ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Publiekstrekkers. Zo krijgt u uw site bovenaan de lijst

Maandenlang bent u bezig geweest en nu is hij eindelijk af: uw site! Flashanimaties, javascripts en dynamische koppelingen naar een database: uw site heeft het allemaal. Maar...u wilt natuurlijk wel dat er iemand naar kijkt. Om te voorkomen dat alleen uw vrienden en kennissen af en toe uw site bezoeken, moet u er voor zorgen dat zoekmachines en webgidsen u bovenaan hun lijst met treffers zetten. Hoe? U leest het hier.

Wie schrijft, wil gelezen worden. Dat geldt ook voor de maker van een website. Nu kunnen mensen op twee manieren op uw website terecht komen: óf ze kennen het webadres en bezoeken uw site dus bewust, óf het gaat om indirecte bezoekers die (toevallig) een link naar uw site aanklikken. Seo Houdt u bezoekersstatistieken van uw website bij (bijvoorbeeld via een gratis service als Nedstat Basic, www.nedstat.com), dan kunt u hier aardig wat te weten komen over uw bezoekers. Bijvoorbeeld hoeveel mensen uw site hebben bezocht, wanneer dat is gebeurd en uit welk land ze komen. Vooral de zogenoemde referlogs leveren interessante informatie op: u ziet hier niet alleen of de bezoekers via een andere site bij de uwe terecht zijn gekomen, maar ook via wélke site en – als ze uw site via een zoekpagina hebben gevonden – welke zoektermen ze hebben gebruikt. In dit artikel leest u alles over technieken en tools die ervoor zorgen dat webgidsen en zoekmachines uw site kunnen vinden, ofwel seo: search engine optimalisation (ook wel search engine positioning). Yahoo!: misschien wel de bekendste webgids. Webgidsen Er zijn ruwweg twee soorten zoekmachines: webgidsen (webindexen) en zoekrobots. Wilt u door beide gevonden worden, dan hebt u voor elk een andere aanpak nodig. Een webgids – Yahoo! bijvoorbeeld – wordt samengesteld door een groep mensen die elke website bekijkt en vervolgens categoriseert (thematisch en hiërarchisch). Om dit te kunnen doen, moeten zij wel de url van uw site kennen. Deze moet u zelf bij hen bekend maken. Meestal kunt u uw site aanmelden via de Submit-knop van de webgids (bij Yahoo! bijvoorbeeld gaat dat via How to Suggest a Site), maar ga wel goed voorbereid te werk. Kies allereerst de voor uw site meest geschikte categorie binnen de catalogus. Een te algemene categorie is geen goede optie, omdat de concurrentie met andere sites daar veel groter is. Daarnaast is het belangrijk dat u uw site een goede omschrijving meegeeft – let op: vaak krijgt u hier maar vijfentwintig woorden voor. Neem in deze omschrijving beslist een aantal termen op waarmee u via de zoekmachine(s) gevonden wil worden. Bovendien moeten die termen een correcte weergave zijn van de inhoud van uw site én ze moeten in (de homepage van) uw site zelf voorkomen. Vergeet niet om na een paar weken te controleren of de webgids uw site inderdaad heeft opgenomen en herhaal de aanmeldprocedure indien nodig. Veel meer kunt u bij een webgids niet doen, of u moet kiezen voor een betaalformule. Zo biedt Yahoo! bijvoorbeeld Yahoo!Express aan (zo'n € 243): de Yahoo!-medewerkers bekijken uw site dan gegarandeerd binnen een week, maar dan nog bent u er niet zeker van dat ze uw site ook daadwerkelijk in de webgids zullen opnemen. Automatish aanmelden kan ook: zie verderop onder Autosubmitters. Zoekrobots Onderschat niet hoe belangrijk het is om te worden opgenomen in de belangrijkste internationale webgidsen (denk aan Yahoo!, Open Directory en LookSmart). Immers, de bekendste zoekrobots raadplegen deze databanken. Zo'n vermelding in een webgids kan er dus ook voor zorgen dat uw site binnen een zoekrobot beter wordt gepositioneerd. Hoe werken deze zoekrobots nu precies? Deze bots speuren zelfstandig het hele web af, waarbij ze supersnel de ene na de andere link volgen. Daarom heten ze ook wel spiders of crawlers. Deze spiders leveren vervolgens de grondstof waarmee de zoekrobots hun databanken vullen en indexeren. Tot slot kan een gebruiker via een webinterface die databanken raadplegen, waarna de zoekrobot de hits volgens complexe rangschikkingsalgoritmes aan die gebruiker toont. Een geautomatiseerd proces dus, dat per zoekrobot behoorlijk kan verschillen. Hoe verschillend blijkt al uit de tabel waarin we drie bekende bots hebben opgenomen: AltaVista, AlltheWeb en Google. De belangrijkste begrippen uit deze tabel komen verder in dit artikel nog uitgebreid aan bod. Het lijkt dus of u voor een optimale aanmelding uw webpagina's voor elke zoekrobot anders zou moeten opbouwen. Uiteraard kan dit wel (via brugpagina's, zie verderop), zijn er veel gemeenschappelijke elementen die voor vrijwel elke zoekrobot gelden. Metatags: ik zie, ik zie, wat jij niet ziet. Spam Alle zoekrobots hebben in ieder geval gemeen dat gebruikers hun databases kunnen raadplegen via trefwoorden in een zoekbalk. Nu is het niet zo dat u uw site vol moet stoppen met populaire zoektermen (sex, free en mp3) om bezoekers aan te trekken. Hebt u een site over postzegels verzamelen, dan is het maar de vraag of u er überhaupt iets aan hebt dat mensen die eerdergenoemde zoektermen intikken, uw site bezoeken. Nu zijn er allerlei manieren om zoektermen onzichtbaar op uw site te plaatsen – bijvoorbeeld door ze onder te brengen in metatag keywords (alleen zoekrobots zien ze dan, menselijke bezoekers niet) of u tikt ze onzichtbaar in (bijvoorbeeld in dezelfde kleur als de achtergrond). Echter...zoekrobots kennen deze trucjes en als ze u erop betrappen, kon u wel eens op een minder gunstige plek op de ranglijst terechtkomen. Bush, blijkbaar niet erg populair in het Witte Huis... Dichtheid Hoe zorgt u er dan wel voor dat u gevonden wordt? Door te kiezen voor slimme trefwoorden. Dat roept wel direct twee vragen op: waar en hoe plaatst u de trefwoorden het best en wat zijn de meest geschikte trefwoorden? Wat de eerste vraag betreft: zoekrobots hebben een voorkeur voor een optimale dichtheid van de trefwoorden. In de praktijk ligt die dichtheid rond de 7 procent. Anders gezegd: 7 procent van alle woorden op uw webpagina moet uit trefwoorden bestaan. Bevat uw pagina dus tweehonderd woorden, dan komt uw trefwoord daar veertien keer in voor. U rekent de dichtheid van uw webpagina's snel uit via de gratis online tool op www. keyworddensity.com: tik de url in en de trefwoorden en even later leest u het percentage af. Dichtheid heeft echter niet alleen te maken met frequentie. Vrijwel alle zoekrobots houden bij hun rangschikking namelijk ook rekening met de 'hot spots' op uw webpagina. Trefwoorden in de domeinnaam, paginatitel of header tags wegen zwaarder dan trefwoorden in alt-tags of metatags. Zoekrobot AlltheWeb indexeert alt-tags niet eens en er is eigenlijk geen enkele zoekrobot die bij de rangschikking van uw site in de hitlist nog rekening houdt met metatags. Ook belangrijk: de meeste zoekrobots hebben een voorkeur voor de bovenste helft van uw pagina: de trefwoorden hier wegen zwaarder. Dat heeft overigens behoorlijk wat consequenties voor de opbouw van uw pagina's (zie Struikelblokken). Hoe populair is de zoekterm 'postzegels (verkopen)'? (Links ziet u digitalpoint.com, rechts de kei-analyse van wordtracker.com) 'Kei'-goed trefwoord Staan uw trefwoorden op de hot spots op uw webpagina én hebben ze een dichtheid van rond de 7 procent, dan gaat het de goede kant op, maar u bent er nog niet, want gebruikt u wel de juiste trefwoorden? Een goed trefwoord is tegelijk populair én kent weinig concurrentie. Met andere woorden: u hebt trefwoorden nodig die eindeloos vaak worden ingetikt in zoekmachines, maar die nauwelijks hits opleveren. Seo-specialisten brengen deze verhouding onder in een zogeheten kei-waardering (keyword effectiveness index). Populaire trefwoorden met weinig hits leveren de hoogste kei-waardering op. Wilt u weten of u met uw trefwoorden veel concurrentie kunt verwachten, dan kunt u daar snel achter komen door ze bij een aantal zoekrobots in te tikken en na te gaan hoeveel hits ze opleveren. Zo blijkt al snel dat enkelvoudige trefwoorden een gigantische hoeveelheid hits geeft, maar dat combinaties van trefwoorden al een stuk gunstiger uitpakken. Ter illustratie: tikt u in Google 'postzegels' in, dan krijgt u maar liefst 353000 hits te verwerken – probeer daar uw eigen site maar bij de eerste tien te krijgen. Daarentegen is de combinatie 'postzegels verzamelen' of 'postzegels ruilen' al een stuk gunstiger, namelijk 1670 en 153 hits! Niettemin blijft het gissen naar de populariteit van trefwoordcombinaties. Immers, hoeveel mensen tikken die combinaties in een zoekmachine in? Nu zijn er diverse online tools die u laten zien welke zoektermen op dat moment zoal worden ingetikt (http://searchenginez.com/spy.html), maar daar schiet u weinig mee op. Iets interessanter zijn tools die alle ingetikte zoektermen bij bekende zoekrobots in een database verzamelen. Zo kunt u makkelijk nagaan hoeveel keer bijvoorbeeld de term 'postzegels' over een gegeven periode bij een zoekrobot is ingetikt. Voorbeelden zijn www.digitalpoint.com/tools/suggestion, en verder Netmechanic (www.netmechanic.com) en Keyword Wizard (www.pwqsoft.com) die hun diensten echter enkel tegen betaling leveren. WordTracker (www.wordtracker.com) behoort hier ook toe, maar deze tool kunt u eerst even uitproberen. Delorie.com laat u zien hoe een website er uit ziet in de ogen van een zoekrobot. Rechts: frameset weg... navigatie weg! Struikelblokken Hebt u inmiddels de juiste trefwoorden met een hoge kei-waardering, de juiste dichtheid en staan ze ook nog eens op hot spots, dan kan het niet meer stuk! Hoewel...hebt u geen valkuilen gegraven voor de zoekrobots? Zoekrobots lezen een webpagina namelijk anders dan mensen, die het resultaat netjes voorgeschoteld krijgen door hun browser. Een robot ziet de pagina ongeveer zoals u de broncode van de pagina bekijkt. Www.delorie.com/web/ses.cgi geeft daar een aardige indicatie van: tik het adres van uw webpagina in en even ziet u hoe de doorsnee zoekrobot de pagina ziet – en dat is vaak heel anders dan wat uw browser u laat zien. Hoe komt dat? Om te beginnen is een webpagina vaak doorspekt met allerlei overtollige html- en xml-code, vooral als u webpagina's creëert met een pakket als MS Word (Opslaan als webpagina). Ook webeditors hebben hier soms een handje van: Macromedia Dreamweaver houdt het nog vrij sober, maar (vooral oudere versies van) Microsoft Frontpage is niet vies van overtollige coderegels. Het gevolg daarvan is dat uw pagina meer woorden bevat dan nodig, waardoor u ook meer trefwoorden – niet in een geforceerde context – nodig hebt voor een optimale densiteit. Tabellen en frames Naast overtollige code kunnen ook html-tabellen en frames een goede positionering van uw site in de weg staan. Maakt u hier regelmatig gebruik van, dan is een blik op de broncode (of een bezoek aan delorie.com) zeker verstandig: het is namelijk heel goed mogelijk dat de belangrijkste tabel – die uw eigenlijke tekst bevat – in de broncode helemaal onderaan verschijnt. Dat heeft direct tot gevolg dat de trefwoorden uit die tabel een minder gunstige plek op uw webpagina krijgen. Frames kunnen nog problematischer zijn; heel wat zoekrobots kijken namelijk niet verder dan framesetpagina, waardoor ze uw eigenlijke framepagina's niet eens bereiken voor indexering. Kunt u niet buiten frames, zorg er dan voor dat u binnen het-gedeelte van de frameset een tekst met een aantal trefwoorden opneemt en bij voorkeur ook een paar links naar de belangrijkste pagina's van uw site (waaronder de sitemap). Er kleeft echter nog een nadeel aan frames. Dat geldt met name voor zoekrobots die er wél mee overweg kunnen (zoals Google). Die nemen namelijk ook de afzonderlijke framepagina's in hun index op. Klikt een bezoeker die link in de hitlijst aan, dan komt hij direct op die pagina terechtkomt, zonder de omkaderende framesetpagina te zien. Dat kunt u wel tegengaan door onderaan elke framepagina een link op te nemen naar de bijhorende frameset inclusief de parameter TARGET='_top', maar het kan eventueel ook via een klein stukje javascript. Dat zorgt ervoor dat de bezoeker automatisch naar de frameset wordt omgeleid: Dynamische pagina's Het grootste struikelblok voor zoekrobots blijken echter dynamische pagina's te zijn: pagina's die on the fly worden samengesteld op grond van inhoud in databases. U herkent dergelijke pagina's doordat hun url meestal een vraagteken of ampersant (&) bevat. Hiervoor bestaan echter wel (vaak behoorlijk technische en dure) oplossingen: deze tools zetten uw dynamische pagina's automatisch om in een statische, waarbij ze meteen ook de lastige tekens uit de url halen. Een voorbeeld is de sharewaretool ASPSpiderBait (www.webanalyst.com.au), die zich aandient als een isapi-filter (isapi koppelt toepassingen aan internetvoorzieningen) en bruikbaar is voor asp-pagina's op een iis-server. Soortgelijke