ID.nl logo
Zweten tijdens het sporten: waarom, en moet je er iets tegen doen?
© Viktor Gladkov
Gezond leven

Zweten tijdens het sporten: waarom, en moet je er iets tegen doen?

Klotsende oksels, een donkere vlek op je rug en glinsterende druppels op je voorhoofd – zweet en sport horen bij elkaar. Transpiratie is gezond, maar niet altijd ideaal. Waarom zweten we eigenlijk tijdens het sporten? En kun (en moet) je er iets aan doen?

Na het lezen van dit artikel weet je:

  • wat zweet precies is
  • waarom je tijdens het sporten extra veel zweet
  • waarom zweet niet altijd stinkt
  • waarom jij meer zweet dan je partner of je vrienden
  • waarom je er lang niet altijd iets tegen moet doen
  • waarom je er soms wel iets aan kan doen
  • dat deodorant niet helpt tegen zweten, maar antiperspirant wel
  • dat mensen niet de enige dieren zijn die zweten

Ook leuk om te lezen: 5 must-do’s voor sporten met warm weer

Waarom zweet je eigenlijk? 

Zo'n zweetplek is irritant en lelijk, maar transpireren is echt niet alleen maar vervelend. Sterker nog: het is noodzakelijk. Tijdens het sporten warmt je lichaam namelijk op. Die hogere temperatuur maakt dat je spieren losser zodat ze beter presteren. Maar je lichaamstemperatuur is een delicaat iets. Te koud is niet goed, maar te warm ook niet. Daar heeft je lichaam iets op gevonden: overtollige warmte wordt via je zweetklieren afgevoerd. De lucht om je heen koelt je vochtige lichaam af, zodat je lichaamstemperatuur binnen de perken blijft. 

Zweten is daarom absoluut nodig. Vooral bij langere duurinspanningen is een goede regulatie van de lichaamstemperatuur heel belangrijk. Oververhitting zorgt namelijk voor slechtere prestaties, en kan zelfs gevaarlijk zijn voor de gezondheid. 

(Z)weetjes

  • Zweet bestaat vooral uit water en zout, maar bevat ook ontsmettende stoffen. 
  • Je kunt tot wel 8 liter per dag zweten - altijd blijven drinken dus, vooral als het warm is. 
  • Alles begint in je hersenen. De hypothalamus is de thermostaat, en als die denkt dat het te warm wordt, begint het proces onherroepelijk. 
  • Mannen zweten sneller en meer dan vrouwen, terwijl vrouwen meer zweetklieren hebben. 
  • Alleen zoogdieren kunnen zweten, en dan nog niet eens allemaal. Apen en paarden zweten juist behoorlijk veel, op dezelfde manier als jij en ik. 

Waarom zweet je altijd op dezelfde plekken? 

Er zijn bepaalde plekken op je lichaam waaraan je goed merkt dat je een inspanning levert. Onder de oksels is natuurlijk de bekendste, maar ook de handpalmen, voeten, de nek en de achterkant van je schouders zijn verzamelplekken voor druppels. Daar zitten bovengemiddeld veel zweetklieren, dus is er meer ruimte voor het vocht om te ontsnappen. 

©Gabriel Maia

In principe zweet je tijdens het sporten over je hele lichaam, je ziet het alleen beter op de plekken die net iets warmer zijn dan de rest. Onder je oksels kan er minder zweet verdampen, en dus zie je het er sneller. Op je rug staat een groot deel van je huid in direct contact met je kleding, waardoor je het daar doorgaans ook wat sneller ziet. Meestal zweet je bovenlichaam ook wat meer dan je onderlichaam – zweetvoeten daargelaten. 

Zweetgenen

Transpiratie is heel persoonlijk: de een zweet veel meer dan de ander. Tijdens een stevige fysieke inspanning ontkomt niemand eraan, maar bij een rustige work-out zijn er grote verschillen. Dat is voor een groot deel genetisch: flink zweten zit vaak in de familie. Heel veel kun je daar niet aan doen. Uiteindelijk staat of valt alles bij de inspanning die je levert, en hoe snel de temperatuur in je lichaam oploopt. Veel trainen zorgt ervoor dat inspanningen je minder kracht en energie kosten, en je dus makkelijker afgaan, waardoor de temperatuur in je lichaam lager blijft en je dus minder hoeft te zweten. 

Toch klamme handjes?

Bekijk alle zweetbanden

Kun je er iets doen aan zweten? 

