ID.nl logo
Krita moet de nieuwe opensource Photoshop worden
© PXimport
Huis

Krita moet de nieuwe opensource Photoshop worden

Waarom zou je een alternatief bouwen voor software die én allang bestaat én veelgebruikt is? Boudewijn Rempt had de wens om het net anders, beter en vooral vrij te doen. Grafisch pakket Krita wil sneller zijn dan Adobe Photoshop, beter zijn dan Corel Paint en toch gratis blijven.

Dit is Boudewijn

Al meer dan tien jaar werken aan een tekentool, terwijl de wereld allang Photoshop kent, waarom? Boudewijn Rempt is ooit als Linux-gebruiker gefascineerd geraakt door een Wacom-tekentablet en de hordes die hij moest nemen voor zijn gebruik daarvan. Hij werkte begin deze eeuw aan een fantasy-boek en wilde daarvoor een landkaart tekenen. Het grafische opensource-pakket GIMP stelde hem voor flinke uitdagingen ... dus koos hij een weg die uiteindelijk nog veel meer uitdagingen opleverde. Het meewerken aan - en uiteindelijk als hoofddeveloper ontwikkelen van - Krita: een opensource-pakket voor serieus grafisch werk. De slogan: 'digitaal schilderen, creatieve vrijheid'.

Jij bent een echte opensource-developer?

"Nou, ik ben van huis uit taalkundige, gespecialiseerd in Oost-Nepal. En ik heb me ooit omgeschoold tot programmeur. Programmeren ben ik lang geleden al gaan doen: op de Spectrum. Die heb ik hier nog aan de muur hangen, als herinnering."

Dat is jouw oude, eerste Spectrum daar aan de muur bij je bureau?

"Nee, het is 'een' Spectrum."

Hoe ben je van die microcomputer gekomen tot pc-programmeren?

"Zo rond 1993 kwam ik via een buurman in aanraking met Linux. Daarmee is het begonnen."

Maar Krita draait ook op Windows. Hoe zit dat?

"Fast forward van 1993 naar 2003: ik had toen een Wacom Graphire-tekentablet en wilde op Linux tekenen. Op Linux heb je het grafische pakket GIMP. Alleen snapte ik GIMP niet, de interface was voor mij niet duidelijk.

Het voordeel van opensource-software is dat je kunt kijken naar de code en het zelf kunt aanpassen. Maar GIMP was geschreven in een taal die ik niet kende. Nu had ik toen net een boek over Python en Qt [respectievelijk programmeertaal en programmeerraamwerk - red.] geschreven. Dus ben ik zelf software gaan schrijven om die tekentablet te kunnen gebruiken. Dat programmeerwerk heb ik precies drie dagen volgehouden. Ik wist totaal niet wat ik deed."

©PXimport

Waarom die tekentablet niet gewoon aansluiten op een Windows-pc?

"Ik geef de voorkeur aan Linux en ben daarop een gebruiker van KDE [een bekende grafische gebruikersinterface voor Linux - red]. Voor KDE was er al het applicatiepakket KOffice, met daarin een tekentool. Die was voortgekomen uit de behoefte voor een GIMP-alternatief en had oorspronkelijk de naam KImage Shop. Ik ging dus als KDE-gebruiker op zoek naar een manier om dáármee mijn tekentablet te gebruiken."

Hoe is daaruit Krita ontstaan?

"Gaandeweg is die tekentool van KDE vier keer hernoemd en drie keer herschreven. Het hernoemen was vanwege rechten op de naam. Van kimp naar KImageShop, naar Krayon en uiteindelijk naar Krita. Het herschrijven was vanwege de overgang van KDE versie 3 naar versie 4 en daarna weer vanwege een overstap naar een nieuwe versie van Qt (versie 4).

De oorspronkelijke developer Patrick Julien, een Canadees die het in z'n eentje deed, had er op een gegeven moment niet meer zo'n zin in. Dat was in 2004, na de tweede rewrite van de programmacode. Ik wilde wel bijdragen, maar ik kende C++ nog niet. Toen zijn ook Sven Langkamp en Cyrille Berger betrokken geraakt bij dit opensource-project. Zij werken nu nog steeds mee."

Wat een werk. Met resultaat?

"Ja, mijn eerste bijdrage was voor de painttool in Krita, om mijn tekentablet te kunnen gebruiken. Ik kon daarmee toen ineens met de tekenpen op de Wacom-tablet drukken, waardoor er op het computerscherm een vierkantje verscheen. Wow, dit programma kan nu iets wat het in de afgelopen vijf jaar niet kon."