oplossingen vindt u ook voor Apache- en ColdFusion-omgevingen. Eén van de (gratis) cloakingscripts op spiderhunter.com. Cloaking Samenvattend kunnen we wel stellen dat zoekrobots moeite hebben met zaken als javascript, tabellen en frames) en dat ze allemaal min of meer hun eigen methodes hanteren voor het zoeken (crawlen), indexeren en rangschikken van sites. Een brugpagina kan dan handig zijn. Dat zijn webpagina's zonder overbodige franje, die u nauwkeurig optimaliseert voor goedgekozen trefwoorden. Deze brugpagina's meldt u dan (handmatig) aan bij alle belangrijke zoekrobots en als het moet, maakt u zelfs voor elke zoekrobot verschillende brugpagina's aan. Uiteraard bevatten die pagina's dan wel een link naar de 'echte' openingspagina van uw site. Nadeel is wel dat zulke zuivere html-pagina's er vaak niet erg aantrekkelijk uitzien voor menselijke bezoekers: het risico is groot dat zij niet de moeite nemen de link op die brugpagina aan te klikken. Een slimme webbouwer maakt daarom gebruik van cloaking-technieken. Het komt er dan op neer dat alleen zoekrobots die brugpagina's zien (en indexeren), maar zodra iemand die pagina aanklikt, komt hij tóch terecht op uw echte openingspagina. Hoe het werkt? De eenvoudigste oplossing is 'bait-and-switch': zodra u merkt dat de zoekrobot uw brugpagina heeft opgenomen, verwisselt u die met uw echte pagina. Dat werkt natuurlijk slechts totdat de zoekrobot uw website opnieuw bezoekt! Een alternatief is dat u die brugpagina van een heel snelle meta-refresh voorziet (: de bezoeker krijgt dan maar heel even de brugpagina te zien, waarna die automatisch naar de andere pagina springt. Handig, maar toch niet zo'n goed idee: de meeste zoekrobots interpreteren dat namelijk als spam, zodat u helemaal buiten de boot dreigt te vallen. Iets geavanceerder is een script dat op uw webserver draait en dat nagaat met welke user-agent de bezoeker zich aandient: alleen als dat een zoekrobot blijkt te zijn (met een user-agent als Googlebot of Msnbot), diept uw webserver de brugpagina op. Robots veranderen echter wel eens van naam en daarom is het veiliger het ip-adres van de bezoeker te checken, om zo na te gaan of het al dan niet om een robot gaat. Voorwaarde is wel dat uw script de lijst met de ip-adressen van bekende robots up-to-date houdt, want ook die wijzigen wel eens. Voor dergelijke lijsten kunt u onder meer terecht op www.ip-delivery.com. Op www.spiderhunter.com vindt u een gevarieerde lijst waar met onder meer cloakingscripts worden aangeboden. Wees echter voorzichtig met dergelijke technieken: zoekrobots hebben het niet zo op cloakers... Hoe populair bent u eigenlijk? 'Off page' factoren Het is veel zoekrobots een doorn in het oog dat websitebouwers de ranking van hun webpagina's op allerlei slinkse manieren weten te manipuleren. Juist daarom zoeken meer en meer zoekrobots hun heil in 'off page' factoren. Deze factoren bepalen mede de ranking van een site, maar zijn niet door trucjes met de webpagina zelf te beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan linkpopulariteit. Met name Google houdt hier sterk rekening mee. Dus: hoe meer pagina's (van andere sites) naar uw eigen pagina linken, hoe beter de positionering van uw pagina. Hoe krijgt u dit nu voor elkaar? U kunt andere sites naar de uwe laten linken via aanmeldingen bij webgidsen bijvoorbeeld, door deelname aan webrings, met behulp van blogs of maak onderlinge afspraken met webbeheerders van gelijksoortige sites om wederzijdse links op te nemen. Het heeft geen zin zelf een hele serie pagina's (vol met links naar uw site) aan te maken bij hosts als Geocities; zoekrobots houden namelijk ook rekening met de kwaliteit en de context van de linksites en gratis hosts staan niet bepaald in hoog aanzien. Snel weten hoe populair uw site nu is? Ga naar een gratis service als www.linkpopularity.com. U kunt dat echter ook te weten komen via de zoekrobots zelf (bij Google en AltaVista met link:www.uwsite.com en bij Hotbot met linkdomain:www.uwsite.com). Naast de linkpopulariteit houden steeds meer zoekrobots ook rekening met de klikpopulariteit: hoe meer mensen (met verschillend ip-adres) uw link in de hitlist aanklikken, hoe hoger uw pagina scoort. Autosubmitters bij de vleet Autosubmitters Hebt u alle adviezen opgevolgd, dan moet u de pagina's alleen nog aanmelden. Uiteraard meldt u de homepage (of brugpagina's?) van uw website aan, maar het kan geen kwaad nog een paar extra pagina's mee aan te melden. Overdrijf echter niet en meld vooral de belangrijkste pagina's én die met de meeste links naar andere pagina's van uw site (zoals de sitemap). Zoals gezegd kunt u hiervoor de aanmeldprocedure van de zoekrobot volgen (meestal via een Submit-knop), maar er bestaan ook diensten en tools die dergelijke aanmeldingen automatiseren. Gratis autosubmitters vindt u bijvoorbeeld op http://submitexpress.com/submit.hmtl. Verwacht overigens niet teveel van dergelijke (gratis) diensten. Heel vaak is het aantal zoekrobots dat ze aandoen beperkt en een aantal zoekrobots bemoeilijkt zelfs aanmelding via een autosubmitter. Sommige diensten melden uw site ook aan bij minder fatsoenlijke zoekrobots en het is maar de vraag of u uw site daar wel wilt zien opduiken. Een van de betere tools is ongetwijfeld WebPosition Gold 2 (gratis beperkte proefversie op www.webposition.com). Deze tool profileert zich als een alomvattende seo-tool: de autosubmitter heeft namelijk ook een taakplanner ingebouwd waarmee hij geregeld controleert wat de ranking van uw webpagina bij verschillende zoekrobots is. U krijgt dan automatisch een melding als uw pagina onder een bepaalde positie zakt, zodat u alsnog uw seo-strategie kunt bijsturen. Conclusie Voor een goede ranking bij de belangrijkste zoekmachines hoeft u geen technische hoogstandjes uit te halen, en het hangt ook niet van geluk. De belangrijkste succesfactoren hebt u namelijk grotendeels zelf in hand: niet al te complexe webpagina's, met goed doordachte trefwoorden met een optimale dichtheid. Is de content van uw site dan ook nog eens interessant en zit het wel goed met de link- en klikpopulariteit, dan wordt uw site vanzelf een publiekstrekker. Dat neemt echter niet weg dat u de ranking van uw webpagina's bij de diverse zoekmachines regelmatig moet controleren en, waar nodig, moet bijsturen (bijvoorbeeld door de pagina of de trefwoorden aan te passen, eventueel gevolgd door een vernieuwde aanmelding). Veel succes!

