ID.nl logo
Knutselen met Paint 3D in Windows 10
© Reshift Digital
Huis

Knutselen met Paint 3D in Windows 10

Over Paint wordt altijd een beetje neerbuigend gesproken, maar het laagdrempelige karakter van het tekenprogramma spreekt nog altijd veel mensen aan. Al sinds 1985 is het een gratis onderdeel van Windows en door de jaren heen is er weinig aan veranderd. Met de komst van de Makers Update voor Windows 10 komt daar verandering in. Microsoft introduceert Paint 3D, waarmee het zelf in elkaar knutselen en printen van 3D-modellen voor iedereen behapbaar moet worden. We nemen een kijkje.

Je kunt het zo gek niet bedenken of het komt tegenwoordig uit een 3D-printer rollen. Het begon het nog bij toepassingen zoals een driedimensionaal figuurtje van jezelf, maar inmiddels willen architecten zo hele gebouwen tevoorschijn toveren en worden orgaandonoren in de toekomst wellicht overbodig. Want die organen, die printen we ook zelf. 3D-modellen worden eerst gebouwd in software zoals AutoCAD of Blender, professionele programma’s die je niet zomaar even onder de knie hebt. De mogelijkheden van Paint 3D zijn een stuk beperkter, maar daardoor ook toegankelijker en juist geschikt om de eerste stappen op dit gebied te zetten. Plus, het is nog altijd gratis. Daardoor kan iedereen die ook maar een beetje interesse in 3D heeft, er gewoon mee aan de slag.

01 Installeer de Creators Update

Om Paint 3D te kunnen gebruiken, heb je de Creators Update, ook wel Makers Update, van Windows 10 nodig. Die voegt het programma namelijk standaard toe aan het besturingssysteem. De update is door Microsoft begin april uitgerold. Handmatig updaten kan ook met de hulp van de Windows 10-upgradeassistent. Ben je eenmaal up-to-date, dan vind je Paint 3D gewoon in het startmenu terug.

©PXimport

Drie decennia Paint

Paint is al zo oud als Windows zelf. De eerste versie maakte in 1985 zijn opwachting in Windows 1.0. Windows 3.0 introduceert in 1987 een verbeterde versie in kleur en een interface die door de jaren heen nauwelijks zou veranderen. Het grote publiek ontdekt Paint in Windows 95 en Microsoft voegt mondjesmaat nieuwe functies toe. Zo kan de software met telkens meer bestandsextensies overweg – als jpeg opslaan (in plaats van bmp) kan bijvoorbeeld pas sinds Windows 98. En meer dan drie acties ongedaan maken is pas een optie sinds Windows Vista. Met de komst van Windows 7 in 2009 krijgt Paint een belangrijke make-over, de software krijgt een nieuwe interface. Zo zijn alle belangrijke gereedschappen verplaatst van de linkerkant van het scherm naar de bovenkant. Ook zijn er veel meer soorten verfkwasten te selecteren. Deze variant van Paint zou tot en met Windows 10 meegaan, tot de introductie van Paint 3D.

©PXimport

02 Paint 2D

Laten we eerst even kijken naar wat er nog hetzelfde is gebleven. Je kunt in Paint 3D namelijk nog steeds in 2D werken. De indeling van de software is wel op de schop gegaan. Zo vind je de bekende gereedschappen niet meer boven in beeld, maar juist in het menu aan de rechterzijde. Hier selecteer je het vertrouwde tekengerei zoals de verfkwast, het potlood, de gum en ook de opvulemmer. In hetzelfde menu bepaal je onder meer de dikte en de kleur van de lijn. Op de plaatsing van de menu’s na werkt Paint tot dusver als vanouds.