In de tien jaar sindsdien was het simpelweg functies toevoegen?

"Nee, want toen kwam de volgende complete rewrite. Patrick Julien had zich namelijk erg gespiegeld aan GIMP, waardoor bijvoorbeeld een laagje in een afbeelding altijd vaste dimensies heeft. Dat wilden we anders."

Het ging je toch om het tekenen met je Wacom-tablet?

"Ik had door het ontwikkelwerk toen helemaal geen tijd meer om te tekenen. Ik ben ter ontspanning gaan beeldhouwen. Je moet af toe van het toetsenbord en het scherm, vandaan. Want er is altijd wel iets dat je kunt doen of verbeteren op je computer. Er zijn altijd wel bugs."

Maar het werk aan Krita ging door?

"In 2005 waren we klaar voor onze eerste release. Die hebben we versie 1.4 genoemd, om gelijk op te gaan met de nummering van KOffice. We waren heel blij, erg enthousiast. Vervolgens hebben we versie 1.5 en daarna 1.6 ontwikkeld. Die laatste had alles. Behalve gebruikers.

Soms kwam er wel eens iemand langs die Krita gebruikte, maar een echte gebruikersbasis hadden we niet."

Kwestie van werving en rustig doorontwikkelen?

"Er is toen iets gebeurd dat voor ons een ramp was. Krita was geschreven in Qt versie 3 ... en toen kwam versie 4 uit waarin alles compleet anders was. Met Qt 4 konden we met een schone lei beginnen, dachten we. Het heeft vier jaar geduurd voordat we iets hadden waarvan we dachten: 'hier kunnen we wat mee'. Dat lange ontwikkelwerk was een fout van ons; een enorme valkuil waar we in zijn getrapt. Ondertussen waren er onderling wrijvingen en liep het kleine aantal gebruikers dat we hadden ook weg."

Gevalletje developers die niet naar gebruikers luisteren?

"We hebben daar wel van geleerd. In 2009 was er de opensource-film Sintel, wat het derde grote contentproject was van Blender [een opensource 3D-animatietool, van Nederlandse bodem - red.]. Artiest David Revoy liet in een uitlegfilmpje zien hoe je met opensource kunst kunt maken. Hij had voor zijn illustraties GIMP en MyPaint gebruikt. Wij waren pissig, we wilden bewust niet alles voor iedereen zijn, maar dit was juist het terrein van Krita. Waarom was zijn keuze niet op Krita gevallen?

Het bleek dat David wel eerst naar Krita had gekeken. Het crashte. Tsja, je kunt dan als makers steigeren of eerlijk zijn.

Gelukkig woonde David vlakbij mede-ontwikkelaar Cyrille, die toen in Frankrijk woonde en langs is gegaan om hem om feedback te vragen. Rond die tijd was Lukáš Tvrdý bezig met zijn masterthesis over brushes voor Krita. Hij vroeg of hij fulltime aan Krita kon werken. Dat hebben we met crowdfunding via PayPal mogelijk gemaakt. Hij moet zijn appartement in Tsjechië wel kunnen betalen. We hebben toen ook developmentsprints bij mij thuis gedaan. Als doel hadden we: laten we David Revoy blij maken."

En, is David blij gemaakt?

"We hebben een nieuwe versie gemaakt en die aan David geshowd. Hij zei verbaasd: ja, jullie hebben veel verbeterd. Hij kon met de tools die hij toen gebruikte niet goed uit de voeten met CMYK [een veelgebruikt kleurensysteem voor grafische professionals - red.]. Maar dat heeft Krita wel!

Een halfjaar later was versie 2.4 er en is David geheel overgestapt. Daarmee heeft hij in 2012 materiaal gemaakt voor Tears of Steel, het vierde Open Movie-project van Blender. Hij heeft in één weekend zo'n vierhonderd illustraties gemaakt voor het storyboard. Ik heb toen live met hem meegeprogrammeerd om features te verbeteren en te maken. Verder maakt hij webcomic Pepper&Carrot helemaal in Krita."

Is David Revoy de enige ijkpersoon?

"Nee. We hebben er bij de developmentsprints ook voor gezorgd dat we artiesten ter plaatse hadden. Die lieten we Krita gebruiken, met een camera erop, en ze mochten dan alles zeggen.

Soms waren er dan vragen als 'Photoshop kan dit, Krita niet. Waarom?'. Belangrijk is dat je doorvraagt: wát wil je gebruiker echt? Soms gaat het om sneltoetsen, dat is altijd heel moeilijk. Sommige mensen komen vanaf Photoshop en zijn die toetscombinaties heel erg gewend. De functies zijn er wel alleen via andere sneltoetsen of opties."

