ID.nl logo
Zo bereken je je calorie-inname voor een flinke dag sporten
© Kaspars Grinvalds - stock.adobe.com
Gezond leven

Zo bereken je je calorie-inname voor een flinke dag sporten

Het is weekend, het zonnetje schijnt: alle ruimte om een dagje flink te gaan sporten. Ideaal, want een goede lange duurtraining kan wonderen doen voor je conditie en je lichaam. Mits je wel goed blijft eten, natuurlijk. Het kan lastig zijn om de energiebehoefte van je lichaam vooraf in te schatten, dus daar gaan we je in dit artikel mee helpen.

In dit artikel lees je hoe je kunt berekenen hoeveel calorieën je nodig hebt wanneer je flink gaat sporten. Ook vertellen we hoeveel calorieën je met verschillende sporten verbruikt én wat goede voeding is waarop je als sporter lang kunt doorgaan.

Lees ook: 5 must-do’s bij sporten met warm weer

Beweging kost energie

Het is een aloude natuurwet: elke vorm van beweging kost energie. Dat geldt voor je auto of een raket, maar het geldt net zo goed voor ons. Die energie om te bewegen moet ergens vandaan komen. Je auto gooi je vol met benzine of elektriciteit, het vliegtuig doet het op kerosine en het menselijk lichaam gaat vooral erg lekker op een combinatie van gezond voedsel.

Meer energie betekent betere prestaties, maar je kunthet ook overdrijven. Daarom is het belangrijk dat je weet wat je binnenkrijgt. Voor een halfuurtje rennen of een sprintje naar het station hoef je je niet zo druk te maken, maar als je serieus gaat sporten, is het de moeite waard er even goed over na te denken.

Meten is weten

Hoeveel energie ons lichaam verbruikt, meten we in calorieën - of beter gezegd: kilocalorieën (kcal). Een mens verbruikt tijdens een normale dag zo tussen de 2.000 en 3.000 kilocalorieën, maar dat verschilt nogal per persoon. Mannen verbruiken meer dan vrouwen, jongeren verbruiken meer dan ouderen, en ook je levensstijl en je gewicht spelen een belangrijke rol.

En of je gaat sporten, dus. Een ritje op de racefiets kan al snel 2.000 kcal aan energie verbruiken - net zoveel als je er normaal op een hele dag doorheen jaagt. Dat is fijn, helemaal als je van die zwembandjes af wilt, maar het is behoorlijk veel voor een lege maag.

De cijfers

Mannen met een actievere levensstijl hebben vanaf hun achttiende zo’n 3.000 kilocalorieën nodig. Vanaf hun dertigste wordt dat iets minder, zo’n 2.700. Pensioengerechtigden kunnen het met zo’n 2.500 kcal per dag af.

Voor vrouwen geldt een richtlijn van 2.300 kcal vanaf de achttiende verjaardag, 2.200 vanaf je dertigste, en 2.000 voor de wat oudere geesten. Voor zwangere vrouwen gelden, logischerwijs, hogere aantallen. Sport je minder, of heb je een kantoorbaan? Trek dan drie- à vierhonderd kcal van je gemiddelde af.

Lees ook: Calorieën, koolhydraten, eiwitten en vetten: hoe zit dat nou eigenlijk allemaal?

©Lightfield Studios - stock.adobe.com

De weegschaal

Voor je begint met allerlei diëten en lijstjes, is het goed om eerst een basismeting te doen. En hoewel we het misschien liever niet doen, is de beste manier nog altijd om één keer in de week op de weegschaal te gaan staan. Je gewicht is namelijk een prima graadmeter als het gaat om energieverbruik: te weinig beweging betekent dat er meer calorieën onverbruikt blijven. Die energie wordt na verloop van tijd omgezet in vet, en dat merk je als je met één oog naar het schermpje van die vermaledijde weegschaal gluurt.

