ID.nl logo
Stappenplan: zelf een mediaserver maken op je pc of NAS met Jellyfin
© Reshift Digital BV
Huis

Stappenplan: zelf een mediaserver maken op je pc of NAS met Jellyfin

Heb je een grote collectie films, video’s, foto’s en muziek, maar vind je het lastig om snel de gewenste media te vinden? Gebruik dan Jellyfin: een gratis mediaserver voor je NAS of computer, waarmee je hele collectie voortaan supermakkelijk te doorzoeken en gebruiken is. ID.nl legt stap voor stap uit hoe je met Jellyfin aan de slag kunt..

Wie een grote collectie films, video’s, foto’s en muziek zal waarschijnlijk wel eens moeite hebben gehad om snel de gewenste media te vinden. De gratis mediaserver Jellyfin kan een uitweg bieden. In dit artikel leggen Jellyfin helemaal aan jou uit. We behandelen het volgende:

Er bestaan diverse mediaservers en tot de bekendste horen Kodi, Plex, Emby en Jellyfin. Plex en Emby zijn beide gebruiksvriendelijk, maar voor meer geavanceerde functies moet je helaas de portemonnee trekken. Kodi en Jellyfin zijn beide gratis en opensource, maar Kodi blijkt veel complexer dan Jellyfin. Kortom, wie houdt van opensource, gratis, gebruiksvriendelijk en flexibel komt haast vanzelf bij Jellyfin uit. 

Jellyfin is eigenlijk een afsplitsing van Emby en werd door de Emby-community ontwikkeld uit onvrede met de beslissing om Emby deels closedsource te maken en bepaalde features achter een betaalmuur te plaatsen. Jellyfin is beschikbaar voor uiteenlopende platformen, waaronder diverse Linux-distributies, macOS, Windows. Verder is er een portable versie (voor systemen met een .NET Core-runtime) en een Docker-image. Voor bijna alle platformen is er zowel een stabiele als een minder stabiele maar recentere versie beschikbaar. In dit artikel gaan we aan de slag met de meest recente stabiele versie: Jellyfin 10.8.5. We laten je eerst zien hoe je Jellyfin op een Synology-NAS met Docker-ondersteuning installeert en vervolgens hoe je Jellyfin op een pc met Windows 11 zet. 

De interface van Jellyfin is prettig vormgegeven en erg gebruiksvriendelijk. 

Jellyfin installeren op een NAS 

Als je over een NAS met Docker-ondersteuning beschikt, dan is het wel zo handig als je een mediaserver als Jellyfin op dat apparaat installeert. Immers, je NAS is waarschijnlijk (bijna) continu ingeschakeld en makkelijk bereikbaar vanuit je thuisnetwerk – en wellicht ook van buitenaf. We laten je zien hoe je dit voor elkaar krijgt op een Synology-NAS, op een DS220+ met DSM 7.0. 

Start de Docker-app in het Synology Package Center, open het onderdeel Image, klik op Toevoegen en kies Toevoegen van URL. Bij Pagina Hub of opslagplaats-URL kun je jellyfin/jellyfin of linuxserver/jellyfin invullen, afhankelijk van de gewenste image-bron. Wij kozen voor de tweede, omdat we goede ervaringen hebben met de Docker-images van de site linuxserver.io: deze zijn gestandaardiseerd, krijgen regelmatig updates en zijn vaak voorzien van degelijke documentatie. In de praktijk maakt het echter niet zoveel uit welke van beide image-varianten je installeert. Voor wie graag experimenteert: je kunt zelfs beide naast elkaar installeren, weliswaar elk op een andere lokale poort. 

Bevestig je image-keuze met Toevoegen en wacht af tot deze is geladen en je bij Kies tag de gewenste versie kunt installeren. We raden je aan hier latest te selecteren, voor de meest recente stabiele versie. In principe kun je ook voor een ‘nightly version’ gaan, maar weet dat deze wellicht minder stabiel zal zijn. Bevestig met Selecteren en wacht af tot de download compleet is (circa 800 MB voor linuxserver/jellyfin en 946 MB voor jellyfin/jellyfin). 

Het toevoegen van een Jellyfin-image in de Docker-app van je Synology-NAS is zo gebeurd. 

Configuratie container 

Selecteer het opgehaalde image in de rubriek Image en druk op Starten. Geef de container een naam (bijvoorbeeld linuxserver-jellyfin1) en klik op Geavanceerde instellingen. Op het tabblad Volume klik je op Map toevoegen en verwijs je naar de map waarin je alle media voor Jellyfin wilt plaatsen (desnoods maak je de gewenste map via Map maken). Selecteer deze en vul bij Pad koppelen het gewenste ‘mount path’ in, bij voorkeur /media. Open ook even het tabblad Poortinstellingen. Je zult zien dat de Containerpoort ingesteld staat op 8096 (voor http, voor https is dit 8920). 

