ID.nl logo
De meestgestelde vragen over warmtepompen
Energie

De meestgestelde vragen over warmtepompen

Van ‘Waarom moet ik een warmtepomp’ tot ‘Kan ik een warmtepomp aansluiten op bestaande radiatoren’ en alles daartussenin: veertien prangende vragen over warmtepompen, mét bondige antwoorden!

Waarom ‘moeten’ we aan de warmtepomp?

De Nederlandse regering heeft normen vastgelegd over de efficiëntie van de verwarmingsinstallatie. Het komt er in het kort op neer dat je vanaf 2026 de oude cv-ketel niet meer kunt vervangen door een andere cv-ketel. Bij vervanging moeten huiseigenaren overstappen op een duurzamer alternatief. Dat kan een all-electric warmtepomp zijn, de combinatie van een cv-ketel met een hybride warmtepomp of een aansluiting op een warmtenet. Dit heeft allemaal de bedoeling om fors te besparen op aardgasverbruik en de overstap naar groene energie te versnellen.

Kan ik niet beter wachten tot de warmtepompen goedkoper worden of tot de techniek verbeterd is?

Het plan van de regering is dat in 2050 alle 7,7 miljoen woningen in Nederland van het gas af zullen zijn. De prijzen van warmtepompen zullen dalen en uiteraard zal de techniek ook nog verbeteren. Daar tegenover staat dat de gasprijzen momenteel ongekende hoogten bereiken en dat de subsidiebedragen fors zijn opgetrokken. Voor een hybride warmtepomp ontvang je tussen de 1.950 en 3.000 euro aan subsidie.

Zie ook ons artikel: Wat kost een warmtepomp en (vooral) wat bespaar je ermee?

Wat is het verschil tussen een hybride warmtepomp en een cv-ketel?

Een hybride warmtepomp hangt naast en werkt samen met de cv-ketel. Zolang het niet te koud is, wordt de woning verwarmd met de hybride warmtepomp. Als de warmtepomp het niet meer redt, neemt de cv-ketel over. Hierdoor kun je een bestaande cv-ketel ondersteunen met een warmtepomp, maar er zijn ook combi-oplossingen waarbij de hybride warmtepomp in combinatie met een nieuwe cv-ketel als tandem-oplossing worden geplaatst.

Zie ook ons artikel: Hybride warmtepompen: de cv-ketel als back-up

Is een all-electric warmtepomp beter dan een hybride warmtepomp?

Het zijn twee verschillende oplossingen voor verschillende situaties. Een hybride warmtepomp is een uitstekende oplossing voor woningen die goed, maar niet perfect zijn geïsoleerd. In die woningen kun je geen comfortabel warmtecomfort garanderen met alleen een warmtepomp. Als het echt vriest, neemt de gas- of stookolieketel het over. Bij een all-electric warmtepomp verdwijnt de cv-ketel en ben je dus volledig aangewezen op de warmtepomp. Dat kan alleen bij nieuwbouw of bij recente woningen die perfect zijn geïsoleerd.

Zie ook ons artikel: Wat voor typen warmtepompen zijn er?

Wat moet je doen om je huis klaar te maken voor de warmtepomp?

Drie dingen: isoleren, isoleren en isoleren. Voor een warmtepomp moeten de muren, de vloer en het dak geïsoleerd zijn en ook de ramen moeten voorzien zijn van HR++-glas. De meeste woningen die na 1995 zijn gebouwd, zijn goed geïsoleerd. Je kunt een test doen. Verlaag in het najaar of in de winter een aantal dagen de cv-watertemperatuur tot 50°C. Blijft het huis aangenaam warm, dan mag je er van uitgaan dat de woning voldoende is geïsoleerd voor een hybride warmtepomp. Een all-electric warmtepomp vraagt net iets meer isolatie.

Zie ook ons artikel: Is mijn huis geschikt voor een warmtepomp?

Vraagt een warmtepomp veel onderhoud?

In tegenstelling tot een cv-ketel is er in een warmtepomp geen enkele verbranding en dat scheelt heel veel in onderhoud. Een warmtepomp is onderhoudsvriendelijker dan een cv-ketel. Je kunt zelf de filters regelmatig schoonmaken en verder laat je om de twee jaar de installatie nakijken door een technicus.

Zie ook ons artikel: Dit moet je weten over het onderhoud van je warmtepomp

Hoelang duurt het om de warmtepomp te installeren?

Een hybride warmtepomp wordt soms binnen een dag geplaatst, maar reken veiligheidshalve op twee dagen. Bij een grond-waterwarmtepomp moet een boorbedrijf een sonde een honderdtal meter diep in de bodem plaatsen, hierdoor duurt de installatie langer.

Zie ook ons artikel: Warmtepomp installeren: laten doen of zelf doen?

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Hoelang gaat een warmtepomp mee?

Theoretisch ligt de gemiddelde levensduur vast rond 15 jaar. In de praktijk komt het vaak voor dat ze langer dan 20 jaar meegaan. Een bodem-waterwarmtepomp gaat zelfs 25 jaar mee.

Als het wat kouder wordt, reageert een warmtepomp snel als ik de thermostaat hoger zet?

Nee, want meestal werkt de warmtepomp samen met een lage temperatuursverwarming. Om je woning met lage temperatuur comfortabel te verwarmen heb je een groot afgifte-oppervlak nodig, zoals grote radiatoren of vloerverwarming. Die systemen reageren altijd traag. Je moet dus rekening houden met lange opwarmings- en afkoelingstijden.

Ik merk soms dat er stoom uit de warmtepomp buiten komt? Is dat normaal?

Dat is inderdaad normaal. Dat is de ontdooifunctie die je als het vriest opmerkt bij de buiten-unit. Dan wordt vorst en ijs omgezet in water of stoom. Tegelijk wordt dan een kleine hoeveelheid water afgevoerd tijdens het verwarmen. Deze functie beschermt de buiten-unit tegen aanvriezen.

Hoeveel lawaai maakt een warmtepomp?

De eerste warmtepompen brachten een storend gezoem voort. Dat probleem is opgelost bij de nieuwe generatie warmtepompen. Trouwens, de regelgeving is hier erg streng voor. De huidige warmtepompen maken net zoveel geluid als een koelkast. Wanneer ben je voor laatst gestoord door je koelkast?

Zie ook ons artikel: Het geluid van een warmtepomp

Wat als het streng vriest, kan de warmtepomp het dan nog trekken?

De warmtepompentechnologie komt uit Zweden en daar zijn ze in de winter heel wat meer gewend dan in Nederland. Het rendement van de warmtepomp daalt als het buiten vriest, maar toch kan een warmtepomp het huis nog verwarmen bij -20°C. De laagste temperatuur ooit gemeten in Nederland was -24°C op 27 januari in 1942. Statistisch gezien komt dit laagterecord slechts eens in de 1600 jaar voor.

Zie ook ons artikel: De meest voorkomende misverstanden over warmtepompen

Heb je een schoorsteen nodig voor een warmtepomp?

Voor de warmtepomp zelf heb je geen schoorsteen nodig. Een hybride warmtepomp werkt samen met een cv-ketel en die laatste heeft wel een afvoer voor rookgassen nodig.

Kan ik een warmtepomp aansluiten aan mijn bestaande radiatoren?

Hoe lager de afgiftetemperatuur die nodig is om het huis te verwarmen, hoe hoger het rendement. Met afgiftetemperatuur bedoelen we de temperatuur van het cv-water dat door de radiatoren of vloerverwarming stroomt. Daarom is het altijd beter om een warmtepomp aan te sluiten op de vloerverwarming. Als je veel en grote radiatoren hebt in een goed geïsoleerde woning kan het ook lukken met de warmtepomp, maar doe dan eerst de 50°-gradentest waarover we het hierboven bij vraag 5 hebben gehad.

Weten welke warmtepomp geschikt is voor jouw huis?

Vul de Warmtepompvergelijker in op Kieskeurig.nl en je weet het meteen

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips