ID.nl logo
UHS of SD Express: zo weet je welke snelheden je microSD-kaart aan kan
Huis

UHS of SD Express: zo weet je welke snelheden je microSD-kaart aan kan

Twee microSD-kaarten met dezelfde opslagcapaciteit kunnen alsnog erg van elkaar verschillen. Dat komt door de businterface, die de schrijfsnelheden van dit soort kaartjes bepaalt. In dit artikel bespreken we welke van deze interfaces er zijn en hoe ze onderling verschillen.

In dit artikel gaan we dieper in op onder meer:

  • Wat schrijfsnelheden van microSD-kaarten zijn en waarom ze belangrijk zijn

  • De verschillende businterface-standaarden voor microSD's

  • De theoretische maximumsnelheden en minimumsnelheden van deze standaarden

  • De speciale videosnelheidsklassen voor het opnemen van video's

  • Waarom snellere microSD's niet altijd de beste keuze zijn

  • De beperkte compatibiliteit van de nieuwste SD Express-standaard met oudere apparaten

  • Lees ook: Waar moet je op letten bij de aanschaf van een SD-kaart?

Wat zijn schrijfsnelheden?

Het duidelijkste verschil tussen microSD-kaarten is de aanwezige opslagcapaciteit, maar tussen deze kaarten zitten onderling ook nog grote verschillen. Een belangrijk verschil zit 'm in de zogenoemde businterface van de microSD’s. De businterface geeft aan hoe snel de SD-kaart en het apparaat waarmee de kaart verbonden is, met elkaar kunnen communiceren. Hoe hoger deze schrijfsnelheden, hoe sneller grote bestanden van en naar de SD-kaart verplaatst kunnen worden.

Vooral professionele fotografen hechten waarde aan vlugge schrijfsnelheden, want die bepalen mede de kwaliteit van de foto’s die een camera op het kaartje kan opslaan in het oorspronkelijke raw-formaat. Ook voor fotografen die veel foto's achter elkaar willen schieten (zogenaamde burst- of continu-opnames) zijn hoge schrijfsnelheden belangrijk, want ze willen niet dat de microSD na elke foto eerst een tijdje moet bufferen voordat de volgende foto kan worden genomen.

Verschillen tussen de UHS-interfaces

In den beginne (rond 2000) waren er slechts twee soorten businterfaces voor SD-kaarten: Standard (schrijfsnelheden tot 12,5 megabyte per seconde) en High-speed (tot 25 MB/s). Nieuwere apparaten vereisten echter dat microSD's sneller gegevens konden overschrijven Daarom introduceerde de SD Association in 2009 de UHS-standaard, waar het gros van de huidige microSD’s onder vallen. Deze bestaat inmiddels uit drie verschillende types met de volgende theoretische maximale schrijfsnelheden: 104 MB/s voor UHS-I, 312 MB/s voor UHS-II en 624 MB/s voor UHS-III.

Er is echter geen garantie dat de kaarten deze theoretische snelheden daadwerkelijk halen. Om toch meer houvast te bieden, krijgen microSD’s ook minimale schrijfsnelheden mee. Die staan los van de UHS-klasses en worden aangeduid met U1 tot en met U3. Het gaat respectievelijk om minimale snelheden van 10 MB/s, 20 MB/s en 30 MB/s. Een UHS-I U3-kaart biedt dus snelheden tussen de 30 en 104 MB/s.

Opkomst van de SD Express-standaard

Maar dan zijn we er nog niet, want in 2018 is er een nieuwe standaard bij gekomen: SD Express. Net als de UHS-types is er niet één soort SD Express, maar wordt de standaard telkens uitgebreid. De meeste SD Express-specificaties bieden snelheden tot 985 MB/s, maar onlangs is daar versie 8.0 bij gekomen met een theoretische overdrachtssnelheid tot maar liefst 3940 MB/s. Dat is vier keer sneller dan de originele specificatie en ongeveer evenveel als de snelheid van de gemiddelde NVMe-ssd in een pc.

Hiermee kunnen fotografen nóg hoogwaardiger raw-foto’s (in 8K-kwaliteit of zelfs hoger) in de burst-modus schieten. Momenteel zijn er alleen nog geen microSD's beschikbaar met deze SD Express-versie. Er zijn überhaupt nog weinig SD-kaarten op de markt die gebruikmaken van een SD Express-interface; onder meer Lexar biedt dergelijke kaarten aan en ook Samsung is van plan om binnenkort SD Express-kaarten uit te brengen.

Videosnelheid: een klasse apart Voor video-opnames bestaat een afzonderlijke snelheidsklasse. Op microSD-kaartjes staat vaak een 'V' gevolgd door een getal dat de videoschrijfsnelheid in megabytes per seconde (MB/s) aanduidt. Een kaart met het getal 'V30' geeft dus aan dat deze in staat is om video’s met een snelheid van 30 MB/s naar de kaarten te schrijven.

Hoe sneller dat kan, hoe hoger de maximale bitrate en daarmee de kwaliteit van de video’s die kunnen worden opgeslagen. Maar let op: de bitrate wordt gemeten in megabits per seconde (mbps). Eén megabyte staat gelijk aan acht megabits, dus een V30-SD-kaart kan een bitrate van maximaal 240 mbps aan.

Of het interessant is om voor een kaart met een hogere videosnelheidsklasse te gaan, hangt af van de maximale bitrate die je camera ondersteunt. Dat zal vooral een verschil maken bij 4K- en 8K-video’s, aangezien de meeste moderne SD-kaarten al in staat zijn om Full-HD-video’s met de maximale bitrate op te slaan.

Snellere SD-kaarten niet altijd de beste keuze

Het lijkt misschien vanzelfsprekend om voor SD-kaarten met een hogere businterface te kiezen, maar dat hoeft niet per se zo te zijn. SD Express-kaarten zijn bijvoorbeeld alleen backwards compatible met UHS-I, maar niet met UHS-II of UHS-III. Dat houdt in dat een apparaat SD Express of UHS-II/-III kan ondersteunen, maar niet allebei. Oftewel: als je een UHS-III-kaart hebt en deze in een apparaat met SD Express-ondersteuning wilt gebruiken, val je helemaal terug naar de UHS-I-standaard. Dat is dus behoorlijk zonde van het geld, want je hebt dan niets aan de beloofde hogere snelheden van je duurdere SD-kaart.

Er zijn sowieso maar weinig apparaten met ondersteuning voor de nieuwere businterfaces. De meeste microSD-adapters en apparaten als handheldconsoles ondersteunen momenteel alleen nog de vijftien jaar oude UHS-I-standaard. Het is bovendien nog maar de vraag of apparaten in de toekomst wel van deze hogere standaarden gebruik gaan maken. Zo zijn veel camerafabrikanten overgegaan op CFExpress-geheugenkaarten. Hoewel deze technologisch vrijwel identiek zijn aan SD Express, verscheen de CompactFlash-kaart eerder. Daardoor zijn er nu systeemcamera’s die wel CFExpress-, maar geen SD Express-ondersteuning bieden.

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.