ID.nl logo
Raspberry Pi versus Arduino: welke moet je kopen?
© PXimport
Zekerheid & gemak

Raspberry Pi versus Arduino: welke moet je kopen?

Hoewel de Raspberry Pi en Arduino soms in één adem genoemd worden en beide producten gerekend kunnen worden tot dezelfde elektronicahobby-producten, gaat het echt om twee verschillende producten met hun eigen toepassingen. Raspberry Pi versus Arduino: wat zijn de verschillen en wat gebruik je waarvoor?

Wanneer je interesse hebt in (programmeerbare) elektronicahobby-producten, dan kom je al snel de Raspberry Pi én Arduino tegen. Beide producten zijn uitgevoerd als printplaat waarop diverse chips geplaatst zijn en de afmetingen van bijvoorbeeld een Raspberry Pi 3 (8,5 × 5,6 cm) en de populaire Arduino Uno R3 (6,9 × 5,3 cm) zijn behoorlijk vergelijkbaar. Toch gaat het om twee heel verschillende producten met ieder hun sterke en zwakke punten. Wij gaan in dit artikel in op de verschillen tussen beide platformen.

Computer versus microcontroller

In de basis is het verschil simpel uit te leggen: een Arduino is een microcontroller, terwijl de Raspberry Pi een volwaardige computer is. Op een microcontroller draait geen besturingssysteem en er kan slechts één programma tegelijkertijd worden uitgevoerd. Een computer is voorzien van een besturingssysteem en kan meerdere programma’s tegelijkertijd uitvoeren.

Je kunt in een Raspberry Pi en alternatieve singleboardcomputers als de Orange Pi dan ook alle onderdelen van een volwaardige computer herkennen. Zo is de Raspberry Pi 3 Model B+ voorzien van usb-poorten, een netwerkaansluiting, een hdmi-aansluiting en geluidsuitgang. Zelfs wifi en bluetooth zijn aanwezig. Dankzij al deze aansluitingen kun je, zoals op iedere computer, een beeldscherm en invoerapparatuur aansluiten, waarna je in combinatie met een geschikt besturingssysteem de Pi kunt inzetten als desktop-pc om te browsen of te tekstverwerken. Vergelijk dat met de doorsnee Arduino of vergelijkbaar microcontrollerbordje: die bordjes bieden in de basis enkel pinnetjes die dienen als digitale en analoge in- en uitgangen die direct op de microcontroller zijn aangesloten waar je dingen mee kunt schakelen.

©PXimport

Een Arduino is een microcontroller, terwijl de Raspberry Pi een volwaardige computer is.

-

Wat is een Raspberry Pi?

De Raspberry Pi is oorspronkelijk ontwikkeld door de Brit Eben Upton als goedkope computer (van 35 dollar) om kinderen de beginselen van computers, elektronica en programmeren bij te brengen. Computerhobbyisten zagen echter ook genoeg toepassingen voor de goedkope Raspberry Pi. De basis van een Raspberry Pi is in alle gevallen een SoC van Broadcom die een ARM-processor combineert met de VideoCore IV-gpu en ook alle aansluitingen verzorgt als de usb-poorten en de hdmi-uitgang. De chip voor de netwerkaansluiting is vervolgens via usb 2.0 aangesloten. Dit is ook de reden dat de gigabit-netwerkaansluiting op de nieuwste Raspberry Pi 3 Model B+ een snelheid tussen de 200 en 300 Mbit/s haalt in plaats van een volledige gigabitsnelheid.

Een Raspberry Pi heeft geen opslag, je hebt een sd-kaart nodig waarop het gewenste besturingssysteem geïnstalleerd wordt. De Raspberry Pi Foundation raadt minimaal een Class4-kaartje aan, maar uit onze ervaring blijkt een sneller kaartje met Class 10 of zelfs UHS Class 1 van een goed merk een beter idee. Koop in ieder geval geen merkloos kaartje, je hebt dan een grote kans dat het kaartje tijdens het gebruik corrupt raakt.

©PXimport

Veelzijdige besturingssystemen

Op het sd-kaartje kun je zelf een besturingssysteem installeren. Het standaardbesturingssysteem is het op Debian gebaseerde Raspbian, een Linux-distributie waarmee je de Raspberry Pi inzet als desktop-computer. Daarnaast zijn er ook gespecialiseerdere op Linux gebaseerde distributies waarmee je de Pi inzet als spelcomputer (zoals RetroPie) of mediaspeler (zoals OpenELEC).

De meeste besturingssystemen voor de Pi zijn gebaseerd op Linux, maar in de vorm van bijvoorbeeld Windows IOT Core of RISC OS zijn er ook andere soorten besturingssystemen. De flexibele Linux-besturingssystemen maken veel geavanceerde toepassingen mogelijk. Zo kun je de Raspberry Pi inzetten als een slimme luidspreker met Google Home, kun je hem gebruiken als downloadserver of zelfs als centrale adblocker in je thuisnetwerk.

Ook als mediaspeler voor video of streaming audio is de Pi zoals gezegd uitstekend geschikt. Het minicomputertje is zelfs zo krachtig dat je hem vanaf de Raspberry Pi 2 in combinatie met bijvoorbeeld RetroPie ook kunt inzetten als retro-spelcomputer. Hij emuleert dan moeiteloos spelcomputers als de NES, SNES, MegaDive en Commodore 64.

©PXimport

Hoge compatibiliteit

Nadat in 2012 de eerste Raspberry Pi op de markt kwam, zijn er inmiddels zijn er inmiddels allerlei verschillende uitvoeringen verschenen met snellere processors. Waar de eerste Raspberry Pi een singlecore-processor met een kloksnelheid van 700 MHz had, is de nieuwste 3+ voorzien van een 1,4 GHz quadcore-processor. Eén ding is in al die Raspberry Pi’s echter hetzelfde gebleven, de SoC wordt geleverd door Broadcom. Tussen de gebruikte ARM-cores zit wat verschil, maar de VideoCore IV-gpu is in alle gebruikte SoC’s hetzelfde. Volgens de Raspberry Pi Foundation is de VideoCore de enige openbaar gedocumenteerde gpu voor ARM-SoC’s en hiermee belangrijk voor het Pi-project. Daar zit wat in, want een belangrijk nadeel van andere SoC’s op alternatieve bordjes is dat de grafische mogelijkheden doorgaans slecht ondersteund worden. De Raspberry Pi Foundation legt sterk de nadruk op compatibiliteit tussen de verschillende generaties Pi’s. Het eigen besturingssysteem Raspbian is dan ook nog altijd volledig compatibel met alle varianten van de Pi.

©PXimport

Raspberry Pi versus alternatieven

De Raspberry Pi is niet de enige singleboardcomputer op de markt. In navolging van het succes van de Pi brengen ook andere, veelal Chinese, fabrikanten ‘klonen’ van de Raspberry Pi op de markt. Soms hebben deze bordjes een naam van een ander stuk fruit gecombineerd met het woord Pi zoals de Banana Pi of Orange Pi. We schreven eerder in deze alinea bewust ‘klonen’, want anders dan de meeste klonen van een Arduino gaat het niet om exacte kopieën. De Raspberry Pi gebruikt een SoC van Broadcom, terwijl alternatieve bordjes een SoC van een andere fabrikant als Allwinner, Rockchip of MediaTek hebben. Net als de in de Raspberry Pi gebruikte Broadcom-SoC zijn deze SoC’s gebaseerd op een ARM-processor, maar daar houdt de overeenkomst eigenlijk wel op. Andere elementen van de SoC’s (zoals de gpu) zijn bijvoorbeeld anders. In de praktijk betekent dit dat een besturingssysteem dat speciaal is gemaakt voor de Raspberry Pi zoals Raspbian of RetroPie niet direct werkt op één van de alternatieve bordjes.

Fabrikanten van alternatieve bordjes leveren doorgaans een eigen Linux-distributie (soms een aangepaste versie van Raspbian), maar je kunt vaak ook kiezen voor Armbian. Dit is een speciale Linux-distributie die speciaal gemaakt is voor singleboardcomputers. Overigens ondersteunt Armbian de Raspberry Pi dan weer niet. Hoewel alternatieve singleboardcomputers krachtiger of goedkoper zijn dan de Raspberry Pi en dus zeker bestaansrecht hebben, zijn ze voor beginners meestal niet zo’n goed idee. Vanuit de (Chinese) fabrikanten is de documentatie doorgaans gering. Een ander probleem is dat alle mogelijkheden doorgaans niet volledig ondersteund wordt door de Linux-distributies die geschikt zijn voor de bordjes. Zo kun je soms niet alle resoluties kiezen, lastig als je net een beeldscherm hebt met een niet ondersteunde resolutie. Een ander probleem is dat het aantal gebruikers per alternatief bordje relatief laag is, dus bij problemen kun je niet terugvallen op een actieve community. Het grote aantal gebruikers en de goede ondersteuning vanuit de Pi-community is zeker voor beginners een heel groot pluspunt.

©PXimport

Het grote aantal gebruikers en de goede ondersteuning vanuit de Pi-community is zeker voor beginners een heel groot pluspunt.

-

Accessoires

Er is nog een argument om voor de Raspberry Pi te kiezen en niet voor één van de andere singleboardcomputers. Voor de Raspberry Pi zijn namelijk erg veel accessoires te koop. Zo heb je een ruime keuze in behuizingen in alle kleuren en vormen. Wil je je Pi inbouwen in een behuizing die eruit ziet als een retro-spelcomputer? Geen probleem, er zijn behuizingen die die er uitzien als een Nintendo NES of SNES. Daarnaast zijn er voor de Raspberry Pi ook allerlei uitbreidingen te koop. Hiermee kun je bijvoorbeeld een goede (digitale) geluidsuitgang, een aanraakscherm, klein schermpje of led-matrix toevoegen. De uitbereidingsmodules worden ook wel HAT genoemd, wat staat voor Hardware Attached on Top. De uitbreidingsmodules worden aangesloten op de GPIO, de reeks pinnen op de Raspberry Pi. Die pinnen kunnen trouwens ook gebruikt worden om sensoren en andere componenten op aan te sluiten.

©PXimport

Wat is een Arduino?

De Arduino is een voorbeeld van een microcontroller: een heel simpele computer die één programma tegelijkertijd kan uitvoeren. Er draait dus geen besturingssysteem op een microcontroller. Je programmeert de microcontroller met het door jou gewenste programma waarna dit programma wordt uitgevoerd. Een microcontroller is hiermee uitermate geschikt voor kleinere repeterende taakjes zoals het automatisch openen van een deur of aan laten springen van een lamp bij beweging. Maar ook wat meer geavanceerde dingen zijn mogelijk, zoals een zelfrijdende robot die zijn beweging bepaalt op basis van sensoren.

Wanneer we het hebben over een Arduino, dan hebben we het wel over meer dan alleen de microcontroller. Een Arduino-bordje bevat namelijk alle componenten die je nodig hebt om de aanwezige microcontroller (doorgaans een variant van Atmel, maar er worden ook andere merken gebruikt) op een eenvoudige manier te gebruiken. De meeste Arduino-bordjes zijn bijvoorbeeld voorzien van een usb-aansluiting. Deze wordt gebruikt om een programma via een pc op de microcontroller te zetten. Daarnaast bevatten de Arduino-bordjes pinnen waarop je componenten als sensoren en motortjes kunt aansluiten.

Een voorbeeld van een project dat je kunt bouwen, is een lampje dat reageert op beweging of het invallen van de schemering, zoals we laten zien hier. Maar in combinatie met een Arduino voorzien van wifi kun je ook een weeralarm. Of je bouwt een papieren paraplu die vanzelf opengaat als het gaat regenen.

©PXimport

Robuust

Een voordeel van een microcontroller als een Arduino is dat er na het programmeren softwarematig weinig fout kan gaan. Zodra je de voeding aansluit, wordt de in de microcontroller geprogrammeerde code uitgevoerd. Het maakt niet uit als je de voeding zomaar loskoppelt, na het opnieuw aansluiten wordt het programma gewoon weer uitgevoerd. Bij een singleboardcomputer als de Raspberry Pi is dat nadrukkelijk niet het geval. Wanneer je zomaar de voeding uit een Raspberry Pi trekt, dan heb je een grote kans dat de bestanden van het besturingssysteem corrupt raken en je Pi niet meer opstart. Net als bijvoorbeeld een Windows-pc dien je een Pi netjes af te sluiten om hem uit te zetten.

