ID.nl logo
AR - Waarom augmented reality de wereld verovert
© Reshift Digital
Huis

AR - Waarom augmented reality de wereld verovert

De camera van je smartphone kan samen met de rekenkracht van dat apparaatje, jou een heel andere kijk op de wereld geven. Een digitale wereld wordt gecombineerd met de echte wereld, het wordt ook wel augmented reality genoemd. We hebben er dankzij Pokémon Go massaal kennis mee kunnen maken, maar AR zal straks ook op andere (praktische) manieren veel levens veranderen.

We staan aan de vooravond van een nieuwe computerrevolutie – na de thuiscomputer, het internet en de smartphone kan augmented reality veel van onze wereld veranderen. Zelfs Apple is er inmiddels mee bezig. De eerste virtualreality-headsets liggen al enige tijd in de winkels, maar het gebruik daarvan blijft beperkt tot de computerkamer (en tot een select publiek). Bovendien is het vaak helemaal niet handig om je helemaal van de buitenwereld af te sluiten en in een virtuele wereld te duiken. Wat we nodig hebben voor een nieuwe computerrevolutie, is dat we de kracht van vr mee kunnen nemen, om het toe te passen in ons dagelijks leven. En daar komt augmented reality om de hoek.

Deze technologie maakt het mogelijk dat we de echte wereld gewoon kunnen zien, en dat de computer hier realtime nieuwe elementen aan toevoegt. We kennen dit principe al van bepaalde smartphone-apps. Een tijdlang was de app Layar veel in het nieuws. Deze Nederlandse app projecteert informatie op het smartphone/tabletscherm op basis van de gps-locatie van je toestel. Zo kun je bijvoorbeeld zien waar de dichtstbijzijnde pinautomaat te vinden is. Inmiddels is die app meer gericht op het verrijken van bijvoorbeeld advertenties met bewegende of driedimensionale beelden.

Een bekender recent voorbeeld van augmented reality is Pokémon Go. De camera van de smartphone toont de gewone straat, de computer tekent hier een fictief wezentje in.

©PXimport

Primitief

Pokemon Go is een zeer beperkt voorbeeld. Wie het spel wel een gespeeld heeft, ziet onmiddellijk dat de monstertjes in het beeld zijn gemonteerd, zodat er nooit sprake is van een overtuigende illusie. Bovendien is het niet meer dan een gimmick. Maar om heel het fenomeen AR daarmee af te doen als nutteloos, is te kort door de bocht. Echte AR gaat namelijk een stuk verder. Een apparaat dat gebruikmaakt van AR en veel verder gaat, is de Microsoft Hololens. Dit peperdure apparaat bestaat uit een soort helm met doorzichtig vizier. Als je de Hololens op hebt, zorgt de hardware ervoor dat je ogen computer-gegenereerde voorwerpen zien, die overtuigend in de ruimte lijken te bestaan. Je kunt ernaartoe lopen, ze van alle kanten bekijken én met eenvoudige handgebaren manipuleren. Het interessante hiervan is dat de Hololens zelf de omgeving scant om de computerbeelden er stabiel in te projecteren. Het is daarom bijvoorbeeld mogelijk om virtuele beeldschermen of televisies in je echte kamer te projecteren, die je via de Hololens kunt bekijken. Stel je voor: een bioscoopscherm in je slaapkamer dat er alleen is als je je AR-bril draagt. Geen montage, geen verlies van ruimte en geen extra kosten voor dat grote scherm. Hololens is echter nog in de prototype-fase, wat blijkt uit de kosten (ca. 3000 dollar) en het feit dat het effectieve blikveld nog erg klein is. Dat verstoort de illusie, waardoor het resultaat slechts voor beperkte toepassingen interessant is.

Niet alleen Microsoft werkt aan een dergelijke bril. Ook concurrent MetaVision werkt aan zo’n systeem. Het meest recente product van MetaVision, de Meta 2, doet ongeveer wat Hololens doet, maar voor de helft van de prijs. Dat is nog steeds een stevige 1500 dollar. De Meta 2 moet je net als een vr-bril aansluiten op een krachtige pc. Dat betekent dat je bewegingsvrijheid ophoudt bij het einde van de kabel.

Instructie

De Meta 2 en de Hololens zetten in op zeer geavanceerde (en dure) hardware, en zien er op dit moment nogal log uit. Het is ondenkbaar dat we straks allemaal in de trein zitten met een dergelijk gigantisch ding op ons hoofd. De grote AR-brillen zijn onder andere hierdoor nog lang niet geschikt voor het dagelijks leven. Maar er zijn al wel goede professionele toepassingen voor. Een heel interessante is de mogelijkheid om op afstand instructies te geven aan iemand die een AR-bril draagt. Voor Hololens bestaat al een dergelijke app, waarbij een onderhoudsmonteur die op locatie een onbekend probleem tegenkomt, hulp kan inroepen van de expert op het hoofdkantoor. De expert kan dan via de Hololens meekijken en zelfs in het blikveld van de monteur tekenen om bijvoorbeeld een onderdeel aan te wijzen of om duidelijk te maken in welke richting iets gedraaid moet worden. Dit zijn uiteraard nog zeer specifieke applicaties, die we met de beste wil van de wereld nog niet kunnen omschrijven als een nieuwe computerrevolutie. Daarvoor moet augmented reality eerst draagbaar en gebruikersvriendelijk worden.

©PXimport

Tracking

Smartphones waren zoals gezegd al geschikt voor primitieve vormen van AR. Het grote probleem daarbij bleef echter de ‘tracking’, wat wil zeggen dat de smartphone niet in staat was om (zoals Hololens dat wel kan) de omgeving te scannen voor het accuraat positioneren van de 3D-objecten. Sommige apps gebruiken daarom ‘markeerkaarten’ als hulpmiddel om de voorwerpen toch in de echte wereld te verankeren. Albert Heijn had in 2017 nog een actie met ruimtevaartplaatjes. Richt de camera van de smartphone op het kaartje en de app toont bijvoorbeeld het ruimtestation ISS, waar je dan omheen kunt lopen om het van alle kanten te bekijken.

Een dergelijke tracking-oplossing is natuurlijk erg onhandig, en daarom niet geschikt voor massaal gebruik in allerlei onverwachte omgevingen.

©PXimport

AR Kit

En hier komt Apple om de hoek kijken. Het bedrijf introduceerde op de World Wide Developer Conference 2017 de ARKit voor iOS. ARKit is een onderdeel van iOS 11, en het moet van elke iPhone 6s en nieuwer en iPad Pro een beter AR-apparaat maken. De grote technologische doorbraak zit hem in de ingebouwde tracking-software die automatisch de omgeving scant en leert kennen, zodat 3D-voorwerpen erin kunnen bestaan. Het knappe is dat dit werkt zonder markeerkaarten en in elke omgeving: zowel binnen als buiten. Helemaal bijzonder is dat dit systeem werkt met de standaard enkele camera die in elk mobiel Apple-apparaat zit. Om aan te geven hoe belangrijk dit is: tot nu toe zijn er slechts enkele Android-smartphones die vergelijkbare solide 3D-tracking mogelijk maken met Google Tango (Googles AR-systeem), maar die toestellen hebben hiervoor een ingebouwde stereoscopische camera nodig. Dat betekent dus twee lenzen die tegelijk de omgeving ‘zien’ en daardoor net als onze menselijke ogen diepte kunnen waarnemen. En hoewel Googles nieuwe ARCore (doorontwikkeling van Tango, zie kader) vergelijkbaar lijkt met ARKit, is het minder krachtig omdat het rekening moet houden met meer verschillende soorten Android-toestellen.

ARCore

Niet alleen Apple werkt aan mobiele AR. Google onthulde onlangs ARCore, wat ongeveer hetzelfde doet als ARKit. ARCore bevat echter geen ingebouwde manier om gezichten te volgen, iets wat ARKit wel bevat. Android-bezitters kunnen dankzij ARCore in elk geval wel zonder stereoscopische lenzen AR gebruiken. Het is op het moment van schrijven nog niet duidelijk welke toestellen ARCore zullen ondersteunen. Google bevestigde in elk geval dat het goed werkt op de Pixel-telefoons vanaf Android Nougat. Wel lijkt ARCore het einde in te luiden voor de Google Tango-lijn, al zal dat gezien het beperkte verkoopsucces niet als groot verlies worden ervaren.

Meetlint

ARKit heeft dus genoeg aan een enkele camera en kan met zeer hoge accuratesse posities in de ruimte vastleggen. Een demonstratie-app toont bijvoorbeeld een virtueel meetlint. Een andere test-app toont een 3D-personage uit het spel Overwatch, dat je in de huiskamer kunt laten staan. Zelfs als je de kamer verlaat, de trap op gaat, weer beneden komt en de huiskamer opnieuw binnenstapt, staat het personage nog op dezelfde plek, met hooguit enkele centimeters verschil. Ook buiten op grasvelden of op straat blijkt de tracking goed genoeg te functioneren voor het plaatsen van bijvoorbeeld een virtueel portaal naar een andere wereld of het laten verschijnen van virtuele monsters die moeten worden verslagen.

©PXimport

Waarom?

Je vraagt je wellicht af wat het nut is van al die virtuele projecties op je smartphonescherm. De eerste praktische toepassingen zijn echter al in de maak of zelfs al beschikbaar. Een intrigerende is IKEA Place. Hiermee kun je meubels uit de IKEA-catalogus ‘uitproberen’ in je eigen kamer. En omdat de tracking van ARKit zo precies is, zie je ook echt of die nieuwe bank of die nieuwe kast werkelijk past. Vervolgens kun je eromheen lopen of juist dichterbij komen om de materialen te inspecteren en om te zien of de kleuren wel matchen met de rest van je interieur.

Er zijn ook al toepassingen in gaming- en amusementsapps gesignaleerd. Zo is er een ‘Rupsje Nooitgenoeg’-app in de maak, waarbij het gelijknamige rupsje door je kamer kruipt en je het eten kunt geven. Ook zijn er diverse games (van een Walking Dead-app tot complete virtuele bordspellen) in de maak, waarbij de echte en virtuele wereld tegelijkertijd een rol spelen.

En ook dit is slechts het begin. Niet in de laatste plaats omdat ARKit eigenlijk helemaal niet bedoeld lijkt voor smartphones en tablets. Het is namelijk eigenlijk best onhandig om je telefoon vast te houden terwijl je in de gemengde werkelijkheid op het scherm tuurt. Bovendien is het beeld op het scherm plat, waardoor je niet hetzelfde gevoel voor schaal of ‘aanwezigheid’ krijgt als in een vr-bril of een Hololens.

©PXimport

Toekomst

Het is daarom een zeer voor de hand liggende stap dat augmented reality over niet al te lange tijd zijn weg vindt naar draagbare hardware, in de vorm van lichtgewicht brillen die lang niet zo opvallend zijn als de enorme Meta 2 of Hololens. Het interessante van Apples ARKit is dat het bewijst dat alle intensieve tracking- en 3D-berekening heel goed gedaan kunnen worden door een smartphone. Een smartphone die iedereen toch al in zijn of haar broekzak heeft zitten, en die dan ook verbinding kan maken met de AR-bril.

Een dergelijk concept is trouwens al enige tijd in de maak bij het bedrijf Magic Leap, dat precies op die manier AR-brillen wil maken. Je draagt iets op je neus dat lijkt op een gewone bril en die is met een kabeltje verbonden met de processor-eenheid in je broekzak. Dergelijke brillen hebben echter nog wel wat technische obstakels, zoals batterijduur, gewicht en kwaliteit van het scherm. De Hololens laat ons zien hoe belangrijk het is dat het hele blikveld gevuld wordt met de illusie.

©PXimport

Mode

Maar er is misschien nog wel een grotere barrière die de massale acceptatie van AR-brillen in de weg staat. Dat ondervond Google een aantal jaren geleden al met de Google Glass, een apparaat dat je als bril droeg, die ‘picture-in-picture’ een computerscherm in je blikveld projecteerde – overigens geen AR. Het grote probleem was echter dat de bril al snel werd gezien als een inbreuk op de privacy. Google Glass had immers een ingebouwde camera en voor toeschouwers was het niet te zien of en wanneer de camera actief was. Al snel werd Google Glass geweerd uit restaurants en bars, wat uiteindelijk meespeelde bij het stopzetten van het project. De maatschappij was gewoon niet klaar voor het accepteren van dergelijk verregaande persoonlijke tech.

Ook Apple ontdekte al dat er bij nieuwe draagbare technologie met andere maatstaven gemeten wordt dan bij bijvoorbeeld een smartphone. Zo is de Apple Watch nog steeds geen doorslaand succes, en een van de redenen die hiervoor wordt gegeven is dat het ding eenvoudigweg niet modieus is. Het zal dan ook een hele uitdaging zijn voor de ontwerpers binnen Apple en zijn concurrenten om van smart-brillen ook werkelijk iets moois te maken. Een bril bepaalt je uiterlijk immers nog meer dan een horloge. En hoewel een goede AR-bril je een blik kan gunnen in een totaal andere wereld, ziet je omgeving je nog steeds voor schut zitten in deze werkelijkheid.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

▼ Volgende artikel
Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig
© fizkes - stock.adobe.com
Huis

Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Een computer laat het vaak afweten op het slechtste moment. Of het nu gaat om een zwart scherm, geen internetverbinding of verdwenen bestanden: wie goed voorbereid is, bespaart tijd en ergernis. In dit artikel lees je welke hardware- en softwaretools je het best vooraf klaarzet, voor jezelf of om anderen te helpen – desnoods vanaf afstand.

Wat gaan we doen?

In dit artikel lossen we geen concrete problemen op, maar helpen je goed voor te bereiden op allerlei mogelijke computer­storingen. We leggen uit welke tools je het best altijd in je EHBO-kistje houdt, van hardwaretools tot handige softwareprogramma’s.

Tip 1 - Gerichte aanpak

Een computer en zeker een (thuis)netwerk vormen een complex geheel van componenten, waardoor het lastig kan zijn om snel de juiste oorzaak van een probleem te achterhalen en het op te lossen. Het kan aan hardware liggen (zoals een defecte adapter of slechte kabel), maar ook aan software (zoals een configuratiefout, malware of een incompatibel stuurprogramma). Het is dus verstandig om op zowat alles voorbereid te zijn. Dit vraagt niet alleen kennis en ervaring, maar ook een doordachte aanpak.

Begin met een gerichte observatie van fout­meldingen of gedrag, en voer dan systematisch tests uit. Start bij de eenvoudigste oorzaken, zoals herstarten of bekabeling. Sluit stapsgewijs andere mogelijke oorzaken uit. Noteer wat je test en welk resultaat je krijgt. Bij netwerkproblemen werk je het best van buiten naar binnen: controleer eerst randapparatuur en verbindingen, daarna besturingssysteeminstellingen, en tot slot software of hardware.

Daarvoor heb je natuurlijk ook het juiste ­materiaal nodig, en dat is nu net onze focus. We bekijken eerst welke hardwaretools nuttig zijn, zowel vrij eenvoudige gereedschappen als meer geavanceerde tools. Je kiest uiteraard zelf hoe ver je hierin wilt gaan. Daarna bespreken we handige softwaretools voor diagnose, herstel en reparatie, gebundeld op een multibootstick. Tot slot bekijken we nog enkele opties voor hulp op afstand.

©Angela - stock.adobe.com

Netwerkproblemen? Het kan ook zo simpel zijn als een kapotte netwerkkabel.

Tip 2 - Basisgereedschap

We starten met het basisgereedschap. Kleine dingen die je weleens over het hoofd kunt zien, maar die soms goed van pas komen! We denken bijvoorbeeld aan plakband of ducttape (bijvoorbeeld voor het (tijdelijke) herstel van een gescheurde kabel) en labeltape of markeerstickers om bepaalde (te verplaatsen) onderdelen duidelijk te identificeren. Enkele fijne permanente kleurmarkers kunnen hiervoor ook nuttig zijn. Zorg ook dat je een pincet of fijn tangetje bij de hand hebt, evenals een usb-lampje of een mini-zaklamp (eventueel gebruik je de led van je smartphone). Schroevendraaiers mogen uiteraard evenmin ontbreken: zowel kruiskopschroevendraaiers (Phillips PH0, PH1, PH2), als sleufschroevendraaiers, als torx-modellen (vooral T5 tot T10). Eventueel stop je er ook een paar drie- en zeskantige schroevendraaiers bij, evenals pentalobe-modellen (zoals voor Apple-laptops). Het is wel zo makkelijk als je schroevendraaiers magnetisch zijn om kleine schroefjes (in de systeemkast) niet te verliezen. Let wel op dat je hiermee geen elektronische onderdelen aanraakt. Een handige allround-oplossing is een precisie-schroevendraaierset met magnetische houder en verwisselbare bits.

Voor het schoonhouden van je apparatuur heb je ook altijd een spuitbus met perslucht in de buurt, evenals een luchtblazer (rubberen balgpompje), enkele watten- of schuimstaafjes en een paar micro­vezeldoekjes. Voor het reinigen van contactpunten, sockets, toetsenborden en behuizingen is een goed afsluitbare fles isopropyl-alcohol handig (liefst minimaal 99,9 procent). Zorg ook voor een anti­statische polsband of mat om elektrostatische schade te voorkomen. Denk verder ook aan een usb-stick, usb-hub (met eigen voeding) en een paar netwerk-patchkabels (bij voorkeur CAT 6). Bij elkaar kost dit hele setje basisgereedschap zo’n 160 euro.

©Nikolay - stock.adobe.com

Met een precisieset met verwisselbare bits kun je al je apparatuur openmaken.

Tip 3 - Extra gereedschap

Kant-en-klare netwerkkabels hebben onze voorkeur, maar soms is een zelfgemaakte kabel op maat handiger. Daarvoor heb je een krimptang nodig en wat handigheid om de connector goed te plaatsen. Op YouTube vind je genoeg instructievideo’s; na enige oefening lukt dat vlot. Zorg ook voor een RJ45-netwerktester. Er bestaan complete netwerksets met krimptang, stripper en tester.

Stop een paar lithium-knoopcellen (CR2032) in je kit, want het CMOS-geheugen van veel computers krijgt stroom van zo’n batterij en die dien je na enkele jaren te vervangen. Een batterijtester die ook geschikt is voor knoopcellen, is ook altijd handig (circa 10 euro). Voor het uitlezen van SD-kaarten gebruik je het liefst een externe SD-kaartlezer. Om problemen met draadloze muizen of toetsenborden te vermijden, zijn een usb-muis en -toetsenbord ­nuttig (samen vanaf zo’n 20 euro).

Ook enkele typische adapters zijn onmisbaar. Denk aan een usb-naar-wifi-adapter, usb-naar-ethernet-adapter (voor als de interne netwerkpoort niet werkt), usb-naar-SATA-adapter (om een interne schijf via usb op je eigen pc aan te sluiten), en een usb-c-multi-adapter. De geschatte totaalprijs van de spullen uit deze tip is zo’n 190 euro.

©kvladimirv - stock.adobe.com

Een netwerk­set, met onder meer een krimptang, netwerk­tester en kabelstripper.

Tip 4 - Voor de echte techneut

Ben je intussen de vaste computerreparateur geworden voor buren, kennissen en familie, dan is het misschien tijd om je reparatiekit verder te professionaliseren. Een psu-tester en een multimeter horen daar zeker bij. Met een psu-tester controleer je eenvoudig een pc-voeding (Power Supply Unit): sluit de ATX-stekker (van de desktop) en eventueel andere connectors (als cpu of PCIe) aan, waarna je per lijn de spanning uitleest (zoals 3,3V, 5V, 12V en andere). Een multimeter is veelzijdiger: je meet er spanning, stroom en weerstand mee (categorie 2 is geschikt tot 230V). Zo’n apparaat vergt wel enige ervaring, maar YouTube-video’s helpen je vast op weg.

Een (snelle) externe usb-ssd van bijvoorbeeld 2 TB komt ook van pas, bijvoorbeeld voor systeemback-ups. Bij schermproblemen is een klein reservescherm met voldoende resolutie (én HDMI en usb-c-aansluitingen) handig. Zorg eveneens voor een tubetje thermische pasta, voor als je cpu-koelers moet (ver)plaatsen of bij oververhittingsproblemen.

Eventueel kun je een diagnostische POST-kaart (Power-On Self Test) toevoegen, die je via PCIe (x1) op een (desktop)computer aansluit. Bij het opstarten voert het UEFI/BIOS een POST-routine uit, waarbij het systeem per stap een hex-code via de systeembus doorstuurt. Zo’n kaart vangt deze codes op en toont ze op een leddisplay. De betekenis lees je af in een POST-tabel (online of in de onderhoudshandleiding), zodat je gericht kunt testen. Eenvoudige modellen vind je al vanaf zo’n 10 euro. De geschatte totaalprijs van deze spullen is zo’n 280 euro.

©Mr.Norasit Kaewsai

Een multimeter is veelzijdig en hoeft niet zo duur te zijn.

Tip 5 - Programma's verzamelen

Je EHBO-kit is inmiddels goed gevuld met tools voor hardwareproblemen. Maar wat als de oorzaak bij software ligt? Zulke fouten los je doorgaans software­matig op, dus verzamel je het best vooraf alvast de meest geschikte programma’s voor diagnose en herstel. Deze tools kunnen sterk variëren, want ook de oorzaken van problemen verschillen. Denk aan corrupte drivers of systeembestanden, foutgelopen updates, conflicterende software, malware, ­verkeerde configuraties en beschadigde opstartitems. Je hebt dus tools nodig die malware kunnen opsporen en verwijderen, bootstructuren (tot op sectorniveau) kunnen controleren en herstellen, schijven kunnen herpartitioneren, data kunnen redden van nukkige systemen, wachtwoorden kunnen achterhalen of wissen en meer.

Daarnaast moet je de juiste manier vinden om de software te starten. Soms lukt dat via een koppeling van de interne schijf van het defecte systeem aan je eigen computer. In de praktijk werkt het meestal handiger als je de EHBO-software rechtstreeks op het probleemtoestel kunt draaien. Als een ­normale start niet lukt, zelfs niet in de veilige modus (Windows), biedt een bootstick uitkomst. Dit is een opstartbare usb-stick met een eigen besturingssysteem, zoals Windows of Linux. Idealiter kies je voor een multibootstick, met meerdere systemen of tools, zodat je vlot de meest geschikte diagnose- of herstelomgeving kunt selecteren. We behandelen in dit artikel twee uitstekende, gratis oplossingen.

Een ‘blue screen of death’: Windows in paniek, maar wat is de oorzaak? Overigens gaat Microsoft dit scherm na 40 jaar wijzigen: het wordt zwart met kortere teksten.