Wellicht staat bij Lokale poort de optie Automatisch ingesteld, wat maakt dat je de Jellyfin-server vanaf je netwerk doorgaans op dezelfde poort als de containerpoort kunt bereiken, maar je kunt hier dus zelf ook een andere lokale poort intikken als je hier de voorkeur aan geeft. Dit hebben wij bij wijze van experiment gedaan om de twee image-varianten op verschillende poorten te laten draaien. Bevestig met Toepassen

Je vindt het toegevoegde image nu terug in de rubriek Container waar je die kunt in- en uitschakelen. Rechtsklik op je container en kies Details voor alle relevante informatie, op de tabbladen Overzicht, Proces, Logboek en Terminal

Als het goed is, kun je de mediaserver nu bereiken vanuit je netwerk door in je browser <ip-adres-nas>:<ingesteld-lokaal-poortnummer> in te tikken, bijvoorbeeld: http://192.168.0.105:8096. Hoe het verdergaat, lees je vanaf paragraaf 4. 

Je kunt op elk moment een statusoverzicht van de toegevoegde containers opvragen.

Jellyfin installeren in Windows 

Heb je geen NAS, dan kun je Jellyfin natuurlijk ook op een eventueel wat oudere pc installeren. Die moet dan natuurlijk wel zijn ingeschakeld om media via de server te kunnen streamen. Dit kan zowel op Linux, macOS als Windows. We nemen een pc met Windows 11 als voorbeeld. 

Download het installatiebestand (van de stabiele versie) via Jellyfin Stable Windows Archives en start het met een dubbelklik. Klik op Next en I Agree. In het volgende venster moet je kiezen tussen Basic Install en Install as a Service. Deze laatste is iets handiger aangezien je dan niet bij Windows hoeft aangemeld te zijn om de server toch te kunnen bereiken, maar het maakt het delen van bibliotheken wel iets lastiger (zie ook de volgende paragraaf) en mogelijk werkt hardware-acceleratie dan niet (meer informatie hierover vind je via jellyfin.org

Bevestig met Next en stel de installatie- en de datamap in. Had je voor Install as a Service gekozen, dan laat je het best Use Network Service account geselecteerd en plaats je een vinkje bij Start Service after Install. Je start de installatie met de knop Install

Als het goed is, laat de mediaserver zich nu vanaf een browser op die pc bereiken via http://localhost:8096

Installeren als een service heeft zo zijn voordeel, maar kan ook nadelen hebben. 

Basisconfiguratie van Jellyfin 

De eerste keer dat je de webinterface van Jellyfin start, moet je nog een en ander configureren. Allereerst wordt om de weergavetaal gevraagd. Standaard staat deze ingesteld op English, maar wij kiezen voor Nederlands. Druk op Volgende en vul de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord (2x) in voor het beheerdersaccount. Klik op Volgende voor het beheer van je mediabibliotheken. Klik hier op Voeg Media Bibliotheek toe, duid het beoogde Inhoud type aan, zoals Films, Muziek, Series of Foto’s en vul een Weergave naam in. Klik op het plusknopje bij Mappen en verwijs naar de gewenste mediamap(pen) voor deze bibliotheek. Je kunt hier tevens een UNC-pad naar een gedeelde netwerkmap invullen, zoals \\nas\toon\jellyfin\films

Verschijnt er een foutmelding over een ontoegankelijk pad, dan heb je wellicht een installatie als een service gekozen. Deze draait namelijk onder een specifiek account (doorgaans Network service) en dit account heeft wellicht geen toegang tot de beoogde map. Dit kun je oplossen door de machtigingen van die map aan te passen door het contextmenu van die map in de Verkenner te openen, Eigenschappen te kiezen en op het tabblad Beveiliging via Toevoegen de gebruiker NETWORK SERVICE de benodigde rechten toe te kennen. Klik op OK om je bibliotheek te maken, waarna je eventueel nog andere bibliotheken kunt toevoegen. 

Voeg alle gewenste mediabibliotheken aan je server toe. 

Bibliotheekconfiguratie 

Een bibliotheek toevoegen kan dus zo eenvoudig zijn, maar dan ga je wel voorbij aan enkele interessante opties en functies. Klik maar even op het knopje met de drie puntjes bij zo’n toegevoegde bibliotheek. Naast opties als Naam wijzigen, Scan bibliotheek en Verwijderen vind je hier ook Bibliotheek beheren. Wanneer je die optie selecteert, kun je mappen verwijderen en toevoegen, maar ook diverse opties instellen, afhankelijk van het eerder ingestelde inhoudstype. We bekijken er enkele. 