©PXimport

Arduino versus alternatieven

Waar we het bij de alternatieve singleboardcomputers over ‘klonen’ hadden, durven we bij de alternatieve Arduino’s wat stelliger te spreken over klonen. Het ontwerp van de originele Arduino-bordjes is open source en de ontwerpen zijn te downloaden van de Arduino-website. Andere fabrikanten kunnen die ontwerpen downloaden en vervolgens namaken. Er zijn dan ook vele klonen van de originele Arduino-bordjes te koop die er vrijwel hetzelfde uitzien en doorgaans prima werken. Het grote voordeel van de klonen is dat ze vele malen goedkoper zijn. Een originele Arduino Uno kost bijvoorbeeld 24 euro, terwijl je een kloon al voor 5 euro in huis hebt. Alternatieve fabrikanten mogen die klonen officieel geen Arduino noemen, maar de typenummers worden dan wel weer gewoon gebruikt en in omschrijvingen op bijvoorbeeld eBay of AliExpress zal de term Arduino doorgaans wel gebruikt worden.

©PXimport

Compatibel met

Naast de directe kopieën van de officiële bordjes van Arduino, zijn er ook bordjes en producten als robots te koop die gebruikmaken van een microcontroller die ook in een officiële Arduino gebruikt wordt. Deze bordjes en producten zijn daardoor te programmeren met de Arduino-ontwikkelomgeving. De bekende elektronicafabrikant Adafruit maakt bijvoorbeeld eigen ontwerpen van bordjes die gebruikmaken van dezelfde microcontrollers als een echte Arduino.

Naast de ‘echte’ Arduino’s zijn er ook alternatieve microcontrollers die niet gebruikt worden door het echte Arduino, maar die door ontwikkelaars wel compatibel zijn gemaakt met de Arduino-ontwikkelomgeving. Hierdoor kun je deze microcontrollers net als een Arduino programmeren op dezelfde manier als een echte Arduino. Een voorbeeld van een dergelijke microcontroller is de ESP8266 die op diverse bordjes gebruikt wordt, zoals de NodeMCU waar we in Computer!Totaal al eerder aandacht aan hebben besteed. Een interessant product, want voor vier euro krijg je een bordje voorzien van wifi.

©PXimport

Shields

Voor de populaire typen Arduino’s kun je ook zogenoemde shields kopen. Dit zijn bordjes waar componenten als sensoren, aansluitingen, beeldschermpjes of leds al op geplaatst zijn, die je zo op de Arduino kunt klikken. De shields zijn vergelijkbaar met de HAT-modules voor een Raspberry Pi.

Een plus een is drie

Eigenlijk wordt het pas echt leuk als je een Raspberry Pi en Arduino(-achtige) laat samenwerken. Beide platformen hebben hun sterke punten en die kun je prima combineren. Een interessant praktijkvoorbeeld is een smarthome- of domoticasysteem. De Raspberry Pi is als volwaardige computer uitstekend geschikt om software te draaien waarmee het apparaat inzetbaar is als smarthomecontroller. Een voorbeeld van dergelijke software is Domoticz dat je eenvoudig binnen een Linux-besturingssysteem zoals Raspbian kunt installeren. De Raspberry Pi functioneert na installatie van Domoticz als controller voor een domoticasysteem waarop je regels kunt programmeren om bijvoorbeeld verlichting te schakelen. Omdat de Raspberry Pi behoorlijk wat kracht heeft, kun je dit systeem via een webinterface benaderen. De benodigde software geeft nog maar eens het grote verschil tussen een volwaardige computer als de Raspberry Pi en een microcontroller als de Arduino aan. Zowel de Raspberry Pi Foundation als Domoticz raden een sd-kaartje met een minimale capaciteit van 4 GB aan. Vergelijk dat met de specificatie van een populaire microcontrollerbordje met wifi als de NodeMCU, een dergelijk bordje bevat slechts 4 megabyte opslag.

©PXimport

NodeMCU

Ondanks de lage prijs kan een microcontroller als de NodeMCU een waardevolle rol spelen in een smarthomesysteem. Een microcontroller is bijvoorbeeld uitermate geschikt om sensoren aan te sturen. De microcontroller houdt bijvoorbeeld de status van een bewegingssensor bij en geeft bij beweging een seintje aan de Raspberry Pi die vervolgens zijn kracht gebruikt om deze eenvoudige statusverandering te verwerken. Je kunt het benodigde programma zelf programmeren met Arduino-code, maar er zijn voor de NodeMCU eenvoudigere oplossingen om hem te koppelen aan een domoticasysteem zoals de ESP Easy-firmware die een simpele webinterface biedt om eenvoudig de koppeling met een domiticasysteem als Domoticz te maken. Je leest meer over ESPEasy in dit artikel.

©PXimport

Wat kies je?

We hebben je in dit artikel uitgelegd wat de verschillen zijn tussen de Raspberry Pi en Arduino en je hopelijk duidelijk gemaakt dat het om twee totaal verschillende producten gaat met ieder hun sterke punten. Maar welk platform heb je uiteindelijk nodig? Elektronicatijdschrift Make bedacht een simpele vuistregel die je helpt te kiezen tussen een Arduino of Raspberry Pi: kun je het project omschrijven met minder dan twee keer het woord ‘en’, dan kies je een Arduino. Heb je meer dan twee keer het woord ‘en’ nodig, dan ga je voor de Raspberry Pi. Wil je bijvoorbeeld de potgrond van je plant in de gaten houden en een berichtje krijgen als er water gegeven wordt, dan kies je voor een Arduino (met wifi). Wil je in hetzelfde scenario ook nog dat er automatisch water gegeven wordt afhankelijk van de regenvoorspelling, dan is een Raspberry Pi een geschiktere basis.

Uiteindelijk is ons advies om te beginnen met Arduino als je aan de slag wilt met elektronica en projecten wilt maken op basis van sensoren. Terwijl de Raspberry Pi geschikter is voor ‘softwarematige’ projecten als een spelcomputer, mediaspeler, muziekstreamer of nas. Je kunt natuurlijk ook eens googelen als je een idee hebt. Omdat zowel de Raspberry Pi als Arduino erg populair zijn, is de kans groot at iemand al een soortgelijk project heeft gebouwd.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 luxe tablets met veel rekenkracht
© Apple
Huis

Waar voor je geld: 5 luxe tablets met veel rekenkracht

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een fijne tablet waarmee je vlot kunt werken? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

Apple iPad Air (2025)

In de zéér recent verschenen 2025-versie van de iPad Air zit Apples eigen M3-chip. Die telt acht rappe rekenkernen, zodat veeleisende apps vlot werken. Zo is het spelen van 3D-games geen enkel probleem. Volgens het Amerikaanse merk is de genoemde processor bijna twee keer zo snel als eerdere iPads met een M1-chip. Bovendien verbruikt deze chipset ook nog eens minder energie. Ondanks het ruime 11inch-scherm weegt de aluminium behuizing nog geen halve kilo. Ideaal voor wie een tablet graag meeneemt. De goedkoopste uitvoering heeft 128 GB interne opslagcapaciteit. Kies tussen de kleurstellingen grijs, beige, blauw en paars. Tegen een meerprijs kun je ook een exemplaar met 256 GB (grijs/paars), 512 GB (grijs/beige/blauw/paars) of 1 TB (grijs) opslag overwegen.

Met behulp van de geïntegreerde vingerafdrukscanner log je altijd en overal veilig in. Vanzelfsprekend is iPadOS 18 al op deze tablet aanwezig. Je hebt toegang tot allerlei AI-tools, waardoor je onder meer supersnel fotocorrecties toepast. Bovendien kun je vanuit de apps Siri en Schrijfhulp de bekende AI-dienst ChatGPT aanspreken. Het heldere 11inch-scherm leent zich met een respectabele resolutie van 2360 × 1640 pixels perfect voor het kijken van films, series en tv-programma's. Tot slot is er van de iPad Air ook een grotere versie met een 13inch-scherm te koop.

Apple iPad Pro (2024)

De 2024-versie van de iPad Pro is momenteel de snelste tablet van Apple. Dankzij de M4-chip voer je de meest complexe taken zonder enige vertraging uit, zoals AI-toepassingen en 3D-games. Deze processor bevat namelijk negen of tien (bij 1TB- en 2TB-uitvoering) vliegensvlugge rekenkernen. Verder zijn de beeldprestaties van het dubbellaagse 11inch-oledscherm indrukwekkend. Zowel foto's als video's ogen op een resolutie van 2420 × 1668 pixels haarscherp. Voor gamers en creatieve professionals komt de hoge vernieuwingsfrequentie van 120 hertz goed van pas. Bewegende beelden verschijnen vloeiend op het scherm. Daarnaast bedraagt de piekhelderheid maar liefst 1600 cd/m².

Naar eigen zeggen is deze iPad Pro tot dusver de dunste Apple-tablet (5,3 mm). De gerecyclede aluminium behuizing weegt bovendien maar 444 gram. Kortom, een handzame metgezel voor onderweg. Fijn is dat de selfiecamera Face ID ondersteunt. Hierdoor kun je via een gezichtsscan vlot inloggen. De betaalbaarste versie heeft 256 GB opslagruimte, waarbij je kunt kiezen tussen de kleurstellingen zwart en zilver. Als alternatief koop je deze tablet met 512 GB (zwart/zilver), 1 TB (zwart/zilver) of 2 TB (zwart/zilver) opslagcapaciteit. Verder is de iPad Pro ook met een groot 13inch-scherm te koop. Wil je meer weten? Lees dan deze uitgebreide review op ID.nl.

Samsung Galaxy Tab S10+

Zoek je een zéér rappe Android-tablet met een riant scherm? Kijk dan eens goed naar de eigenschappen van de Samsung Galaxy Tab S10+. Het 256 GB-model is in de kleurstellingen grijs en zilver beschikbaar. Vind je dat te krap, dan kies je voor 512 GB opslag (grijs/zilver). Overigens voeg je met een eigen microSD-kaart van maximaal 1,5 TB eenvoudig extra opslagruimte toe. Het ruime 12,4inch-amoledscherm telt 2800 × 1752 pixels, zodat je op een behoorlijke resolutie video's kunt streamen. Samsung heeft het scherm voorzien van een matte coating. Hierdoor kun je ook in sterk verlichte ruimtes comfortabel werken.

Voor de rekenprestaties is de MediaTek Dimensity 9300+-processor verantwoordelijk. Deze chipset heeft acht kernen, waarbij de rapste core goed is voor een kloksnelheid van 3,4 GHz. Voeg daar 12 GB werkgeheugen aan toe en je merkt nergens vertraging. Met behulp van een vingerafdrukscanner kun je veilig bij Android 14 inloggen. Nuttig om te weten is dat de fabrikant dit product tot 31 oktober 2031 ondersteunt. Je ontvangt dus voor de komende jaren volop (beveiligings)updates en upgrades van het besturingssysteem. Naast de besproken uitvoeringen is deze tablet ook met een 5G-simkaartslot verkrijgbaar. Samsung levert bij alle modellen een goede stylus mee.

Lees ook: Zo gaat je tablet (véél) langer mee!

Samsung Galaxy Tab S10 Ultra

Als je graag op een heel grote tablet werkt, is de Samsung Galaxy Tab S10 Ultra een logische keuze. Het amoledscherm heeft een indrukwekkend schermdiagonaal van 14,6 inch. Lees hierop bijvoorbeeld de digitale krant, speel 3D-videospelletjes of creëer eigen animaties. Dankzij een respectabele resolutie van 2960 × 1848 pixels verschijnen foto's, video's en webpagina's scherp in beeld. Ondanks de behoorlijke omvang valt het gewicht van 723 gram mee. De behuizing voldoet aan de IP68-norm en is dus waterdicht. Er is bij dit product een stylus inbegrepen.

De Galaxy Tab S10 Ultra heeft dezelfde processor als de eerder besproken Galaxy Tab S10+. Goed nieuws, want deze MediaTek Dimensity 9300+-chipset biedt prima prestaties. De versies met 256 GB (grijs/zilver) en 512 GB (grijs/zilver) opslag hebben 12 GB werkgeheugen. Doe je veel geavanceerde taken tegelijkertijd, dan haal je met het 1 TB-model (grijs) een tablet met 16 GB RAM in huis. De Galaxy Tab S10 Ultra is eventueel ook inclusief 5G-simkaartslot te koop. Lees hier een uitgebreide review op ID.nl.

Lenovo Idea Tab Pro (ZAE40020SE)

Voor alledaags gebruik is deze recent verschenen tablet prima geschikt. De scherp geprijsde Lenovo Idea Tab Pro heeft een groot 12,7inch-scherm met 2944 × 1840 pixels. Dat is een prettig formaat voor taken als webwinkelen, bankieren, video's streamen en natuurlijk internetten. Bovendien zijn de acht rekenkernen van de MediaTek Dimensity 8300-processor snel genoeg om spelletjes uit de Play Store soepel te verwerken. De snelste core is afgeregeld op een respectabele kloksnelheid van 3,35 GHz. Verder heeft de tablet 8 GB werkgeheugen.

Onder de motorkap bevindt zich een opslagdrager van 256 GB. Hierop is Android 14 voorgeïnstalleerd. Wil je meer lokale opslag, dan prik je een microSD-kaart van maximaal 1 TB in de behuizing. Ten opzichte van diverse andere tablets in deze prijsklasse onderscheidt de Idea Tab Pro zich met een behoorlijk geluid. Hiervoor zijn er vier speakers van de bekende audiofabrikant JBL ingebouwd. Lenovo levert bij dit product een stylus mee.

▼ Volgende artikel
Meer detail, beter geluid: waarom de gehoortest van je koptelefoon écht verschil maakt
© sawaratch
Huis

Meer detail, beter geluid: waarom de gehoortest van je koptelefoon écht verschil maakt

Steeds meer draadloze in-ears en koptelefoons bieden in hun app een test die de weergave aanpast aan je gehoor. "Maar ik ben helemaal niet slechthorend," denk je misschien. Toch is zo'n functie best handig. Waarom, dat lees je hier.

In dit artikel hebben we het over de gehoortests die veel fabrikanten tegenwoordig bieden in de apps van draadloze oordoppen en draadloze hoofdtelefoons. Dit ga je lezen: • Wat wordt er juist getest? • Waarom je gehoor toch niet zo goed is • Welke merken bieden zo'n functie aan? • Een andere aanpak: meten

Ook interessant: Welke draadloze oortjes passen bij mij?

Als je bij een gehoortest (formeel: een audiogram) denkt aan een bezoek aan de audioloog of gespecialiseerde arts, dan heb je natuurlijk niet ongelijk. Bij acute hoorschade of een sterke terugval van wat je kunt horen, kom je bij zo'n specialist terecht.

Het doel van zo'n onderzoek is bepalen welke frequenties iemand nog hoort. Het normale 'bereik' van een mens wordt vaak omschreven als lopende van 20 Hz (een zeer lage bastoon) tot een hele hoge 20.000 Hz of 20 kHz. Dit bereik is wel heel theoretisch. Er bestaan grote fysieke verschillen tussen mensen en hierdoor bestaat er een enorme variatie in wat iemand kan horen. 

©Denon

Grafische voorstelling van een gehoorcurve in de Denon-app.

Waarom je gehoor toch niet zo goed is

Bovendien is 20 tot 20.000 kHz het meestal optimale scenario. Volwassenen halen het bijna nooit, want al vanaf een jonge leeftijd neemt het gehoor af. Volgens sommige bronnen begin je zelfs vanaf 18-20 jaar frequenties te 'verliezen'. Het is een natuurlijk proces, dat vooral de hoogste en laagste frequenties aantast. Wel is die terugval aanvankelijk heel beperkt en subtiel.  

Het woord 'verliezen' is dus eigenlijk niet zo geschikt, want eerst word je minder gevoelig voor een bepaalde toon.  Je kunt die frequentie dus nog wel horen, als het maar luid genoeg weerklinkt. Maar omdat dit terugval meestal geleidelijk is, valt het minder op. Je beluistert ook zelden één geïsoleerde toon, maar complexer geluid, zoals muziek met veel instrumenten en gezang. Dan merk je niet op dat de hi-hat van de drum iets minder uit de mix springt.  

Als het gehoorverlies iets toeneemt, kan het wel zijn dat muziek minder ruimtelijk of driedimensionaal overkomt. Dat komt omdat heel hoge tonen geluidsinformatie bevatten die ons brein iets vertelt over de ruimte waarin gespeeld wordt. Wanneer je bassen minder goed hoort, kunnen stemmen of muziek dun klinken.

Wat doet een gehoorfunctie in een app?

Het geleidelijk minder gevoelig worden voor bepaalde frequenties is wat functies zoals Personi-Fi bij JBL of Geluidspersonalisatie van Teufel proberen aan te pakken. Via een test in een app wordt achterhaald welke frequenties je minder goed hoort. Veel fabrikanten vertrouwen hiervoor op een test afkomstig van een gespecialiseerd bedrijf, zoals AudioDo of Mimi. Dit Duits technologiebedrijf biedt ook een eigen app aan (enkel iOS) waarmee je jouw gehoor kunt testen. Bij Sennheiser vind je er eentje voor zowel iPhones als Android-apparaten.