Tip 6 - YUMI-stick maken

YUMI (Your Universal Multiboot Installer) is een tool waarmee je zo’n multibootstick kunt maken. Deze tool is handig omdat je uit tal van besturingssystemen kunt kiezen, zonder die zelf te hoeven zoeken. Surf naar www.kwikr.nl/yumi, scrol tot bij YUMI exFAT Download en klik op Download YUMI. Dubbelklik op het gedownloade exe-bestand om de portable tool te starten. Klik op I Agree en plaats een (lege) usb-stick in je pc, bij voorkeur 3.x en met voldoende ruimte voor alle gewenste distributies. Klik indien nodig op Redetect Disks als het station niet zichtbaar is bij Step 1: You Chose. Selecteer de juiste stick en klik op Prepare this Device, zodat de stick correct geformatteerd wordt. Bevestig met Ja als je zeker weet dat de stick geen belangrijke gegevens bevat. Na afloop verschijnt een exFAT-partitie in Verkenner met de naam YUMI. Voor wie technisch geïnteresseerd is: via Schijfbeheer zie je ook een kleine FAT-partitie (VTOYEFI). Dit is de EFI-systeempartitie, maar daar hoef je je verder niet om te bekommeren.

Bij Step 2: Select a Distribution […] kies je vervolgens de gewenste distributie. Er zijn er meer dan 100, vooral Linux-distributies, maar ook systemen als back-uptools, partitiebeheerders, wachtwoordkrakers, geheugentesters, penetratietesters en allround-troubleshooters zoals Ultimate Boot cd, SystemRescue (Linux) en Hiren’s BootCD PE (Windows). Op enkele hiervan komen we straks nog even terug.

Met YUMI maak je eenvoudig een multibootstick.

Tip 7 - YUMI-distributies

Selecteer de eerste gewenste distributie. De verwijzing naar het bijbehorende schijfkopiebestand kleurt oranje als YUMI dit in de YUMI-map detecteert, althans wanneer je het daar zelf al had geplaatst. Kleurt dit rood, dan kun je via Browse naar de juiste downloadmap navigeren. Staat het bestand nog niet op je schijf, klik dan op Download link om het te downloaden. Of klik op Visit the […] site om het zelf binnen te halen van de site van de producent. Bij sommige distributies, zoals Ubuntu, verschijnt een extra optie (Step 4) waarmee je optioneel opslagruimte reserveert voor persistente wijzigingen. Zodra de juiste distributie is geladen bij Step 3, klik je op Create en bevestig je met Ja. De voortgang volg je in het logvenster. Na afloop klik je op Next en op Ja om extra distributies toe te voegen aan het YUMI-bootmenu, op dezelfde manier als daarnet. Dat kan ook later nog, zolang je YUMI opnieuw start zonder de stick opnieuw te formatteren.

Wil je een toegevoegde distributie verwijderen, plaats dan een vinkje bij View or Remove Installed Distros, selecteer het ongewenste systeem en klik op Remove.

Na de ‘installatie’ van een distributie kun je gerust een ­volgende op de stick kwijt.

Tip 8 - Ventoy

Lukt het om een of andere reden niet met YUMI of wil je liever een andere tool gebruiken, dan is Ventoy een prima alternatief. Download de recentste versie van het portable programma via www.kwikr.nl/ventoy. Pak het zip-bestand uit en start de tool. In het Language-menu kies je eventueel voor Dutch (Nederlands).

Plug een geschikte (lege) usb-stick in en dubbelklik op het bestand Ventoy2Disk.exe. Klik op de ronde pijlknop zodat Ventoy de stick correct herkent. Open nu eerst even het menu Opties. Bij Partitietabel staat standaard MBR geselecteerd. In de meeste gevallen is dat de beste optie, tenzij je zeker weet dat je de stick enkel op moderne UEFI-systemen gebruikt; in dat geval kun je GPT selecteren. Laat ook de optie voor Secure Boot aangevinkt, behalve als je weet dat je de stick enkel op oudere systemen zonder secure boot gebruikt of bereid bent secure boot tijdelijk uit te schakelen (zonder de UEFI-bootmodus te wijzigen). In dit menu vind je ook de optie Ventoy verwijderen: hiermee maak je de stick leeg en verwijder je de partities als je dit wenst.

Check eerst nog even enkele opties in Ventoy.

Tip 9 - Distributies plaatsen

Er rest nu nog maar één stap. Klik op Installeren (Bijwerken is bedoeld voor een update naar een recentere Ventoy-versie) en bevestig dit tweemaal met Ja. Alle data op de stick worden gewist en, net als bij YUMI, verschijnen er twee partities: een grote VENTOY-datapartitie en een kleine VTOYEFI-systeempartitie. Het hele proces duurt slechts enkele seconden.

