ID.nl logo
UHS of SD Express: zo weet je welke snelheden je microSD-kaart aan kan
© Oleg - stock.adobe.com
Huis

UHS of SD Express: zo weet je welke snelheden je microSD-kaart aan kan

Twee microSD-kaarten met dezelfde opslagcapaciteit kunnen alsnog erg van elkaar verschillen. Dat komt door de businterface, die de schrijfsnelheden van dit soort kaartjes bepaalt. In dit artikel bespreken we welke van deze interfaces er zijn en hoe ze onderling verschillen.

In dit artikel gaan we dieper in op onder meer:

  • Wat schrijfsnelheden van microSD-kaarten zijn en waarom ze belangrijk zijn

  • De verschillende businterface-standaarden voor microSD's

  • De theoretische maximumsnelheden en minimumsnelheden van deze standaarden

  • De speciale videosnelheidsklassen voor het opnemen van video's

  • Waarom snellere microSD's niet altijd de beste keuze zijn

  • De beperkte compatibiliteit van de nieuwste SD Express-standaard met oudere apparaten

  • Lees ook: Waar moet je op letten bij de aanschaf van een SD-kaart?

Wat zijn schrijfsnelheden?

Het duidelijkste verschil tussen microSD-kaarten is de aanwezige opslagcapaciteit, maar tussen deze kaarten zitten onderling ook nog grote verschillen. Een belangrijk verschil zit 'm in de zogenoemde businterface van de microSD’s. De businterface geeft aan hoe snel de SD-kaart en het apparaat waarmee de kaart verbonden is, met elkaar kunnen communiceren. Hoe hoger deze schrijfsnelheden, hoe sneller grote bestanden van en naar de SD-kaart verplaatst kunnen worden.

Vooral professionele fotografen hechten waarde aan vlugge schrijfsnelheden, want die bepalen mede de kwaliteit van de foto’s die een camera op het kaartje kan opslaan in het oorspronkelijke raw-formaat. Ook voor fotografen die veel foto's achter elkaar willen schieten (zogenaamde burst- of continu-opnames) zijn hoge schrijfsnelheden belangrijk, want ze willen niet dat de microSD na elke foto eerst een tijdje moet bufferen voordat de volgende foto kan worden genomen.

Verschillen tussen de UHS-interfaces

In den beginne (rond 2000) waren er slechts twee soorten businterfaces voor SD-kaarten: Standard (schrijfsnelheden tot 12,5 megabyte per seconde) en High-speed (tot 25 MB/s). Nieuwere apparaten vereisten echter dat microSD's sneller gegevens konden overschrijven Daarom introduceerde de SD Association in 2009 de UHS-standaard, waar het gros van de huidige microSD’s onder vallen. Deze bestaat inmiddels uit drie verschillende types met de volgende theoretische maximale schrijfsnelheden: 104 MB/s voor UHS-I, 312 MB/s voor UHS-II en 624 MB/s voor UHS-III.

Er is echter geen garantie dat de kaarten deze theoretische snelheden daadwerkelijk halen. Om toch meer houvast te bieden, krijgen microSD’s ook minimale schrijfsnelheden mee. Die staan los van de UHS-klasses en worden aangeduid met U1 tot en met U3. Het gaat respectievelijk om minimale snelheden van 10 MB/s, 20 MB/s en 30 MB/s. Een UHS-I U3-kaart biedt dus snelheden tussen de 30 en 104 MB/s.

Een UHS II U3-microSD-kaart.

Opkomst van de SD Express-standaard

Maar dan zijn we er nog niet, want in 2018 is er een nieuwe standaard bij gekomen: SD Express. Net als de UHS-types is er niet één soort SD Express, maar wordt de standaard telkens uitgebreid. De meeste SD Express-specificaties bieden snelheden tot 985 MB/s, maar onlangs is daar versie 8.0 bij gekomen met een theoretische overdrachtssnelheid tot maar liefst 3940 MB/s. Dat is vier keer sneller dan de originele specificatie en ongeveer evenveel als de snelheid van de gemiddelde NVMe-ssd in een pc.

