ID.nl logo
Raspberry Pi versus Arduino: welke moet je kopen?
© PXimport
Zekerheid & gemak

Raspberry Pi versus Arduino: welke moet je kopen?

Hoewel de Raspberry Pi en Arduino soms in één adem genoemd worden en beide producten gerekend kunnen worden tot dezelfde elektronicahobby-producten, gaat het echt om twee verschillende producten met hun eigen toepassingen. Raspberry Pi versus Arduino: wat zijn de verschillen en wat gebruik je waarvoor?

Wanneer je interesse hebt in (programmeerbare) elektronicahobby-producten, dan kom je al snel de Raspberry Pi én Arduino tegen. Beide producten zijn uitgevoerd als printplaat waarop diverse chips geplaatst zijn en de afmetingen van bijvoorbeeld een Raspberry Pi 3 (8,5 × 5,6 cm) en de populaire Arduino Uno R3 (6,9 × 5,3 cm) zijn behoorlijk vergelijkbaar. Toch gaat het om twee heel verschillende producten met ieder hun sterke en zwakke punten. Wij gaan in dit artikel in op de verschillen tussen beide platformen.

Computer versus microcontroller

In de basis is het verschil simpel uit te leggen: een Arduino is een microcontroller, terwijl de Raspberry Pi een volwaardige computer is. Op een microcontroller draait geen besturingssysteem en er kan slechts één programma tegelijkertijd worden uitgevoerd. Een computer is voorzien van een besturingssysteem en kan meerdere programma’s tegelijkertijd uitvoeren.

Je kunt in een Raspberry Pi en alternatieve singleboardcomputers als de Orange Pi dan ook alle onderdelen van een volwaardige computer herkennen. Zo is de Raspberry Pi 3 Model B+ voorzien van usb-poorten, een netwerkaansluiting, een hdmi-aansluiting en geluidsuitgang. Zelfs wifi en bluetooth zijn aanwezig. Dankzij al deze aansluitingen kun je, zoals op iedere computer, een beeldscherm en invoerapparatuur aansluiten, waarna je in combinatie met een geschikt besturingssysteem de Pi kunt inzetten als desktop-pc om te browsen of te tekstverwerken. Vergelijk dat met de doorsnee Arduino of vergelijkbaar microcontrollerbordje: die bordjes bieden in de basis enkel pinnetjes die dienen als digitale en analoge in- en uitgangen die direct op de microcontroller zijn aangesloten waar je dingen mee kunt schakelen.

©PXimport

Een Arduino is een microcontroller, terwijl de Raspberry Pi een volwaardige computer is.

-

Wat is een Raspberry Pi?

De Raspberry Pi is oorspronkelijk ontwikkeld door de Brit Eben Upton als goedkope computer (van 35 dollar) om kinderen de beginselen van computers, elektronica en programmeren bij te brengen. Computerhobbyisten zagen echter ook genoeg toepassingen voor de goedkope Raspberry Pi. De basis van een Raspberry Pi is in alle gevallen een SoC van Broadcom die een ARM-processor combineert met de VideoCore IV-gpu en ook alle aansluitingen verzorgt als de usb-poorten en de hdmi-uitgang. De chip voor de netwerkaansluiting is vervolgens via usb 2.0 aangesloten. Dit is ook de reden dat de gigabit-netwerkaansluiting op de nieuwste Raspberry Pi 3 Model B+ een snelheid tussen de 200 en 300 Mbit/s haalt in plaats van een volledige gigabitsnelheid.

Een Raspberry Pi heeft geen opslag, je hebt een sd-kaart nodig waarop het gewenste besturingssysteem geïnstalleerd wordt. De Raspberry Pi Foundation raadt minimaal een Class4-kaartje aan, maar uit onze ervaring blijkt een sneller kaartje met Class 10 of zelfs UHS Class 1 van een goed merk een beter idee. Koop in ieder geval geen merkloos kaartje, je hebt dan een grote kans dat het kaartje tijdens het gebruik corrupt raakt.

©PXimport

Veelzijdige besturingssystemen

Op het sd-kaartje kun je zelf een besturingssysteem installeren. Het standaardbesturingssysteem is het op Debian gebaseerde Raspbian, een Linux-distributie waarmee je de Raspberry Pi inzet als desktop-computer. Daarnaast zijn er ook gespecialiseerdere op Linux gebaseerde distributies waarmee je de Pi inzet als spelcomputer (zoals RetroPie) of mediaspeler (zoals OpenELEC).