©Jamie Biesemans

The Personi-Fi-test, in de JBL Headphones-app, neemt wat tijd in beslag.

Niet elke test is hetzelfde, maar meestal moet je in de app aangeven of je biepjes nog hoort die steeds stiller worden. Dat gebeurt bij sommige tests tegen een achtergrond van ruis. Dat maakt het net wat moeilijker, maar meet wel realistisch of je een bepaalde frequentie hoort als er ook ander geluid is.

Als het resultaat je niet bevalt maar je toch niet helemaal tevreden bent met de standaardklank, kun je de test opnieuw doen. Denk er daarbij aan dat je gehoor ook beïnvloed wordt door zaken als de pasvorm van je oortjes, vermoeidheid, omgevingsgeluid en zelfs je houding.

Op basis van de testresultaten wordt een geluidspreset gecreëerd die de frequenties die je minder goed hoort versterkt. Het doel is te zorgen dat je alle frequenties op hetzelfde niveau waarneemt. Na de test kun je meestal de preset in- en uitschakelen terwijl een track speelt. Dan pas hoor je goed wat je mist.

Welke merken bieden het aan?

Steeds meer merken bieden een soort gehoortest aan in hun app. JBL is er duidelijk een grote fan van, want JBL's eigen Personi-Fi en Personi-Fi 2 vind je op heel wat apparaten. Naast Teufel bieden onder meer Beyerdynamic, Creative, Focal, Nothing, Skullcandy een test van Mimi aan. Het 'personal sound' van AudioDo vind je onder meer bij de Clam Elite van Fresh 'n Rebel en bij PSB.

©Fresh 'n Rebel

De Audiodo-test helpt je een betere geluid te krijgen bij een Fresh 'n Rebel-hoofdtelefoon.

In de Sound Connect-app van Sony vind je een iets andere aanpak. Je speelt een lied naar keuze, waarbij je in de app vijf opties krijgt die een iets andere klank bieden. Kies je een van de vijf, dan krijg je opnieuw vijf opties om de weergave fijn af te regelen. Dit mag dan wel niet een echte gehoortest zijn, het brengt je wel bij een klankweergave die je misschien beter ligt. De Sound Connect-app gebruik je met bijna alle Sony-hoofdtelefoons en -oordoppen, waaronder de populaire WH-1000XM5 en WF-1000XM5.

Een andere aanpak: meten

Bij de tests waar het hierboven over ging, moet je zelf aangeven of je een bepaalde toon hoort. Er is echter ook een andere methode. Sommige fabrikanten hebben in hun oordoppen of koptelefoons een soort automatisch meetsysteem ingebouwd dat bepaalde zaken van het gehoor zelf kan meten. 

Bose bijvoorbeeld biedt de CustomTune-functie aan bij zijn draadloze oordoppen. Doe je de Bose-oortjes in, dan klinkt er heel even een geluid dat doet denken aan een krekel. Microfoons in de oordoppen meten de minireflecties in je oor, wat informatie geeft over hoe jouw fysieke gehooreigenschappen (zoals de grootte en lengte van de gehoorgang) bepalen wat je juist hoort. 

©Denon

De Denon Headphones-app creëert via een meting persoonlijk geluid.

Bij Denon's PerL-oordoppen wordt technologie van Nura ingezet om je oren aan een uitgebreide meting te onderwerpen. Dit is een test waarbij je gewoon moet luisteren. Net zoals bij Bose meten de oortjes zelf en wordt er een aangepaste geluidspreset gebouwd. Het interessante aan deze techniek is dat het niet enkel frequenties meet die je minder goed hoort, maar ook kan bepalen of je sommige tonen net te hard binnenkrijgt. 

Welke techniek er precies toegepast wordt is minder belangrijk. Wel loont het de moeite om een functie die je gehoor test uit te proberen, zelfs al denk je niet echt last te hebben van gehoorschade of -verlies. Onvermijdelijk mis je toch iets, al valt het misschien niet op. Een persoonlijk geluidsfunctie kan je echt helpen om een betere klankkwaliteit en ruimtelijkheid te ervaren.

Nieuwe oorkussens nodig

Voor je koptelefoon?