©PXimport

03 3D-modellen plaatsen

Nu is het hoog tijd om de nieuwe 3D-opties te ontdekken. Boven in beeld zijn nieuwe icoontjes te vinden, waarbij de driedimensionale objecten achter het symbool van een kubus zitten verscholen. Klik je daarop, dan opent zich aan de rechterkant een menu met tools … maar pennen en potloden maken plaats voor vormen zoals cirkels, driehoeken en ovalen. Ook kant-en-klare modellen van mensen en dieren zijn er te selecteren. Zodra je een object hebt uitgekozen, kun je ook nog de kleur ervan uitkiezen. Plaats vervolgens het 3D-model in je project door op het witte vlak te klikken, de muisknop ingedrukt te houden en de muis te verslepen om de grootte te bepalen. Laat dan de muisknop los. Na het plaatsen van een object zie je rondom vier knoppen verschijnen. Daarmee laat je het 3D-figuur draaien en kantelen, of breng je het juist meer naar de voor- of achtergrond. Op die manier kun je ook het ene object voor het andere plaatsen, zodra je er meer aanmaakt. Rechtsonder in beeld zie je een schuifbalkje staan. Daarmee zoom je in en uit. Klik daarnaast op het icoontje van een oog om de 3D-weergave in te schakelen. Nu zie je daadwerkelijk de diepte die je hebt gecreëerd. Bewerken kan in deze modus niet. Om verder te werken, klik je op het icoontje van de kwast.

©PXimport

04 3D-objecten bewerken

Het blijft uiteraard niet bij simpelweg wat objecten plaatsen, je kunt ze ook helemaal personaliseren. Het leuke is dat de oude vertrouwde 2D-kwasten gewoon werken op 3D-vormen. Stel, je wilt een gezichtje tekenen, dan plaats je eerst een ronde cirkel. Vervolgens teken je daar met de kwast twee ogen en een mondje op. Je tekent dan letterlijk op de 3D-cirkel. Zodra je deze cirkel ronddraait, draait het nieuw getekende gezichtje ook daadwerkelijk mee. Overigens werkt de opvulemmer ook op 3D-modellen.

©PXimport

05 Stickers plakken

Ben je zelf niet zo goed in tekenen, dan kan de nieuwe sticker-functie je helpen. Je gaat met stickers aan de slag door bovenin op het rondje te klikken: de derde knop van rechts. Hier vind je overigens ook bekende opties terug als het plaatsen van een cirkel, een rechthoek of een pijl. Dit zijn standaard 2D-vormen die je eventueel op een 3D-model kunt plakken. Klik in het zij-menu bovenin op de smiley om nog veel meer stickers te vinden. Denk aan grappige zonnebrillen, snorren, kattenogen en noem zo maar op.

Net zoals pennenstreken zijn deze op driedimensionale objecten te plakken, waarbij ze zich op natuurlijke wijze naar dat object vormen. Hetzelfde geldt voor de patroon-stickers, die zich onder de knop ernaast bevinden. Ze zorgen ervoor dat een object een andere structuur krijgt. Zo maak je bijvoorbeeld van een ronde cirkel een marmeren knikker, of van een simpel vierkant een houten kubus. Je plaatst zo’n sticker door hem op de juiste plek te zetten en op de stempelknop te drukken. Je bent overigens niet gebonden aan de stickers die Microsoft heeft bedacht. Je kunt iedere afbeelding of foto van jezelf importeren als een sticker, wederom het in het menu aan de rechterkant. Klik helemaal rechts op de knop Aangepastestickers en druk op de plus om je eigen plaatjes te importeren.

©PXimport

06 Van 2D naar 3D

Paint 3D geeft je daarnaast verschillende mogelijkheden om je 2D-tekeningen om te zetten in een 3D-object. Tijdens het knutselen valt op meerdere momenten op dat er een knop 3D maken tevoorschijn komt, bijvoorbeeld zodra je een selectie van een 2D-tekening maakt. Daarmee transformeer je je creatie om naar een 3D-model. Ook is er een tool waarmee je 2D-vormen tekent, die daarna direct een 3D-vorm aannemen. Je vindt deze onderaan in het menu voor 3D-objecten, onder de naam 3D-schets.

07 3D-teksten plaatsen

Wil je je afbeeldingen opleuken met tekst? Ook dat kan nog steeds, nu met de optie om 3D-teksten te plaatsen. Bovenin vind je daarvoor de bekende T-knop voor tekst. Zodra je erop klikt, opent rechts een nieuw menu waar onder andere het lettertype, de tekstgrootte en de kleur van de letters te bepalen zijn. Bij het aanmaken van een 3D-tekst typ je eerst gewoon wat je wilt schrijven. Klik dan naast de tekst om nieuwe knoppen tevoorschijn te halen, waarmee je net als ieder ander 3D-object de plaatsing en de diepte van je woorden kunt bepalen.