De meeste besturingssystemen voor de Pi zijn gebaseerd op Linux, maar in de vorm van bijvoorbeeld Windows IOT Core of RISC OS zijn er ook andere soorten besturingssystemen. De flexibele Linux-besturingssystemen maken veel geavanceerde toepassingen mogelijk. Zo kun je de Raspberry Pi inzetten als een slimme luidspreker met Google Home, kun je hem gebruiken als downloadserver of zelfs als centrale adblocker in je thuisnetwerk.

Ook als mediaspeler voor video of streaming audio is de Pi zoals gezegd uitstekend geschikt. Het minicomputertje is zelfs zo krachtig dat je hem vanaf de Raspberry Pi 2 in combinatie met bijvoorbeeld RetroPie ook kunt inzetten als retro-spelcomputer. Hij emuleert dan moeiteloos spelcomputers als de NES, SNES, MegaDive en Commodore 64.

©PXimport

Hoge compatibiliteit

Nadat in 2012 de eerste Raspberry Pi op de markt kwam, zijn er inmiddels zijn er inmiddels allerlei verschillende uitvoeringen verschenen met snellere processors. Waar de eerste Raspberry Pi een singlecore-processor met een kloksnelheid van 700 MHz had, is de nieuwste 3+ voorzien van een 1,4 GHz quadcore-processor. Eén ding is in al die Raspberry Pi’s echter hetzelfde gebleven, de SoC wordt geleverd door Broadcom. Tussen de gebruikte ARM-cores zit wat verschil, maar de VideoCore IV-gpu is in alle gebruikte SoC’s hetzelfde. Volgens de Raspberry Pi Foundation is de VideoCore de enige openbaar gedocumenteerde gpu voor ARM-SoC’s en hiermee belangrijk voor het Pi-project. Daar zit wat in, want een belangrijk nadeel van andere SoC’s op alternatieve bordjes is dat de grafische mogelijkheden doorgaans slecht ondersteund worden. De Raspberry Pi Foundation legt sterk de nadruk op compatibiliteit tussen de verschillende generaties Pi’s. Het eigen besturingssysteem Raspbian is dan ook nog altijd volledig compatibel met alle varianten van de Pi.

©PXimport

Raspberry Pi versus alternatieven

De Raspberry Pi is niet de enige singleboardcomputer op de markt. In navolging van het succes van de Pi brengen ook andere, veelal Chinese, fabrikanten ‘klonen’ van de Raspberry Pi op de markt. Soms hebben deze bordjes een naam van een ander stuk fruit gecombineerd met het woord Pi zoals de Banana Pi of Orange Pi. We schreven eerder in deze alinea bewust ‘klonen’, want anders dan de meeste klonen van een Arduino gaat het niet om exacte kopieën. De Raspberry Pi gebruikt een SoC van Broadcom, terwijl alternatieve bordjes een SoC van een andere fabrikant als Allwinner, Rockchip of MediaTek hebben. Net als de in de Raspberry Pi gebruikte Broadcom-SoC zijn deze SoC’s gebaseerd op een ARM-processor, maar daar houdt de overeenkomst eigenlijk wel op. Andere elementen van de SoC’s (zoals de gpu) zijn bijvoorbeeld anders. In de praktijk betekent dit dat een besturingssysteem dat speciaal is gemaakt voor de Raspberry Pi zoals Raspbian of RetroPie niet direct werkt op één van de alternatieve bordjes.

Fabrikanten van alternatieve bordjes leveren doorgaans een eigen Linux-distributie (soms een aangepaste versie van Raspbian), maar je kunt vaak ook kiezen voor Armbian. Dit is een speciale Linux-distributie die speciaal gemaakt is voor singleboardcomputers. Overigens ondersteunt Armbian de Raspberry Pi dan weer niet. Hoewel alternatieve singleboardcomputers krachtiger of goedkoper zijn dan de Raspberry Pi en dus zeker bestaansrecht hebben, zijn ze voor beginners meestal niet zo’n goed idee. Vanuit de (Chinese) fabrikanten is de documentatie doorgaans gering. Een ander probleem is dat alle mogelijkheden doorgaans niet volledig ondersteund wordt door de Linux-distributies die geschikt zijn voor de bordjes. Zo kun je soms niet alle resoluties kiezen, lastig als je net een beeldscherm hebt met een niet ondersteunde resolutie. Een ander probleem is dat het aantal gebruikers per alternatief bordje relatief laag is, dus bij problemen kun je niet terugvallen op een actieve community. Het grote aantal gebruikers en de goede ondersteuning vanuit de Pi-community is zeker voor beginners een heel groot pluspunt.

©PXimport

Het grote aantal gebruikers en de goede ondersteuning vanuit de Pi-community is zeker voor beginners een heel groot pluspunt.

-

Accessoires

Er is nog een argument om voor de Raspberry Pi te kiezen en niet voor één van de andere singleboardcomputers. Voor de Raspberry Pi zijn namelijk erg veel accessoires te koop. Zo heb je een ruime keuze in behuizingen in alle kleuren en vormen. Wil je je Pi inbouwen in een behuizing die eruit ziet als een retro-spelcomputer? Geen probleem, er zijn behuizingen die die er uitzien als een Nintendo NES of SNES. Daarnaast zijn er voor de Raspberry Pi ook allerlei uitbreidingen te koop. Hiermee kun je bijvoorbeeld een goede (digitale) geluidsuitgang, een aanraakscherm, klein schermpje of led-matrix toevoegen. De uitbereidingsmodules worden ook wel HAT genoemd, wat staat voor Hardware Attached on Top. De uitbreidingsmodules worden aangesloten op de GPIO, de reeks pinnen op de Raspberry Pi. Die pinnen kunnen trouwens ook gebruikt worden om sensoren en andere componenten op aan te sluiten.

©PXimport

Wat is een Arduino?

De Arduino is een voorbeeld van een microcontroller: een heel simpele computer die één programma tegelijkertijd kan uitvoeren. Er draait dus geen besturingssysteem op een microcontroller. Je programmeert de microcontroller met het door jou gewenste programma waarna dit programma wordt uitgevoerd. Een microcontroller is hiermee uitermate geschikt voor kleinere repeterende taakjes zoals het automatisch openen van een deur of aan laten springen van een lamp bij beweging. Maar ook wat meer geavanceerde dingen zijn mogelijk, zoals een zelfrijdende robot die zijn beweging bepaalt op basis van sensoren.

Wanneer we het hebben over een Arduino, dan hebben we het wel over meer dan alleen de microcontroller. Een Arduino-bordje bevat namelijk alle componenten die je nodig hebt om de aanwezige microcontroller (doorgaans een variant van Atmel, maar er worden ook andere merken gebruikt) op een eenvoudige manier te gebruiken. De meeste Arduino-bordjes zijn bijvoorbeeld voorzien van een usb-aansluiting. Deze wordt gebruikt om een programma via een pc op de microcontroller te zetten. Daarnaast bevatten de Arduino-bordjes pinnen waarop je componenten als sensoren en motortjes kunt aansluiten.

Een voorbeeld van een project dat je kunt bouwen, is een lampje dat reageert op beweging of het invallen van de schemering, zoals we laten zien hier. Maar in combinatie met een Arduino voorzien van wifi kun je ook een weeralarm. Of je bouwt een papieren paraplu die vanzelf opengaat als het gaat regenen.

©PXimport

Robuust

Een voordeel van een microcontroller als een Arduino is dat er na het programmeren softwarematig weinig fout kan gaan. Zodra je de voeding aansluit, wordt de in de microcontroller geprogrammeerde code uitgevoerd. Het maakt niet uit als je de voeding zomaar loskoppelt, na het opnieuw aansluiten wordt het programma gewoon weer uitgevoerd. Bij een singleboardcomputer als de Raspberry Pi is dat nadrukkelijk niet het geval. Wanneer je zomaar de voeding uit een Raspberry Pi trekt, dan heb je een grote kans dat de bestanden van het besturingssysteem corrupt raken en je Pi niet meer opstart. Net als bijvoorbeeld een Windows-pc dien je een Pi netjes af te sluiten om hem uit te zetten.

©PXimport

Arduino versus alternatieven

Waar we het bij de alternatieve singleboardcomputers over ‘klonen’ hadden, durven we bij de alternatieve Arduino’s wat stelliger te spreken over klonen. Het ontwerp van de originele Arduino-bordjes is open source en de ontwerpen zijn te downloaden van de Arduino-website. Andere fabrikanten kunnen die ontwerpen downloaden en vervolgens namaken. Er zijn dan ook vele klonen van de originele Arduino-bordjes te koop die er vrijwel hetzelfde uitzien en doorgaans prima werken. Het grote voordeel van de klonen is dat ze vele malen goedkoper zijn. Een originele Arduino Uno kost bijvoorbeeld 24 euro, terwijl je een kloon al voor 5 euro in huis hebt. Alternatieve fabrikanten mogen die klonen officieel geen Arduino noemen, maar de typenummers worden dan wel weer gewoon gebruikt en in omschrijvingen op bijvoorbeeld eBay of AliExpress zal de term Arduino doorgaans wel gebruikt worden.

