ID.nl logo
🏂🏻Buiten sporten in de herfst en winter: nét even anders☃️
© Vladimirs Poplavskis | Fxquadro
Gezond leven

🏂🏻Buiten sporten in de herfst en winter: nét even anders☃️

Sporten is natuurlijk het lekkerst als het een beetje lekker weer is, maar te warm is ook weer niet goed. Ook als het wat kouder is, kun je prima je sportschoenen aantrekken. Je moet je er natuurlijk wel een beetje op kleden, misschien je rondje er wat op aanpassen, of zelfs een totaal andere sport uitproberen, maar met onze tips lukt het sowieso.

In dit artikel lees je:

  • waarom je prima buiten kunt sporten in de herfst en winter;
  • waarom je goed moet letten op voeding, kleding en je warming-up;
  • hoe je jezelf zichtbaar maakt en veilig houdt;
  • welke sporter ooit goud won op de Zomer- én Winterspelen;

Ook interessant voor jou: Gladde wegen en donkere dagen: 7 tips voor veilig fietsplezier

Wintersporten

Het meest voor de hand liggende is misschien wel om simpelweg van sport te veranderen met de seizoenen mee. Dat gebeurt vaker dan je denkt. Wielrenners, en heus niet alleen de profs, trainen in de wintermaanden vaak op de mountainbike of op de veldrijfiets - vraag maar aan Mathieu van der Poel. Veldsporten als hockey kunnen in de winter moeilijk buiten gedaan worden, maar een potje zaalhockey is heerlijk als het buiten vriest. Je kunt dus best even je hardloopschoenen aan de inmiddels kale wilgen hangen en je schaatsen onderbinden om toch topfit de donkere wintermaanden door te komen. 

Kleed je warm aan

Blijf je toch je gewone sporten doen in de winter? Kleed je er dan in elk geval goed op. Ook als het buiten koud is, ben je tijdens de inspanning flink aan het zweten, en je kunt behoorlijk snel afkoelen als je even stilstaat voor een stoplicht of tussendoor even een banaan eet. Handschoenen, lange mouwen en windjacks komen goed van pas als het kwik daalt, en een muts is ook geen overbodige luxe. Houd er wel rekening mee dat je het tijdens het sporten juist weer warmer krijgt, dus stof die goed ademt of kleding met een rits is je beste optie. 

©Nick Melnichenko | Alex Sipetyy

Eet voldoende

We kunnen niet vaak genoeg benoemen hoe belangrijk goede voeding is, zowel voor, tijdens, als na het sporten. In de winter wordt dat nog een tandje meer. Drinken gaat bijna vanzelf als het dertig graden is, maar als het kouder is, willen we dat nog wel eens vergeten. Bovendien verbruikt je lichaam extra veel energie tijdens het sporten, niet alleen om de prestatie te kunnen leveren, maar ook om warm te blijven. Ga je dus langer dan een halfuurtje sporten? Stop je zakken dan goed vol met repen of gelletjes, drink voldoende vooraf, en neem eventueel een bidon mee. En gebruik het ook, ook als je geen honger of dorst hebt. 

Van Zomer- naar Winterspelen Dat je niet per se tussen de een of de ander hoeft te kiezen, bewijst Eddie Eagan. Op de Olympische Zomerspelen van 1920 won de Amerikaan een gouden medaille in het boksen. Twaalf jaar later, op de Winterspelen in Lake Placid, werd hij nogmaals gekroond tot olympisch kampioen, dit keer als lid van de viermansbob. Eagan is de enige sporter die op zowel de Zomer- als de Winterspelen een gouden medaille heeft gewonnen, al zijn er vaker sporters geweest die het hebben geprobeerd het kunstje te herhalen. In 1988 bijvoorbeeld, toen een Jamaicaans bobsleeteam aan de start stond in Calgary, waarover later de film Cool Runnings is gemaakt.

Begin goed opgewarmd

Ben je een van die vele, vele sporters die het niet zo nauw nemen met hun warming-up? Geen zorgen, je bent niet alleen. En in de warme zomermaanden kom je er misschien nog wel mee weg, ook: je spieren zijn al lekker warm, en ze kunnen de inspanning vrij snel aan. 

