ID.nl logo
Raspberry Pi versus Arduino: welke moet je kopen?
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Raspberry Pi versus Arduino: welke moet je kopen?

Hoewel de Raspberry Pi en Arduino soms in één adem genoemd worden en beide producten gerekend kunnen worden tot dezelfde elektronicahobby-producten, gaat het echt om twee verschillende producten met hun eigen toepassingen. Raspberry Pi versus Arduino: wat zijn de verschillen en wat gebruik je waarvoor?

Wanneer je interesse hebt in (programmeerbare) elektronicahobby-producten, dan kom je al snel de Raspberry Pi én Arduino tegen. Beide producten zijn uitgevoerd als printplaat waarop diverse chips geplaatst zijn en de afmetingen van bijvoorbeeld een Raspberry Pi 3 (8,5 × 5,6 cm) en de populaire Arduino Uno R3 (6,9 × 5,3 cm) zijn behoorlijk vergelijkbaar. Toch gaat het om twee heel verschillende producten met ieder hun sterke en zwakke punten. Wij gaan in dit artikel in op de verschillen tussen beide platformen.

Computer versus microcontroller

In de basis is het verschil simpel uit te leggen: een Arduino is een microcontroller, terwijl de Raspberry Pi een volwaardige computer is. Op een microcontroller draait geen besturingssysteem en er kan slechts één programma tegelijkertijd worden uitgevoerd. Een computer is voorzien van een besturingssysteem en kan meerdere programma’s tegelijkertijd uitvoeren.

Je kunt in een Raspberry Pi en alternatieve singleboardcomputers als de Orange Pi dan ook alle onderdelen van een volwaardige computer herkennen. Zo is de Raspberry Pi 3 Model B+ voorzien van usb-poorten, een netwerkaansluiting, een hdmi-aansluiting en geluidsuitgang. Zelfs wifi en bluetooth zijn aanwezig. Dankzij al deze aansluitingen kun je, zoals op iedere computer, een beeldscherm en invoerapparatuur aansluiten, waarna je in combinatie met een geschikt besturingssysteem de Pi kunt inzetten als desktop-pc om te browsen of te tekstverwerken. Vergelijk dat met de doorsnee Arduino of vergelijkbaar microcontrollerbordje: die bordjes bieden in de basis enkel pinnetjes die dienen als digitale en analoge in- en uitgangen die direct op de microcontroller zijn aangesloten waar je dingen mee kunt schakelen.

©PXimport

Een Arduino is een microcontroller, terwijl de Raspberry Pi een volwaardige computer is.

-

Wat is een Raspberry Pi?

De Raspberry Pi is oorspronkelijk ontwikkeld door de Brit Eben Upton als goedkope computer (van 35 dollar) om kinderen de beginselen van computers, elektronica en programmeren bij te brengen. Computerhobbyisten zagen echter ook genoeg toepassingen voor de goedkope Raspberry Pi. De basis van een Raspberry Pi is in alle gevallen een SoC van Broadcom die een ARM-processor combineert met de VideoCore IV-gpu en ook alle aansluitingen verzorgt als de usb-poorten en de hdmi-uitgang. De chip voor de netwerkaansluiting is vervolgens via usb 2.0 aangesloten. Dit is ook de reden dat de gigabit-netwerkaansluiting op de nieuwste Raspberry Pi 3 Model B+ een snelheid tussen de 200 en 300 Mbit/s haalt in plaats van een volledige gigabitsnelheid.

Een Raspberry Pi heeft geen opslag, je hebt een sd-kaart nodig waarop het gewenste besturingssysteem geïnstalleerd wordt. De Raspberry Pi Foundation raadt minimaal een Class4-kaartje aan, maar uit onze ervaring blijkt een sneller kaartje met Class 10 of zelfs UHS Class 1 van een goed merk een beter idee. Koop in ieder geval geen merkloos kaartje, je hebt dan een grote kans dat het kaartje tijdens het gebruik corrupt raakt.

©PXimport

Veelzijdige besturingssystemen

Op het sd-kaartje kun je zelf een besturingssysteem installeren. Het standaardbesturingssysteem is het op Debian gebaseerde Raspbian, een Linux-distributie waarmee je de Raspberry Pi inzet als desktop-computer. Daarnaast zijn er ook gespecialiseerdere op Linux gebaseerde distributies waarmee je de Pi inzet als spelcomputer (zoals RetroPie) of mediaspeler (zoals OpenELEC).

De meeste besturingssystemen voor de Pi zijn gebaseerd op Linux, maar in de vorm van bijvoorbeeld Windows IOT Core of RISC OS zijn er ook andere soorten besturingssystemen. De flexibele Linux-besturingssystemen maken veel geavanceerde toepassingen mogelijk. Zo kun je de Raspberry Pi inzetten als een slimme luidspreker met Google Home, kun je hem gebruiken als downloadserver of zelfs als centrale adblocker in je thuisnetwerk.

Ook als mediaspeler voor video of streaming audio is de Pi zoals gezegd uitstekend geschikt. Het minicomputertje is zelfs zo krachtig dat je hem vanaf de Raspberry Pi 2 in combinatie met bijvoorbeeld RetroPie ook kunt inzetten als retro-spelcomputer. Hij emuleert dan moeiteloos spelcomputers als de NES, SNES, MegaDive en Commodore 64.

©PXimport

Hoge compatibiliteit

Nadat in 2012 de eerste Raspberry Pi op de markt kwam, zijn er inmiddels zijn er inmiddels allerlei verschillende uitvoeringen verschenen met snellere processors. Waar de eerste Raspberry Pi een singlecore-processor met een kloksnelheid van 700 MHz had, is de nieuwste 3+ voorzien van een 1,4 GHz quadcore-processor. Eén ding is in al die Raspberry Pi’s echter hetzelfde gebleven, de SoC wordt geleverd door Broadcom. Tussen de gebruikte ARM-cores zit wat verschil, maar de VideoCore IV-gpu is in alle gebruikte SoC’s hetzelfde. Volgens de Raspberry Pi Foundation is de VideoCore de enige openbaar gedocumenteerde gpu voor ARM-SoC’s en hiermee belangrijk voor het Pi-project. Daar zit wat in, want een belangrijk nadeel van andere SoC’s op alternatieve bordjes is dat de grafische mogelijkheden doorgaans slecht ondersteund worden. De Raspberry Pi Foundation legt sterk de nadruk op compatibiliteit tussen de verschillende generaties Pi’s. Het eigen besturingssysteem Raspbian is dan ook nog altijd volledig compatibel met alle varianten van de Pi.

©PXimport

Raspberry Pi versus alternatieven

De Raspberry Pi is niet de enige singleboardcomputer op de markt. In navolging van het succes van de Pi brengen ook andere, veelal Chinese, fabrikanten ‘klonen’ van de Raspberry Pi op de markt. Soms hebben deze bordjes een naam van een ander stuk fruit gecombineerd met het woord Pi zoals de Banana Pi of Orange Pi. We schreven eerder in deze alinea bewust ‘klonen’, want anders dan de meeste klonen van een Arduino gaat het niet om exacte kopieën. De Raspberry Pi gebruikt een SoC van Broadcom, terwijl alternatieve bordjes een SoC van een andere fabrikant als Allwinner, Rockchip of MediaTek hebben. Net als de in de Raspberry Pi gebruikte Broadcom-SoC zijn deze SoC’s gebaseerd op een ARM-processor, maar daar houdt de overeenkomst eigenlijk wel op. Andere elementen van de SoC’s (zoals de gpu) zijn bijvoorbeeld anders. In de praktijk betekent dit dat een besturingssysteem dat speciaal is gemaakt voor de Raspberry Pi zoals Raspbian of RetroPie niet direct werkt op één van de alternatieve bordjes.

Fabrikanten van alternatieve bordjes leveren doorgaans een eigen Linux-distributie (soms een aangepaste versie van Raspbian), maar je kunt vaak ook kiezen voor Armbian. Dit is een speciale Linux-distributie die speciaal gemaakt is voor singleboardcomputers. Overigens ondersteunt Armbian de Raspberry Pi dan weer niet. Hoewel alternatieve singleboardcomputers krachtiger of goedkoper zijn dan de Raspberry Pi en dus zeker bestaansrecht hebben, zijn ze voor beginners meestal niet zo’n goed idee. Vanuit de (Chinese) fabrikanten is de documentatie doorgaans gering. Een ander probleem is dat alle mogelijkheden doorgaans niet volledig ondersteund wordt door de Linux-distributies die geschikt zijn voor de bordjes. Zo kun je soms niet alle resoluties kiezen, lastig als je net een beeldscherm hebt met een niet ondersteunde resolutie. Een ander probleem is dat het aantal gebruikers per alternatief bordje relatief laag is, dus bij problemen kun je niet terugvallen op een actieve community. Het grote aantal gebruikers en de goede ondersteuning vanuit de Pi-community is zeker voor beginners een heel groot pluspunt.

©PXimport

Het grote aantal gebruikers en de goede ondersteuning vanuit de Pi-community is zeker voor beginners een heel groot pluspunt.

-

Accessoires

Er is nog een argument om voor de Raspberry Pi te kiezen en niet voor één van de andere singleboardcomputers. Voor de Raspberry Pi zijn namelijk erg veel accessoires te koop. Zo heb je een ruime keuze in behuizingen in alle kleuren en vormen. Wil je je Pi inbouwen in een behuizing die eruit ziet als een retro-spelcomputer? Geen probleem, er zijn behuizingen die die er uitzien als een Nintendo NES of SNES. Daarnaast zijn er voor de Raspberry Pi ook allerlei uitbreidingen te koop. Hiermee kun je bijvoorbeeld een goede (digitale) geluidsuitgang, een aanraakscherm, klein schermpje of led-matrix toevoegen. De uitbereidingsmodules worden ook wel HAT genoemd, wat staat voor Hardware Attached on Top. De uitbreidingsmodules worden aangesloten op de GPIO, de reeks pinnen op de Raspberry Pi. Die pinnen kunnen trouwens ook gebruikt worden om sensoren en andere componenten op aan te sluiten.

©PXimport

Wat is een Arduino?

De Arduino is een voorbeeld van een microcontroller: een heel simpele computer die één programma tegelijkertijd kan uitvoeren. Er draait dus geen besturingssysteem op een microcontroller. Je programmeert de microcontroller met het door jou gewenste programma waarna dit programma wordt uitgevoerd. Een microcontroller is hiermee uitermate geschikt voor kleinere repeterende taakjes zoals het automatisch openen van een deur of aan laten springen van een lamp bij beweging. Maar ook wat meer geavanceerde dingen zijn mogelijk, zoals een zelfrijdende robot die zijn beweging bepaalt op basis van sensoren.

Wanneer we het hebben over een Arduino, dan hebben we het wel over meer dan alleen de microcontroller. Een Arduino-bordje bevat namelijk alle componenten die je nodig hebt om de aanwezige microcontroller (doorgaans een variant van Atmel, maar er worden ook andere merken gebruikt) op een eenvoudige manier te gebruiken. De meeste Arduino-bordjes zijn bijvoorbeeld voorzien van een usb-aansluiting. Deze wordt gebruikt om een programma via een pc op de microcontroller te zetten. Daarnaast bevatten de Arduino-bordjes pinnen waarop je componenten als sensoren en motortjes kunt aansluiten.

Een voorbeeld van een project dat je kunt bouwen, is een lampje dat reageert op beweging of het invallen van de schemering, zoals we laten zien hier. Maar in combinatie met een Arduino voorzien van wifi kun je ook een weeralarm. Of je bouwt een papieren paraplu die vanzelf opengaat als het gaat regenen.

©PXimport

Robuust

Een voordeel van een microcontroller als een Arduino is dat er na het programmeren softwarematig weinig fout kan gaan. Zodra je de voeding aansluit, wordt de in de microcontroller geprogrammeerde code uitgevoerd. Het maakt niet uit als je de voeding zomaar loskoppelt, na het opnieuw aansluiten wordt het programma gewoon weer uitgevoerd. Bij een singleboardcomputer als de Raspberry Pi is dat nadrukkelijk niet het geval. Wanneer je zomaar de voeding uit een Raspberry Pi trekt, dan heb je een grote kans dat de bestanden van het besturingssysteem corrupt raken en je Pi niet meer opstart. Net als bijvoorbeeld een Windows-pc dien je een Pi netjes af te sluiten om hem uit te zetten.

©PXimport

Arduino versus alternatieven

Waar we het bij de alternatieve singleboardcomputers over ‘klonen’ hadden, durven we bij de alternatieve Arduino’s wat stelliger te spreken over klonen. Het ontwerp van de originele Arduino-bordjes is open source en de ontwerpen zijn te downloaden van de Arduino-website. Andere fabrikanten kunnen die ontwerpen downloaden en vervolgens namaken. Er zijn dan ook vele klonen van de originele Arduino-bordjes te koop die er vrijwel hetzelfde uitzien en doorgaans prima werken. Het grote voordeel van de klonen is dat ze vele malen goedkoper zijn. Een originele Arduino Uno kost bijvoorbeeld 24 euro, terwijl je een kloon al voor 5 euro in huis hebt. Alternatieve fabrikanten mogen die klonen officieel geen Arduino noemen, maar de typenummers worden dan wel weer gewoon gebruikt en in omschrijvingen op bijvoorbeeld eBay of AliExpress zal de term Arduino doorgaans wel gebruikt worden.

©PXimport

Compatibel met

Naast de directe kopieën van de officiële bordjes van Arduino, zijn er ook bordjes en producten als robots te koop die gebruikmaken van een microcontroller die ook in een officiële Arduino gebruikt wordt. Deze bordjes en producten zijn daardoor te programmeren met de Arduino-ontwikkelomgeving. De bekende elektronicafabrikant Adafruit maakt bijvoorbeeld eigen ontwerpen van bordjes die gebruikmaken van dezelfde microcontrollers als een echte Arduino.

Naast de ‘echte’ Arduino’s zijn er ook alternatieve microcontrollers die niet gebruikt worden door het echte Arduino, maar die door ontwikkelaars wel compatibel zijn gemaakt met de Arduino-ontwikkelomgeving. Hierdoor kun je deze microcontrollers net als een Arduino programmeren op dezelfde manier als een echte Arduino. Een voorbeeld van een dergelijke microcontroller is de ESP8266 die op diverse bordjes gebruikt wordt, zoals de NodeMCU waar we in Computer!Totaal al eerder aandacht aan hebben besteed. Een interessant product, want voor vier euro krijg je een bordje voorzien van wifi.

©PXimport

Shields

Voor de populaire typen Arduino’s kun je ook zogenoemde shields kopen. Dit zijn bordjes waar componenten als sensoren, aansluitingen, beeldschermpjes of leds al op geplaatst zijn, die je zo op de Arduino kunt klikken. De shields zijn vergelijkbaar met de HAT-modules voor een Raspberry Pi.

Een plus een is drie

Eigenlijk wordt het pas echt leuk als je een Raspberry Pi en Arduino(-achtige) laat samenwerken. Beide platformen hebben hun sterke punten en die kun je prima combineren. Een interessant praktijkvoorbeeld is een smarthome- of domoticasysteem. De Raspberry Pi is als volwaardige computer uitstekend geschikt om software te draaien waarmee het apparaat inzetbaar is als smarthomecontroller. Een voorbeeld van dergelijke software is Domoticz dat je eenvoudig binnen een Linux-besturingssysteem zoals Raspbian kunt installeren. De Raspberry Pi functioneert na installatie van Domoticz als controller voor een domoticasysteem waarop je regels kunt programmeren om bijvoorbeeld verlichting te schakelen. Omdat de Raspberry Pi behoorlijk wat kracht heeft, kun je dit systeem via een webinterface benaderen. De benodigde software geeft nog maar eens het grote verschil tussen een volwaardige computer als de Raspberry Pi en een microcontroller als de Arduino aan. Zowel de Raspberry Pi Foundation als Domoticz raden een sd-kaartje met een minimale capaciteit van 4 GB aan. Vergelijk dat met de specificatie van een populaire microcontrollerbordje met wifi als de NodeMCU, een dergelijk bordje bevat slechts 4 megabyte opslag.

©PXimport

NodeMCU

Ondanks de lage prijs kan een microcontroller als de NodeMCU een waardevolle rol spelen in een smarthomesysteem. Een microcontroller is bijvoorbeeld uitermate geschikt om sensoren aan te sturen. De microcontroller houdt bijvoorbeeld de status van een bewegingssensor bij en geeft bij beweging een seintje aan de Raspberry Pi die vervolgens zijn kracht gebruikt om deze eenvoudige statusverandering te verwerken. Je kunt het benodigde programma zelf programmeren met Arduino-code, maar er zijn voor de NodeMCU eenvoudigere oplossingen om hem te koppelen aan een domoticasysteem zoals de ESP Easy-firmware die een simpele webinterface biedt om eenvoudig de koppeling met een domiticasysteem als Domoticz te maken. Je leest meer over ESPEasy in dit artikel.

©PXimport

Wat kies je?

We hebben je in dit artikel uitgelegd wat de verschillen zijn tussen de Raspberry Pi en Arduino en je hopelijk duidelijk gemaakt dat het om twee totaal verschillende producten gaat met ieder hun sterke punten. Maar welk platform heb je uiteindelijk nodig? Elektronicatijdschrift Make bedacht een simpele vuistregel die je helpt te kiezen tussen een Arduino of Raspberry Pi: kun je het project omschrijven met minder dan twee keer het woord ‘en’, dan kies je een Arduino. Heb je meer dan twee keer het woord ‘en’ nodig, dan ga je voor de Raspberry Pi. Wil je bijvoorbeeld de potgrond van je plant in de gaten houden en een berichtje krijgen als er water gegeven wordt, dan kies je voor een Arduino (met wifi). Wil je in hetzelfde scenario ook nog dat er automatisch water gegeven wordt afhankelijk van de regenvoorspelling, dan is een Raspberry Pi een geschiktere basis.

Uiteindelijk is ons advies om te beginnen met Arduino als je aan de slag wilt met elektronica en projecten wilt maken op basis van sensoren. Terwijl de Raspberry Pi geschikter is voor ‘softwarematige’ projecten als een spelcomputer, mediaspeler, muziekstreamer of nas. Je kunt natuurlijk ook eens googelen als je een idee hebt. Omdat zowel de Raspberry Pi als Arduino erg populair zijn, is de kans groot at iemand al een soortgelijk project heeft gebouwd.

▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.