©PXimport

Compatibel met

Naast de directe kopieën van de officiële bordjes van Arduino, zijn er ook bordjes en producten als robots te koop die gebruikmaken van een microcontroller die ook in een officiële Arduino gebruikt wordt. Deze bordjes en producten zijn daardoor te programmeren met de Arduino-ontwikkelomgeving. De bekende elektronicafabrikant Adafruit maakt bijvoorbeeld eigen ontwerpen van bordjes die gebruikmaken van dezelfde microcontrollers als een echte Arduino.

Naast de ‘echte’ Arduino’s zijn er ook alternatieve microcontrollers die niet gebruikt worden door het echte Arduino, maar die door ontwikkelaars wel compatibel zijn gemaakt met de Arduino-ontwikkelomgeving. Hierdoor kun je deze microcontrollers net als een Arduino programmeren op dezelfde manier als een echte Arduino. Een voorbeeld van een dergelijke microcontroller is de ESP8266 die op diverse bordjes gebruikt wordt, zoals de NodeMCU waar we in Computer!Totaal al eerder aandacht aan hebben besteed. Een interessant product, want voor vier euro krijg je een bordje voorzien van wifi.

©PXimport

Shields

Voor de populaire typen Arduino’s kun je ook zogenoemde shields kopen. Dit zijn bordjes waar componenten als sensoren, aansluitingen, beeldschermpjes of leds al op geplaatst zijn, die je zo op de Arduino kunt klikken. De shields zijn vergelijkbaar met de HAT-modules voor een Raspberry Pi.

Een plus een is drie

Eigenlijk wordt het pas echt leuk als je een Raspberry Pi en Arduino(-achtige) laat samenwerken. Beide platformen hebben hun sterke punten en die kun je prima combineren. Een interessant praktijkvoorbeeld is een smarthome- of domoticasysteem. De Raspberry Pi is als volwaardige computer uitstekend geschikt om software te draaien waarmee het apparaat inzetbaar is als smarthomecontroller. Een voorbeeld van dergelijke software is Domoticz dat je eenvoudig binnen een Linux-besturingssysteem zoals Raspbian kunt installeren. De Raspberry Pi functioneert na installatie van Domoticz als controller voor een domoticasysteem waarop je regels kunt programmeren om bijvoorbeeld verlichting te schakelen. Omdat de Raspberry Pi behoorlijk wat kracht heeft, kun je dit systeem via een webinterface benaderen. De benodigde software geeft nog maar eens het grote verschil tussen een volwaardige computer als de Raspberry Pi en een microcontroller als de Arduino aan. Zowel de Raspberry Pi Foundation als Domoticz raden een sd-kaartje met een minimale capaciteit van 4 GB aan. Vergelijk dat met de specificatie van een populaire microcontrollerbordje met wifi als de NodeMCU, een dergelijk bordje bevat slechts 4 megabyte opslag.

©PXimport

NodeMCU

Ondanks de lage prijs kan een microcontroller als de NodeMCU een waardevolle rol spelen in een smarthomesysteem. Een microcontroller is bijvoorbeeld uitermate geschikt om sensoren aan te sturen. De microcontroller houdt bijvoorbeeld de status van een bewegingssensor bij en geeft bij beweging een seintje aan de Raspberry Pi die vervolgens zijn kracht gebruikt om deze eenvoudige statusverandering te verwerken. Je kunt het benodigde programma zelf programmeren met Arduino-code, maar er zijn voor de NodeMCU eenvoudigere oplossingen om hem te koppelen aan een domoticasysteem zoals de ESP Easy-firmware die een simpele webinterface biedt om eenvoudig de koppeling met een domiticasysteem als Domoticz te maken. Je leest meer over ESPEasy in dit artikel.

©PXimport

Wat kies je?