Hiermee kunnen fotografen nóg hoogwaardiger raw-foto’s (in 8K-kwaliteit of zelfs hoger) in de burst-modus schieten. Momenteel zijn er alleen nog geen microSD's beschikbaar met deze SD Express-versie. Er zijn überhaupt nog weinig SD-kaarten op de markt die gebruikmaken van een SD Express-interface; onder meer Lexar biedt dergelijke kaarten aan en ook Samsung is van plan om binnenkort SD Express-kaarten uit te brengen.

Een microSD-kaart met SD Express-interface van Lexar.

Videosnelheid: een klasse apart Voor video-opnames bestaat een afzonderlijke snelheidsklasse. Op microSD-kaartjes staat vaak een 'V' gevolgd door een getal dat de videoschrijfsnelheid in megabytes per seconde (MB/s) aanduidt. Een kaart met het getal 'V30' geeft dus aan dat deze in staat is om video’s met een snelheid van 30 MB/s naar de kaarten te schrijven.

Hoe sneller dat kan, hoe hoger de maximale bitrate en daarmee de kwaliteit van de video’s die kunnen worden opgeslagen. Maar let op: de bitrate wordt gemeten in megabits per seconde (mbps). Eén megabyte staat gelijk aan acht megabits, dus een V30-SD-kaart kan een bitrate van maximaal 240 mbps aan.

Of het interessant is om voor een kaart met een hogere videosnelheidsklasse te gaan, hangt af van de maximale bitrate die je camera ondersteunt. Dat zal vooral een verschil maken bij 4K- en 8K-video’s, aangezien de meeste moderne SD-kaarten al in staat zijn om Full-HD-video’s met de maximale bitrate op te slaan.

Snellere SD-kaarten niet altijd de beste keuze

Het lijkt misschien vanzelfsprekend om voor SD-kaarten met een hogere businterface te kiezen, maar dat hoeft niet per se zo te zijn. SD Express-kaarten zijn bijvoorbeeld alleen backwards compatible met UHS-I, maar niet met UHS-II of UHS-III. Dat houdt in dat een apparaat SD Express of UHS-II/-III kan ondersteunen, maar niet allebei. Oftewel: als je een UHS-III-kaart hebt en deze in een apparaat met SD Express-ondersteuning wilt gebruiken, val je helemaal terug naar de UHS-I-standaard. Dat is dus behoorlijk zonde van het geld, want je hebt dan niets aan de beloofde hogere snelheden van je duurdere SD-kaart.

Er zijn sowieso maar weinig apparaten met ondersteuning voor de nieuwere businterfaces. De meeste microSD-adapters en apparaten als handheldconsoles ondersteunen momenteel alleen nog de vijftien jaar oude UHS-I-standaard. Het is bovendien nog maar de vraag of apparaten in de toekomst wel van deze hogere standaarden gebruik gaan maken. Zo zijn veel camerafabrikanten overgegaan op CFExpress-geheugenkaarten. Hoewel deze technologisch vrijwel identiek zijn aan SD Express, verscheen de CompactFlash-kaart eerder. Daardoor zijn er nu systeemcamera’s die wel CFExpress-, maar geen SD Express-ondersteuning bieden.

▼ Volgende artikel
Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap
© wertinio - stock.adobe.com
Huis

Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap

Zes op de tien Nederlanders vervangen nooit het filter van hun afzuigkap. Dat blijkt uit recent onderzoek van Afzuigkapwinkel.nl. Veel mensen weten niet eens dat dit nodig is. Een vervuild filter vangt vet en geur niet meer goed op. Daardoor wordt de luchtkwaliteit slechter en het risico op oververhitting of zelfs brand groter. Regelmatig vervangen dus. Hoe, dat leggen we stap voor stap uit.

In dit artikel

Een schoon filter is onmisbaar voor een goed werkende afzuigkap. In dit artikel lees je waarom regelmatig onderhoud belangrijk is, welke filters er zijn en hoe je ze stap voor stap vervangt.