Eerst moet je jezelf natuurlijk afvragen of je er iets aan wil doen. Zweten tijdens het sporten is niet alleen vervelend, het is zelfs belangrijk voor je gezondheid. Dat gezegd hebbende: er zijn wel dingen die je kunt doen om de boel niet – letterlijk – de spuigaten uit te laten lopen:
• Draag luchtige kleding. Vooral synthetische materialen kunnen ervoor zorgen dat je lichaam zichzelf niet goed kan koelen, met extra transpiratie tot gevolg. 
• Houd je hartslag in de gaten. Je hartslag is een goede graadmeter voor de inspanning die je levert. Schiet je hartslag de hoogte in tijdens een sportsessie? Neem even een korte pauze, en laat je lichaam weer tot rust komen.
• Kies een koel moment of koelere plek. Sport in de ochtend of avond, om de middaghitte te voorkomen. Of kies een plek met airconditioning.
• Ga als het even kan buiten sporten: de buitenlucht zorgt ervoor dat het zweet sneller verdampt.
• Zorg voor frisse lucht en doorstroom. Als je toch binnen gaat sporten, richt dan een ventilator op je lichaam of gezicht, en houd de ramen open.
• Gebruik icepacks. Die zijn tegenwoordig erg in de mode, al moet je daarbij wel weer oppassen dat je lichaam niet té veel afkoelt.
• Pak een scheermesje. Haar houdt zweet langer vast, en zorgt ervoor dat het minder snel kan verdampen. Gladde oksels en geschoren benen zorgen ervoor dat je minder transpireert.
• Je hoofd hoef je natuurlijk niet kaal te scheren, maar een frisgeknipt kapsel of je haar in een hoge staart doen al wonderen. 

©VadimGuzhva

Deodorant of antiperspirant? Helpt deodorant ook tegen zweten? Nee, deodorant pakt alleen de bacterien en geurtjes aan. Wel kun je een antiperspirant gebruiken om zweet te stoppen, die zorgt er namelijk voor dat het je huid niet meer uit kan. In de winkel vind je ze beiden onder de naam deodorant, het verschil zit hem in de ingredienten. Een antiperspirant bevat namelijk aluminium of zirconium, die zorgen na een aantal dagen gebruik voor propjes in je zweetklieren. Die ingredienten klinken misschien eng of chemisch, maar het zijn natuurlijke stoffen die ook in ons voedsel, drinkwater en de lucht zitten. Over aluminium gaan geruchten dat het kanker kan veroorzaken, maar dit is nooit bewezen. Of je het zweten echt wil stoppen, terwijl je lichaam het nodig heeft? Die keuze is aan jou!

Bron: Is deodorant kankerverwekkend? op Gezondheidswetenschap.be

Wel zweten, maar geen geurtjes?

Shop voor deodorant

Lees ook: Dit gebeurt er in je lichaam tijdens het sporten

Verschillende soorten zweet

Misschien is het je al eens opgevallen dat zweten tijdens het sporten niet meteen leidt tot nare geurtjes, en dat klopt. Er zijn namelijk twee soorten zweetklieren in je lichaam. De eccriene klieren zitten over je hele lichaam, en zijn al vanaf je geboorte actief. Die klieren scheiden vooral vocht uit om je lichaam af te koelen als de boel te warm wordt. Zo wordt je T-shirt dus wel nat, maar veel meer last heb je er niet van. 

Apocriene klieren komen pas in de puberteit om de hoek kijken. Die klieren zitten op de bekende plekken: onder je oksels, in je handpalmen en in je voeten. Apocriene klieren worden vooral gestimuleerd door je hormoonhuishouding, en scheiden een ander soort transpiratie af – en daar zit soms een luchtje aan. 

©Yuri Arcurs

Wat je vooral niet moet doen

Het is verleidelijk om voor en tijdens het sporten minder water te drinken, zodat er niet genoeg vocht in je lichaam zit om veel te zweten. Dat klinkt misschien handig, maar dat is zo ongeveer het slechtste wat je kunt doen, en werkt ook niet. Je lichaam heeft vocht nodig om te kunnen presteren en herstellen. Van te weinig drinken ga je uitdrogen, dat heeft weer gevolgen voor je gezondheid.

Blijf dus voldoende drinken, ook als dat betekent dat je met een nat T-shirt komt te zitten. Onthoud vooral dat zweten tijdens een inspanning juist de bedoeling is, en dat je zeker niet de enige bent die peentjes zweet. 

Bronnen: Quest / MedicInfo

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.