▼ Volgende artikel
Van prompt naar programma: leer programmeren met AI
© monsitj - stock.adobe.com
Huis

Van prompt naar programma: leer programmeren met AI

Niet alleen het saaie en repetitieve werk wordt vervangen door AI. Je bent óók als kenniswerker niet meer zeker van een baan. Software wordt al grotendeels door AI geschreven. Gelukkig kun je daar als hobbyprogrammeur ook enorm van profiteren. Het brengt naast tijdwinst ook veel gemak. We helpen je op weg met drie praktische tools: ChatGPT, Aider en de Windsurf Editor. We maken enkele eenvoudige voorbeelden, zodat je een helder beeld hebt van je potentiële workflow.

In dit artikel laten we zien hoe je met hulp van AI razendsnel leert programmeren en zelfs complete programma’s bouwt:

  • Gebruik ChatGPT als programmeerpartner en laat het een volledig werkend spelletje bouwen met HTML, CSS en JavaScript
  • Installeer Aider en gebruik het in combinatie met Git om projecten via de terminal te ontwikkelen
  • Ontdek Windsurf Editor als grafisch alternatief met AI-assistent Cascade

Lees ook: Leren programmeren? Met deze tools is coderen geen geheimcode meer

Grote taalmodellen zijn al zo goed dat je comfortabel complete programma’s door AI kunt laten maken, zelfs zonder enige programmeerkennis. Afhankelijk van de tools die je gebruikt, voelt dat toch alsof je samen aan code werkt, ook wel pair-programmeren genoemd. Je houdt dus enige controle en kunt er, als je oplet, veel van leren. Ook al wordt het harde werk door AI gedaan.

Een bijkomend voordeel is dat je heel gericht aanpassingen kunt laten doen of vragen kunt stellen over de code, zonder dat je de documentatie of websites als Stack Overflow hoeft door te spitten. Het is geen verrassing dat laatstgenoemde website met fors dalende bezoekersaantallen te maken heeft. Ook andere taken, zoals het schrijven van de documentatie, zijn snel geregeld.

In dit artikel gaan we een eenvoudig programma maken met AI, zodat je een goed beeld hebt van de workflow. We gebruiken drie verschillende tools. We starten met het vertrouwde ChatGPT, al kun je ook bijvoorbeeld voor Claude of Gemini kiezen. Daarna gaan we met Aider in combinatie met Git aan de slag. Daarmee werk je ‘samen’ aan programmacode via de opdrachtprompt, in ons voorbeeld binnen het vertrouwde Visual Studio Code. Tot slot gaan we met de Windsurf Editor aan de slag, een completere grafische ontwikkelomgeving met geïntegreerde AI-features, die je van begin tot eind ondersteunt bij het maken van je programma. 

Basisbeginselen van het programmeren

Het is handig als je de basisbeginselen van een programmeertaal kent. Ook daar kan AI van nut zijn. Je kunt veel leren van de voorbeelden die worden gegenereerd. Je kunt elk detail uit laten leggen, of om meer voorbeelden vragen. Dat is heel effectief!

Ook om de basisbeginselen te leren is AI nuttig. Pas bijvoorbeeld de Pareto-methode toe. Die methode stelt dat 80 procent van de resultaten voortkomt uit 20 procent van de inspanningen. Vraag de chatbot om een plan te maken dat deze regel toepast op het leren programmeren van bijvoorbeeld Python, door te focussen op 20 procent van de concepten, tools en technieken die 80 procent van de praktische toepassingen en problemen oplossen voor een beginnende programmeur. Vraag om een gestructureerd plan dat in korte tijd resultaat oplevert, inclusief voorbeelden en kleine projecten om vaardigheden direct toe te passen.

Vraag aan ChatGPT om een leerplan op te stellen om je te helpen bij het programmeren.

ChatGPT

Chatbot

Grote taalmodellen (LLM’s) vormen de basis voor chatbots als OpenAI’s ChatGPT en Anthropics Claude, maar óók voor de tools die we hierna behandelen. Feitelijk benaderen we de chatbots in dit eerste deel van het artikel rechtstreeks, via een browser of app. De andere tools gebruiken de API van deze bedrijven. Raadpleeg eventueel voor het starten met ChatGPT deze basiscursus.

De nieuwere modellen (we gebruiken overwegend ChatGPT 4o en Claude 3.5 Sonnet) laten heel goede resultaten zien voor programmeertaken. Ze helpen uiteraard niet alleen om programmacode te schrijven maar kunnen code ook uitleggen, fouten oplossen en de documentatie schrijven. Ook kun je uitstekend brainstormen over een project of ideeën. Het is daarom, óók als je andere tools voor programmeren gebruikt, enorm praktisch om erbij te hebben! Toegang tot ChatGPT is gratis met beperkingen. Een abonnement is minder gelimiteerd en geeft vaak toegang tot nieuwere modellen (zoals o1 of o3-mini). Zo’n abonnement is niet bruikbaar voor de andere tools, die gebruiken namelijk de API waarvoor je aparte credits moet aanschaffen.

Een chatbot biedt goede ondersteuning bij al je programmeervragen.

Eerste stappen

We beginnen met een eenvoudig voorbeeld en vragen aan ChatGPT om een spelletje boter-kaas-en-eieren te maken, ook wel bekend als tic-tac-toe. Hoewel het Engels soms betere resultaten kan geven, werken we voor dit artikel volledig in het Nederlands. We starten met deze prompt: “Maak een volledig functionele boter-kaas-en-eieren voor in een browser. Maak de HTML-structuur, voeg CSS-stijlen toe en implementeer de JavaScript-logica. Maak een scheiding tussen HTML, CSS en JavaScript. Zorg dat het programma responsief is zodat het bij elke schermgrootte werkt.”

ChatGPT genereert de gevraagde code. Je kunt individueel de HTML, CSS en JavaScript kopiëren. Om het te proberen, kun je alles plakken op websites als www.jsfiddle.net en www.codepen.io. Voor dit voorbeeld hebben we bij JSFiddle een projectpagina aangemaakt. We gaan dit voorbeeld in de volgende stappen verder verbeteren, steeds met links naar de verbeterde versie.

De eerste versies van het spel boter-kaas-en-eieren.

Geluiden toevoegen

We vragen ChatGPT om het programma aan te passen, zodat er een geluid wordt afgespeeld bij elke zet. ChatGPT voegt daarop een audio-element toe aan de HTML-code. Het past ook het script aan om dit aan te roepen bij elke zet. Je moet nog wel zelf het mp3-bestand plaatsen in de uiteindelijke programmamap of een volledige link naar het mp3-bestand invullen in de HTML-code:

<audio id="move-sound" src="muisklik.mp3"></audio>

Er zijn overigens veel websites waar je leuke geluidseffecten kunt vinden die je vrij kunt gebruiken, waaronder Pixabay. Op deze pagina zie je onze aangepaste versie.

De aangepaste HTML-code bevat een verwijzing naar een mp3-bestand.

Computertegenstander

We vragen ChatGPT vervolgens om een slimme computertegenstander toe te voegen, waarbij aan het begin van het spel wordt gekozen wie er mag beginnen. Via deze webpagina kun je deze versie zien. De computertegenstander blijkt in eerste instantie overigens helemaal niet zo slim, waardoor je makkelijk je potjes wint. Maar dat is snel opgelost. Na ons verzoek om de computertegenstander slimmer te maken, controleert het programma voortaan eerst op mogelijke winnende zetten en blokkeert het de tegenstander indien nodig. Als er geen direct winnende of blokkerende zetten zijn, kiest het een willekeurige lege cel. Deze slimmere versie kun je hier bekijken.

Het aangepaste script op een canvas in ChatGPT.

Uiterlijk verfraaien

Als laatste hebben we gevraagd het uiterlijk wat mooier te maken. Hierbij wordt voornamelijk de CSS-code aangepast om de visuele stijl van het spel te verbeteren. Het resultaat is geslaagd: ChatGPT geeft de achtergrond een mooi kleurverloop. Ook zijn de stijlen van de knoppen en speelvelden aangepast. Het levert een veel moderner en aantrekkelijker uiterlijk op.

Je kunt ChatGPT uiteraard steeds vragen om het script of een deel daarvan uit te leggen. Ben je het overzicht over de wijzigingen kwijt, dan kun je uiteraard ook vragen om de laatste HTML-code in te zien, of de laatste versie van het script. Eventueel op een canvas. Toch misten wij in ChatGPT soms wat overzicht en is het bovendien lastig om een stapje terug te doen als een aanpassing niet het gewenste resultaat oplevert. Dit zijn zaken die we in het volgende deel gaan aanpakken met Aider.

De gemoderniseerde versie van boter-kaas-en-eieren.

