ID.nl logo
AR - Waarom augmented reality de wereld verovert
© Reshift Digital
Huis

AR - Waarom augmented reality de wereld verovert

De camera van je smartphone kan samen met de rekenkracht van dat apparaatje, jou een heel andere kijk op de wereld geven. Een digitale wereld wordt gecombineerd met de echte wereld, het wordt ook wel augmented reality genoemd. We hebben er dankzij Pokémon Go massaal kennis mee kunnen maken, maar AR zal straks ook op andere (praktische) manieren veel levens veranderen.

We staan aan de vooravond van een nieuwe computerrevolutie – na de thuiscomputer, het internet en de smartphone kan augmented reality veel van onze wereld veranderen. Zelfs Apple is er inmiddels mee bezig. De eerste virtualreality-headsets liggen al enige tijd in de winkels, maar het gebruik daarvan blijft beperkt tot de computerkamer (en tot een select publiek). Bovendien is het vaak helemaal niet handig om je helemaal van de buitenwereld af te sluiten en in een virtuele wereld te duiken. Wat we nodig hebben voor een nieuwe computerrevolutie, is dat we de kracht van vr mee kunnen nemen, om het toe te passen in ons dagelijks leven. En daar komt augmented reality om de hoek.

Deze technologie maakt het mogelijk dat we de echte wereld gewoon kunnen zien, en dat de computer hier realtime nieuwe elementen aan toevoegt. We kennen dit principe al van bepaalde smartphone-apps. Een tijdlang was de app Layar veel in het nieuws. Deze Nederlandse app projecteert informatie op het smartphone/tabletscherm op basis van de gps-locatie van je toestel. Zo kun je bijvoorbeeld zien waar de dichtstbijzijnde pinautomaat te vinden is. Inmiddels is die app meer gericht op het verrijken van bijvoorbeeld advertenties met bewegende of driedimensionale beelden.

Een bekender recent voorbeeld van augmented reality is Pokémon Go. De camera van de smartphone toont de gewone straat, de computer tekent hier een fictief wezentje in.

©PXimport

Primitief

Pokemon Go is een zeer beperkt voorbeeld. Wie het spel wel een gespeeld heeft, ziet onmiddellijk dat de monstertjes in het beeld zijn gemonteerd, zodat er nooit sprake is van een overtuigende illusie. Bovendien is het niet meer dan een gimmick. Maar om heel het fenomeen AR daarmee af te doen als nutteloos, is te kort door de bocht. Echte AR gaat namelijk een stuk verder. Een apparaat dat gebruikmaakt van AR en veel verder gaat, is de Microsoft Hololens. Dit peperdure apparaat bestaat uit een soort helm met doorzichtig vizier. Als je de Hololens op hebt, zorgt de hardware ervoor dat je ogen computer-gegenereerde voorwerpen zien, die overtuigend in de ruimte lijken te bestaan. Je kunt ernaartoe lopen, ze van alle kanten bekijken én met eenvoudige handgebaren manipuleren. Het interessante hiervan is dat de Hololens zelf de omgeving scant om de computerbeelden er stabiel in te projecteren. Het is daarom bijvoorbeeld mogelijk om virtuele beeldschermen of televisies in je echte kamer te projecteren, die je via de Hololens kunt bekijken. Stel je voor: een bioscoopscherm in je slaapkamer dat er alleen is als je je AR-bril draagt. Geen montage, geen verlies van ruimte en geen extra kosten voor dat grote scherm. Hololens is echter nog in de prototype-fase, wat blijkt uit de kosten (ca. 3000 dollar) en het feit dat het effectieve blikveld nog erg klein is. Dat verstoort de illusie, waardoor het resultaat slechts voor beperkte toepassingen interessant is.

Niet alleen Microsoft werkt aan een dergelijke bril. Ook concurrent MetaVision werkt aan zo’n systeem. Het meest recente product van MetaVision, de Meta 2, doet ongeveer wat Hololens doet, maar voor de helft van de prijs. Dat is nog steeds een stevige 1500 dollar. De Meta 2 moet je net als een vr-bril aansluiten op een krachtige pc. Dat betekent dat je bewegingsvrijheid ophoudt bij het einde van de kabel.

Instructie

De Meta 2 en de Hololens zetten in op zeer geavanceerde (en dure) hardware, en zien er op dit moment nogal log uit. Het is ondenkbaar dat we straks allemaal in de trein zitten met een dergelijk gigantisch ding op ons hoofd. De grote AR-brillen zijn onder andere hierdoor nog lang niet geschikt voor het dagelijks leven. Maar er zijn al wel goede professionele toepassingen voor. Een heel interessante is de mogelijkheid om op afstand instructies te geven aan iemand die een AR-bril draagt. Voor Hololens bestaat al een dergelijke app, waarbij een onderhoudsmonteur die op locatie een onbekend probleem tegenkomt, hulp kan inroepen van de expert op het hoofdkantoor. De expert kan dan via de Hololens meekijken en zelfs in het blikveld van de monteur tekenen om bijvoorbeeld een onderdeel aan te wijzen of om duidelijk te maken in welke richting iets gedraaid moet worden. Dit zijn uiteraard nog zeer specifieke applicaties, die we met de beste wil van de wereld nog niet kunnen omschrijven als een nieuwe computerrevolutie. Daarvoor moet augmented reality eerst draagbaar en gebruikersvriendelijk worden.

©PXimport

Tracking

Smartphones waren zoals gezegd al geschikt voor primitieve vormen van AR. Het grote probleem daarbij bleef echter de ‘tracking’, wat wil zeggen dat de smartphone niet in staat was om (zoals Hololens dat wel kan) de omgeving te scannen voor het accuraat positioneren van de 3D-objecten. Sommige apps gebruiken daarom ‘markeerkaarten’ als hulpmiddel om de voorwerpen toch in de echte wereld te verankeren. Albert Heijn had in 2017 nog een actie met ruimtevaartplaatjes. Richt de camera van de smartphone op het kaartje en de app toont bijvoorbeeld het ruimtestation ISS, waar je dan omheen kunt lopen om het van alle kanten te bekijken.

Een dergelijke tracking-oplossing is natuurlijk erg onhandig, en daarom niet geschikt voor massaal gebruik in allerlei onverwachte omgevingen.

©PXimport

AR Kit

En hier komt Apple om de hoek kijken. Het bedrijf introduceerde op de World Wide Developer Conference 2017 de ARKit voor iOS. ARKit is een onderdeel van iOS 11, en het moet van elke iPhone 6s en nieuwer en iPad Pro een beter AR-apparaat maken. De grote technologische doorbraak zit hem in de ingebouwde tracking-software die automatisch de omgeving scant en leert kennen, zodat 3D-voorwerpen erin kunnen bestaan. Het knappe is dat dit werkt zonder markeerkaarten en in elke omgeving: zowel binnen als buiten. Helemaal bijzonder is dat dit systeem werkt met de standaard enkele camera die in elk mobiel Apple-apparaat zit. Om aan te geven hoe belangrijk dit is: tot nu toe zijn er slechts enkele Android-smartphones die vergelijkbare solide 3D-tracking mogelijk maken met Google Tango (Googles AR-systeem), maar die toestellen hebben hiervoor een ingebouwde stereoscopische camera nodig. Dat betekent dus twee lenzen die tegelijk de omgeving ‘zien’ en daardoor net als onze menselijke ogen diepte kunnen waarnemen. En hoewel Googles nieuwe ARCore (doorontwikkeling van Tango, zie kader) vergelijkbaar lijkt met ARKit, is het minder krachtig omdat het rekening moet houden met meer verschillende soorten Android-toestellen.

ARCore

Niet alleen Apple werkt aan mobiele AR. Google onthulde onlangs ARCore, wat ongeveer hetzelfde doet als ARKit. ARCore bevat echter geen ingebouwde manier om gezichten te volgen, iets wat ARKit wel bevat. Android-bezitters kunnen dankzij ARCore in elk geval wel zonder stereoscopische lenzen AR gebruiken. Het is op het moment van schrijven nog niet duidelijk welke toestellen ARCore zullen ondersteunen. Google bevestigde in elk geval dat het goed werkt op de Pixel-telefoons vanaf Android Nougat. Wel lijkt ARCore het einde in te luiden voor de Google Tango-lijn, al zal dat gezien het beperkte verkoopsucces niet als groot verlies worden ervaren.

Meetlint

ARKit heeft dus genoeg aan een enkele camera en kan met zeer hoge accuratesse posities in de ruimte vastleggen. Een demonstratie-app toont bijvoorbeeld een virtueel meetlint. Een andere test-app toont een 3D-personage uit het spel Overwatch, dat je in de huiskamer kunt laten staan. Zelfs als je de kamer verlaat, de trap op gaat, weer beneden komt en de huiskamer opnieuw binnenstapt, staat het personage nog op dezelfde plek, met hooguit enkele centimeters verschil. Ook buiten op grasvelden of op straat blijkt de tracking goed genoeg te functioneren voor het plaatsen van bijvoorbeeld een virtueel portaal naar een andere wereld of het laten verschijnen van virtuele monsters die moeten worden verslagen.

