ID.nl logo
Knutselen met Paint 3D in Windows 10
© PXimport
Huis

Knutselen met Paint 3D in Windows 10

Over Paint wordt altijd een beetje neerbuigend gesproken, maar het laagdrempelige karakter van het tekenprogramma spreekt nog altijd veel mensen aan. Al sinds 1985 is het een gratis onderdeel van Windows en door de jaren heen is er weinig aan veranderd. Met de komst van de Makers Update voor Windows 10 komt daar verandering in. Microsoft introduceert Paint 3D, waarmee het zelf in elkaar knutselen en printen van 3D-modellen voor iedereen behapbaar moet worden. We nemen een kijkje.

Je kunt het zo gek niet bedenken of het komt tegenwoordig uit een 3D-printer rollen. Het begon het nog bij toepassingen zoals een driedimensionaal figuurtje van jezelf, maar inmiddels willen architecten zo hele gebouwen tevoorschijn toveren en worden orgaandonoren in de toekomst wellicht overbodig. Want die organen, die printen we ook zelf. 3D-modellen worden eerst gebouwd in software zoals AutoCAD of Blender, professionele programma’s die je niet zomaar even onder de knie hebt. De mogelijkheden van Paint 3D zijn een stuk beperkter, maar daardoor ook toegankelijker en juist geschikt om de eerste stappen op dit gebied te zetten. Plus, het is nog altijd gratis. Daardoor kan iedereen die ook maar een beetje interesse in 3D heeft, er gewoon mee aan de slag.

01 Installeer de Creators Update

Om Paint 3D te kunnen gebruiken, heb je de Creators Update, ook wel Makers Update, van Windows 10 nodig. Die voegt het programma namelijk standaard toe aan het besturingssysteem. De update is door Microsoft begin april uitgerold. Handmatig updaten kan ook met de hulp van de Windows 10-upgradeassistent. Ben je eenmaal up-to-date, dan vind je Paint 3D gewoon in het startmenu terug.

©PXimport

Drie decennia Paint

Paint is al zo oud als Windows zelf. De eerste versie maakte in 1985 zijn opwachting in Windows 1.0. Windows 3.0 introduceert in 1987 een verbeterde versie in kleur en een interface die door de jaren heen nauwelijks zou veranderen. Het grote publiek ontdekt Paint in Windows 95 en Microsoft voegt mondjesmaat nieuwe functies toe. Zo kan de software met telkens meer bestandsextensies overweg – als jpeg opslaan (in plaats van bmp) kan bijvoorbeeld pas sinds Windows 98. En meer dan drie acties ongedaan maken is pas een optie sinds Windows Vista. Met de komst van Windows 7 in 2009 krijgt Paint een belangrijke make-over, de software krijgt een nieuwe interface. Zo zijn alle belangrijke gereedschappen verplaatst van de linkerkant van het scherm naar de bovenkant. Ook zijn er veel meer soorten verfkwasten te selecteren. Deze variant van Paint zou tot en met Windows 10 meegaan, tot de introductie van Paint 3D.

©PXimport

02 Paint 2D

Laten we eerst even kijken naar wat er nog hetzelfde is gebleven. Je kunt in Paint 3D namelijk nog steeds in 2D werken. De indeling van de software is wel op de schop gegaan. Zo vind je de bekende gereedschappen niet meer boven in beeld, maar juist in het menu aan de rechterzijde. Hier selecteer je het vertrouwde tekengerei zoals de verfkwast, het potlood, de gum en ook de opvulemmer. In hetzelfde menu bepaal je onder meer de dikte en de kleur van de lijn. Op de plaatsing van de menu’s na werkt Paint tot dusver als vanouds.