Contextvenster bij een taalmodel

Bij het werken met een groot taalmodel ofwel een Large Language Model (LLM) zijn er enkele technische beperkingen. Een daarvan is het contextvenster. Dat kun je zien als de hoeveelheid tekst die het model kan onthouden, gemeten in tokens. Een token is een deel van een woord en kan ook spaties en leestekens bevatten. Gemiddeld is een token ongeveer 3 tot 4 tekens groot.

Eerdere versies van ChatGPT hadden een relatief klein contextvenster van 4096 tokens. Het kan dan niet altijd alle details onthouden van de gebruikte teksten. Tegenwoordig is het contextvenster veel groter, en onthouden de modellen gemakkelijk 128.000 tokens of meer. Dat is ongeveer een heel boek! Dat is niet alleen nuttig bij het werken met hele lange teksten of artikelen, maar ook bij programmeerwerk, waar je vaak met grote bibliotheken te maken hebt.

Aider

Opdrachtprompt

Voor grotere programmeerprojecten is het werken met een chatbot al snel vervelend en verwarrend. Veel praktischer is een tool die met jouw eigen projectbestanden werkt en zelf of samen de gewenste aanpassingen maakt. Als je geen moeite hebt met het werken met een opdrachtprompt, is Aider een uitstekende optie. Die tool helpt met het schrijven en aanpassen van code.

Aider is opensource en werkt met heel veel LLM’s samen. Hier gebruiken we de API voor Claude 3.5 Sonnet, maar je kunt ook de API van OpenAI gebruiken of een LLM die je zelf lokaal draait of elders, zoals via OpenRouter. De integratie met Git is enorm praktisch. Voor elke aangebrachte wijziging voert het een ‘commit’ uit, voorzien van een duidelijke omschrijving, zodat je achteraf een goed overzicht met alle veranderingen hebt en ook stapjes terug kunt doen. Niet alle alternatieven bieden dit en dat is vooral een gemis als er iets fout gaat en je geen idee meer hebt hoe je dat moet oplossen.

Aider werkt samen met alle gangbare LLM’s.

Voorbereiding

We willen weer laten zien hoe je het spelletje boter-kaas-en-eieren met Aider zou kunnen maken. We gebruiken het voor velen vertrouwde programma Visual Studio Code onder Windows en installeren Aider via een opdrachtprompt binnen die ontwikkelomgeving. Binnen de editor kun je uiteraard alle gegenereerde bestanden bekijken en handmatig aanpassen. Voor de installatie van Aider heb je Python nodig. Zet tijdens de installatie van Python een vinkje bij Add python.exe to PATH, zodat je Python vanuit elke map kunt aanroepen.

Installeer ook Visual Studio Code als je dat nog niet eerder hebt gedaan. Visual Studio Code biedt een mogelijkheid om Copilot als assistent te gebruiken, maar dat slaan we hier over.

Installeer ook Git, zodat versiebeheer mogelijk is. Kies tijdens de installatie van Git voor het gebruik van Visual Studio Code als standaardeditor. Verder kun je alle standaardinstellingen accepteren. Als je Python, Visual Studio Code en Git hebt geïnstalleerd, kun je door met de installatie van Aider.

Installeer Python onder Windows voordat je met Aider aan de slag gaat.

Installatie Aider

We kunnen nu Aider installeren. Open daarvoor Visual Studio Code en kies in het menu de optie Terminal / New Terminal. Verander de terminal, via de optie rechtsboven in het venster, naar Git Bash. Installeer daarna Aider met de volgende twee opdrachten:

python -m pip install aider-install
aider-install

Sluit de terminalvenster via het kruisje rechtsboven. Open dan een nieuwe terminal en wissel weer naar Git Bash. Als je Aider niet kunt aanroepen met aider zul je het PATH moeten uitbreiden met de aangegeven opdracht, zoals in het voorbeeld hieronder:

export PATH="C:\\Users\\gertj\\.local\\bin:$PATH"

Zorg dat je in dit voorbeeld voor Claude 3.5 Sonnet een API-sleutel hebt en voldoende credits om mee te beginnen (zie het kader ‘API-sleutel maken voor Claude’). Exporteer deze API-sleutel zodat Aider deze direct kan gebruiken:

export ANTHROPIC_API_KEY=sk-ant…

Maak nu een nieuwe map voor je toepassing, blader naar die map en maak een Git-repository:

mkdir tictactoe
cd tictactoe
git init .

Je kunt nu beginnen met programmeren, met de ondersteuning van Aider!

We installeren Aider om het binnen Visual Studio Code te gebruiken.

API-sleutel maken voor Claude

Bij Aider werken we zoals aangegeven met Claude 3.5 Sonnet, een populaire optie onder programmeurs. Voor toegang is een API-sleutel nodig. Ga daarvoor naar de console van Anthropic. Vul je e-mailadres in. Via e-mail ontvang je een beveiligde link waarmee je kunt inloggen. Ga dan naar Settings / API keys en klik op Create Key. Vul een naam in, bijvoorbeeld Aider, en klik op Add. Noteer de API-sleutel, deze is later niet meer zichtbaar!

Je hebt ook wat credits nodig. Ga daarvoor naar Billing en voeg credits toe met een creditcard via de optie Add Funds. Begin met een klein bedrag, zoals 10 dollar. Heb je over? Je kunt het altijd nog opmaken door een chatbot als Jan met de API te verbinden.

Via de console van Anthropic kun je een API-sleutel maken.

Programma maken

We gaan ons eerste programma maken. Zorg dat je een terminalvenster hebt geopend en bent gewisseld naar Git Bash. De assistent start je dan met de volgende opdracht:

aider --sonnet

Er wordt de eerste keer gevraagd om .aider* en .env toe te voegen aan .gitignore. Dat raden we aan! Hiermee voorkom je dat deze bestanden, vaak met wachtwoorden en dergelijke, per ongeluk in je Git-repository worden opgenomen en daardoor in potentie online komen, als je de repository via GitHub beschikbaar maakt.

Via de prompt kun je nu je opdrachten afvuren. We vragen zoals eerder om een volledig functionele en responsieve boter-kaas-en-eieren voor in een browser met de vereiste HTML-structuur, CSS-stijlen en JavaScript-logica in aparte bestanden.

Aider gaat direct aan de slag en laat heel overzichtelijk alle aanpassingen zien, met een beschrijving van de uiteindelijke functionaliteit. Het vraagt netjes of het de nieuwe bestanden mag maken (index.html, styles.css en script.js) en daarna of het deze mag openen in een browser. Het spel is in deze eerste versie volledig responsief met een duidelijke gebruikersinterface, houdt de speelstatus bij, detecteert wanneer iemand wint of als het een gelijkspel is, heeft een knop om het spel opnieuw te starten en is helemaal in het Nederlands. Een goed begin!

Aider heeft het programma voor ons uitgewerkt.

Aanpassingen maken

We vragen opnieuw in natuurlijke taal om wijzigingen te maken. De workflow is erg prettig. Aider geeft eerst aan welke bestanden waarschijnlijk moeten worden gewijzigd. Voor het geluid stelt het bijvoorbeeld wijzigingen in index.html en script.js voor. Dan vraagt Aider of het deze bestanden mag toevoegen aan de chat.

Als de radartjes zijn uitgedraaid, na interactie met Claude, geeft Aider heel nauwkeurig aan welke regels in welke bestanden moeten worden gewijzigd. Ook geeft Aider aan dat je een mp3-bestand genaamd move.mp3 in dezelfde map moet plaatsen.

We vragen Aider daarna ook om een slimme computertegenstander toe te voegen. Die is meteen heel slim en probeert direct te winnen als dat kan, blokkeert winnende zetten van de tegenstander, probeert het centrum te veroveren en kiest anders voor hoeken of willekeurige zetten.

Tot slot vragen we Aider om het programma te verfraaien met een moderner uiterlijk. Dat levert een flinke metamorfose op. Bekijk hier het resultaat.

Via een comfortabel proces maakt het alle gewenste aanpassingen.

Kosten voor werken met Aider

We hebben tijdens het werken met Aider continu de credits in de gaten gehouden. We controleerden dit via de console bij Anthropic, maar Aider zelf toont ook bij elke actie welke kosten het heeft gemaakt. Voor de meeste aanpassingen gaat het om zo’n 5 tot 11 dollarcent. In totaal heeft het programma ongeveer 0,23 dollar (circa 0,22 euro) gekost. Het hangt er voornamelijk vanaf hoeveel tokens er nodig zijn, wat weer samenhangt met de omvang van de bestanden die aan de chat worden toegevoegd.

Integratie met Git

De standaard integratie met Git biedt veel voordelen. Als Aider aanpassingen maakt aan een bepaald bestand zal het in Git een heldere beschrijving toevoegen aan de zogeheten commit. In Visual Studio Code kun je deze historische aanpassingen eenvoudig terugzien. Klik daarvoor op een bestand en open in de balk aan de linkerkant Timeline. Zorg dat de filterinstelling is ingesteld op Git History.

Nu zie je de commit-geschiedenis van het geselecteerde bestand. Door op een specifieke commit te klikken, kun je de aangebrachte wijzigingen bekijken. Binnen Aider zijn er ook nog wat trucjes. Zo kun je met /diff zien wat de laatste veranderingen zijn. Met /undo kun je die eenvoudig ongedaan maken.

We hebben de repository op GitHub gezet. Ook hier kun je alle veranderingen bekijken. Open daarvoor een bestand, zoals script.js, en ga dan rechtsboven naar History. Hier zie je de verschillende wijzigingen. Als je op een van de aanpassingen klikt, zie je netjes welke veranderingen in de code zijn gemaakt.

Je kunt handig zien welke historische wijzigingen zijn aangebracht in bestanden.

Git en GitHub

Aider gebruikt een git-repository. Sommige mensen verwarren dit met GitHub. Je kunt met Git prima alleen een lokale repository maken, op het systeem waarop je met Aider werkt. Optioneel kun je deze repository met GitHub verbinden, zodat je in feite een kopie in de cloud hebt. Dat is voor jezelf wel heel praktisch, omdat je veel makkelijker de wijzigingen kunt bijhouden en bestuderen. En je kunt ook met anderen samenwerken aan code.

Ook interessant om te lezen: GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand

We hebben de repository gedeeld met GitHub, zodat je alle veranderingen kunt inzien.

Windsurf Editor

 Complete ontwikkelomgeving

Zoek je een completere ontwikkelomgeving met geïntegreerde AI, dan zijn Cursor AI en Windsurf Editor twee populaire opties. Cursor AI is een gevestigde speler, maar krijgt steeds meer concurrentie van het nieuwere Windsurf Editor. Beide ontwikkelteams blijven verbeteringen doorvoeren om niet voor elkaar onder te doen.

Beide programma’s zijn bovendien klonen van Visual Studio Code, de bekende editor van Microsoft die we ook voor Aider hebben gebruikt. Daarom lijken ze in veel opzichten op elkaar. Het kan handig zijn om verschillende thema’s te gebruiken als je ze naast elkaar gebruikt, zodat je ze uit elkaar kunt houden.

Windsurf Editor werkt met een ingebouwde assistent genaamd Cascade.

Cascade

We hebben ook in Windsurf geprobeerd om het spelletje boter-kaas-en-eieren uit dit artikel te maken. De assistent in Windsurf Editor heet Cascade; via het Cascade-deelvenster kun je hem direct aan het werk zetten. Een leuk detail is dat niet alleen code wordt gegenereerd, maar dat er ook veel aanvullende acties voor je worden uitgevoerd, zoals het aanmaken van een map voor je project en voor de geluiden, en het maken van een mp3-bestand.

Bij elke stap kun je zien welke bestanden worden aangepast en de voorgestelde wijzigingen controleren en bevestigen. Je hoeft niet, zoals bij Aider, zelf een API-sleutel te regelen voor toegang. Je gebruikt steeds het model van Cascade en de administratieve kant wordt via je account geregeld, op basis van credits (zie volgende paragraaf). Zo’n diepere integratie is heel praktisch. Toch heeft de workflow veel overeenkomsten met Aider.

