ID.nl logo
Bestanden uitwisselen met Cyberduck
© Reshift Digital
Huis

Bestanden uitwisselen met Cyberduck

Cyberduck is een welkome tool voor iedereen die bestanden opslaat buiten de eigen computer. De opensource-applicatie wordt vaak gebruikt om te communiceren met de hosting provider om je website te updaten. Met deze gele badeend kun je bovendien bestanden uitwisselen met een NAS of met alle populaire clouddiensten. Soms zijn er zelfs goede redenen om voor Cyberduck te kiezen in plaats van de gewone synchronisatieclient.

Cyberduck is lang de uitverkoren tool van de Mac-gebruiker geweest om bestanden van en naar een server te transporteren. Ondertussen is ook de populariteit op het Windows-platform toegenomen.

Op de homepage van Cyberduckword je doorverwezen naar de Microsoft Store. Hier vind je de gratis editie en een variant die 23,99 euro kost. In de App Store van Apple staat alleen de betaalde versie. Qua functionaliteit is er geen enkel verschil tussen de betaalde en gratis editie. Als je betaalt, ontvang je een code waardoor de vraag verdwijnt om dit opensource-product financieel te steunen. 

Via https://cyberduck.io/download/ haal je de gratis versies voor beide platformen.

©PXimport

Eerste verbinding

De eerste keer dat je verbinding maakt met de server, heb je vier gegevens nodig: het gebruikte protocol, de naam van de host, je gebruikersnaam en je wachtwoord.

Ga naar het menu Bestand. Daar kies je Nieuwe verbinding, waarna je in het pop-upvenster het protocol selecteert in een uitklapmenu. Daarna typ je de naam van de server en je inloggegevens.

De naam van de server verraadt meestal het protocol dat je moet kiezen. Bovendien ontvang je deze informatie van de aanbieder. Begint de naam met ftp, dan weet je dat je bovenaan FTP (File Transfer Protocol) moet kiezen. Laat de poort op 21 staan en vink het vakje Bewaar wachtwoord aan. Daarna klik je op de knop Verbind.

Ftp/ftp-ssl/sftp

Het ftp-protocol werkt snel, maar dit is een onbeveiligd protocol. Ftp-ssl en sftp zijn uitbreidingen van het file transfer protocol (ftp) die veel veiliger zijn, omdat die gebruikmaken van encryptie. Sftp heeft onze voorkeur, omdat het iets sneller werkt en vooral veiliger is. Bovendien kun je dan zowel poort 21 als de poorten tussen 1200 en 2000 aanspreken.

Als je verbinding maakt met sftp, zal Cyberduck een Unknown fingerprint-melding tonen die je moet toestaan. Ook wanneer je met de bekende clouddiensten verbinding maakt, zul je de connectie moeten autoriseren.

©PXimport

Downloaden

Is de verbinding eenmaal tot stand gebracht, dan verschijnt de mappenstructuur van je account op de server. Je kunt de mappen openklikken en sluiten. Om de bestanden en mappen te downloaden, selecteer je ze en klik je vervolgens met rechts op Download. De map of het bestand komt dan op de harde schijf in de map Downloads terecht.

Het kan zelfs nog eenvoudiger. Stel dat je verschillende bestanden wilt downloaden, dan selecteer je eerst met de Ctrl-toets ingedrukt de gewenste bestanden. Daarna open je in Windows Verkenner de map op de harde schijf waar deze bestanden moeten komen en vervolgens sleep je de vijf bestanden naar deze map.

Uploaden en syncen

Als je met Windows Verkenner of met macOS Finder kunt werken, dan weet je ook hoe je bestanden van de computer naar de server verplaatst en andersom. Je opent een map in Cyberduck en kiest de opdracht Upload om bestanden of mappen te selecteren die richting server moeten vertrekken. Of nog makkelijker, je sleept ze gewoon vanuit Windows Verkenner of Finder naar de juiste map van Cyberduck.

Met de rechtermuisknop kun je ook de opdracht Synchroniseer starten om de inhoud van een map op de server te syncen met een map op de harde schijf.

©PXimport

Onderling uitwisselen

Om een object tussen verschillende servers te verplaatsen, open je een nieuw venster met Bestand / Nieuwe browser of Ctrl+N. Je kunt bestanden en mappen verplaatsen tussen verschillende bladwijzers. In de gereedschapsbalk van Cyberduck zul je zien dat het programma de bestandsextensie van een geselecteerd file herkent.

In de browser kun je trouwens mappen maken en verwijderen op dezelfde manier als in de verkenner. Cyberduck is standaard ingesteld om opnieuw verbinding te maken met de bladwijzer die was verbonden op het moment dat je het programma afsloot. Dit kun je wijzigen in de voorkeuren.

Bladwijzers

Om te voorkomen dat je elke keer de verbindingsgegevens moet invoeren, kun je in de geschiedenis van het programma de recente verbindingen gebruiken. Daarvoor kun je de knop met het klokpictogram of het menu Bladwijzer / Geschiedenis gebruiken. Of nog beter, werk met bladwijzers zoals bij een internetbrowser.

Wanneer je een verbinding hebt gemaakt, ga je naar Bladwijzer / Nieuwe bladwijzer. Je kunt de bladwijzer dan een eigen schermnaam geven. Op die manier verschijnt de server in de vorm van een pictogram. Met de knop Bladwijzers (naast het klokje) kun je alle bladwijzers opvragen.

©PXimport

Meerdere Dropbox-accounts

Wanneer je een nieuwe verbinding wilt maken, toont Cyberduck alle protocollen die het ondersteunt. Daar zitten ook de populaire clouddiensten bij, zoals Google Drive, Microsoft OneDrive, Microsoft SharePoint en Dropbox. Al deze diensten hebben hun eigen synchronisatie-oplossingen, dus waarom zou je dan nog Cyberduck gebruiken?

Daar zijn twee goede redenen voor. Misschien wil je geen synchronisatie gebruiken, maar gewoon een bestand rechtstreeks in de cloud plaatsen. Een belangrijkere reden is dat je via Cyberduck probleemloos met verschillende clouddiensten van dezelfde soort kunt verbinden. Wie dus twee of meerdere accounts bij Dropbox heeft, kan beter voor Cyberduck kiezen dan de Dropbox-client gebruiken.

Autorisatiesleutel

Als je Cyberduck snel met verschillende Dropbox-accounts wilt verbinden, maak je voor elk account een andere bladwijzer. Op die manier is het zelfs mogelijk om verschillende accounts tegelijk te openen.

Ga bij Nieuwe verbinding voor de keuze Dropbox. Klik meteen op de knop Verbind. Op die manier kom je in een venster om de link te leggen tussen Dropbox en Cyberduck. Nadat je je inlognaam en wachtwoord van Dropbox hebt ingevoerd, verschijnt er een autorisatiesleutel die je moet kopiëren en plakken in Cyberduck. Hierna zal Cyberduck de inhoud van je Dropbox-account tonen. Op dezelfde manier kun je ook Google Drive en Microsoft OneDrive toevoegen aan Cyberduck.

©PXimport

Acties op een bestand/map

In het Cyberduck-scherm kun je verschillende acties toepassen op bestanden en mappen. Daarvoor dient de knop Actie. Je kunt bijvoorbeeld het venster verversen voor het geval dat bepaalde wijzigingen niet meteen zichtbaar zijn. Je kunt de map of het bestand hernoemen of dupliceren.

Het is ook mogelijk om bestanden te verwijderen of te bewerken. Als je de opdracht Bewerken met selecteert, moet je eerst een applicatie kiezen uit de suggesties die Cyberduck voorstelt. Daarna zal het programma het bestand binnenhalen en openen in de aangeduide app.

Overdrachten

Wanneer je een bestand of map overzet, verschijnt het deelvenster Overdrachten. Dit venster is de gemakkelijkste manier om te controleren of de overdracht gelukt is. Hier lees je de richting van de overdracht, de bestandsnaam, de status (Download voltooid, Download incompleet enzovoort) en de grootte van de bestanden.

Als je een upload selecteert en op de knop Toon klikt, zal Windows Verkenner aangeven waar het oorspronkelijke bestand op de harde schijf staat. Selecteer je een download, dan zie je via dezelfde knop waar Cyberduck het bestand heeft geplaatst. Dat is handig als je na een download vergeten bent waar je het item hebt gezet.

©PXimport

Mountain Duck

Aanvullend op Cyberduck kun je via hetzelfde adres Mountain Duck installeren. Deze app toont de online opslagplaatsen als externe drives in Windows Verkenner en macOS Finder. Door die integratie kun je de servers openen vanuit het systeemvak in Windows of de menubalk op de Mac.

In Mountain Duck kun je de bestanden en mappen aanduiden die je offline wilt gebruiken. De overige bestanden zal Mountain Duck pas downloaden op aanvraag, die nemen dus geen ruimte in op de harde schijf. Mountain Duck ondersteunt encryptie, drag-and-drop en realtime synchronisatie. Je mag de software vijftien dagen testen, daarna kost een licentie eenmalig 35 euro.

Versleutelde kluis

Een van de acties die onder het tandwieltje verborgen zitten, is Nieuwe versleutelde kluis. Zo’n kluis is een map die gebruikmaakt van het versleutelingsprogramma Cryptomator. Als je zo’n map zonder Cyberduck opent, zul je de bestanden niet zien.

Je maakt zo’n versleutelde map op een NAS of op cloudopslag. Selecteer Nieuwe versleutelde kluis, voer een mapnaam in en typ vervolgens een sterk wachtwoord. Als het wachtwoord een groene markering heeft gekregen, dan is het sterk genoeg om te gebruiken. Vanaf dan heb je dat wachtwoord nodig om verbinding te maken met de kluis.

©PXimport

NAS

Met Cyberduck kun je ook gegevens bereiken die op een netwerkschijf staan. Langs de kant van de NAS moet je WebDAV activeren en daarbij schakel je HTTP of HTTPS in. Noteer de poorten die je daarbij aanspreekt.

In Cyberduck selecteer je vervolgens het juiste protocol in het keuzemenu. In dit voorbeeld gaan we voor WebDAV (HTTPS). Daarna typ je bij Server de naam van de NAS en de poort die je daarnet hebt genoteerd. Bij Gebruikersnaam vul je de inlog van de NAS in en daaronder typ of plak je het wachtwoord van de NAS. Je ontvangt de melding dat je even een certificaat moet installeren. Sta dit toe en maak verbinding.

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.