We hebben je in dit artikel uitgelegd wat de verschillen zijn tussen de Raspberry Pi en Arduino en je hopelijk duidelijk gemaakt dat het om twee totaal verschillende producten gaat met ieder hun sterke punten. Maar welk platform heb je uiteindelijk nodig? Elektronicatijdschrift Make bedacht een simpele vuistregel die je helpt te kiezen tussen een Arduino of Raspberry Pi: kun je het project omschrijven met minder dan twee keer het woord ‘en’, dan kies je een Arduino. Heb je meer dan twee keer het woord ‘en’ nodig, dan ga je voor de Raspberry Pi. Wil je bijvoorbeeld de potgrond van je plant in de gaten houden en een berichtje krijgen als er water gegeven wordt, dan kies je voor een Arduino (met wifi). Wil je in hetzelfde scenario ook nog dat er automatisch water gegeven wordt afhankelijk van de regenvoorspelling, dan is een Raspberry Pi een geschiktere basis.

Uiteindelijk is ons advies om te beginnen met Arduino als je aan de slag wilt met elektronica en projecten wilt maken op basis van sensoren. Terwijl de Raspberry Pi geschikter is voor ‘softwarematige’ projecten als een spelcomputer, mediaspeler, muziekstreamer of nas. Je kunt natuurlijk ook eens googelen als je een idee hebt. Omdat zowel de Raspberry Pi als Arduino erg populair zijn, is de kans groot at iemand al een soortgelijk project heeft gebouwd.

▼ Volgende artikel
Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd
Huis

Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd

LG blijft verbetert de oled-techniek nog veel verder en dat werpt dit jaar eindelijk zijn vruchten af. De LG OLED EVO 65G56LS is uitgerust met een nieuw type oled-paneel dat aanzienlijk meer piekhelderheid en kleurbereik levert. Daarnaast heeft LG webOS 25 uitgerust met een aantal AI-functies die het gebruiksgemak moeten verbeteren.

Fantastisch
Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De LG OLED EVO 65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit. De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

Plus- en minpunten
  • Alpha11-processor met uitstekende beeldverwerking
  • Fantastische HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Goede kijkhoek en anti-reflectie
  • WebOS 25, met vijf jaar lang nieuwe versies
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Geen ondersteuning voor HDR10+ en DTS
  • Voorlopig weinig meerwaarde met AI

 

LG OLED EVO 65G56LS (2025)

  • Adviesprijs: 3,299 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 165 Hz W-OLED-tv
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 3x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, 1x IR-blaster, Wifi 6 (802.11ax), ethernet, Bluetooth 5.3, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, webOS 25, AirPlay 2, Google Cast, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 11 gen2 processor
  • Afmetingen: 1.441 x 910 x 263 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 26,6 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 85 kWh (E) / HDR 222 kWh (G) 

De nieuwe G-serie van LG is verkrijgbaar in twee versies. Een met een centrale voet in doos zoals ons testmodel, te herkennen aan de letters ‘LS’ achteraan en een model met een meegeleverde wandbeugel, die modellen hebben de letters ‘LW’ achteraan. De G-reeks mikt nog steeds in eerste instantie op wandmontage. Het toestel zelf is 24mm diep, dat lijkt misschien veel, maar die dikte heeft het wel over het hele oppervlak. Er is geen behuizing voor elektronica die verder uitsteekt. De rand is afgewerkt met een zilverkleurige strip, en dat geeft deze tv van opzij bekeken echt een premium look. De wandbeugel is verstelbaar, je kunt het toestel beperkt links en rechts draaien. De voet kun je monteren in twee posities, hoog en laag, in de hoge positie is er ruim plaats voor een soundbar. Het moet gezegd ook op een tv-meubel ziet hij er prima uit, wandmontage is zeker geen verplichting. 

Aansluitingen

De selectie aansluitingen die LG gebruikt is al enige tijd onveranderd gebleven, maar is dan ook erg goed. Met vier hdmi-poorten die allemaal de maximale hdmi 2.1-bandbreedte (48Gbps) leveren, zitten gamers in ieder geval gebeiteld. Verdere gamingfuncties zijn ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync). PC-gamers kunnen zelfs tot 4K165 gaan, dat is een duidelijke upgrade ten opzichte van vorig jaar. Input-lag is altijd een sterk punt geweest bij LG, dat is dit jaar niet anders, in 4K60 meten we 10,5ms, in 2K120 zelfs maar 5,5ms. Op poort 2 kan je ARC/eARC gebruiken, gamers die een soundbar willen aansluiten, houden nog steeds drie volwaardige HDMI-poorten over. 

