ID.nl logo
Encryptie omzeilen: Zo werken backdoors
© Reshift Digital
Huis

Encryptie omzeilen: Zo werken backdoors

Wat begon als een simpele kopieerbeveiliging, is uitgegroeid tot een toegangspoort voor internetcriminelen. Backdoors in software, apps en zelfs besturingssystemen zijn een vrijwel onzichtbare, en daarom extra gevaarlijke, manier om iemands systeem binnen te dringen. Ook overheden maken gebruik van zulke achterdeurtjes, en vragen soms zelfs om kwetsbaarheden in te bouwen. Kun je encryptie omzeilen?

Een oogje in het zeil houden over huis en haard? Bestel een videodeurbel bij Bol.com

Een telefoontje van Mark Rutte: of het kabinet een sleutel van de achterdeur van je huis mag hebben. Niet om naar binnen te gaan, natuurlijk, maar om naar binnen te kúnnen. Zo kan eventueel de buurman in de gaten worden houden, want er is een vermoeden dat hij zich met illegale praktijken bezighoudt. Er zijn weinig mensen die in zo’n geval hun sleutel zomaar zouden afstaan. Toch is deze vergelijking aan de orde van de dag in ons digitale leven.

Overheden over de gehele wereld zouden het liefst de sleutels hebben van de achterdeuren van elk programma en iedere onlinedienst, allemaal onder het mom van veiligheid. De meeste bedrijven gaan hier niet op in, maar aan wetgeving valt moeilijk te ontkomen.

Waarom wil de overheid zo graag via de achterdeur naar binnen? En waarom staan veel bedrijven en privacyorganisaties op hun achterste benen? Veiligheid is altijd een belangrijk argument, maar als het gaat om gefabriceerde backdoors, is de remedie vaak erger dan de kwaal.

Wat is een encryptie-backdoor?

Veel software, of dat nu een mailprogramma, een chat-app of een sociaal medium is, is beveiligd via encryptie, al dan niet end-to-end. Je hebt je vingerafdruk nodig om je telefoon te ontgrendelen, je moet je wachtwoord invoeren om je Gmail-account te bekijken. Die encryptie, of versleuteling, is behoorlijk waterdicht. Zelfs veiligheidsdiensten lopen om de haverklap vast op het hacken van een iPhone, en zonder wachtwoord in iemands e-mail grasduinen, is vrijwel onmogelijk. Tot zover het goede nieuws.

Maar wat als er een achterdeur in de software is ingebouwd, en de sleutel ervan gaat stiekem van hand tot hand? In dat geval kan je account zomaar worden binnengedrongen door een overheid of een veiligheidsdienst... of door een internetcrimineel.

©PXimport

Hoe werkt een backdoor?

Een backdoor die niet bewust vooraf is ingebouwd, begint vaak als een trojan, een virus dat zich vermomt als een stukje gewone software, zoals de Grieken de stad Troje wisten in te nemen door zich te verstoppen in een houten paard. Die software kan van alles zijn: een bijlage in een e-mail, een aangepaste foto, of een zipje met daarin het eigenlijke bestand. Dit is de reden dat je altijd moet opletten als je iets downloadt. Ken je de afzender niet, of weet je niet zeker wat de bestandsextensie betekent? Wees dan extra voorzichtig.

Als zo’n bestand eenmaal op je systeem aanwezig is, begint het echte werk. De meeste backdoorsoftware dringt het besturingssysteem binnen. Eenmaal daar wordt een rootkit geïnstalleerd, een softwarepakketje dat zich diep in het systeem nestelt. Op die manier wordt de rootkit niet opgemerkt door virusscanners of antimalwaretools, en bovendien is het vrijwel onmogelijk om het te verwijderen zonder het systeem te beschadigen. Ondertussen heb jij als gebruiker geen idee dat de achterdeur wagenwijd openstaat.

Rootkits kunnen op deze manier worden geïnstalleerd, maar het kan ook anders. Apple kan bijvoorbeeld een manier inbouwen om iPhones op afstand te ontgrendelen, bijvoorbeeld op verzoek van de Amerikaanse overheid. Dat het bedrijf verklaart nooit te hebben meegewerkt aan dergelijke praktijken en overheidsverzoeken altijd heeft aangevochten, is een geruststelling, maar dat het nooit gebeurt, valt niet te bewijzen.

©PXimport

Bekende cases

De bekendste backdoor in software is Pegasus, waar we elders in dit artikel meer over vertellen. Maar Pegasus is zeker niet de eerste bekende achterdeur.

In 2005 werd Sony onderdeel van een schandaal dat een vroege voorloper van Pegasus genoemd kan worden. Om te voorkomen dat muziek op cd zomaar verspreid kon worden, stuurde het bedrijf softwarepakketjes mee op die cd’s. Die software installeerde ongewild een kopieerbeveiliging.

In 2017 werd het relatief veilig geachte macOS getroffen door een backdoor-tool. De software, OSX.Dok genoemd, installeerde via een omweggetje de backdoor Bella. Bella kon wachtwoorden onderscheppen, screenshots maken en versturen, het scherm delen, en de microfoon en webcam aansturen. Het geliefde macOS bleek toch niet zo waterdicht als gedacht.

©PXimport

Cryptomunten

Een van de redenen waarom backdoors zo gevaarlijk zijn, is het feit dat ze onzichtbaar zijn en blijven voor de gewone gebruiker. Ransomware, hoe vervelend ook, opereert eerst in de luwte om je systeem te infecteren, maar openbaart zich vroeg of laat. Je weet dat je een virus hebt opgelopen, en je kunt zelf beslissen wat je eraan doet. 

De meeste soorten malware laten zich uiteindelijk zien door bestanden te verwijderen, te veranderen of onbereikbaar te maken, maar een encryptie-backdoor is er juist op gericht om onopgemerkt te blijven.

Pegasus is de bekendste vorm van een backdoor, maar er zijn de laatste tijd meerdere varianten opgedoken. WordPress, een wereldwijd veel gebruikt contentmanagementsysteem, staat bekend om zijn kwetsbaarheid, mede vanwege de mogelijkheid tot het installeren van software van externe partijen, die mogelijkerwijs besmet kan zijn met een vorm van malware die een malafide rootkit kan installeren. 

Tools voor het kopen, verkopen en bijhouden van cryptomunten zijn ook een dankbaar doelwit, maar ook bekende programma’s en systemen als Microsoft Exchange en macOS zijn in het verleden op eenzelfde manier aangevallen.

©PXimport

Waarom wil de overheid een backdoor?

Het belangrijkste argument van overheden voor toegang tot een backdoor, is om criminelen te kunnen volgen en hun communicatie in de gaten te kunnen houden. In eerste instantie klinkt dat als een goed idee: hoe meer de overheid weet van criminelen, des te groter de pakkans. In werkelijkheid ligt het iets genuanceerder.

De overheid, en aan overheden gelieerde veiligheidsdiensten, vragen bedrijven soms om een achterdeur in te bouwen waarmee de normaal gesproken zo stevige encryptie kan worden omzeild. Op die manier kan men meekijken met versleutelde communicatie, data verzamelen, locaties tracken en andere persoonsgegevens opvragen, allemaal ten behoeve van de nationale of internationale veiligheid. Die achterdeurtjes worden dus vooraf al ingebouwd, niet om meteen te gebruiken, maar om de mogelijkheid te hebben, mocht de situatie erom vragen.

©PXimport

Waarom willen wij geen backdoor?

Dat de onderwereld niet blij is met zo’n verstopte achterdeur, is logisch. Voor de gewone gebruiker lijkt er niet al te veel aan de hand, maar dat is niet helemaal waar. Van een kabinet als het onze mag worden verwacht dat de morele regels min of meer worden nageleefd, en dat er niet wordt ingebroken in willekeurige accounts. Maar als de Nederlandse overheid de sleutels heeft, zal dat ook gelden voor minder democratische regimes.

Daarbij hebben backdoors in het verleden bewezen lang niet altijd waterdicht te zijn. De deur zit ingebouwd in de software, en de code daarvan kan door iedereen worden uitgelezen. Door overheden, door programmeurs én door kwaadwillenden.

Meer weten over hoe versleuteling je bestanden en gegevens juist veilig kan houden? Bestel dan de Cursusbundel Veilig met Encryptie!

©PXimport

Het veiligheidsargument

Het belangrijkste raakpunt tussen de wensen van overheden en die van bedrijven en diensten, is het veiligheidsargument. Overheden willen graag toegang tot bepaalde gegevens om criminelen te kunnen vervolgen. Aan de andere kant is toegang tot de achterdeur in handen van diezelfde criminelen juist een gevaar voor de veiligheid. Deze touwtrekwedstrijd ligt aan de basis van de discussie.

Alle grote techbedrijven zijn het er inmiddels over eens: een backdoor zorgt juist voor een gebrek aan veiligheid. Als de overheid door de achterdeur naar binnen kan, kan in theorie iedereen door de achterdeur naar binnen. En met de wereldwijde hacks die ons de afgelopen jaren hebben opgeschrikt, kunnen persoonlijke gegevens van miljoenen mensen zomaar op straat komen te liggen.

Totalitaire regimes krijgen wellicht dezelfde toegang, met alle gevolgen van dien. Maar ook als de overheid geen kwaad in de zin heeft, is het een kwestie van tijd voor een achterdeur door anderen wordt ontdekt.

©PXimport

Bad guys

Volgens Rejo Zenger van privacyorganisatie Bits of Freedom is het inbouwen van achterdeurtjes om meerdere redenen een slecht idee. “Ten eerste zou het betekenen dat we de ingeslagen weg van het steeds beter beveiligen van onze informatie achter ons laten. Het niet verder versterken of zelfs bewust verzwakken van de digitale infrastructuur introduceert grote maatschappelijke risico’s.”

Niet alleen de achterdeur zelf, ook de rest van de software wordt minder veilig, aldus Zenger. “Het inbouwen van kwetsbaarheden maakt de software complexer, en complexiteit is een vijand van veiligheid. Vroeg of laat maken de bad guys gebruik van zo’n achterdeur.”

©PXimport

Zelf doen

Kun je zelf iets doen om je te beschermen tegen het gebruik van zulke achterdeurtjes? Volgens Zenger is dat een lastig verhaal. “Als gebruiker heb je lang niet altijd de controle over de software die op je apparaten draait. Daarom is het des te belangrijker dat overheden een goed beleid hebben: ze zouden de installatie van achterdeurtjes niet moeten afdwingen en juist moeten inzetten op maatregelen die de beveiliging van onze digitale infrastructuur versterken. Dat kan door ervoor te zorgen dat onbekende kwetsbaarheden op verantwoorde wijze worden gemeld bij de maker van de software.”

Omdat je als gebruiker zo afhankelijk bent van softwareproducenten en overheden, zijn organisaties als Bits of Freedom een belangrijke spin in het web. “Bits of Freedom strijdt al jaren voor een veilige digitale infrastructuur, bijvoorbeeld door te lobbyen of campagnes te voeren”, zegt Zenger. “Dat is nodig om in alle vrijheid met elkaar te kunnen communiceren en om onze privacy te beschermen. We zijn dan ook bijzonder kritisch op voorstellen die de veiligheid van onze digitale communicatie verzwakken en daarmee onze mensenrechten onder druk zetten.”

©PXimport

Pegasus

Dat de Nederlandse overheid ook gebruikmaakt van achterdeurtjes in software, werd begin juni op pijnlijke wijze duidelijk. De Volkskrant publiceerde dat de AIVD omstreden hacksoftware gebruikt van de Israëlische NSO Group. Met die software, Pegasus genaamd, kun je iemands locatie nauwkeurig volgen en zelfs de microfoon op iemands telefoon aanzetten.

De software werd onder meer gebruikt om in te breken in de telefoons van verdachten in het Marengo-proces. Met zo’n belangrijke strafzaak in het achterhoofd valt nog wel wat te zeggen voor het gebruik van dergelijke software, maar de grens tussen wat door de beugel kan en wat moreel verwerpelijk is, is geen rechte lijn. Volgens Amnesty International wordt de software wereldwijd ook gebruikt om journalisten, politici en activisten in de gaten te houden. 

Een bijkomend probleem is dat de Israëlische overheid wellicht weet dat Nederland de software gebruikt, en voor welke doeleinden. Dat is informatie die je als overheid liever voor jezelf houdt. De mogelijkheid dat de Israëlische overheid mee kan kijken met de software van de NSO Group is namelijk niet ondenkbaar.

©PXimport

Niets te verbergen?

Natuurlijk heb je niets te verbergen. Je vriendenlijst op Facebook is niet geheim, en die felicitaties in de groep-app mag iedereen lezen. De overheid heeft toegang tot je belastingaangifte, en je bank kent je rekeningnummers; dat is allemaal niet zo erg. Maar vallen diezelfde gegevens in handen van personen of bedrijven die er niets mee te maken hebben, dan wordt het een ander verhaal. Je telefoonnummer zie je niet graag op internet rondslingeren, om over een kopie van je identiteitsbewijs nog maar te zwijgen.

In andere landen zijn de risico’s nog groter. Er zijn plekken op de wereld waar homoseksualiteit of vrijheid van godsdienst anders worden beleefd dan hier. Iets simpels als een connectie op Facebook of een berichtje in een chat-app kan al reden zijn om vervolgd te worden. Backdoors worden ingebouwd om de ‘goeden’ te beschermen tegen de ‘kwaden’, maar wie goed is en wie kwaad, is niet altijd even duidelijk.

Iedereen heeft volgens de Nederlandse wet recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Met grof geschut grasduinen door persoonlijke gegevens, alleen maar om de pakkans van criminelen iets te verhogen – met alle risico’s die daarmee gepaard gaan – past daar niet bij.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.