Lees ook: Hoe kies je de juiste afzuigkap?

Waarom een schoon filter belangrijk is

Een afzuigkap werkt alleen goed als lucht vrij door het filter kan stromen. Zodra dat filter verzadigd raakt met vet of vuil, moet de motor harder werken en neemt de zuigkracht af. Daardoor blijven kooklucht, vocht en vetdeeltjes in huis hangen. Op termijn kan dat leiden tot schimmelvorming en een vettige aanslag op kastjes en muren. Door het filter op tijd schoon te maken of te vervangen, houd je de luchtstroming stabiel en de motor in conditie.

De verschillende filters in een afzuigkap

Elke afzuigkap bevat minstens één vetfilter. Dat zit aan de onderkant en vangt vetdeeltjes op die vrijkomen bij het koken. Bij moderne modellen wordt vaak een metalen vetfilter gebruikt, meestal van aluminium of roestvrij staal. Dat type kun je schoonmaken en hergebruiken. Oudere of goedkopere afzuigkappen hebben soms schuim- of papieren vetfilters die niet te reinigen zijn en dus regelmatig vervangen moeten worden.

Bij afzuigkappen die lucht niet naar buiten afvoeren, maar via de kap terug de keuken inblazen (recirculatie), komt er nog een extra filter bij: het koolstoffilter. Dit filter bevat actieve kool, een fijn zwart poeder dat geurmoleculen bindt. De lucht wordt door het filter gezogen, geuren blijven aan de koolstof kleven en de schone lucht stroomt weer naar buiten. Zodra de kool verzadigd raakt, neemt de werking af en komen kookgeuren weer terug in de keuken. Daarom is het belangrijk het koolstoffilter meerdere keren per jaar te vervangen.

Nieuwere afzuigkappen gebruiken soms een gecombineerd vet- en geurfilter, of zelfs een zogenoemd plasmafilter. Dat laatste werkt met elektrische ontladingen die vet- en geur­deeltjes afbreken en hoeft vrijwel nooit vervangen te worden. Dit systeem is vooral te vinden in duurdere keukens, maar wint terrein omdat het duurzamer en onderhoudsarm is.

©Maksims_Liene | fotoduets

Hoe vaak onderhoud je de filters?

De frequentie hangt af van hoe vaak en hoe vet je kookt. Wie dagelijks bakt of frituurt, moet het vetfilter elke maand schoonmaken. Reinig een metalen vetfilter in de vaatwasser op een heet programma met een normaal vaatwasmiddel. Vermijd agressieve reinigingsmiddelen, want die kunnen aluminium dof maken – dat is op zich niet schadelijk, maar vooral een kwestie van uiterlijk. Het koolstoffilter moet gemiddeld om de drie tot zes maanden vervangen worden. Wie minder kookt, kan iets langer wachten, maar wacht niet tot de zuigkracht merkbaar afneemt.

Zo vervang je het filter stap voor stap

Begin altijd met veiligheid. Zet de afzuigkap uit, trek de stekker uit het stopcontact en laat de lampen even afkoelen. Verwijder daarna het oude vetfilter door de onderkant van de kap te openen of de clips los te maken. Maak meteen van de gelegenheid gebruik om de binnenzijde van de afzuigkap schoon te vegen met een sopje van warm water en ontvetter. Vet dat zich daar ophoopt, hindert de luchtstroom en kan nare geurtjes veroorzaken.

Plaats vervolgens het nieuwe filter op dezelfde plek. Zorg dat het goed aansluit en geen kieren heeft. Bij ronde koolstoffilters draai je ze vast op hun houder, terwijl vlakke filters meestal klemmen of klikken. Steek daarna de stekker weer in het stopcontact en test of de kap goed werkt. Als de luchtstroom krachtig aanvoelt en het geluid gelijkmatig is, zit alles goed gemonteerd.

©Andrii

Wanneer weet je dat het tijd is voor vervanging?