©PXimport

Hoe kwamen jullie aan die artistieke testers? Krita had toch een gebrek aan gebruikers?

"De artiesten kwamen uit het opensource-wereldje. Daar was wel meer interesse ontstaan, want in versie 2.2 was de belofte van Krita al wel zichtbaar."

Kan Krita het opnemen tegen Photoshop?

"We doen ons best. Vergeet niet dat Adobe wel honderd developers fulltime in dienst heeft. Wij zijn een dozijn vrijwilligers plus één fulltime developer en één parttime developer."

Hoe los je die geldkwestie op voor een gratis opensource-pakket?

"In 2014 hielden we onze eerste crowdfundingsactie op Kickstarter. We doen één keer per jaar een grote crowdfunding, meestal zo rond mei. Dat is vanuit mijn Nederlandse gedachte: dan hebben de mensen hun vakantiegeld binnen, maar nog niet uitgegeven."

Druist geld vragen niet tegen de opensource-gedachte in?

"Nee, want het is en blijft opensource. De broncode is vrijelijk beschikbaar, je kunt Krita gewoon downloaden, je hóeft er niet voor te betalen. Maar bepaald ontwikkelwerk kun je niet 'even ernaast' doen. Voor sommige dingen moet je echt fulltime aandacht hebben. Zoals de optimalisatie waar we nu mee bezig zijn.

Soms is er wel wrijving over dat we aan crowdfunding doen. Zo was er een tijdje terug iemand die op forumsite Reddit daarover wat zei. Ik moet af en toe op mijn handen zitten om niet lelijk te reageren."

Kickstarten loont

De filosofie achter opensource is vrijheid: software waarvan de onderliggende programmacode openlijk toegankelijk is voor iedereen. Dat de software zelf daarmee gratis is, is 'slechts' een neveneffect. Terwijl Krita opensource is, vraagt het toch geld. Op de eigen site vraagt de in 2012 opgerichte Krita-stichting donaties en één keer per jaar wordt er een grote crowdfundingsactie gehouden. Sinds vorig jaar gebeurt dat op Kickstarter. Die eerste Kickstarter heeft bijna 20.000 euro binnengehaald (bij een bescheiden 690 backers), terwijl het doel 15.000 euro was. De actie van mei dit jaar heeft meer dan 30.000 euro opgeleverd (gedoneerd door ruim 900 backers), terwijl het doel 20.000 euro was.

Speelt er nog iets naast mankracht?

"Ja, technologie. Bijvoorbeeld Photoshop-bestandsformaten, die zijn een nachtmerrie. Kijk, ik heb ooit bij Nokia op de N9 Calligra Office gemaakt. De bestandsformaten van Microsoft Office zijn nog gestructureerd, psd [het formaat van Photoshop - red.] is dat niet. Als je iets op drie manieren kunt doen, doet Photoshop het op vier manieren. Dat is niet als 'evil empire' hoor; Adobe zit daar zelf ook in verstrikt."

Wat is er gedaan sinds versie 2.4?

"We dachten dat 2.4 het beste ooit was. Maar we proberen twee versies per jaar uit te brengen. Voor 2.6 hebben we serieus gewerkt aan HDR-painting [high dynamic range - red.], zodat je foto's met enorme kleurdiepte kunt krijgen.

Dat werk hebben we gedaan met het oog op filmstudio's. Krita was daar al wel in gebruik, maar onder de radar. Er was hier en daar een individuele artiest die het zelf gebruikte. Vorig jaar ben ik op de Siggraph-conferentie aangeschoten door een artiest die Krita 'stiekem' gebruikte. Hij was erg te spreken over de vooruitgang."

Je noemde al werk aan optimalisatie?

"Ja, we willen Krita sneller dan Photoshop maken. Daar was de Kickstarter-campagne van dit jaar voor. Daarnaast hebben we nog twee grote doelen voor dit jaar. De eerste is betere tools voor animatie, waarmee ik klassieke, handgemaakte animatiefilms bedoel en niet Flash-animaties."

Bewaak je wel de scope? Krita krijgt ook animatiefuncties, het is toch alleen een tekentool?

"Nou, daar hebben we het lang over gehad; of dat niet strijdig was met onze aanpak dat we bewust niet alles voor iedereen wilden zijn.

Maar buiten het Krita-team waren er al developers hiermee aan de gang geweest. Zo had een Russische jongen een Krita-module voor animaties gemaakt. Alleen is die software vervolgens in de steek gelaten. Later heeft een Indiër tijdens Googles Summer of Code ook zoiets gemaakt, voor eigen gebruik. En daarna was er een Australiër die animatiemogelijkheden in Krita wilde voor een game die hij maakte. Er was dus vraag, er waren gebruikers.