©PXimport

Waarom?

Je vraagt je wellicht af wat het nut is van al die virtuele projecties op je smartphonescherm. De eerste praktische toepassingen zijn echter al in de maak of zelfs al beschikbaar. Een intrigerende is IKEA Place. Hiermee kun je meubels uit de IKEA-catalogus ‘uitproberen’ in je eigen kamer. En omdat de tracking van ARKit zo precies is, zie je ook echt of die nieuwe bank of die nieuwe kast werkelijk past. Vervolgens kun je eromheen lopen of juist dichterbij komen om de materialen te inspecteren en om te zien of de kleuren wel matchen met de rest van je interieur.

Er zijn ook al toepassingen in gaming- en amusementsapps gesignaleerd. Zo is er een ‘Rupsje Nooitgenoeg’-app in de maak, waarbij het gelijknamige rupsje door je kamer kruipt en je het eten kunt geven. Ook zijn er diverse games (van een Walking Dead-app tot complete virtuele bordspellen) in de maak, waarbij de echte en virtuele wereld tegelijkertijd een rol spelen.

En ook dit is slechts het begin. Niet in de laatste plaats omdat ARKit eigenlijk helemaal niet bedoeld lijkt voor smartphones en tablets. Het is namelijk eigenlijk best onhandig om je telefoon vast te houden terwijl je in de gemengde werkelijkheid op het scherm tuurt. Bovendien is het beeld op het scherm plat, waardoor je niet hetzelfde gevoel voor schaal of ‘aanwezigheid’ krijgt als in een vr-bril of een Hololens.

©PXimport

Toekomst

Het is daarom een zeer voor de hand liggende stap dat augmented reality over niet al te lange tijd zijn weg vindt naar draagbare hardware, in de vorm van lichtgewicht brillen die lang niet zo opvallend zijn als de enorme Meta 2 of Hololens. Het interessante van Apples ARKit is dat het bewijst dat alle intensieve tracking- en 3D-berekening heel goed gedaan kunnen worden door een smartphone. Een smartphone die iedereen toch al in zijn of haar broekzak heeft zitten, en die dan ook verbinding kan maken met de AR-bril.

Een dergelijk concept is trouwens al enige tijd in de maak bij het bedrijf Magic Leap, dat precies op die manier AR-brillen wil maken. Je draagt iets op je neus dat lijkt op een gewone bril en die is met een kabeltje verbonden met de processor-eenheid in je broekzak. Dergelijke brillen hebben echter nog wel wat technische obstakels, zoals batterijduur, gewicht en kwaliteit van het scherm. De Hololens laat ons zien hoe belangrijk het is dat het hele blikveld gevuld wordt met de illusie.

©PXimport

Mode

Maar er is misschien nog wel een grotere barrière die de massale acceptatie van AR-brillen in de weg staat. Dat ondervond Google een aantal jaren geleden al met de Google Glass, een apparaat dat je als bril droeg, die ‘picture-in-picture’ een computerscherm in je blikveld projecteerde – overigens geen AR. Het grote probleem was echter dat de bril al snel werd gezien als een inbreuk op de privacy. Google Glass had immers een ingebouwde camera en voor toeschouwers was het niet te zien of en wanneer de camera actief was. Al snel werd Google Glass geweerd uit restaurants en bars, wat uiteindelijk meespeelde bij het stopzetten van het project. De maatschappij was gewoon niet klaar voor het accepteren van dergelijk verregaande persoonlijke tech.

Ook Apple ontdekte al dat er bij nieuwe draagbare technologie met andere maatstaven gemeten wordt dan bij bijvoorbeeld een smartphone. Zo is de Apple Watch nog steeds geen doorslaand succes, en een van de redenen die hiervoor wordt gegeven is dat het ding eenvoudigweg niet modieus is. Het zal dan ook een hele uitdaging zijn voor de ontwerpers binnen Apple en zijn concurrenten om van smart-brillen ook werkelijk iets moois te maken. Een bril bepaalt je uiterlijk immers nog meer dan een horloge. En hoewel een goede AR-bril je een blik kan gunnen in een totaal andere wereld, ziet je omgeving je nog steeds voor schut zitten in deze werkelijkheid.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.