Daarna mag je Ventoy sluiten: je stick is nu klaar om de eerste distributies te ontvangen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. Je hoeft enkel het schijfkopiebestand (meestal een iso-bestand) van een distributie naar de VENTOY-partitie te kopiëren, desgewenst in aparte mappen (zoals \allround, \antivirus, \backup, \dataherstel, \partitiebeheer enzovoort). Dit kan gewoon via Verkenner. Dit geldt trouwens ook voor een YUMI-stick, aangezien die onderliggend gebruikmaakt van Ventoy-technologie. In het tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’ vermelden we enkele uitstekende tools, inclusief hun downloadlocaties.

Distributies op Ventoy: niet moeilijker dan de iso-bestanden naar de VENTOY-partitie kopiëren.

Tip 10 - Bootstick opstarten

Het is nu de bedoeling dat je je multibootstick opstart op een (problematisch) systeem. Daarbij maakt het weinig uit of je een YUMI- of een Ventoy-stick gebruikt. Tijdens het opstarten druk je enkele keren op een sneltoets, zoals ESC, F8 of F12, om het opstartmenu te openen. Op oudere toestellen moet je mogelijk eerst het BIOS-setupmenu oproepen via een sneltoets en daar bij Boot order (priority) de usb-stick als eerste opstartmedium instellen.

Gaat het om een moderner UEFI-systeem, dan staat secure boot waarschijnlijk ingeschakeld, wat kan verhinderen dat je bootstick opstart. Voor een YUMI-stick moet je deze functie wellicht eerst tijdelijk uitschakelen om te kunnen opstarten. Een Ventoy-stick start meestal wél op als je eerder de optie Secure Boot had aangevinkt (zie tip 8). In dit geval moet je bij de allereerste opstart wel nog een korte procedure doorlopen, zoals beschreven op www.kwikr.nl/vensec. Je kunt eventueel ook hier eerst secure boot tijdelijk uitschakelen.

Het startmenu van je bootstick verschijnt nu. Laten we Ventoy als voorbeeld nemen. Je ziet hier alle toegevoegde distributies als menu-opties. Met F3 kun je ook overschakelen naar een mapweergave, waarbij je eerst een map opent (zoals \allround, \antivirus enzovoort) en daarna de gewenste distributie start. Zo start je vanaf één stick moeiteloos allerlei distributies en tools, en kun je meteen gericht troubleshooten.

Een geheugen­test vanaf de bootstick (Memtest86+ vanuit Avira Rescue systeem).

Onmisbare reddingstools

Dé ideale troubleshooting-toolkit bestaat misschien niet, maar met de volgende aanbevelingen kom je wel dicht in de buurt. Het handige is dat je ze met YUMI of Ventoy gewoon samen op één bootstick zet. Keuzestress is dus overbodig.

GParted Live: grafische partitiebeheerder om te schalen, formatteren of herstellen.

Puppy Linux (bijvoorbeeld Ubuntu-editie): lichte Linux-distributie voor toegang tot systemen met beperkte hardware, zoals oudere pc’s.

Norton Bootable Recovery Tool, Avira Rescue System of een soortgelijke oplossing: opstartbare antivirus voor het opschonen van zwaar geïnfecteerde systemen.

CloneZilla Live: tekstgebaseerde tool voor disk-imaging en klonen van schijven voor back-ups en migratie.

MemTest86+: platformonafhankelijke geheugentest om RAM-problemen op te sporen.

SystemRescue: Linux-gebaseerde omgeving met uiteenlopende tools voor systeemherstel, partitiebeheer, dataherstel en netwerkdiagnose.

Hiren’s BootCD PE: tal van populaire troubleshootingtools in een vertrouwde Windows-desktopomgeving op basis van Windows 10 PE.

Tip 11 - Extra tools

De kans is groot dat je met de applicaties uit de kadertekst ‘Onmisbare reddingstools’ al vrijwel alle nodige tools hebt. Toch kun je gaandeweg nog programma’s ontdekken die je graag aan je bootstick toevoegt. Dat werkt zowel op een YUMI- als op een Ventoy-stick heel eenvoudig.

Op www.portableapps.com/apps kun je alvast terecht voor meer dan 1100 apps, waaronder zo’n 160 uiteenlopende hulpprogramma’s. Download het .paf.exe-bestand van de gewenste tool en voer dit uit in een tijdelijke map op je eigen systeem. Kopieer daarna de uitgepakte bestanden naar een aparte submap op je bootstick, bijvoorbeeld in \tools\<naam\_app>.

Daarna open je binnen een opgestarte distributie (zoals de Windows Verkenner in Hiren’s BootCD PE: zie tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’) gewoon deze map en start je de portable exe-app van daaruit. Zo stem je je bootstick volledig af op je eigen voorkeuren en behoeften (zie ook tekstkader ‘AIO-pakketten’).