Andere opensource-pakketten doen animaties óf in 3D zoals Blender óf met vector-graphics. Dat zijn heel andere grafische stijlen dan wat met Krita kan."

Wanneer komen de animatiefuncties?

"In Krita 2.9 of misschien in versie 2.10. Het is in ieder geval 's zomers door-coden."

En wat is dat tweede grote doel voor dit jaar?

"We gaan van Qt versie 4 over naar Qt 5."

Ho! Krijgen we dan weer een hiaat van vier jaar?

"Nee! We werken aan Krita 3.0 én we blijven 2.9 onderhouden. Pas als 3.0 af is, komt het uit. Niet eerder."

'When it's done', weleens gehoord van Duke Nukem Forever?

"Ja, zo'n situatie hadden we met Krita 2.0. In die valkuil trappen we echt niet nog een keer.

Krita 3.0 moet dit jaar nog enigszins af zijn, met versie 3.1 erna in februari. We houden dit tempo aan!"

Boudewijns toptips

Iedereen kan een opensource-developer zijn. Het is volgens Boudewijn niet moeilijk om mee te werken aan een opensource-project als Krita. "Doe drie bugfixes en je bent al developer. Daarvoor moet het project mensen wel vertrouwen." Boudewijn is niet bezorgd dat onervaren programmeurs fouten maken, daar valt immers van te leren. "Ik heb als beginner ook aan de KDE-broncode gewerkt. Ik ben niet bang dat iemand dommere fouten maakt dan ik."

Crowdfunding vereist zorg. Uit de Kickstarter-campagne van eerder dit jaar heeft Boudewijn nuttige lessen gedestilleerd. De mensen die Krita met financiële bijdrages hebben gesteund, stelden prijs op het feit dat er frequent updates over het project waren. Dat informeren van steunbetuigers is niet alleen iets voor tijdens de crowdfundingscampagne, ook - en juist - daarna is het van belang om mensen betrokken te houden. Laat weten wat je doet met de financiering. Laat zien dat je te vertrouwen bent. Er zijn te veel Kickstarters die geld inzamelen en dan ermee verdwijnen.

▼ Volgende artikel
Hoe werkt een Quooker eigenlijk?
© Quooker
Huis

Hoe werkt een Quooker eigenlijk?

Een Quooker lijkt op het eerste gezicht een gewone kraan, maar wie zo'n systeem eenmaal in huis heeft, wil vaak niet meer zonder. Met één draai of druk komt er direct kokend water uit de kraan. Ideaal voor thee, koken of schoonmaken. Maar hoe werkt zo'n Quooker eigenlijk precies? En wat gebeurt er allemaal onder het aanrecht? In dit artikel lees je er alles over.

Wat is een Quooker?

De naam Quooker is een samentrekking van 'quick cooker' – een snelle manier om kokend water te krijgen. In de basis bestaat het systeem uit twee onderdelen: een speciale kraan op het aanrecht en een reservoir dat onder het aanrecht wordt geplaatst. Sommige modellen leveren naast kokend water ook warm, koud, bruisend of gekoeld water.

Hoewel Quooker een merknaam is, wordt de term vaak gebruikt als soortnaam voor kokendwaterkranen. Toch is het een gepatenteerd systeem dat op een andere manier werkt dan veel van de goedkopere alternatieven.

Het hart van het systeem: het reservoir

Onder het aanrecht bevindt zich het reservoir, dat meestal in een keukenkastje wordt geplaatst. Hierin wordt een voorraad water continu op 110°C gehouden onder druk. Omdat het reservoir is geïsoleerd, blijft de warmte behouden zonder dat er voortdurend veel energie nodig is. Je kunt het vergelijken met een thermosfles, maar dan geavanceerder en onder druk.

Doordat het water boven het kookpunt zit en onder druk wordt bewaard, kookt het pas als het uit de kraan komt. Dat voorkomt borrelend water in het reservoir zelf en maakt het systeem veiliger. Pas zodra je de kraan opent, ontsnapt de druk en wordt het water omgezet in 'echt' kokend water (100 °C).

Zo komt het water uit de kraan

De kraan op het aanrecht is speciaal ontworpen om kokend water veilig te kunnen doseren. Afhankelijk van het model moet je een draai-, druk- of duwbeweging maken, vaak met een extra beveiliging zoals een dubbele druk- en draaibeweging om per ongeluk gebruik te voorkomen. Zodra je de kraan opent, stroomt er direct kokend water uit.