Er zijn duidelijke signalen dat het filter zijn werk niet meer doet. De afzuigkap maakt meer geluid, de zuigkracht neemt af en kooklucht blijft langer hangen. Sommige modellen hebben een lampje dat gaat branden zodra het filter aan vervanging toe is. Ruik je bij het aanzetten van de kap een muffe geur, dan is dat vaak een teken dat het vetfilter verzadigd is of dat het koolstoffilter zijn opnamecapaciteit kwijt is.

Maak er een gewoonte van

Een afzuigkapfilter hoort net zo goed op je onderhoudskalender als de batterij van je rookmelder. Noteer de vervangdatum of stel een herinnering in op je telefoon. Zo blijft het een vaste gewoonte in plaats van een klus die je telkens vergeet. Regelmatig onderhoud zorgt niet alleen voor frisse lucht, maar ook voor een langere levensduur van je afzuigkap.

Dus?

Een schone afzuigkap begint bij goed filteronderhoud. Het vetfilter houdt vet tegen, het koolstoffilter verwijdert geuren. Reinig het vetfilter maandelijks en vervang het koolstoffilter minstens twee keer per jaar. Zo blijft de lucht in je keuken fris, werkt de motor stiller en voorkom je onnodige slijtage of risico op brand.

Afzuigkapfilter nodig?

Vet veel keus
▼ Volgende artikel
Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past
© Family Veldman
Huis

Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past

Je kiest een wasmachine niet op gevoel alleen. Je wilt schoon wasgoed, lage kosten per wasbeurt en een wasmachine die stil en betrouwbaar zijn werk doet. Vier namen domineren de markt: Miele, Siemens, Bosch en AEG. Alle vier sterk, maar elk met een eigen signatuur. In dit artikel ontdek de sterke punten van elk merk. Zo kun je goed vergelijken en de wasmachine kiezen die helemaal past bij jouw gezin en dagelijkse was.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Miele: voor langdurige prestaties en doseergemak

Wasmachines van Miele staan bekend om de hoge kwaliteit, nauwkeurige programma's en stille werking. Dat merk je aan het stabiele centrifugeren en een trommel die zorgvuldig met textiel omgaat. Het TwinDos-systeem neemt je dosering uit handen: twee reservoirs zorgen automatisch voor de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter. Zo voorkom je verspilling, blijft er minder schuim achter en blijven kleuren en vezels langer mooi. Heb je haast, dan is er PowerWash, dat in minder dan een uur een volle trommel schoon krijgt. SteamCare vermindert kreuk en frist gedragen kleding op zonder dat je een volledige wasbeurt hoeft te draaien. Miele koppelt deze functies aan de bekende duurzaamheid: je krijgt maar liefst 20 jaar garantie op onderdelen.

©Miele

Siemens: slimme sensoren en opfrissen zonder water

Wasmachines van Siemens delen techniek met zustermerk Bosch, maar het accent ligt op anders. Dankzij iSensoric-sensoren past de machine het programma voortdurend aan op belading en vervuiling, zodat je minder water en energie verbruikt zonder in te leveren op resultaat. Wie tijd wil besparen, gebruikt varioSpeed: programma's zijn merkbaar sneller klaar. Siemens biedt daarnaast de unieke sensoFresh-functie, waarmee je geurtjes uit kleding verwijdert met actieve zuurstof, zonder water of wasmiddel. Ideaal voor blazers, truien of sportkleding die alleen muf ruiken. Veel modellen beschikken ook over i-DOS automatische dosering en een antivlekkensysteem, zodat de was er met minimale moeite fris en schoon uitkomt.

©Siemens

Bosch: zuinig wassen met i-DOS en stabiele werking

Bij wasmachines van Bosch ligt de nadruk op gemak en efficiënt omgaan met water en wasmiddel. Belangrijk daarbij is i-DOS: je vult de reservoirs en de machine bepaalt zelf de juiste hoeveelheid wasmiddel, door met sensoren het  gewicht én de vuilgraad van je wasgoed te meten. Dat scheelt wasmiddel en zorgt ook voor de beste resultaten.. Dankzij varioPerfect kies je per wasbeurt tussen sneller of energiezuiniger draaien. Handig is ook dat je een programma kunt pauzeren om nog snel een kledingstuk toe te voegen. Staat de machine in de buurt van de woonkamer of op een houten vloer, dan zorgt het AntiVibration-ontwerp voor extra stabiliteit en minder geluid. Met ActiveWater Plus past Bosch het waterverbruik aan kleine ladingen aan, zodat je ook bij halve trommels zuinig wast.

©Bosch

AEG: zorg voor stoffen met slimme dosering en stoom

Wasmachines van AEG staan bekend om technologie die kleding langer mooi houdt. Een goed voorbeeld is AutoDose, waarbij de machine automatisch de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter doseert. ProSense past de duur en het verbruik van elk programma aan op de hoeveelheid was, zodat kleding nooit langer wordt gewassen dan nodig is. AEG wasmachines van de 8000 en 9000-serie beschikken bovendien over ÖKOMix: wasmiddel en wasverzachter worden eerst opgelost in water en pas daarna toegevoegd aan de trommel. Zo worden zelfs de meest delicate stoffen beschermd en blijven ze langer mooi. Tot slot helpt ProSteam om kreuk te verminderen en kleding op te frissen zonder volledige wasbeurt. Samen zorgen deze functies ervoor dat kleding schoner wordt, minder slijt en langer meegaat.

Bediening via een app

Bij alle vier de merken kun je de wasmachine bedienen met een app. Handig om op afstand een programma te starten, instellingen te wijzigen of een melding te krijgen zodra de was klaar is. De namen verschillen per merk: Miele@home bij Miele, Home Connect bij Bosch en Siemens, en My AEG Care bij AEG.

©Robert Rieger | Miele

Zo kies je gericht tussen deze vier merken

Begin bij je wasprofiel. Draai je veel en gevarieerd, dan ligt automatisch doseren met TwinDos (Miele), i-DOS (Bosch/Siemens) of AutoDose (AEG) voor de hand: je voorkomt verspilling en houdt resultaten stabiel. Leg je de nadruk op tijdswinst, dan bieden Siemens-functies als varioSpeed en de SpeedPerfect-opties bij Bosch uitkomst. Vind je het belangrijk dat je kleding langer mooi blijft en minder kreukt, kijk dan naar AEG met ProSense, ÖKOMix en ProSteam. Staat de wasmachine in of naast de woonkamer, let op demping en het geluidsniveau: Miele staat bekend om een stille werking, bij Bosch zorgt AntiVibration voor extra stabiliteit.

Kijk vervolgens naar de praktische kant. Het vulgewicht bepaalt hoeveel je per keer kwijt kunt: 7–8 kilo is ideaal voor kleinere huishoudens, terwijl 9–10 kilo beter past bij gezinnen of als je regelmatig beddengoed meedraait. Het toerental beïnvloedt hoe droog de was uit de trommel komt. Met 1400 toeren zit je in de meeste gevallen goed; 1600 toeren maakt wasgoed nog wat droger, al is dat niet voor elke stof geschikt. Het energielabel geeft een duidelijk beeld van het verbruik per cyclus. Hoe vaker je wast, hoe sneller een zuinige keuze zich terugverdient. Let tot slot op de programma's die jij vaak gebruikt, zoals korte wasbeurten, hygiënewas op 60 graden, speciale vlekkenprogramma's of stoomfuncties om kleding op te frissen en minder te hoeven strijken.

©Siemens

Conclusie

Miele, Bosch, Siemens en AEG leveren allemaal moderne, zuinige wasmachines met hun eigen sterke punten. De keuze hangt af van wat jij het belangrijkst vindt: automatisch doseren, een kortere programmaduur, extra stabiliteit en stilte of kleding langer mooi houden met stoom. Door je wasprofiel, capaciteit en gewenste functies te combineren, maak je snel een shortlist. Die kun je verder verfijnen door te filteren op vulgewicht, toerental en energielabel. Zo kom je uit bij de wasmachine die past bij jouw huishouden en manier van wassen.