ID.nl logo
Waarom een smartwatch of activity tracker kopen?
© PXimport
Gezond leven

Waarom een smartwatch of activity tracker kopen?

Langzaam maar zeker worden smartwatches gemeengoed, je ziet ze steeds vaker om polsen verschijnen. Het is nog een markt die flink in ontwikkeling is, waardoor je je kunt afvragen of de tijd rijp is voor een smartwatch. Of een andere wearable, zoals een activity tracker. Waarom een smartwatch of fitnessbandje een interessante aankoop voor je kan zijn, behandelen we hieronder.

Is een smartwatch interessant?

De opkomst van de smartwatch verloopt gestaag en heeft niet tot een run naar de winkelschappen geleid, zoals dat bij de opkomst van de smartphone wel het geval was. Het is ook niet helemaal een eerlijke vergelijking, wel een bewuste: want de eerste smartwatches leken vooral taken van de smartphone in de broekzak naar de wearable om de pols te verplaatsen. 

Prettig? Zeker. Indrukwekkend? Absoluut. Onmisbaar? Verre van. Daar lijkt toch wel een uitdaging in te zitten. Welke unieke functies kan een smartwatch brengen die een smartphone niet brengt?

In dit artikel maken we onderscheid tussen de smartwatch en activity tracker / fitnessband. De laatstgenoemde is een dun armbandje met een scherm, dat vooral gericht is op activiteitsmeting. Zo’n bandje wordt ook weleens een fitnesstracker, smartband, sportarmband, activity tracker of een combinatie van die woorden genoemd.  Als overkoepelende term voor zowel de smartwatch als de activity tracker gebruiken we wearables, oftewel draagbare apparatuur.

©PXimport

Op je gezondheid

Voor die onmisbare functionaliteit kijken we eerst naar de fitnesstrackers, de sportarmbandjes die sinds 2015 hun intrede voor de massa deden met de komst van de eerste Fitbit Charge. De sportarmbandjes zitten natuurlijk continu tegen het lichaam aan, wat een deur opent voor sensoren zoals een hartslagmeter, stappenteller, bewegingsmeter en meer. Deze sensoren kun je wel kwijt in een smartphone, maar ze lenen zich beter voor apparatuur die je op het lichaam kunt dragen.

Fitbit was niet de eerste die dergelijke meetapparatuur in een bandje stopte, maar wist wel als eerste een meter in te bouwen die doorlopend de hartslag bijhield. Concurrenten als Samsung, TomTom en Jawbone kwamen destijds niet verder dan een momentopname. Het duurde dan ook niet lang voordat de meting van lichaamsfuncties ook zijn intrede deed bij de smartwatch.

Op het gebied van gezondheid, slaapanalyse, (sport)bewegingsmeting, calorieverbranding en coaching hebben makers van wearables daarom ook veel stappen gemaakt. Ben je actief bezig met sport en gezondheid of heb je interesse om hier meer mee te doen, dan ligt een smartwatch of sportarmbandje zeker voor de hand. Maar onthoud wel: de bandjes maken je niet gezonder of actiever. Ze maken je activiteiten alleen meetbaar en bezorgen je tips om daadwerkelijk gezonder te leven.

Eigenlijk vind je dit soort metingen in iedere wearable wel terug. De vraag is hoe nauwkeurig je je metingen wilt hebben en wat je vervolgens met deze data wilt doen. Zoek je de meest accurate meting? Dan zijn Garmin en Polar onovertroffen. Apple, Samsung en Fitbit kiezen eerder voor toegankelijkheid, door iets minder nauwkeurige data overzichtelijk te presenteren.

©PXimport

Niet bedoeld voor zelfdiagnose

Zo’n anderhalf jaar geleden publiceerden we het artikel ‘Helpt een smartwatch je gezonder te leven?’. Die vraag werd volmondig met ‘ja’ beantwoord. Maar wel met een kanttekening. Hoewel de wearables je coachen actiever en gezonder te leven, zijn er nu zelfs wearables verkrijgbaar die hartfilmpjes maken. Hiermee kunnen mogelijke hartritmestoornissen opgespoord worden door cardiologen. De geïnterviewde experts beaamden dat ze regelmatig gebruikgemaakt hebben van hartfilmpjes van smartwatches. Het gaat wel om vaststellingen die alleen specialisten kunnen maken. Vermoed je daarom dat je hartproblemen hebt, ga dan altijd naar een specialist en probeer geen zelfdiagnose te stellen op basis van je eigen smartwatch. Dat geldt natuurlijk ook voor andere gezondheidsmetingen, waarmee wearables de komende jaren uitgerust worden. 

©PXimport

Smartwatch als gadget

Alle activiteits- en lichaamsfuncties die een wearable meet, zijn razend interessant. Maar wat als je daarvoor niet in de markt bent? In zo’n geval kun je een smartwatch vooral zien als een verlengstuk van je smartphone, dat overigens steeds zelfstandiger zijn werk doet. Zo kun je bijvoorbeeld meldingen van je smartphone zien of zelfs berichtjes beantwoorden vanaf je pols.

