ID.nl logo
Tips voor een lager verbruik van je koelkast en vriezer
© StockPhotoPro
Energie

Tips voor een lager verbruik van je koelkast en vriezer

Ongeveer 18 procent van de stroom die je verbruikt, komt voor rekening van de koelkast en vriezer. Als je dit koude duo niet op de juiste manier gebruikt en onderhoudt, zijn het echte energieverslinders. Gelukkig zijn er een aantal eenvoudige trucjes om het verbruik binnen de perken te houden.

In het kort…  De vriezer en de koelkast verbruiken heel wat stroom. Door op deze tips te letten kun je toch het energieverbruik binnen de perken houden. Je krijgt achtereenvolgens tips over:

  • Opletten bij de aankoop
  • De juiste plek om je koelkast of vriezer neer te zetten
  • Efficiënt dagelijks gebruik
  • Onderhoud

Lees ook: Koopwijzer 5 zuinige koelkasten met energielabel A

Opletten bij de aankoop

Combi of niet?

Heb je weinig plaats, dan kies je waarschijnlijk voor de combinatie van een koelkast met diepvriezer. Maar aan die keuze zijn ook nadelen verbonden. Het vriesvak van een koelkast is geen echte diepvriezer. Het is bedoel voor ijsblokjes en om voedingsmiddelen een korte tijd te bewaren, maar het is niet hetzelfde als een diepvriezer. Zo’n vriescompartiment verdubbelt trouwens het energieverbruik van het toestel. Wil je toch een combimodel, dan zijn er koelkast-diepvriezers op de markt met twee compressoren die apart van elkaar werken. Hierdoor kun je de temperatuur beter regelen.

Liever kist dan kast (als je de ruimte hebt)

Bovendien is een diepvrieskist beter geïsoleerd dan een diepvrieskast. De kist verbruikt 15 tot 25 procent minder elektriciteit dan de diepvrieskast.  

Bekijk ook: Energiezuinige koelkasten met Black Friday-korting op Kieskeurig

Energieklasse

Het energielabel voor koelkasten en koel-vriescombinaties heeft een nieuw jasje gekregen. Voortaan worden gewoon de eerste zeven letters van het alfabet gebruikt. De extra plustekens voor bijvoorbeeld A+, A++ en A+++ zijn verdwenen, want die waren alleen maar verwarrend voor de consument. Bij koelkasten vanaf 2019 loopt de energieklasse nu van A (meest efficiënt) tot en met G. Bij diepvriezers en oudere koelkasten loopt de schaal van A+++ (meest efficiënt) tot en met F.

De nieuwe regelgeving geldt voor de Europese consumenten en zal ook worden toegepast in landen die geen lid zijn van de Europese Unie (bijvoorbeeld Noorwegen, Zwitserland).

Ook interessant: Energielabels lezen

©Andrey Popov

De energielabels zijn ondertussen vereenvoudigd.

Jaarlijks verbruik

Op het energielabel lees je ook het jaarlijks verbruik in kWh. Om te weten hoeveel je dit kost, deel je dit getal gewoon door vier. Dat getal komt flink in de buurt van hoeveel euro dit betekent op je energiefactuur. 

Het juiste volume

Stem het volume van de koelkast en diepvriezer af op de grootte van het gezin. Woon je alleen, dan heb je geen groot kastmodel nodig: dat zou te veel loze ruimte in de koelkast betekenen en een onnodig hoog energieverbruik. Een klein tafelmodel volstaat op zijn beurt dan weer niet voor een groot gezin.

De juiste plek om je koelkast of vriezer neer te zetten

Niet bij een bron van warmte

Let op waar je deze toestellen plaatst. Zet ze dus niet naast een radiator, een oven of in het volle zonlicht. Een koeltoestel plaats je niet naast een verwarmingstoestel, logisch!

Bekijk ook: Energiezuinige vriezers met Black Friday-korting op Kieskeurig

Let op de omgevingstemperatuur

Zo’n toestel is ontworpen voor een bepaalde omgevingstemperatuur. Dat lees je in de klimaatklasse. Plaats geen koelkast of diepvriezer daar waar de temperatuur lager is dan 10°C. Heb je nog een plekje in de garage of het schuurtje? Houd er rekening mee dat niet iedere koelkast geschikt is voor zo’n koude omgeving. In de klimaatklasse van het apparaat lees je zowel de minimale als maximale omgevingstemperatuur van de koelkast. Een model met klimaatklasse SN-T werkt goed in ruimtes tussen de 10° en 43° Celsius. Je vindt de klimaatklasses in de handleiding en op het label in de koelkast. Meestal vind je deze sticker door een groentebak weg te halen. Het label is meestal onderaan aan de zijkant van de koelkast geplakt. Staat een koelkast in een ruimte staat die kouder is dan de minimale omgevingstemperatuur, dan heeft het toestel meer moeite om de inhoud te koelen. Hetzelfde geldt voor de maximale omgevingstemperatuur.

Aan de hand van de klimaatklasse kun je de minimum en maximum omgevingstemperatuur aflezen in onderstaande tabel. 

 

KlimaatklasseMinimumtemperatuurMaximumtemperatuur
N16°C32°C
ST16°C38°C
T16°C43°C
SN10°C32°C

Let op de temperatuurinstelling 

Voor een koelkast is de temperatuur tussen 4 en 5°C ideaal. Voor de diepvriezer is dat -18°C. Iedere graad die je kouder instelt, doet het verbruik met 5 tot 10 procent toenemen. Soms heeft de diepvriezer een boost-functie waarmee je de temperatuur laat dalen tot -24°C. Hierdoor kun je sneller grote hoeveelheden invriezen. Als je deze boost-functie gebruikt, vergeet dan zeker niet om het toestel enkele uren later opnieuw in te stellen op de normale werkingstemperatuur van -18°C. Om het helemaal goed te doen, moet je dit met een thermometer controleren.  

©Dalius Baranauskas

De temperatuurregeling heeft ook een belangrijke invloed op het energieverbruik.

Dagelijks gebruik

Kliekjes eerst afkoelen

Een koelkast en vriezer zijn ideaal om kliekjes in te bewaren. Gerechten die nog warm zijn, laat je het beste afkoelen voordat je ze in de koelkast of diepvriezer zet. Het is belangrijk om de bakjes en zakjes goed af te sluiten. Hoe minder lucht er in zit, hoe minder moeite de koeling heeft om het koud te houden. Dat geldt zeker wanneer je ze in het vriesvak stopt.

Ontdooien in de koelkast

Wil je voedsel uit de diepvriezer laten ontdooien? Haal het dan 24 uur voordat je het nodig hebt uit de vriezer en laat het in de koelkast ontdooien. Tijdens dan ontdooien komt er kou vrij, waardoor je koelkast weer net een tikkeltje minder hard hoeft te werken. Ook is langzaam in de koelkast ontdooien veiliger op bacteriologisch vlak. 

Snel open en dicht

Een inkoppertje: open de deur zo kort mogelijk en sluit hem ook weer zo snel mogelijk. Uitgebreid nadenken over wat je vandaag alweer zult klaarmaken doe je dus beter niet met een geopende koelkastdeur. Sommige nieuwe modellen laten zelfs een geluidswaarschuwing horen wanneer je de deur niet snel genoeg dichtdoet. 

Driekwart vol

Een te volle koelkast verbruikt meer, maar een lege ook. Idealiter is de koelkast voor driekwart gevuld. Laat voldoende ruimte tussen de verschillende voedingsmiddelen. De koude lucht moet in de koelkast kunnen circuleren om alle voeding goed koel te kunnen houden. Zit er tijdelijk te weinig voedsel in het toestel, dan is het slim om de lege ruimtes te vullen met piepschuimblokken.

Voedsel in verpakking

Bewaar voedsel bij voorkeur in de verpakking. Hierdoor vermijd je dat de voedingsmiddelen uitdrogen en het voorkomt dat er zich een ijslaag vormt. 

Temperatuurzones

Houd rekening met de temperatuurzones in de koelkast. De koudste zone zit onderaan, boven de groentebakken.  Dit is dus de ideale plaats om voedingswaren te bewaren die snel bederven zoals vlees en vis. Bewaar dranken, kaas, boter en eieren in het bovenste deel.

🔋 Hoe bespaar jij energie?

Doe mee met de Nationale Energiemonitor

Onderhoud

Rooster afstoffen

Verwijder het stof op het zwarte rooster aan de achterkant van de toestellen. Als zich daar een stoflaag heeft afgezet, produceert het toestel meer warmte en hierdoor stijgt het verbruik. 

Controleer de deurdichting

Sluit de deur niet meer helemaal goed? Je kunt dat testen met een blad papier. Stop het papier tussen de deur en sluit de deur. Als het papier niet tussen de deur klemt, dan deugen de dichtingen niet meer: misschien is er iets met de scharnieren of zijn de rubbers niet meer goed. Kijk of je ze kunt (laten) vervangen. Niet? Dan is dit is een signaal om na te denken over een nieuwe koelkast. 

Voorkom ijsvorming

Ontdooi de diepvriezer en het vriesvak regelmatig. Het is niet de meest aangename klus, maar het is wel noodzakelijk,  want elke 2 millimeter ijsvorming kost 10 procent meer energie! Doe dit dus twee, drie keer per jaar. Bij een gemiddelde koelkast met vriezer spaar je hiermee tien euro per jaar

©Ирина Швейн

Ontdooi het vriesvak regelmatig.

Leegmaken op vakantie

Ga je voor langere tijd weg, maak het toestel dan helemaal leeg. Maak het schoon met een desinfecterend product, laat de deur open staan en schakel het toestel uit. We hebben een uitgebreid stappenplan over hoe je je koelkast vakantieklaar maakt.

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips