ID.nl logo
Samsung Galaxy Buds+ review: eindelijk de draad kwijt
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Samsung Galaxy Buds+ review: eindelijk de draad kwijt

Draadloze oordopjes zijn er in overvloed, maar welke zijn de beste? Samsung hoopt dat je voor de 169 euro kostende Galaxy Buds+ kiest. In deze Samsung Galaxy Buds+ review lees je onze ervaringen en vergelijking met concurrerende oordopjes.

Vorig jaar bracht Samsung met de Galaxy S10-smartphones ook de Galaxy Buds uit, een setje draadloze oordopjes voor Android-toestellen en de iPhone. Die Buds bevielen goed, zo kun je teruglezen in onze review. Het grootste nadeel was de tegenvallende geluids- en belkwaliteit. Samsung belooft dat de nieuwe Galaxy Buds+ beter klinken en telefoneren én een veel langere accuduur hebben. De afgelopen week heb ik de bluetooth-oordopjes uitgetest in Nederland en tijdens mijn vluchten naar en van Barcelona. Hoeveel beter zijn ze dan de vorige generatie en – belangrijker – zijn ze de adviesverkoopprijs van 169 euro waard?

Ontwerp en oplaaddoosje

Leg de Galaxy Buds+ naast de Buds van vorig jaar en je ziet dat Samsung dicht bij huis is gebleven. Van buiten lijken de Buds en Buds+ namelijk sprekend op elkaar. De oordopjes zijn praktisch even groot, hebben hetzelfde ontwerp en komen in een even groot opbergdoosje met ingebouwde accu. Het doosje is lekker compact en licht en past prima in je jas- of broekzak.

De verschillen zijn subtiel. Zowel de Buds+ als het doosje glimmen iets meer en je hebt keuze uit andere kleuren. Naast de standaardkleuren wit en zwart is er ook een ‘Sky Blue’-versie, die ik na mijn test liever ‘Baby blue’ noem.

©PXimport

Dat Samsung nauwelijks aan het ontwerp gesleuteld heeft, is helemaal niet erg. De oordopjes dragen – net als zijn voorganger – erg prettig, wat te danken is aan het lage gewicht, de in-ear-pasvorm en de verwisselbare dopjes met optionele ‘haak’. Ik kan de oordopjes probleemloos uren achter elkaar dragen en vergeet regelmatig dat ik ze in heb. De Buds+ blijven stevig in mijn oren zitten tijdens het fietsen, hardlopen en sprinten voor de trein. Dat kan ik niet zeggen over de AirPods, die door hun uniforme pasvorm sneller (bijna) uit mijn oren vallen.

Het grootste nadeel van de Galaxy Buds+ is dat ze maar beperkt bestand zijn tegen water en zweet. De IPX2-certificering betekent dat de oordopjes tegen een paar druppels vocht kunnen, maar mogelijk stukgaan door veel zweet of een regenbui. Veel concurrerende oordopjes hebben hier dankzij hun IPX4-certificering geen last van.

App voor Android en iOS

Je kan de Samsung Galaxy Buds+ gebruiken met een Android-smartphone, iOS-toestel of ander apparaat dat bluetooth ondersteunt. De Buds+ ondersteunen bluetooth 5.0 en ik heb de afgelopen week geen verbindingsproblemen ervaren in combinatie met een Huawei P30 Pro en Samsung Galaxy S20 Ultra.

©PXimport

Samsungs gratis Galaxy Wearable-app (Android) of Galaxy Buds Plus-app (iOS) geeft je meer controle over de werking van de oordopjes. Na het verbinden kun je in deze app onder meer aangeven wat de Buds+ doen bij een enkele, dubbele, driedubbele of lange tik op de aanraakgevoelige oorschelpen. De app bevat ook een equalizer, instellingen voor notificaties voor je oordopjes en drie standen voor omgevingsgeluid. Die functie staat standaard uit. Eenmaal ingeschakeld in de app kun je de feature toewijzen aan een oorschelp. Als je omgevingsgeluid activeert, hoor je de geluiden om je heen versterkt en over je muziek heen. Handig als je op de fiets zit en naast je muziek ook het verkeer wil horen, om maar een voorbeeld te noemen. De omgevingsgeluid-modus klinkt realistischer dan op de vorige Buds, maar kan nog steeds wennen zijn. Het loont om te spelen met de drie standen.

Jammer is dat je Buds+ maar met één apparaat tegelijk kan verbinden. Zelf heb ik hier geen last van gehad, maar wie fervent schakelt tussen twee toestellen (laptop en smartphone bijvoorbeeld) moet de oordopjes telkens opnieuw verbinden.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Geluidskwaliteit

Zoals eerder gezegd is de geluidskwaliteit het grootste minpunt van de Galaxy Buds van vorig jaar. Logisch dus dat Samsung hier aandacht aan besteed heeft bij de ontwikkeling van de Buds+. Het resultaat: elk oordopje heeft een eigen woofer en tweeter, een dual-driver-ontwerp dus. Concreet betekent dit dat niet alle tonen uit dezelfde luidspreker komen, wat de geluidskwaliteit doorgaans ten goede komt. Dat is ook het geval met de Galaxy Buds+. De oordopjes klinken opvallend realistisch en helder, zonder overdreven bass. Instrumenten zijn goed te horen en er lijkt standaard wat meer focus te liggen op stemmen. Dat is onder meer handig als je de oordopjes gebruikt om films te kijken of podcasts te luisteren. Al met al is de geluidskwaliteit een stuk beter dan van de Galaxy Buds en vergelijkbaar met de AirPods (2019). Draadloze oordopjes die tientallen euro’s meer kosten, bieden nog beter geluid. Met oog op het prijsverschil vinden we dat geen probleem, maar weet dat je voor het beste geluid dus dieper in de buidel moet tasten.

Dat de Buds+ niet het beste geluid voortbrengen, is ook deels te wijten aan het gebrek van goede audio-codecs. Zowel LDAC als aptX Low Latency moeten gemist worden. Deze codecs maken betere geluidskwaliteit mogelijk dan de SBC- en AAC-codecs die de Galaxy Buds+ wel ondersteunen. Als je een moderne Samsung-smartphone hebt, werken de oordopjes ook met ‘Scalable Audio’ voor (iets) beter geluid.

Geen geluidsonderdrukking

Het grootste nadeel van de Samsung Galaxy Buds+ vind ik het gebrek aan actieve geluidsonderdrukking (ANC). Ik neem het Samsung niet kwalijk, want deze feature is (nog) voorbehouden aan duurdere draadloze oordopjes als de AirPods Pro en Sony WF-1000XM3. Die filteren omgevingsgeluiden grotendeels weg via speciale microfoons en software, iets dat de Buds+ niet kunnen. En dat merk je, zeker als je ANC-oordopjes gewend bent. De Buds+ sluiten je oren weliswaar fysiek grotendeels af, maar omgevingsgeluiden komen nog steeds gedempt binnen. Van het gedender van de trein en pratende mensen in de bus tot geroezemoes in de kantoortuin: dit soort geluiden hoor je op de achtergrond, tenzij je de muziek oncomfortabel hard zet. Wie graag luistert in stilte, is daarom beter af met een setje ANC-oordopjes. Als je wat omgevingsgeluiden niet erg vindt, zul je het gebrek aan ANC niet missen.

©PXimport

Behalve muziek luisteren kun je met draadloze oordopjes ook bellen en gebeld worden. Natuurlijk geldt dat ook voor de Galaxy Buds+. Ten opzichte van de vorige Buds hebben de nieuwe oordopjes een extra microfoon en dat was hard nodig. De belkwaliteit van de Buds is namelijk beroerd: winderig, blikkerig en verdraaid tegelijk. Met de Buds+ valt aanzienlijk beter te (video)bellen, al vinden mijn gesprekspartners mij minder levendig en duidelijk klinken dan wanneer ik bel met de telefoon tegen mijn oor. Duurdere oordopjes als de AirPods Pro en Sony WF-1000XM3 presteren op dit vlak ook beter dan Samsungs Galaxy Buds+.

Accuduur en opladen

De Buds+ leggen het qua geluids- en belkwaliteit af tegen duurdere concurrenten, maar Samsung heeft een grote troef achter de hand. De oordopjes onderscheiden zich namelijk met een accuduur van ruim tien uur achter elkaar luisteren. Dat is veel langer dan alle andere draadloze oordopjes, inclusief de Galaxy Buds, AirPods (Pro) en Sony WF-1000XM3. Die houden het vier tot zes uur uit voordat je ze in het oplaaddoosje moet stoppen. Op de meeste dagen is dat lang genoeg, maar de Buds+ houden het dus nog uren langer vol. Dat is vooral handig tijdens langere vlieg-, trein- of autoreizen. Bovendien betekent de langere accuduur dat de oordopjes minder vaak moeten opladen, waardoor je het oplaaddoosje op z’n beurt ook weer minder vaak aan de oplader hoeft te leggen.

Dat oplaaddoosje laadt de Buds+ één keer volledig op. De totale accuduur van de oordopjes bedraagt dus twintig (twee keer tien) uur. Naar mijn mening heeft Samsung een goede balans gevonden tussen de grootte van het oplaaddoosje en de grootte van de batterij in dat doosje.

Je laadt het doosje op via een usb-c-kabel of draadloze Qi-lader. Dat laatste is niet vanzelfsprekend in dit prijssegment, dus Samsung verdient hier een compliment voor. De vorige Buds kunnen overigens ook draadloos opladen, en de AirPods (2019) en AirPods Pro ook. Sony’s WF-1000XM3 zijn niet draadloos op te laden.