Bij modellen met meerdere functies, zoals de Fusion of Flex, komt koud, warm en kokend water allemaal uit één kraan. Bij een Nordic-model zijn er aparte kranen: één voor gewoon water en één voor kokend water.

©Quooker

Veiligheid voorop

Veiligheid is een belangrijk aandachtspunt bij kokendwaterkranen. De Quooker-kraan heeft een vernevelde straal, waardoor de kans op ernstige brandwonden klein is. De buitenkant van de kraan wordt bovendien niet heet, ook niet bij veelvuldig gebruik. Daarnaast is de kraan vast gemonteerd; hij kan dus niet omvallen. En omdat het water constant op 110°C  gehouden wordt, is er ook geen kans op legionella. Tot slot zorgt de bediening (drukken en draaien) ervoor dat de kans dat iemand per ongeluk kokend water aftapt, klein is. En waar we 'iemand' zeggen, bedoelen we natuurlijk ook kinderen! Ook zie je aan de gekleurde ring of je met kokend water te maken hebt: rood = heet!

©Quooker | Inga Powilleit

Energieverbruik en efficiëntie

Op het eerste gezicht lijkt het energieverslindend om continu water op 110°C te houden. Maar door de goede isolatie verbruikt het reservoir verrassend weinig stroom: gemiddeld zo'n 10 watt in stand-by. Daarmee is het systeem zuiniger dan het meerdere keren per dag aanzetten van een waterkoker, zeker in huishoudens waar veel gebruik wordt gemaakt van heet water. Ter vergelijking: een Quooker verbruikt in 170 minuten stand-by ongeveer evenveel energie als een waterkoker in 1 minuut. Het totale jaarverbruik ligt op ongeveer 511 kWh voor een gemiddeld gezin; naast het verbruik in stand-by moet je natuurlijk ook rekening houden met de stroom die nodig is om steeds nieuw water op te warmen.

Bij sommige modellen kun je een Quooker ook combineren met een zogenaamde COMBI of COMBI+ boiler. Daarmee levert het systeem niet alleen kokend water, maar ook direct warm water voor bijvoorbeeld de keukenkraan. Dat voorkomt wachttijd en verspilling van water terwijl je wacht op warm water uit de cv-ketel.

Ook bruisend en gekoeld water

Wil je naast kokend water ook gekoeld en/of bruisend water uit de kraan, dan kun je het systeem uitbreiden met de Quooker CUBE. Dit is een aparte koelunit die naast het reservoir wordt geplaatst. Hierin zit ook een CO₂-cilinder waarmee je zelf bruiswater kunt tappen. De CUBE koelt het water tot ongeveer 5°C.

Samenvattend

Een Quooker werkt op basis van een drukreservoir waarin water op 110°C wordt gehouden. Zodra je de kraan opent, ontsnapt de druk en krijg je direct kokend water. Dankzij goede isolatie is het energieverbruik laag. De bediening is kindveilig en de straal is verneveld om brandwonden te voorkomen. Met extra opties zoals de COMBI-boiler of de CUBE-unit kun je het systeem uitbreiden voor warm, gekoeld en bruisend water. Je hebt dus veel mogelijkheden; laat je daarom goed voorlichten in de winkel waar je een Quooker wilt kopen.

▼ Volgende artikel
Dead internet theory: is het internet nog van ons?
© flying_hams
Huis

Dead internet theory: is het internet nog van ons?

Misschien heb je het al gemerkt: je komt online steeds meer posts en reacties tegen die door kunstmatige intelligentie zijn gemaakt. Het aantal bots dat zich voordoet als gewone internetgebruikers lijkt verder toe te nemen. Stevenen we af op een internet dat, zonder dat we het doorhebben, wordt gedomineerd door AI-gegenereerde content?

In dit artikel laten we zien hoe je als internetgebruiker om kunt gaan met de toenemende stroom aan AI-gegenereerde content:

  • Ontdek wat de Dead Internet Theory inhoudt
  • Begrijp hoe AI-bots worden ingezet voor misleiding, manipulatie en catfishing
  • Bekijk welke oplossingen worden voorgesteld (en waarom ze nog niet volstaan)
  • Weet dat kritisch internetgebruik belangrijker is dan ooit

Lees ook: AI of echt? Zo zie je het!