Je kunt bijvoorbeeld vanuit de verkenner in Hiren’s BootCD PE alle gewenste portable apps opstarten.

AIO-pakketten

We vestigen graag de aandacht op twee all-in-onepakketten; beide waardevolle aanvullingen op de tools uit het kader ‘Onmisbare reddingstools’.

Het eerste is The PortableApps.com Platform: een grafisch menu waarmee je selectief honderden portable apps kunt installeren (lees: uitpakken) op je bootstick. Download het bijbehorende .paf.exe-bestand (www.portableapps.com/download) en start het op je systeem. Kies Nieuwe installatie / Portable en verwijs naar je ingeplugde bootstick. Bevestig met Installeren. Start daarna Start.exe op de stick: er verschijnt een menu. Klik op Apps / Meer apps / Op categorie. Scrol bijvoorbeeld tot bij Hulpprogramma’s en vink alle gewenste tools aan. Klik op Installeren om ze aan je stick toe te voegen. Binnen een actieve distributie op je stick start je Start.exe op en navigeer je door het PortableApps-menu.

Een heel ander AIO-platform is Medicat usb (www.medicatusb.com). Deze toolkit bevat verschillende besturingssystemen, waaronder Linux-partities en een WinPE-versie met tientallen handige portable apps. Op de site vind je ook een link naar een post op het forum GBAtemp waar je instructies vindt om de talrijke bestanden (circa 26 GB) op je bootstick te krijgen. Het hele proces duurt even, maar je hebt dan ook een uiterst krachtige toolkit voor diagnose en herstel.

Tip 12 - Quick Assist

Tot nu toe gingen we ervan uit dat je als troubleshooter fysiek aanwezig bent om het probleem op te lossen. Maar er zal vast weleens iemand vanaf afstand je hulp inroepen. We veronderstellen dan wel dat die persoon zijn systeem nog kan opstarten, eventueel in de veilige modus, en zo een tool voor afstandsbeheer kan openen.

Eerst stellen we kort een app voor die standaard met Windows wordt meegeleverd: Quick Assist. Begin aan de helperszijde door de app te starten, klik op Iemand helpen en meld je aan met je Microsoft-account. Noteer de beveiligingscode en geeft die door aan de hulpvrager, bijvoorbeeld via telefoon of bericht. Deze persoon start daarna ook Quick Assist en vult de beveiligingscode in bij Beveiligingscode van assistent. Na een klik op Verzenden verschijnt een bevestigingsvraag: hij plaatst een vinkje en klikt op Toestaan. Zijn bureaublad zou nu zichtbaar moeten zijn in een schaalbaar venster op jouw systeem.

Om het systeem over te nemen klik je bovenaan op Besturing aanvragen. Na een bevestiging van de hulpvrager via Toestaan krijg je toegang tot zijn pc. Boven in het venster vind je knoppen als Laserpointer, Aantekening en Chat (voor communicatie via een apart venster). Als er meerdere schermen zijn aangesloten, kun je via Scherm selecteren het gewenste scherm kiezen. Je kunt de overname stopzetten met Stop best. of Besturing annuleren, en met Verlaten sluit je de sessie volledig af.

Quick Assist: afstandsovername en chatgesprek in volle gang.

Tip 13 - AnyDesk

Quick Assist werkt uitsluitend op Windows, maar er bestaan ook tools als AnyDesk die meerdere platformen ondersteunen, waaronder Windows, macOS en mobiele systemen (www.anydesk.com; gratis voor persoonlijk gebruik). Hier gaan we uit van de Windows-versie.

Start de app op, zowel aan jouw kant als aan die van de hulpvrager. Vraag hem vervolgens via telefoon of bericht om de identificatiecode van zijn werkplek: dit is een 10-cijferige code bovenaan in het venster. Vul deze code in op je eigen app, bij Voer remote adres in. Druk op Enter en geef je firewall desgevraagd toestemming.

De hulpvrager klikt nu op de knop Accepteren met het schildicoon om een sessie met beheerrechten toe te staan. Even later verschijnt zijn bureaublad op jouw scherm en kun je zijn pc op afstand bedienen.

AnyDesk biedt meer opties dan Quick Assist. Zo is er een chatfunctie, een schermopnamefunctie, een whiteboard en een handige datatransferfunctie om snel bestanden tussen beide systemen te verplaatsen. Je kunt de schermweergave aanpassen en via de knop Acties bijvoorbeeld een screenshot maken of de toegangsrichting omkeren. Uiteraard kunnen ook hier beide partijen de verbinding op elk moment stopzetten.

AnyDesk: een gebruiksvriendelijke en flexibele tool voor afstandsbeheer.