Wil je de opstelling zo netjes mogelijk houden, altijd mooi bij een premium tv, dan kun je de bijgeleverde IR-blaster gebruiken om brontoestellen te besturen met de LG-afstandsbediening, ook als die apparaten bijvoorbeeld in een kast staan. De G5 ondersteunt het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association), maar is beperkt tot 2.1-configuraties. Daarmee is jammer genoeg geen draadloze surroundopstelling mogelijk. Alle kabels kun je via twee clips en twee verzonken kanalen wegleiden naar de voet. 

Nieuw oled-paneel, nieuw record

Nieuwe ontwikkeling op vlak van oled-technologie zijn niet uitzonderlijk. Twee jaar geleden introduceerde LG bijvoorbeeld oled-panelen met een laag microlenzen die voor een mooie verbetering in helderheid zorgden. Die microlenzen zijn op de G5 echter niet meer aanwezig. In ruil gebruikt dit model een gloednieuw paneel dat een andere opbouw van de oled-materialen gebruikt. Onder de naam OLED evo Met Brightness Booster Ultimate belooft de G5 hogere piekhelderheid en een breder kleurbereik. En dat blijken geen loze beloftes. Op het 10%-venster haalt de G5 2409 nits, en op een volledig wit beeld zelfs 356 nits. 

Lees ook: Zo testen we televisies

Dat alles gemeten in de uitstekend gekalibreerde HDR Filmmaker mode. Ter verduidelijking, dat is een 50 procent verbetering tegenover de G4 van vorig jaar, en voldoende om de kop van het oled-peloton aan te voeren. Vooral de verbetering op het volledig wit veld is impressionant. Daardoor moet de G5 nu de helderheid veel minder laten dalen als het beeld veel wit bevat, iets wat op vorige generaties nog merkbaar was. Ook het kleurbereik is weer groter geworden, en met 99,9% P3 is de G5 perfect uitgerust voor prachtige HDR-beelden. Het paneel had een uitstekende uniformiteit en weert zeer goed reflecties. De kijkhoek is prima.

De Filmmaker Mode is er voor wie minimale beeldverwerking wil, en de mooiste beelden getrouw aan de intentie. In SDR laat dat prachtige resultaten zien, maar de echte pracht van de G5 komt tevoorschijn bij HDR-beelden. Ook hier is de kalibratie nagenoeg perfect met enorm veel witdetail, intense kleuren, en dankzij de hoge piekhelderheid tintelende lichtaccenten. Kleuren worden goed bewaard als ze zeer helder zijn, dat dankt de tv aan het nieuwe paneel. Enkel in de donkerste beelden laat de G5 wat steken vallen. Er is veel schaduwdetail, maar in sommige beelden merken we veel ruis die het beeld ruw maakt en detail verbergt. In een ander geval was er wat blokvorming en bandvorming zichtbaar. We hopen dat LG nog wat aan de software kan sleutelen. 

Prima beeldverwerking

De Alpha11 beeldprocessor is aan zijn tweede generatie toe, maar nieuwe features lijken er niet te zijn. De upscaling en ruisonderdrukking zijn erg goed. In deinterlacing van 1080i-beeld merkten we op een testpatroon opnieuw een foutje waardoor kamvorming zichtbaar was, al bleek dat bij de meeste content niet tot problemen te leiden. Kleurstroken in zachte gradiënten elimineer je met de Vloeiende Gradatie-instelling, maar activeer die enkel als je het echt nodig acht, en dan alleen in de laagste stand. In een van onze testclips veegde die instelling ook wolken uit de lucht. Ook de dynamische tonemapping waar we gebruikelijk erg tevreden over zijn, laat je op dit model beter uit inactief.

Die maakte het beeld te helder, waardoor het aan contrast en impact verliest. Bovendien levert de G5 ook zonder dynamische tonemapping knap beeld. Goede punten waren er voor de bewegingsscherpte. Het oled-paneel laat nauwelijks of geen dubbele rand optekenen rond bewegende voorwerpen. Wie in 24Hz-filmmateriaal te veel last heeft van judder bij snelle camerabewegingen, activeert best TruMotion, bijvoorbeeld in ‘Cinematografische Beweging’ als je minimale invloed wenst. Maar ook hogere instellingen leverden goede resultaten, en de G5 toonde erg weinig beeldfouten zelfs met TruMotion in de Vloeiend-stand. 