Met de opkomst van generatieve AI werd het eind 2022 ineens veel makkelijker om een bot teksten en afbeeldingen te laten creëren alsof ze door een mens zijn gemaakt. Vooral nu we een paar jaar verder zijn en AI-modellen alsmaar beter lijken te worden, wordt het ook lastiger om te weten of een onlinefoto of -post door een mens of door een bot is gemaakt. Steeds meer internetgebruikers vrezen dat we op een punt komen dat er zó veel realistische AI-content online wordt geslingerd, dat posts, reacties, foto’s en video’s van menselijke gebruikers worden ondergesneeuwd door die van bots. Als dat scenario werkelijkheid wordt, is het internet dan nog wel bruikbaar?

Niet te bewijzen

Over de angst voor zo’n doemscenario wordt al lange tijd gediscussieerd, maar pas sinds kort begint dit idee populair te worden. Dat komt voornamelijk door de ‘Dead Internet Theory’. Die werd in 2021 bedacht door een internetforumgebruiker en stelt dat het internet al sinds 2016 hoofdzakelijk uit bots bestaat. “Deze theorie werd al snel een meme die zich over het hele internet verspreidde”, zegt Danny Lämmerhirt. Hij staat aan het hoofd van het Future Internet Lab van onderzoeksinstantie Waag Futurelab, dat zich bezighoudt met de toekomstige ontwikkeling van het internet.

Volgens hem is het dan ook geen wetenschappelijke theorie, aangezien de claim niet is te bewijzen. Dat beaamt Maarten Sukel, AI-ontwikkelaar en schrijver van het boek De AI-revolutie. “Het is erg lastig meetbaar, omdat de AI-modellen zo goed zijn geworden.” Toch vindt hij de theorie niet per se vergezocht. “Als je de logica volgt dat je een beperkt aantal mensen hebt op de wereld, maar in theorie een onbeperkt aantal bots online kunt loslaten, is de kans groot dat er op een gegeven moment zoveel bots zijn dat ze voornamelijk nog met elkaar praten.”

Wantrouw de babypauw

Er zijn in ieder geval aanwijzingen dat de AI-content toeneemt. Zo toont een onderzoek van Harvard aan dat de hoeveelheid kunstmatige media en hun zichtbaarheid op X in 2023 duidelijk is gegroeid. Daarnaast heeft Meta onlangs aangekondigd dat het vanaf 2025 meer AI-gegenereerde content op Facebook en Instagram wil plaatsen. Dit gebeurt onder meer door zelf een lading AI-profielen op de sociale media los te laten die met echte gebruikers moeten communiceren. De techreus hoopt dat zijn platformen daardoor ‘vermakelijker en aantrekkelijker’ worden, zodat mensen langer actief blijven op de sociale media.

Een door Meta gemaakt AI-account op Instagram.

Ook als je geen sociale media gebruikt, is de toename van online AI-content merkbaar. Zoek op Google Afbeeldingen maar eens naar ‘Baby Peacock’. Een groot deel van de foto’s die je daar ziet, is AI-gegenereerd. “Dat komt doordat de echte babypauw nogal lelijk is”, legt Sukel uit. “Er worden daardoor amper foto’s van gemaakt en dus zijn plaatjes van een babypauw vaak nep.” Dit is nu nog een uitzonderingsgeval, maar geeft wel aan dat AI al vrijwel overal op het internet zijn sporen nalaat.

©Abdallah - stock.adobe.com

Deze babypauw is net zo schattig als dat hij nep is.

Beeld: Abdallah, stock.adobe.com.

Makkelijker catfishen

De toename van AI-gegenereerde content is volgens Lämmerhirt op zichzelf geen reden voor zorg. “Als je voor de lol een dom AI-plaatje online deelt, kan het heel onschuldig zijn. Het wordt pas een probleem als het misleidend wordt.” AI-bots worden daar volgens de deskundigen regelmatig voor ingezet, bijvoorbeeld op datingplatforms. Een gesprekspartner kan zomaar een bot zijn die je probeert op te lichten. “Die vraagt dan bijvoorbeeld met een of andere smoes of je geld kunt opsturen. Dat is wel heel kwalijk en iets waar je goed op moet letten.”

Bots op datingapps zijn geen nieuwe ontwikkeling, maar volgens de AI-ontwikkelaar wordt het probleem wel verergerd door generatieve AI. “Voorheen werden nepprofielen nog gemaakt op basis van echte foto’s. Als je toentertijd werd gecatfisht, kon je altijd nog opzoeken of de profielfoto ergens online te vinden was en op die manier achterhalen dat je met een oplichter aan het praten was. Inmiddels kan dat niet meer, omdat je gezichten gewoon kunt genereren.”

Wordt AI-content steeds beter?