Sommige smartwatches, zoals die van Samsung en Apple, beschikken over een eigen applicatiewinkel waarmee je – net als bij je smartphone – de functionaliteit van je apparaat uitbreidt. Denk aan apps om mee te navigeren, zodat je vanaf je pols ziet of hoort welke richting je uit moet. Ook zijn er parkeer-apps waarmee je de parkeermeterdienst start of stopt, ticket-apps die een scanbare streepjescode tonen voor toegang en veel meer.

Voordeel is dat de apps ook kunnen werken zonder dat je je smartphone bij je hebt, vooral als je kiest voor een smartwatch met e-sim-ondersteuning. Dit is een soort ingebouwde simkaart, zodat je smartwatch een eigen mobiele dataverbinding heeft.

Er zijn vooral veel smartwatches op de markt zonder applicatiewinkel. Of zonder noemenswaardige applicatiewinkel. Smartwatches van Huawei, Oppo, Amazfit (onderdeel van Xiaomi) en Fitbit kunnen niet functioneel worden uitgebreid met diverse apps. Sommige van deze merken hebben een plek waar je apps vandaan kunt halen, maar dit zijn eigenlijk alleen functies van de fabrikant zelf die je in- of uitschakelt.

Samsung bundelt krachten met Google

Als we kijken naar functionaliteit, dan ligt de Apple Watch mijlenver voor op de concurrentie. Maar het is niet zo dat andere fabrikanten het niet proberen. Google heeft een besturingssysteem, Wear OS (voorheen Android Wear), waar andere fabrikanten zoals Fossil en TicWatch mee aan de slag kunnen. Maar Wear OS was nog niet goed genoeg en app-ontwikkelaars lieten het platform links liggen. Samsung is een andere speler die qua ontwerp weer mijlenver voorligt op Apple. Alleen worstelt Samsung ook om een groot publiek te bereiken en is het eigen Tizen-besturingssysteem maar zozo. In een ultieme poging om aan te haken en zo ook een Apple Watch-alternatief te bieden dat op Android werkt, hebben Samsung en Google de krachten gebundeld. De nieuwste Galaxy Watch 4 draait nu op Wear OS en er gaan geruchten dat ook Google zelf een smartwatch maakt. Dit is een interessante ontwikkeling, maar wel een die ten koste gaat van bestaande Galaxy Watch-gebruikers. Die zien hun platform immers van de ene op andere dag afgedankt worden. Deze oudere smartwatches krijgen namelijk geen update naar Wear OS.

©PXimport

Contactsport en wearables

Dankzij de lichaamsmeting kan een smartwatch je vooral goed helpen met coaching om meer en beter te bewegen. Dat is wel duidelijk. Maar houd er wel rekening mee dat niet iedere sport zich leent voor een smartwatch. Ben je zwemmer, dan kun je met de meeste smartwatches tegenwoordig uit de voeten, met of zonder flippers. Doe je aan een contactsport, dan kun je een wearable beter links laten liggen. Bovendien zal een scheidsrechter je ook verzoeken je gadget af te doen. Niet geheel onterecht natuurlijk, want een klap van een smartwatch – per ongeluk of niet – kan een flinke blauwe plek of een verloren tand opleveren. Wil je echt graag je contactsport meten, dan kun je in sommige gevallen, zoals voetbal, een fitnessbandje onder een zweetbandje dragen. Andere sporters, waterpoloërs bijvoorbeeld, moeten het zonder meting stellen.

Conclusie

De ervaring van een smartwatch kan een beetje teleurstellend zijn als je geen interesse hebt in de lichaams- en prestatiemetingen die eigenlijk wel op elk apparaat aanwezig zijn. Hoewel een smartwatch een interessant hebbeding is, kun je je in dat geval serieus afvragen of die wel zo’n nuttige aankoop is. Het blijft dan min of meer een verlengstuk van je smartphone. Heb je wel interesse in deze metingen, ga dan na of je fanatiek bent met sporten en gezond(er) leven. Zo ja, dan kun je het beste kijken naar de activity trackers en sporthorloges.

De smartwatches van Apple en Samsung zijn het uitgebreidst qua functionaliteit: wil je een slimme gadget die tal van handigheidjes biedt en prima metingen, dan zijn dat je beste keuzes. Een Apple Watch heeft functioneel veruit het meest te bieden, maar werkt alleen met iPhones. De Galaxy Watch is functioneel en qua metingen iets minder ver, maar heeft op zijn beurt weer een fraai design met rond horlogescherm.

Ben je ervan overtuig dat je een smartwatch wilt kopen, lees dan ook eens onze keuzegids met beste smartwatches van het moment er op na. Daarnaast hebben we enkele van de beste activity trackers voor je op een rijtje gezet. Er zit vast iets voor je tussen!

Conclusie

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!