©PXimport

03 3D-modellen plaatsen

Nu is het hoog tijd om de nieuwe 3D-opties te ontdekken. Boven in beeld zijn nieuwe icoontjes te vinden, waarbij de driedimensionale objecten achter het symbool van een kubus zitten verscholen. Klik je daarop, dan opent zich aan de rechterkant een menu met tools … maar pennen en potloden maken plaats voor vormen zoals cirkels, driehoeken en ovalen. Ook kant-en-klare modellen van mensen en dieren zijn er te selecteren. Zodra je een object hebt uitgekozen, kun je ook nog de kleur ervan uitkiezen. Plaats vervolgens het 3D-model in je project door op het witte vlak te klikken, de muisknop ingedrukt te houden en de muis te verslepen om de grootte te bepalen. Laat dan de muisknop los. Na het plaatsen van een object zie je rondom vier knoppen verschijnen. Daarmee laat je het 3D-figuur draaien en kantelen, of breng je het juist meer naar de voor- of achtergrond. Op die manier kun je ook het ene object voor het andere plaatsen, zodra je er meer aanmaakt. Rechtsonder in beeld zie je een schuifbalkje staan. Daarmee zoom je in en uit. Klik daarnaast op het icoontje van een oog om de 3D-weergave in te schakelen. Nu zie je daadwerkelijk de diepte die je hebt gecreëerd. Bewerken kan in deze modus niet. Om verder te werken, klik je op het icoontje van de kwast.

©PXimport

04 3D-objecten bewerken

Het blijft uiteraard niet bij simpelweg wat objecten plaatsen, je kunt ze ook helemaal personaliseren. Het leuke is dat de oude vertrouwde 2D-kwasten gewoon werken op 3D-vormen. Stel, je wilt een gezichtje tekenen, dan plaats je eerst een ronde cirkel. Vervolgens teken je daar met de kwast twee ogen en een mondje op. Je tekent dan letterlijk op de 3D-cirkel. Zodra je deze cirkel ronddraait, draait het nieuw getekende gezichtje ook daadwerkelijk mee. Overigens werkt de opvulemmer ook op 3D-modellen.

©PXimport

05 Stickers plakken

Ben je zelf niet zo goed in tekenen, dan kan de nieuwe sticker-functie je helpen. Je gaat met stickers aan de slag door bovenin op het rondje te klikken: de derde knop van rechts. Hier vind je overigens ook bekende opties terug als het plaatsen van een cirkel, een rechthoek of een pijl. Dit zijn standaard 2D-vormen die je eventueel op een 3D-model kunt plakken. Klik in het zij-menu bovenin op de smiley om nog veel meer stickers te vinden. Denk aan grappige zonnebrillen, snorren, kattenogen en noem zo maar op.

Net zoals pennenstreken zijn deze op driedimensionale objecten te plakken, waarbij ze zich op natuurlijke wijze naar dat object vormen. Hetzelfde geldt voor de patroon-stickers, die zich onder de knop ernaast bevinden. Ze zorgen ervoor dat een object een andere structuur krijgt. Zo maak je bijvoorbeeld van een ronde cirkel een marmeren knikker, of van een simpel vierkant een houten kubus. Je plaatst zo’n sticker door hem op de juiste plek te zetten en op de stempelknop te drukken. Je bent overigens niet gebonden aan de stickers die Microsoft heeft bedacht. Je kunt iedere afbeelding of foto van jezelf importeren als een sticker, wederom het in het menu aan de rechterkant. Klik helemaal rechts op de knop Aangepaste stickers en druk op de plus om je eigen plaatjes te importeren.

©PXimport

06 Van 2D naar 3D

Paint 3D geeft je daarnaast verschillende mogelijkheden om je 2D-tekeningen om te zetten in een 3D-object. Tijdens het knutselen valt op meerdere momenten op dat er een knop 3D maken tevoorschijn komt, bijvoorbeeld zodra je een selectie van een 2D-tekening maakt. Daarmee transformeer je je creatie om naar een 3D-model. Ook is er een tool waarmee je 2D-vormen tekent, die daarna direct een 3D-vorm aannemen. Je vindt deze onderaan in het menu voor 3D-objecten, onder de naam 3D-schets.

07 3D-teksten plaatsen

Wil je je afbeeldingen opleuken met tekst? Ook dat kan nog steeds, nu met de optie om 3D-teksten te plaatsen. Bovenin vind je daarvoor de bekende T-knop voor tekst. Zodra je erop klikt, opent rechts een nieuw menu waar onder andere het lettertype, de tekstgrootte en de kleur van de letters te bepalen zijn. Bij het aanmaken van een 3D-tekst typ je eerst gewoon wat je wilt schrijven. Klik dan naast de tekst om nieuwe knoppen tevoorschijn te halen, waarmee je net als ieder ander 3D-object de plaatsing en de diepte van je woorden kunt bepalen.

©PXimport

Tijdmachine

We komen zo langzamerhand aan op een punt dat je waarschijnlijk wel wat foutjes ongedaan wilt maken. Werken op een driedimensionaal canvas vergt immers oefening en gewenning. Uiteraard werkt de toetscombinatie Ctrl+Z ook gewoon in Paint 3D, maar je hebt ook de beschikking over de Tijdmachine-functie. Rechtsboven vind je knoppen voor Ongedaan maken en Opnieuw, daartussenin zit de Tijdmachine. Door dit schuifbalkje heen en weer te slepen, kun je zo ver door je acties terug of vooruit spelen als je zelf wilt, om zo fouten te corrigeren.

©PXimport

08 Werk van anderen

Ondanks het laagdrempelige karakter, is het nog niet zo eenvoudig om fatsoenlijke 3D-creaties uit je mouw te schudden. Andere Paint 3D-gebruikers kunnen je dan op weg helpen via Remix 3D. Hier vind je namelijk ontwerpen die anderen hebben geüpload. Remix 3D is te benaderen vanuit Paint 3D zelf, via de knop met de drie poppetjes helemaal rechtsboven. Wanneer je Remix 3D de eerste keer gebruikt, zie je meteen al een hoop 3D-objecten van anderen. Gelukkig zijn ze opgedeeld in categorieën. Onder het thema ‘Slaapkamer’ vind je bijvoorbeeld voorgebouwde bedden, kastjes en lampen. Muziekinstrumenten, bomen en planten of exotische dieren, je kunt het zo gek niet verzinnen of iemand heeft het al bedacht. Log hier eerst in met een Microsoft-account. Klik daarna op het 3D-model dat je graag wilt gebruiken, en klik tot slot op de paarse place in project-knop. Overigens ben je niet afhankelijk van Remix 3D alleen. Paint 3D ondersteunt ook de bestandstypen .fbx, .3mf, .stl, en .obj, die handmatig te importeren zijn.

09 Opslaan, exporteren en publiceren

Ben je nog niet klaar met een project maar moet je er even tussenuit? Klik dan in het hamburgermenu op Opslaan als / Opslaan als project. Geef het beestje een naam en klik op 3D-project opslaan. Wanneer je de volgende keer aan je creatie verder wilt werken, kies je in het hamburgermenu voor Openen. Hier vind je meteen je Recente projecten terug. Is je project wél af, kies dan voor Opslaan als en Exporteren. Je kunt het bestand nu onder andere opslaan als jpeg, png of bmp, maar ook als 3mf-bestand. Dit laatste is een bestandsindeling die niet alleen door andere 3D-software gelezen kan worden, maar ook door 3D-printers. Heb je zelf geen 3D-printer, dan kun je zo’n bestand aanleveren bij printbedrijven die de 3D-afdruk voor je kunnen verzorgen. Tot slot kun je je werk exporteren naar Remix 3D, zodat anderen weer met jouw 3D-modellen aan de slag kunnen. Klik in het hamburgermenu op Publiceren naar Remix 3D. Geef een naam en een beschrijving op en voeg labels toe waarop je werk gevonden kan worden. Rest daarna enkel nog op Publiceren te klikken.

©PXimport

10 Afdrukken

Het leukste is natuurlijk als jouw 3D-project echt tot leven komt door het uit een 3D-printer te laten rollen. Dat kan in het hamburgermenu onder Afdrukken / 3D-afdruk. Heb je zelf een 3D-printer, dan wordt deze automatisch geselecteerd. Maar de kans is vrij groot dat je zelf nog geen 3D-printer in huis hebt staan. Je kunt dan een online bestelling plaatsen via de 3D-afdrukservice. Kies je hiervoor, dan wordt je model geüpload naar de Amerikaanse webshop. De prijs van de 3D-afdruk is onder andere afhankelijk van het materiaal dat je kiest en de schaal waarop het geprint moet worden. Houd daarnaast rekening met een levertijd van al gauw enkele weken. Heb je dus haast, dan kun je beter je 3mf-bestand aanbieden aan een Nederlandse winkel.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.