd. Wanneer een afbeelding geopend is, kunt u dit effect voortaan bereiken via Effects / Render / Shape3D.

©PXimport

2. Waterreflectie

Ook het filter om waterreflectie te creëren is gratis. U haalt het op Paint.Net. Daar opent u de map Distort en onderaan vindt u het filter Water Reflection. In Paint.NET vindt u het geïnstalleerde filter bij Effects / Distort / Water Reflection. Lijken de instellingen ingewikkeld? Werk gewoon van boven naar onder. Eerst bepaalt u de hoogte van de horizontlijn, daarna de vervaging, de wind en de vervorming. Dit is een uitstekende vondst voor plaatjes aan het meer of aan een rivier, waar aanvankelijk geen weerkaatsing te zien was.

©PXimport

3. Psd-bestanden openen

Met een plug-in CodePlex is het zelfs mogelijk om Photoshop-documenten te openen die in het psd-formaat zijn weggeschreven. Zet het bestand bij het installeren niet in de map Effects, maar in de map FileTypes. Daarna kunt u vlot psd-documenten openen die uit meerdere lagen bestaan. Er zijn wel beperkingen: afzonderlijke tekstlagen worden niet herkend omdat Paint.NET die zelf ook niet gebruikt.

©PXimport

4. Ed Harvey Effects v.3.5

Wie veel met Paint.NET werkt moet absoluut eens naar Forum.Getpaint gaan. Het gaat niet om één effect maar om een prachtige collectie fotografische effecten. In de schermafdruk tonen we het effect Vignette dat in de groep Effects / Photo staat. Met het pakket krijgt u ook een set halftoonrasters waarmee u een foto 'gestipt' kunt maken. Ook heel mooi zijn de resultaten van Effects / Photo / Cross Processing waarmee u de typische belichting en groengele gloed krijgt zoals we die bij de modefotografie van de jaren 80 konden bewonderen.

©PXimport

5. Alle plug-ins

We zouden een volledig nummer kunnen vullen met alle plug-ins die Paint.NET te bieden heeft. Ze zijn allemaal gratis en iedere plug-in geeft het ­programma meer mogelijkheden. Op die manier zorgt u dat uw versie volledig is afgestemd op uw persoonlijke behoefte. In Paint.NET zit trouwens een functie in het Help-menu (Plugins) die u rechtstreeks naar het walhalla van de plug-ins leidt: het plug-in forum. U krijgt informatie over iedere nieuwe vondst en u leest de reacties van de kenners. Hiermee kunt u maanden zoet zijn.

©PXimport

6. History

Ten slotte: iedere bewerking die u uitvoert, wordt vastgelegd in het palet History. Hierdoor kunt u steeds teruggaan naar een vorige stap. Omdat zo'n lijst handelingen erg lang kan worden, staan er onderaan dit palet vier knoppen: om terug te gaan naar de allereerste handeling, om de laatste handeling te herstellen, om de laatste herstelde handeling opnieuw te herhalen en om snel naar de allerlaatste handeling te schakelen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.