©PXimport

Tijdmachine

We komen zo langzamerhand aan op een punt dat je waarschijnlijk wel wat foutjes ongedaan wilt maken. Werken op een driedimensionaal canvas vergt immers oefening en gewenning. Uiteraard werkt de toetscombinatie Ctrl+Z ook gewoon in Paint 3D, maar je hebt ook de beschikking over de Tijdmachine-functie. Rechtsboven vind je knoppen voor Ongedaan maken en Opnieuw, daartussenin zit de Tijdmachine. Door dit schuifbalkje heen en weer te slepen, kun je zo ver door je acties terug of vooruit spelen als je zelf wilt, om zo fouten te corrigeren.

©PXimport

08 Werk van anderen

Ondanks het laagdrempelige karakter, is het nog niet zo eenvoudig om fatsoenlijke 3D-creaties uit je mouw te schudden. Andere Paint 3D-gebruikers kunnen je dan op weg helpen via Remix 3D. Hier vind je namelijk ontwerpen die anderen hebben geüpload. Remix 3D is te benaderen vanuit Paint 3D zelf, via de knop met de drie poppetjes helemaal rechtsboven. Wanneer je Remix 3D de eerste keer gebruikt, zie je meteen al een hoop 3D-objecten van anderen. Gelukkig zijn ze opgedeeld in categorieën. Onder het thema ‘Slaapkamer’ vind je bijvoorbeeld voorgebouwde bedden, kastjes en lampen. Muziekinstrumenten, bomen en planten of exotische dieren, je kunt het zo gek niet verzinnen of iemand heeft het al bedacht. Log hier eerst in met een Microsoft-account. Klik daarna op het 3D-model dat je graag wilt gebruiken, en klik tot slot op de paarse place in project-knop. Overigens ben je niet afhankelijk van Remix 3D alleen. Paint 3D ondersteunt ook de bestandstypen .fbx, .3mf, .stl, en .obj, die handmatig te importeren zijn.

09 Opslaan, exporteren en publiceren

Ben je nog niet klaar met een project maar moet je er even tussenuit? Klik dan in het hamburgermenu op Opslaan als / Opslaan als project. Geef het beestje een naam en klik op 3D-project opslaan. Wanneer je de volgende keer aan je creatie verder wilt werken, kies je in het hamburgermenu voor Openen. Hier vind je meteen je Recenteprojecten terug. Is je project wél af, kies dan voor Opslaanals en Exporteren. Je kunt het bestand nu onder andere opslaan als jpeg, png of bmp, maar ook als 3mf-bestand. Dit laatste is een bestandsindeling die niet alleen door andere 3D-software gelezen kan worden, maar ook door 3D-printers. Heb je zelf geen 3D-printer, dan kun je zo’n bestand aanleveren bij printbedrijven die de 3D-afdruk voor je kunnen verzorgen. Tot slot kun je je werk exporteren naar Remix 3D, zodat anderen weer met jouw 3D-modellen aan de slag kunnen. Klik in het hamburgermenu op Publiceren naar Remix 3D. Geef een naam en een beschrijving op en voeg labels toe waarop je werk gevonden kan worden. Rest daarna enkel nog op Publiceren te klikken.

©PXimport

10 Afdrukken

Het leukste is natuurlijk als jouw 3D-project echt tot leven komt door het uit een 3D-printer te laten rollen. Dat kan in het hamburgermenu onder Afdrukken / 3D-afdruk. Heb je zelf een 3D-printer, dan wordt deze automatisch geselecteerd. Maar de kans is vrij groot dat je zelf nog geen 3D-printer in huis hebt staan. Je kunt dan een online bestelling plaatsen via de 3D-afdrukservice. Kies je hiervoor, dan wordt je model geüpload naar de Amerikaanse webshop. De prijs van de 3D-afdruk is onder andere afhankelijk van het materiaal dat je kiest en de schaal waarop het geprint moet worden. Houd daarnaast rekening met een levertijd van al gauw enkele weken. Heb je dus haast, dan kun je beter je 3mf-bestand aanbieden aan een Nederlandse winkel.

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.