Maar als je genoeg sport, kan het prima de andere kant op gaan. Als je meer energie verbruikt dan je binnenkrijgt, en je reserves raken ook langzaamaan uitgeput, begin je bij je volgende workout sneller vet te verbranden - en ook dát zie je terug op het scherm.

Na verloop van tijd kun je een trend zien. Blijft je gewicht hetzelfde? Dan neem je ongeveer net zoveel calorieën tot je als je verbruikt: een prima status quo voor een actief en sportief leven.

Hoeveel verbruik je?

Er zijn manieren om al tijdens het sporten je verbruik te meten, maar dat is niet voor iedereen weggelegd. En je hebt het ook helemaal niet zo erg nodig. Je kunt het namelijk prima zelf inschatten. Dat gaat dan op basis van een lijstje met het gemiddelde verbruik per activiteit: niet elke activiteit heeft namelijk hetzelfde effect op het energieverbruik.

SportCalorieverbruik
🚶 Wandelen5 kcal per kg lichaamsgewicht per uur
🏋 Fitness6 kcal per kg lichaamsgewicht per uur
🏊 Zwemmen10 kcal per kg lichaamsgewicht per uur
🏃 Hardlopen11 kcal per kg lichaamsgewicht per uur
🚴 Wielrennen12 kcal per kg lichaamsgewicht per uur

Zwemmen, fietsen en hardlopen zijn dus goede opties als het gaat om energieverbruik. Al moet je natuurlijk in eerste instantie vooral doen wat je leuk vindt, dan komt de rest vanzelf.

Nu kun je zelf gaan rekenen. Je weet wat je ongeveer op een dag moet binnenkrijgen om ‘m door te komen, en je kunt uitrekenen hoeveel extra calorieën je gaat verbruiken met je sportieve activiteit.

Nieuwe zwembroek nodig?

Van strakke Speedo tot ruime zwemshort:

©LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com

Rekenvoorbeeld Je bent een man van halverwege de dertig, en je gaat een flinke fietstocht doen. Nu verbruik je sowieso al 2.700 calorieën tijdens de rest van de dag, maar je eet natuurlijk ook gewoon, en die twee kun je redelijk tegen elkaar wegstrepen. Het fietsen zelf wordt pittig. Drie uur door de Limburgse heuvels, en met 80 kilo ben je niet bepaald een klimgeit. 80 kilo x 12 kcal x 3 uur is 2880 kcal voor de hele rit - dat is meer dan je de hele rest van de dag binnen zou krijgen! Flink extra eten dus. Een 🍝 bord pasta 's ochtends helpt goed, een 🍌 banaan en een energiereep in je achterzak en 🥪 een goed belegde sandwich met kipfilet als je terugkomt, en je komt al een heel eind. Om je calorie-inname goed bij te houden, kun je gebruikmaken van een app als Lifesum (Android/iOS).

Goed voedsel

Nu je weet hoeveel je extra moet eten, moet je je alleen nog even bedenken wát je extra gaat eten. Energie komt namelijk in verschillende vormen. Je kunt een paar zakken chips opentrekken, maar daar ga je die berg niet mee over komen. Ook snelle suikers zijn niet ideaal voor een lange inspanning: je gaat er in het begin goed op, maar je bent ook zo door je voorraad heen.

Eet dus altijd gebalanceerd, ook als je gaat sporten. Pasta en rijst zijn altijd een goede basis voor een sportief dagje, maar je kunt ook een goede bruine boterham beleggen. Pas op met (rood) vlees: kip en vis zijn op de lange termijn beter voor je prestaties.

Wat je wél kunt doen, is een handjevol winegums of een chocoladereep in je achterzak stoppen. Juist als je er even doorheen zit is zo’n calorieboost vol snelle suikers de ideale manier om die laatste loodjes door te komen. En trouwens: na zo’n dag sporten heb je ook wel een verzetje verdiend, toch?

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen