ID.nl logo
Huis

Waar wordt 5G voor gebruikt?

Waarschijnlijk kun je je nog goed herinneren dat je met de smartphone overstapte van 3G naar 4G. Laat je 4G je in de steek, dan moet je het af en toe weer doen met 3G. Vaak is het bizar hoe traag dat is geworden: hoe konden wij daar ooit zoveel gebruik van maken zonder frustratie? 4G is inmiddels de standaard, maar hoe lang duurt het nog voor we daarom lachen als we 5G hebben?

Door verschillende frequentiebanden te combineren kan data over een mobiel netwerk worden verstuurd met een nog hogere snelheid dan voorheen. Dat is 5G. Het idee van 5G is niet alleen een sneller netwerk, maar ook een netwerk waarbij je zelfs in kleine ruimtes een sterke verbinding hebt. En een verbinding die ook goed blijft werken als er veel mensen over datzelfde netwerk data versturen. Het moet altijd goed en snel werken: in een zelfrijdende auto kun je je geen seconde verzendtijd permitteren. Bij 4G is die zendtijd 50 milliseconde, terwijl dit in 5G naar verwachting nog maar 1 milliseconde zal kosten.

Nog even niet

Het 5G-netwerk is in aankomst, maar het zal nog wel even duren voor we het allemaal op onze telefoons gebruiken. Het is technologie die tijd nodig heeft om te ontwikkelen, en waarvoor tijd nodig is om toepassingen voor te ontwikkelen. Zo wordt verwacht dat 5G een grote rol zal spelen in het goed en snel online houden van zelfrijdende auto’s. Maar denk bijvoorbeeld ook aan slimme huizen: als alle elektronica met elkaar moet communiceren, dan is daar een heel sterke verbinding voor nodig. Er staan immers belangrijke dingen op het spel, zoals het wel of geen toegang verlenen tot een huis.

5G maakt ook iets mogelijk wat je misschien niet zo een-twee-drie zou verwachten: de accu van je smartphone zal langer meegaan. Communicatie over 5G gebruikt minder energie dan over 3G of 4G, waardoor er meer ruimte over is voor andere dingen.

©PXimport

Om die verbinding goed te kunnen waarborgen, zijn er meer antennes nodig om het netwerk op te pikken. 5G heeft volgens RCR Wireless 5 keer zoveel antennes nodig. Tenminste, dat werd getest bij de Olympische Spelen in Zuid-Korea, waar ze voor 4G 46 antennes nodig hadden en voor 5G maar liefst 212 stuks. Dat is niet alleen een flink karwei, maar ook een dure. Het is ook nog maar de vraag wie opdraait voor die kosten. In ieder geval lijkt het erop dat een provider deze in eerste instantie moet maken, maar dat is risicovol. Daarom zoeken providers vaak zakelijke samenwerkingen op om dit zeer gewenste netwerk op poten te kunnen zetten.

Amerika 2019

Er wordt verwacht dat 5G in 2019 al live kan in Amerika. De reden dat er niet voor een wereldwijde uitrol gekozen wordt is simpel: niet elk land heeft dezelfde frequentiebanden beschikbaar. 5G maakt gebruik van specifieke frequentiebanden die bijvoorbeeld anders is in Japan dan in Cuba. Je moet dan dus als het ware afstemmen op de frequentiebanden die worden gebruikt op Cuba. Als je daar rustig de tijd voor kunt nemen, dan is dat te automatiseren, maar als je bijvoorbeeld op de grens bij Duitsland rijdt als Nederlander, dan zal 5G steeds moeten schakelen en moeten zoeken naar de juiste frequentieband en daarbij kan ruis ontstaan.

Geschiedenis van 5G Bijna tien jaar geleden werkte NASA al aan 5G, maar dat is inmiddels in Zuid-Korea doorontwikkeld. Er was natuurlijk vanuit de hele wereld grote interesse in, maar zeker nu we alweer jaren met 4G doen, lijkt die interesse groter dan ooit. Er is een standaard opgesteld waarin richtlijnen zijn besproken om te worden gesteld aan 5G.

In Europa wordt beoogd dat de volgende frequentiebanden worden gebruikt: 700 MHz, 3,5 GHz en 26 GHz. De eerste is vooral bedoeld voor een goede dekking, maar deze heeft een minder hoge datasnelheid. Ga je echter naar 26 GHz, dan heb je weer een minder goede dekking met juist hoge datasnelheden. Het is dus een puzzel van zowel de frequentieband als de belangen van mensen. Op dit moment wordt hard aan die puzzel gewerkt en helpt onder andere de Europese Unie met het bedenken van regels voor deze nieuwe technologie.

In ieder geval moet er in 2020 tenminste één stad volledig over zijn op 5G, zo is het doel van de EU. Aangezien Huawei al een 5G-zendmast in Amsterdam heeft geplaatst en er sprake is van een aankomend sport-evenement, zou onze hoofdstad voor Nederland best eens de primeur kunnen gaan worden voor 5G. KPN doet inmiddels proeven met 5G in onder andere Amsterdam-Zuidoost. Rotterdam, Groningen en Helmond zijn ook plaatsen waar druk aan dit nieuwe netwerk wordt gewerkt door verschillende providers.

Hoe snel is 5G dan? Toch heeft elk bedrijf zo zijn eigen ideeën bij hoe snel 5G moet zijn: de ene heeft het over 10 Gbit per seconde, de ander over 7,5 Gbit per seconde. Realistischer met de buitenwereld is een schatting van op zijn best 3,6 Gbit per seconde.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.