Conclusie: Samsung Galaxy Buds+ kopen?

Samsung levert met de Galaxy Buds+ een degelijk setje draadloze oordopjes af. Ze vallen nauwelijks op, dragen comfortabel en klinken ‘gewoon goed’, ook met bellen. Groot pluspunt is de accuduur van tien uur, waar concurrerende oordopjes na vier tot zes uur uitvallen. Het compacte oplaaddoosje van de Galaxy Buds+ kan de oordopjes nog eens opladen. Prettig is dat de Buds+ met al je apparaten werken. Perfect zijn de oordopjes echter niet. Ze zijn slechts beperkt waterbestendig, ondersteunen niet alle audiocodecs en missen een ANC-functie om omgevingsgeluiden weg te filteren. Gezien de scherpe verkoopprijs van 169 euro vinden wij de nadelen te overzien. Wie daar anders over denkt, kan beter doorsparen voor een duurder setje als de AirPods Pro (iOS-gebruikers) of Sony WF-1000XM3 of Anker Soundcore Liberty 2 Pro (Android-bezitters). Vergeet niet dat deze oordopjes op hun beurt weer een kortere accuduur hebben.

Uitstekend
Conclusie

**Prijs**€169,- **Freq. bereik**20Hz – 20kHz **Verbinding**Bluetooth 5.0 **Gewicht**6,3 gram per oordopje, 40 gram oplaaddoosje **Kleuren**Zwart, wit of blauw **Features**Spraakassistent, adaptieve modi **Website** [www.samsung.com/nl](https://www.samsung.com/nl/wearables/galaxy-buds-plus-r175/SM-R175NZWAEU2/)

Plus- en minpunten
  • Accuduur
  • Pasvorm
  • Compact, veelzijdig oplaaddoosje
  • Geluids- en belkwaliteit
  • Geen ANC-functie
  • Beperkt waterbestendig
  • Verbindt met slechts één apparaat tegelijk
▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.

▼ Volgende artikel
Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand
© ER | ID.nl
Huis

Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand

Een apparaat op afstand bedienen hoeft geen geld te kosten en is verrassend eenvoudig. Of je nu bestanden wilt openen, technische problemen wilt oplossen of meerdere toestellen wilt beheren: met Chrome Remote Desktop kan het allemaal, gratis en zonder gedoe.

De helper begint

Een groot voordeel van Chrome Remote Desktop is de brede compatibiliteit: het werkt met Windows, macOS, Linux en ChromeOS. Bovendien is het veilig – verbindingen worden versleuteld – en je hebt alleen een Chrome-browser nodig. We beginnen aan de kant van degene die op afstand toegang wilt tot een andere computer, degene die ondersteuning biedt vanaf computer A. Op computer A opent de gebruiker Chrome en surft naar https://remotedesktop.google.com. Daar verschijnen twee opties: Dit scherm delen en Verbinding maken met een andere computer. Omdat computer A support wil geven aan een extern apparaat, kiest de gebruiker voor de tweede optie. In dat scherm verschijnt een veld om een toegangscode in te geven, de code volgt zo meteen.

Degene die support geeft, gebruikt het onderste vak.

Acties voor de hulpvrager

Op computer B, de computer die toegang zal verlenen, moet de gebruiker ook in Chrome surfen naar dezelfde website. Daar kiest hij voor de optie Dit scherm delen. Voordat dat mogelijk is, moet Chrome Remote Desktop eerst worden gedownload en geïnstalleerd. De gebruiker klikt daarvoor op de ronde blauwe knop met het witte downloadpijltje. Hiermee wordt een Chrome-extensie geïnstalleerd. Na de installatie verschijnt in het vak Dit scherm delen een blauwe knop met de tekst Code genereren. Wanneer de gebruiker daarop klikt, wordt een toegangscode van 12 cijfers aangemaakt. Die code geeft hij of zij door aan gebruiker A.

Wie support krijgt, moet de code via een berichtje of telefoontje doorgeven.

Scherm delen

Op computer A geeft de gebruiker de code op in Chrome Remote Desktop. Vervolgens wacht hij tot gebruiker B bevestigt dat A toegang mag krijgen tot zijn scherm. Zodra dat is gebeurd, verschijnt het volledige bureaublad van computer B in een nieuw Chrome-venster op computer A. Door dit venster schermvullend weer te geven, kan A probleemloos handelingen uitvoeren op de pc van B. Voor de veiligheid beschikken beide gebruikers over een knop om de sessie op elk moment te beëindigen. Uiteraard is een stabiele internetverbinding noodzakelijk. Daarnaast krijgen beide partijen de melding dat ze klembordsynchronisatie kunnen inschakelen. Hiermee wordt het mogelijk om eenvoudig tekst of bestanden te kopiëren en te plakken tussen beide apparaten.

Gebruiker A krijgt het volledige scherm van B in een Chrome-venster te zien.