Generatieve AI is de laatste jaren met sprongen vooruitgegaan. AI-bedrijven tuimelen over elkaar heen om nóg betere AI-modellen te introduceren. Het is nu al niet eenvoudig om AI-content te herkennen. Als deze vooruitgang zich voortzet, dan is dat over een aantal jaar vrijwel helemaal onmogelijk.

Het is alleen nog helemaal niet zeker óf AI steeds maar beter blijft worden. “De kwaliteit van generatieve content neemt mogelijk op een gegeven moment zelfs af”, legt Danny Lämmerhirt uit. “Veel van de trainingsdata van AI komt van onlinecommunity’s. Om AI in de toekomst verder te trainen heb je ook meer trainingsdata nodig. Mogelijk worden bots nu dus getraind op kunstmatige content, waar veel data van lage kwaliteit tussen zit.” Dan krijg je te maken met het ‘garbage-in-garbage-out’-principe. Dat zou kunnen betekenen dat chatbots nóg vaker onjuiste informatie gaan verspreiden.

Kaas vastlijmen

Ook kunnen AI-bots worden gebruikt om politieke meningen van gebruikers te beïnvloeden, weet Robin Effing, AI- en socialmediadeskundige bij de Universiteit van Twente. “Veel partijen, waaronder regimes, hebben er belang bij om online discussies te verstoren. Eerder werden daar mensen uit landen als India voor betaald. Zij werden achter de computer gezet, maar het wordt steeds makkelijker om dat soort werk aan chatbots over te laten.” Zo bleek onlangs dat Rusland duizenden bots op sociale media als TikTok had losgelaten om de Roemeense verkiezingen te beïnvloeden.

Bots verspreiden overigens niet alleen schadelijke desinformatie in opdracht van kwaadwillenden. AI heeft van zichzelf al de neiging om onjuiste informatie te genereren. Lämmerhirt noemt als voorbeeld een incident waarbij Googles AI-zoekmachine een opvallend antwoord gaf op de vraag: ‘Hoe zorg je ervoor dat kaas niet van je pizza afvalt?’ Het advies? De kaas met lijm aan de pizzabodem vastplakken.

Waar dit antwoord vandaan kwam? Iemand plaatste dit advies als grap op een forum, waarna de bot het klakkeloos als serieuze tip overnam. “Dat is wel illustratief van wat er kan gebeuren als je AI ongecontroleerd zijn gang laat gaan.”

Kaas aan pizza vastlijmen? Prima idee, volgens Google.

Minder moderatie

Om de toestroom van AI-desinformatie in de kiem te smoren zijn er volgens de experts verschillende opties, al is geen van allen echt ideaal. AI-modellen kunnen bijvoorbeeld AI-content gaan voorzien van een onzichtbaar watermerk, zodat herkenningssoftware meteen ziet of een post van ChatGPT vandaan komt of een foto nep is. Het is alleen moeilijk om alle AI-modellen – waar er duizenden van zijn – te dwingen om watermerken te gaan gebruiken. “Momenteel is er ook geen trend dat dit uit eigen beweging gedaan wordt”, vertelt Lämmerhirt. Daarnaast kunnen zulke watermerken momenteel nog eenvoudig worden omzeild. Effing: “Er zijn veel maskeringstechnieken om AI-content te verbergen. ChatGPT-teksten kun je bijvoorbeeld in een algoritme gooien dat bepaalde tekens verwisselt, zoals de hoofdletter i met de kleine l. Mensen zullen het verschil niet zien, maar detectiesoftware kun je zo om de tuin leiden.”

Volgens Lämmerhirt is strengere moderatie een betere optie. Techplatformen moeten dan zelf actief (AI-gegenereerde) desinformatie opsporen en verwijderen, misschien ook wel met behulp van AI-systemen. “We zien alleen dat X en sinds kort ook Meta steeds minder modereren”, vervolgt de Waag-onderzoeker. In plaats daarvan willen ze leunen op een systeem waarbij gebruikers zelf misleidende content van een ‘fact check-label’ kunnen voorzien. “Dat is een slechte aanpak, want dat laat zien dat deze bedrijven zelf geen keuzes meer willen maken en hun rol van platformbeheerder niet serieus nemen.”

AI-detectiesoftware is nog verre van betrouwbaar. De tekst in deze afbeelding is volledig door AI geschreven, maar de software denkt daar anders over.

China-model

Nog een andere oplossing zou zijn om gebruikers zich te laten verifiëren voordat ze een account aan mogen maken, om te voorkomen dat ze meerdere ‘sock puppet-profielen’ kunnen beheren. Op sommige platformen, zoals chatdienst Signal, gebeurt dat al met een telefoonnummercontrole. Dat is volgens Sukel een redelijk betrouwbare manier om te controleren of je gebruikers echt zijn, maar waterdicht is het niet. Je kunt namelijk ook een prepaid simkaart kopen en daar een bot aan koppelen. Een zogeheten China-model is volgens Effing een grondigere methode. “Dan moet je bijvoorbeeld naar het gemeentehuis met je paspoort voordat je een account krijgt. Dan ben je van heel veel problemen af. Alleen dat leidt tot massasurveillance en dat is ook niet gewenst.”

Op Signal moet je je telefoonnummer verifiëren voordat je een account krijgt.

Is generatieve AI alleen maar slecht?

“Van alle vormen van kunstmatige intelligentie kleven aan generatieve AI misschien wel de meeste negatieve aspecten”, stelt Maarten Sukel. Hoewel deze vorm van AI volgens hem niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van content op het internet, zijn er op andere gebieden wel nuttige toepassingen te bedenken. “Zo zijn er nu slimme brillen met een ingebouwde AI die kan omschrijven wat er te zien is. Bijvoorbeeld: er staan mensen voor je, de een heeft een groene trui aan, het ziet er gezellig uit. Dat helpt blinde mensen enorm.”

Ook voor entertainmentdoeleinden kan generatieve AI veel lol bieden, al zit daar volgens Sukel ook een addertje onder het gras. “Bij generatieve AI moet je er altijd rekening mee houden dat hoe meer data je genereert, hoe meer energie het kost. Een tekstje valt nog mee, een plaatje genereren is al wat energie-intensiever. Maar bijvoorbeeld een video maken is een van de meest energieverslindende dingen die je met AI kunt doen.” Een gepersonaliseerde Netflix-film genereren klinkt dus misschien best aantrekkelijk, maar is niet de milieuvriendelijkste keus.

Voor blinden heeft generatieve AI wellicht het meeste bestaansrecht (beeld: Kaspars Grinvalds, stock.adobe.com).

Blijf op je hoede

Kortom, een écht goede methode om schadelijke AI-content en -bots te weren is er nog niet. Nóg niet inderdaad, want de deskundigen hebben er vertrouwen in dat de huidige uitdagingen met AI op te lossen zijn. Zo denkt Sukel dat onderzoekers vroeg of laat een manier verzinnen om AI-gegenereerde desinformatie betrouwbaar weg te filteren. “In het verleden is dat ook altijd gelukt, bijvoorbeeld met e-mail”, zegt de AI-ontwikkelaar. “Daar werd steeds meer spam verstuurd, maar toen kwamen er robuuste spamfilters en is dat probleem in zekere zin opgelost.”

Spamfilters voor e-mails doen hun werk goed; krijgen we in de toekomst iets soortgelijks voor AI-content?

Tot het zover is, moeten we ermee leven dat we het internet delen met veelal onzichtbare en onbetrouwbare bots. Effing raadt daarom aan om altijd goed op je hoede te blijven. “Ik denk dat het heel gezond is om je bij elke reactie op internet als eerste af te vragen: hoe groot is de kans dat dit door een reguliere burger geschreven is? Je kunt er momenteel van uitgaan dat de meerderheid van de user-generated content online niet door gewone mensen is geschreven, maar ofwel door ingehuurde mensen of door een bot.”

Volgens Sukel moet je vooral bij gebruikersrecensies goed op je tellen passen. “Het is natuurlijk heel makkelijk om tegen een AI-bot te zeggen: schrijf 500.000 negatieve recensies over mijn concurrent en evenveel positieve over mijn eigen toko. Je kunt niet meer blind vertrouwen op platformen als Tripadvisor.”

Lämmerhirt ziet dat gebruikers langzamerhand beter worden in het herkennen van bots. “Er zijn onderzoeken die aantonen dat mensen hun onlinegedrag aanpassen. Ze ontwikkelen strategieën om nepaccounts te identificeren en vermijden deze accounts vervolgens. Hier valt nog wel veel winst te behalen. Ik denk dus dat het belangrijk is dat we ervoor zorgen dat mensen nog kritischer worden op de oorsprong van online content.”

“Als je op een platform zit met veel AI-onzin waar je niet blij van wordt, ga dan lekker weg”, adviseert Sukel tot slot. “Jij bent het product. Als er genoeg mensen weggaan, wordt dat platform gedwongen om zich te verbeteren. Je hoeft het niet zomaar te accepteren.”

Gebruikersrecensies op Tripadvisor: zijn ze nog te vertrouwen?