Zo plaats je het best een vinkje bij Prefereer ingesloten titels boven bestandsnamen wanneer de bestandsnamen van je media de bestandsinhoud niet duidelijk genoeg maakt. Plaats je bij MetadataOpslag een vinkje bij Nfo, dan zal Jellyfin de metadata en de afbeeldingen naar de mappen van je media kopiëren in plaats van die in zijn eigen programmamap te bewaren. Vind je zulke NFO-bestanden wat ontsierend, dan laat je dit vinkje beter weg. 

Verder kun je ook afbeeldingen bij video’s laten downloaden, waarbij je via de optie Afbeeldingen opslaan in mediamappen instelt of die in de mediamappen zelf mogen terechtkomen. 

Onderaan geef je aan wat er met hoofdstukafbeeldingen van video’s en films dient te gebeuren. Plaats je een vinkje bij Inschakelen uitpakken van hoofdstuk afbeeldingen, dan kun je scènes makkelijker herkennen tijdens het voorwaarts spoelen. Houd er wel rekening mee dat het aanmaken van zulke selectiemenu’s behoorlijk intensief is en enkele extra GB’s aan schijfruimte kan vergen. 

Er zijn verschillende, meer geavanceerde functies beschikbaar die je voor je bibliotheken kunt instellen. 

Verdere configuratie 

Ben je klaar met je bibliotheken, dan kun je vanuit het venster de bibliotheken op Volgende drukken en de globale taal- en landinstelling selecteren, zoals Dutch; Flemish en Belgium of Netherlands. De landkeuze heeft trouwens ook een effect op de leeftijdscategorie: zie de volgende paragraaf). In het volgende venster geef je aan of je ook connecties op afstand met je Jellyfin-server wilt toestaan. Het vinkje bij Schakelautomatisch poort vertalen in (lees: activeer UPnP) laat je het best weg. Het lijkt ons veiliger dat je dan via een VPN-verbinding werkt of dat je zelf de poort in je router gaat doorlussen. Klik op Volgende en rond de configuratie af met Voltooien. Na je aanmelding met je beheerdersaccount klik je dan op het menu (het knopje met de drie streepjes links boven) om het hoofdmenu te openen. 

Het hoofdmenu van de Jellyfin-server. 

Gebruikers 

In dit hoofdmenu tref je onder meer de rubriek Administrator aan. Selecteer hier Dashboard voor allerlei technische informatie over je serverinstallatie, zoals het versienummer, het aantal actieve apparaten en gebruikers, het ip-adres, de paden enzovoort. Je vindt hier tevens knoppen om de server af te sluiten en te herstarten. 

Behalve Dashboard vind je in de linkerkolom onder meer het menu Gebruikers. Hiermee kun je extra personen, zoals andere gezinsleden, toegang geven tot de mediabibliotheken van Jellyfin. Klik hiervoor op de plus-knop naast Gebruikers, vul de velden Naam en Wachtwoord in en plaats een vinkje bij de bibliotheken waar de gebruiker toegang tot mag krijgen. Of je plaatst meteen een vinkje bij de optie Toegang tot alle bibliotheken inschakelen. Bevestig met Opslaan

Druk op het knopje met de drie puntjes naast een gebruiker en kies Openen om in detail alle rechten en andere opties in te stellen. Zo bepaal je op het tabblad Profiel welke diensten en functies die mag gebruiken, zoals: 

- Externe verbindingen met deze servertoestaan

- Deze gebruiker kan de server beheren

- Media afspelen toestaan

- Wissen van media toestaan van [kies bibliotheek] enzovoort. 

Voor kinderen kan het tabblad Ouderlijk toezicht nuttig zijn. In het uitklapmenu bij Maximaal toegestane kijkwijzer classificatie kun je namelijk een leeftijdscategorie instellen, zoals NL-AL, BE-12 enzovoort, afhankelijk van het gekozen land. Bij Blokkeer items met geen of niet herkende beoordelingsinformatie kun je specifieke media als Films en Series blokkeren indien die geen leeftijdsaanbeveling bevatten. 

Als beheerder bepaal je zelf wat welke gebruiker mag of niet mag. 

Extra instellingen en opties 

Er is nog een hele reeks andere instellingen. Zo vind je bij Server / Afspelen onder meer opties om hardware-acceleratie in te schakelen voor het transcoderen van video, althans voor compatibele grafische kaarten van onder meer Nvidia, AMD en Intel. Je zult zelf moeten uitzoeken wat voor de gpu de optimale instellingen zijn. Op het tabblad Streamen stel je eventueel een bitrate-limiet (in Mbps ofwel Mbit/s) in om te vermijden dat externe apparaten die videostreams van je Jellyfin-server opvragen, teveel bandbreedte vereisen. 

In de rubriek Apparaten / DNLA bepaal je of de Jellyfin-server ook als DLNA-server mag optreden, zodat UPnP-compatibele apparaten op je netwerk door de media kunnen navigeren om deze af te spelen. Bij Standaard gebruiker leg je vast van welke gebruiker de bibliotheken standaard op de aangesloten apparaten moeten worden weergegeven. In de rubriek Geavanceerd / Netwerken kun je onder meer het lokale https-poortnummer aanpassen (standaard is dit 8920) en ook het SSL-certificaatpad evenals het bijbehorende wachtwoord invullen. Is hier de optie Externe verbindingen metdeze server toestaan aangevinkt, dan kun je bij Externe IP-adressen filter eventueel nog kwijt welke ip-adressen op afstand met je Jellyfin-server mogen verbinden. 

Interessant is tot slot de rubriek Geavanceerd / Logboeken: als de logfunctie is geactiveerd, krijg je hier toegang tot logboeken die op dagelijkse basis worden bijgehouden, wat nuttig kan zijn bij het oplossen van problemen. 

Onder de rubriek Geavanceerd vind je allerlei netwerkinstellingen. 

Plug-ins 

Helemaal onderaan vind je ook de rubriek Plug-ins, waar standaard al een handvol plug-ins geïnstalleerd is: AudioDB, MusicBrainz, OMDb, Studio Images en TMDb. Op het tabblad Catalogus zijn er nog dertig plug-ins beschikbaar, opgedeeld in rubrieken als Live TV, Metadata en Notifications. In veel gevallen volstaat het op zo’n plug-in te klikken en daarna op Install te klikken, waarna je de server in de meeste gevallen even moet herstarten. Je vindt de toegevoegde plug-in vervolgens op het tabblad Mijn Plugins, waar je de gewenste server verder kunt configureren via het bijbehorende knopje met de drie puntjes en de optie Instellingen

We nemen de plug-in Open Subtitles even als voorbeeld. Klik hierop en klik op Install. Herstart je server, ga naar Plug-ins / Mijn plugins en klik op de drie puntjes bij OpenSubtitles. Vul je de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord in van je account bij www.opensubtitles.com (zonder API kun je tot twintig ondertitels per dag downloaden). Dit regel je via Bibliotheken, waar je bij een filmbibliotheek op de knop met de drie puntjes klikt en Bibliotheek beheren kiest. Na de installatie van Open Subtitles kun je onderaan alle nodige instellingen kwijt met betrekking tot het downloaden en weergeven van ondertitels. 

Na het installeren van de plug-in Open Subtitles duiken in je filmbibliotheek automatisch een aantal ondertitelingsopties op. 

Client-app 

Je server is nu helemaal in orde en ook je bibliotheken zijn inmiddels aardig aangevuld. Mooi, maar je wilt natuurlijk van al deze media kunnen genieten. Dit kan vanuit je browser, door te surfen naar <ip-adres-server>:<serverpoort>, bijvoorbeeld http://192.168.0.105:8096. Je hoeft hier maar een bibliotheek te openen en aan te geven wat je wilt afspelen. 

Alleen hoef je dit niet per se vanuit je browser te doen. Er zijn namelijk ook diverse client-apps voor Jellyfin beschikbaar. Je vindt een overzicht op https://jellyfin.org/clients, zowel voor smart-tv’s en mediaspelers als Roku, Android TV, Google Cast en AirPlay, maar ook desktop-apps als Kodi en Jellyfin Media Player, en mobiele apps voor onder meer iOS, iPadOS en Android. 

We nemen de Android-app als voorbeeld. Instaleer Jellyfin vanuit de Google Play Store (deze app vereist wel Jellyfin Server 10.7 of hoger). Start de app. Bevindt je smartphone zich in hetzelfde netwerk als je Jellyfin-server, tik dan op Kies Server. Als het goed is, verschijnt de server bij Beschikbare servers en hoef je die maar te selecteren om, na een correcte aanmelding, de media te kunnen bekijken en af te spelen op je apparaat. 

Je kunt natuurlijk ook handmatig het ip-adres of de hostnaam met de juiste serverpoort intikken om een verbinding te maken. In de app tref je als het goed is tevens de knop Afspelen op aan, waarmee je de media onder meer naar je Google Chromecast kunt streamen. Veel kijk- en luisterplezier met Jellyfin! 

De Jellyfin-bibliotheken, vanaf de Android client-app. 

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.