In de herfst en winter is dat een ander verhaal. Je spieren en gewrichten hebben even tijd nodig om goed doorbloed te raken, zodat ze de prestaties kunnen leveren die je van ze vraagt. Zonder een goede warming-up kun je die prestatie simpelweg niet leveren. En bovendien is er nog het verhoogde risico op blessures: koude spieren kunnen sneller een opdoffer krijgen van een onverwachte beweging, en met min-5 op anderhalf been naar huis moeten hinken omdat je je hamstring hebt verrekt, is absoluut geen pretje. 

Denk aan je veiligheid

De wintermaanden vragen niet alleen om extra aanpassingen op fysiek gebied, je moet ook goed aan je eigen veiligheid denken. Allereerst is het in de herfst en winter natuurlijk een stuk sneller donker, dus als je ‘s ochtends, laat in de middag of ‘s avonds op pad gaat, zorg dan voor goede verlichting - niet alleen als je gaat wielrennen, maar ook als je een rondje gaat rennen, skaten of zelfs wandelen. Ook tijdens een flinke hoosbui komt een extra lampje op je fiets of kleding goed van pas. 

©Mojzes Igor | Lucky Bussines

Maar zelf opletten is ook het devies. Dat mooie paadje in het bos van tijdens de zomer kan behoorlijk glad zijn geworden. ‘s Winters zit de vorst eerder in de grond dan erboven, dus plassen water kunnen snel opvriezen, met onhandige glijpartijen tot gevolg. Doe rustig aan en neem wat minder risico dan normaal, helemaal als je op de racefiets gaat zitten. 

Conclusie

Sporten in de herfst en winter kan net zo lekker zijn als in de lente en zomer, je moet alleen wel even wat voorbereidingen treffen. Eet goed voor je begint, en neem voldoende voedsel en water mee als je langere tijd de deur uit gaat. Doe een goede warming-up, en kleed je een graadje warmer aan dan je normaal doet. Zorg dat je zelf goed zichtbaar bent voor ander verkeer, en houd er rekening mee dat je bekende paden en wegen er anders bij kunnen liggen dan je gewend bent. 

Met dat in het achterhoofd kun je ook tijdens de wintermaanden prima buiten sporten, al kun je natuurlijk altijd gewoon nog naar de sportschool of het zwembad. 


▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro
© Beko
Huis

Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro

In de rubriek Waar voor je geld gaan we een aantal keer per week op zoek naar de beste producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Deze keer kijken we naar condensdrogers. Welke modellen zijn er te koop voor onder de 500 euro en wat zijn de mogelijkheden?

Een condensdroger is een type wasdroger dat vocht uit je wasgoed onttrekt en opvangt in een ingebouwd reservoir of via een afvoerslang afvoert. In tegenstelling tot luchtafvoerdrogers heeft een condensdroger geen externe afvoer nodig, wat hem flexibel maakt in gebruik en daardoor nagenoeg overal kunt plaatsen. Condensdrogers zijn doorgaans goedkoper in aanschaf dan warmtepompdrogers, maar verbruiken wel meer energie. We vonden vijf exemplaren van minder dan 500 euro.

Beko DCU8235BXT

Energy Label G

De Beko DCU8235BXT is een gebruiksvriendelijke condensdroger met een capaciteit van 8 kg, geschikt voor gezinnen of huishoudens met regelmatig wasgoed. Hij beschikt over diverse programma’s, waaronder opties voor katoen, synthetisch, sportkleding en delicate stoffen. De AquaWave-trommel zorgt voor een zachte behandeling van je kleding, wat de slijtage beperkt. De droger produceert gemiddeld 66 dB aan geluid. Het water wordt opgevangen in een intern reservoir, maar kan ook via een afvoerslang worden weggespoeld. Dit model is niet voorzien van de nieuwste technologieën, maar biedt alles wat je nodig hebt voor betrouwbaar dagelijks gebruik.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op de motor)

Sharp KDNCB8S7PW91BX 

Energy Label G

Deze condensdroger van Sharp is ontworpen met het oog op eenvoud en efficiëntie. De machine biedt 15 programma’s, waaronder instellingen voor katoen, synthetisch, gemengde was en snelle droogbeurten. Het display is helder en overzichtelijk en toont duidelijk de resterende tijd. De bediening is eenvoudig, wat hem geschikt maakt voor gebruikers die vooral gemak zoeken. De wateropvang gebeurt in een reservoir dat handmatig geleegd moet worden, tenzij je kiest voor aansluiting op de afvoer. Voor wie een betrouwbare, eenvoudige droger zoekt zonder poespas, is dit een goede keuze.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: dicht
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Hisense DH3S802BW2

Energy Label D

De Hisense DH3S802BW2 is een moderne warmtepompdroger met een capaciteit van 8 kg en diverse slimme functies. Deze droger is uitgerust met ConnectLife, waarmee je hem via een app op je smartphone kunt bedienen. Ook beschikt hij over een stoomfunctie, die helpt om kreukels te verminderen en kleding op te frissen. De trommel is binnenin verlicht en de bediening is overzichtelijk, met een groot display dat de resterende tijd toont. De machine beschikt over programma’s voor onder andere katoen, wol en delicate stoffen. Hoewel het energieverbruik lager is dan bij een standaard condensdroger, duurt het droogproces gemiddeld wel wat langer.

Uitgestelde start: Nee
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Beko DF8421TX0

Energy Label E

De Beko DF8421TX0 is een warmtepompdroger met een ruime inhoud van 8 kg. Dankzij de EcoGentle-technologie blijven kleuren langer mooi en wordt kleding zachter behandeld. De AquaWave-trommel met speciale patronen zorgt ervoor dat kleding minder slijt tijdens het drogen. Dit model beschikt over 15 programma’s, waaronder opties voor sportkleding, jeans en wol. Ook is er een anti-kreukfase na het drogen, wat handig is als je niet meteen de was uit de machine haalt. De machine is wat ouder (model 202), maar is nog steeds te koop. Oorspronkelijk was het energielabel A++, maar omgerekend naar de huidige meetmethode is dat nu een E-label geworden. Handige extra’s zijn de startuitstelfunctie en het duidelijke display met resttijdindicatie.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op motor)

Frilec KOBLENZ 8600 TK

Energy Label F

De Frilec KOBLENZ8600TK is een eenvoudige, degelijke condensdroger en beschikt over meerdere standaardprogramma’s, zoals katoen, synthetisch en extra droog. De bediening is rechttoe rechtaan en het display toont de resterende droogtijd. Met een geluidsniveau van ongeveer 65 dB is hij niet de stilste, maar ook zeker niet storend in een gemiddelde omgeving. De droger heeft energielabel F, wat betekent dat hij relatief veel stroom gebruikt vergeleken met warmtepompdrogers. Het water dat uit het wasgoed wordt gehaald, wordt opgevangen in een waterreservoir. Deze moet handmatig geleegd worden, tenzij je hem aansluit op een afvoer.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 5 jaar

▼ Volgende artikel
5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie
© alfa27 - stock.adobe.com
Huis

5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie

Aangebrand eten, vibrerende pannen of ongelijke resultaten: wie net begint met koken op inductie kan tegen dit soort frustraties aan lopen. Gelukkig zijn ze makkelijk te voorkomen. Wij vertellen wat de meest gemaakte fouten zijn bij het koken op inductie én hoe je ze voorkomt.

In het kort

Overgestapt van gas op inductie? Dat is vaak even wennen. Wij zetten 5 veelgemaakte fouten bij het koken op een rij, zodat jij ze niet hoeft ze maken. Dit zijn ze:

  1. Verkeerde pannen gebruiken
  2. Kookzones niet goed benutten
  3. Te hoog vermogen gebruiken
  4. Boostfunctie te veel gebruiken
  5. Niet goed schoonmaken

Inductieplaat kopen?

Check hier de beste deals!

Fout 1: Verkeerde pannen gebruiken

Een klassieke fout bij het koken op inductie is het gebruik van pannen die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit type kookplaat. Inductie werkt via een magnetisch veld dat de bodem van de pan rechtstreeks verwarmt. Zijn jouw pannen niet magnetisch, dan is het gevolg een tragere opwarming, ongelijke garing en onnodig veel energieverbruik. Soms reageert een inductiekookplaat helemaal niet op gewone pannen.

Weet je niet zeker of jouw pannen geschikt zijn voor inductie? Doe dan de magneettest: pak een (koelkast)magneet en houd 'm tegen de bodem van de pan. Plakt de magneet stevig vast? Dan is de pan geschikt voor inductie. Glijdt de magneet weg of is de magnetische werking veel te zwak? Dan kun je beter niet koken met deze pan. 

Extra tip: als je nieuwe pannen voor je inductiekookplaat wilt kopen, let dan niet alleen op de magnetische werking. Ook de dikte van de bodem is belangrijk. Pannen met een bodem van minstens 4 à 5 mm dik verminderen de kans op aanbranden en trillen bij hoog vermogen. Kies daarnaast voor keukengerei van hout of siliconen; dat voorkomt krassen aan de onderkant van de pan. 

Fout 2: Kookzones niet goed benutten

Een inductiekookplaat werkt het best met pannen die qua formaat goed door de kookzone worden herkend. Zet je een pan neer die veel kleiner is dan de kookzone, dan kan het zijn dat de plaat hem niet detecteert of dat er minder vermogen beschikbaar is. Er gaat echter geen warmte verloren: alleen het deel van de pan dat binnen het magnetisch veld valt, wordt verwarmd. Een pan die juist groter is dan de kookzone kan leiden tot ongelijkmatige verhitting, omdat alleen het middendeel voldoende wordt opgewarmd. Let er daarnaast op dat de bodem van de pan vlak en schoon is, zodat het contact met het glasoppervlak optimaal blijft. Een kromgetrokken of vuile bodem kan de werking verstoren.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Fout 3: Te snel opwarmen

Inductie warmt veel sneller op dan gas. Daardoor zetten veel mensen het vermogen al snel te hoog, met als gevolg dat olie of eten kan aanbranden. Het is slimmer om op een lagere stand te beginnen en de temperatuur geleidelijk op te voeren, zeker bij bakken of sudderen. Voor water koken mag je gerust vol vermogen gebruiken, maar bij braden is dat vaak niet nodig. Merk je dat je pan gaat trillen of de kookplaat een zoemend geluid maakt, dan staat hij waarschijnlijk te hoog. Gebruik bovendien olie of vet met een hoog rookpunt, zoals arachideolie, zonnebloemolie, kokosolie of geklaarde boter (ghee). Daarmee voorkom je dat het vet te snel verbrandt.

Fout 4: Boostfunctie te veel gebruiken 

Veel inductiekookplaten hebben een boostfunctie die het vermogen tijdelijk flink opschroeft. Ideaal om snel een pan met water aan de kook te brengen of grote hoeveelheden soep of pasta te verhitten. Voor delicate bereidingen is de booststand minder geschikt, omdat de pan dan zo heet wordt dat eten kan aanbranden of ongelijk gaart. Gebruik hem dus met beleid: handig als je snel kracht nodig hebt, maar niet bedoeld om continu op te koken.

Fout 5: Niet goed schoonmaken 

Vlekken en etensresten op je inductiekookplaat zijn niet alleen onhygiënisch, ze kunnen ook blijvende schade veroorzaken. Vooral suikers zijn verraderlijk: die kunnen bij verhitting het glasoppervlak aantasten. Ook verbrande resten laten vaak hardnekkige vlekken achter en kunnen het glas op den duur verkleuren of zelfs doen barsten. Maak de kookplaat daarom na gebruik altijd schoon. Gebruik een licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel, zoals een beetje afwasmiddel of een speciaal middel voor inductiekookplaten. Voor aangekoekte resten is een speciale kookplaatschraper handig. Vermijd schuurmiddelen en schuursponsjes, want die veroorzaken krassen en maken het glas dof.