Geen DTS-ondersteuning meer

Het is jammer, maar de G5 ondersteunt alleen nog maar Dolby Atmos, geen DTS meer. Vooral voor mensen met een uitgebreide bibliotheek Blu-ray schijven is dat een tegenvaller. Streaming gebruikt overwegend Dolby Atmos, dus daar weegt dat gebrek minder. De 60 Watt 4.2 kanaalsoplossing leek ons onveranderd. De klank is goed gebalanceerd, met een warm karakter en duidelijke baslijn. Zelfs surround is goed hoorbaar. Voor veel mensen zal dit volstaan, maar voor echte bioscoop audio zal een soundbar toch vereist zijn. Nieuw dit jaar is de Personal Sound Wizard. Die laat je een aantal keer in groepen van vier fragmenten horen met verschillende geluidsinstellingen, jij duidt aan wat je het best vindt klinken. Na de test bepaalt de processor op basis van je keuzes je geprefereerde klankinstellingen. Iets gelijkaardig bestond vorig jaar al voor beeld, maar we vinden dat je daar beter voor Filmmaker Mode of Cinema beeldmode kiest. Bij audio mogen persoonlijke voorkeuren wat meer doorwegen. 

WebOS 25, AI als persoonlijk hulpje

Kunstmatige intelligentie moet de nieuwe troef zijn van webOS 25, maar al deze nieuwe functies bleken niet te werken in het Nederlands. Voice ID, waarbij de tv je herkent op basis van je stem is nog niet beschikbaar in Nederlands. Maar ook andere functies, zoals de AI Chatbot die je moet helpen bij eenvoudige vragen zoals het aanpassen van beeldkwaliteit of aanbevelingen geven voor content, leek zelden te weten wat hij met onze vragen moest doen. LG kondigde ook generatieve kunst aan die je kan gebruiken in de screensaver, maar ook dit was nog niet beschikbaar. Nu missen we die AI-functies wel niet, de G5 is zo ook gebruiksvriendelijk, maar we hopen toch dat dit via software updates verbeterd wordt. 

In dit overzichtsartikel vind je alle informatie over webOS. WebOS 25 is van uitzicht niet echt veranderd op wat details na. Zo kan je live tv en HDMI-ingangen nu als tegels toevoegen in de rij met apps op het Home-scherm. Apps en Quick Cards die je niet gebruikt, kan je verbergen. Het app-aanbod is erg ruim en de G5 ondersteunt Airplay2 en Google Cast. LG toont helaas reclame op het Home-scherm en in de screensaver, lees in dit artikel hoe je reclame verwijdert.

De ‘Magic Remote’ heeft een nieuw ontwerp gekregen. Een rechthoekige vorm met afgeronde hoeken, en vooral minder toetsen. Weg zijn de cijfer- en kleurtoetsen, de volume- en kanaaltoetsen zijn nu kanteltoetsen. De mute-toets is verdwenen, muten doe je door de volume knop lang naar beneden te duwen. De ingangen-toets is vervangen door een Home Hub-toets, maar wanneer je die lang indrukt, toont de tv de ingangen. De aanwijsfunctie is gebleven, je kan de cursor op het scherm besturen door de afstandsbediening te bewegen. De afstandsbediening oogt moderner, en het gebruiksgemak is prima, maar we zouden hem niet beter noemen dan de oude versie. 

Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De OLED65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit.

De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

▼ Volgende artikel
Tekst kopiëren en plakken? Zo krijg je toegang tot het klembord op Android
Huis

Tekst kopiëren en plakken? Zo krijg je toegang tot het klembord op Android

Het is misschien niet het eerste waar je aan denkt, maar ook Android heeft – net als Windows – een klembord. Daarmee kun je gemakkelijk tekst kopiëren van de ene app naar de andere. Maar hoe open je dat klembord eigenlijk? En waar vind je wat erop staat? Je leest het in dit artikel!

Wat gaan we doen?

In dit artikel leggen we uit hoe kopiëren en plakken in Android precies werkt. Dat geldt voor zowel Android-smartphones en Android-tablets.

  • Zo werkt kopiëren, knippen en plakken
  • Knippen en plakken vanuit toetsenbord
  • Verbeteringen dankzij Android 13

Wil je meer weten over de veiligheid van Android? Lees dan het artikel Alles wat je moet weten over Android-beveiliging

Tekst of afbeeldingen kopiëren en plakken: het is een van de basisfuncties van elk besturingssysteem. Ook Android ondersteunt dit natuurlijk. Je kunt iets kopiëren in de ene app en het vervolgens plakken in een andere. Maar het Android-klembord kan meer dan alleen dat. Alles wat je kopieert, wordt daar namelijk tijdelijk opgeslagen. Handig als je per ongeluk iets hebt weggehaald, iets wilt terugvinden of gewoon even wilt kijken wat je allemaal hebt gekopieerd.

Let wel: hoe je precies bij het klembord komt, hangt af van je toestel en de Android-versie die je gebruikt. Zo hebben merken als Samsung en LG hun eigen klembordfunctie ingebouwd. Andere toestellen vereisen meestal een specifieke toetsenbord-app om het klembord te kunnen openen. In dit artikel leggen we je uit hoe je dat doet met zo’n toetsenbord-app.

Klembord binnen toetsenbord-apps

Om toegang te krijgen tot het klembord, heb je een toetsenbord-app nodig die die functie ondersteunt. Populaire keuzes zijn Gboard van Google en SwiftKey van Microsoft. Beide bieden vergelijkbare klembordfuncties, dus je kunt zelf kiezen welke je het prettigst vindt. Download en installeer de app, en stel deze daarna in als je standaard toetsenbord.

©PXimport

Met een ander toetsenbord in Android heb je meer mogelijkheden.

Dat instellen doe je via het instellingenmenu van je Android-telefoon. Gebruik het zoekveld bovenin het scherm en typ 'toetsenbord'. Je krijgt dan een lijst met resultaten. Kies de optie waarmee je het standaard toetsenbord kunt wijzigen en tik daarop.

Kies vervolgens de toetsenbord-app die je net hebt geïnstalleerd, zoals Gboard of SwiftKey. Let op: de vormgeving van de instellingen kan per toestel verschillen. Gebruik je liever een andere toetsenbord-app met klembordfunctie? Geen probleem – zolang je maar de juiste app selecteert bij het instellen.

Tekst kopiëren en plakken

Het klembord werkt meestal alleen met tekst. Wil je iets kopiëren naar een andere app? Selecteer dan een stuk tekst en kopieer het. Open bijvoorbeeld WhatsApp, ga naar een chat en houd het tekstveld even ingedrukt om de tekst direct te plakken. Soms zie je ook een klembordsymbooltje verschijnen, net boven het toetsenbord en onder het tekstveld. Tik daarop om het volledige klembord te openen.

Zie je dat symbooltje niet meteen? Dan krijg je waarschijnlijk eerst de suggestie om alleen de laatst gekopieerde tekst te plakken. Tik in dat geval op het witte rondje met het pijltje naar rechts – zo krijg je alle opties te zien.

Onder het kopje Recent zie je een lijstje met wat je als laatste hebt gekopieerd. Tik op een item om het direct in het tekstveld te plakken. Let wel: deze lijst wordt na een tijdje automatisch geleegd. Gebruik je vaak dezelfde tekst? Dan kun je die vastpinnen, zodat hij bewaard blijft. Zowel Gboard als SwiftKey ondersteunen deze functie: houd het item ingedrukt en kies voor Vastpinnen.

Klembord sinds Android 13

Sinds Android 13 is het klembord flink verbeterd. De basis is nog steeds hetzelfde: je kopieert tekst of een afbeelding in de ene app en plakt die in een andere. Maar de manier waarop je het klembord gebruikt, is een stuk handiger en overzichtelijker geworden. Dat maakt het werken met meerdere fragmenten tegelijk een stuk efficiënter.

Een van de grootste vernieuwingen is dat je nu meerdere items kunt bewaren – zowel tekst als afbeeldingen. Alles wat je kopieert, verschijnt in een nieuw klembordpaneel. Je opent dat paneel via het meldingscentrum of door een tekstveld lang ingedrukt te houden. Daar kun je door je gekopieerde items bladeren, kiezen wat je wilt plakken, en dingen die je niet meer nodig hebt, direct verwijderen. Je kunt zelfs een tekstfragment nog aanpassen voordat je het plakt.

Het klembordpaneel dat in Android 13 zijn intrede heeft gemaakt.

Met de komst van Android 13 werden er ook meteen een aantal nieuwe privacyfuncties voor het klembord geïntroduceerd. In eerdere versies konden apps op de achtergrond soms ongemerkt meelezen wat je had gekopieerd – met alle risico’s van dien. Nu heb je als gebruiker veel meer controle. Zo is er een nieuwe toestemmingsvraag voor klembordtoegang én krijg je een melding als een app probeert mee te kijken. Een stuk veiliger dus.