Via een deelvenster kun je een conversatie met Cascade voeren.

Werken met credits

Windsurf werkt met credits voor verschillende taken. Zo worden User Prompt-credits voor elke interactie met de assistent gebruikt en Flow Action-credits voor alle acties die worden uitgevoerd. Als je de limiet bereikt voor het premiummodel, wordt overgeschakeld naar het basismodel. De proefperiode van 14 dagen geeft je ruim voldoende credits om het voorbeeldprogramma uit dit artikel te maken. Sterker nog, je hebt ongeveer vijftien keer meer credits dan nodig, dus je kunt ook grotere en complexere programma’s proberen te maken.

Buiten die proefperiode is, om het premiummodel te gebruiken, een upgrade naar de Pro-versie bijna onvermijdelijk (ca. 18 euro per maand). Je hebt dan wel elke maand een ruime hoeveelheid credits en kunt vrij voordelig credits bijkopen.

Windsurf Editor werkt met een systeem van credits.

Beste optie voor hobbyprogrammeur?

Over het algemeen werkt het programmeren met een chatbot zoals ChatGPT goed. Voor losse functies of snippets werkt het zelfs uitstekend. Maar het is lastig om het overzicht te behouden over de gegenereerde code en eventuele aanpassingen, zeker als het om wijzigingen in meerdere bestanden gaat.

Aider en Windsurf Editor hebben een fijnere workflow, omdat ze de lokale bestanden direct voor je wijzigen, eventueel meerdere tegelijkertijd. Wat kosten betreft is Aider waarschijnlijk interessanter voor de hobbyprogrammeur die af en toe een project oppakt. Je kunt ad-hoc wat credits bijkopen of eens een ander model proberen, lokaal of via bijvoorbeeld OpenRouter. Het opensource DeepSeek R1 bijvoorbeeld. Je kunt bovendien elke ontwikkelomgeving kiezen, terwijl Windsurf Editor volledig op Visual Studio leunt. De integratie met Git ook een praktisch voordeel van Aider.

▼ Volgende artikel
Zo deel je je keuken handig en logisch in
© Andy Dean Photography
Huis

Zo deel je je keuken handig en logisch in

Of je nu graag uitgebreid kookt of elke avond snel klaar wilt zijn: een slimme keukenindeling maakt het verschil. Alles moet logisch op zijn plek staan, zodat je moeiteloos overal bij kunt en na afloop ook weinig tijd kwijt bent aan opruimen.

Je keuken slim indelen? Wij hebben tips voor:
  • Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak
  • Werkblad en kookplaat
  • Koelkast
  • Neem de keuken-driehoek als uitgangspunt
  • Kies de optimale werkhoogte
  • Opbergruimte

Lees ook: Fornuis op maat: kies het aantal pitten dat bij je past

Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak

Heb je plannen voor een nieuwe keuken? Denk dan nu al na over welke slimme keuzes je kunt maken met de indeling. Plaats bijvoorbeeld de vaatwasser, de spoelbak en de afvalemmer dicht bij elkaar. Je hoeft dan nooit ver te lopen met vieze borden en je kunt ze makkelijk leegschrapen, eventueel afspoelen en direct inruimen. Staat de afvalbak in een kastje direct naast de vaatwasser? Let er dan op dat je het deurtje nog goed kunt openen als de deur van de vaatwasser omlaag staat. Dat werkt makkelijker bij het inruimen. Plaats verder de vaatwasser niet direct tegen een zijmuur. Tijdens het inruimen loop je dan sneller kans op spetters tegen de muur.

Werkblad en kookplaat

Het werkblad is meer dan alleen een plek om iets op te zetten. Je gebruikt het om te snijden, te mixen, spullen neer te leggen en borden op te scheppen. Zorg daarom dat je voldoende vrije werkruimte overhoudt – dus niet alles volbouwen met apparatuur. Plaats de spoelbak of kookplaat liever niet op een hoek. Je hebt aan beide kanten plek nodig, zodat je je handen vrij kunt houden en spetters opvangt. Reken aan weerszijden minimaal veertig centimeter. Dat oogt niet alleen rustiger, het werkt ook prettiger. Handig om te weten: bij je keukenspecialist wordt hiervoor vaak de term aflegruimte gebruikt. En nog even over de kookplaat: plaats die bij voorkeur niet pal naast de koelkast of een hoge kast; dat geeft weinig bewegingsvrijheid en maakt het lastig om met meerdere mensen tegelijk in de keuken te staan.

©Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy

Koelkast

Een koelkast gebruik je vaker dan je denkt – gemiddeld zo'n 35 keer per dag. Zet 'm daarom op een plek waar je er makkelijk bij kunt, ook als je vanuit de woonkamer even snel iets wilt pakken. Zet de koelkast liever niet helemaal achterin of op een plek waar je niet vanzelf langsloopt; dat is al snel onhandig in het dagelijks gebruik. Let ook op de temperatuur rondom de koelkast. Zet hem niet naast een oven, radiator of op een plek waar veel zonlicht komt. Kan het echt niet anders, zorg dan voor een isolerende tussenplaat en houd minstens drie centimeter ruimte vrij tussen warmtebron en koelkast.

Gebruik de keuken-driehoek

In de basis draait een keuken om drie functies: koken, spoelen en koelen. Je fornuis, gootsteen en koelkast vormen samen een denkbeeldige driehoek. Als de afstanden tussen deze drie goed gekozen zijn, werk je prettiger. Staan ze te ver van elkaar, dan loop je onnodig veel. Staan ze te dicht bij elkaar, dan dan wordt het al snel krap en onhandig. Een keukenspecialist kan helpen bij het vinden van een goede verhouding, maar je merkt het zelf vaak ook al als iets net niet lekker werkt.

Optimale werkhoogte

Ook de hoogte van je werkplekken telt mee. Een oven op armhoogte is een stuk prettiger dan op kniehoogte, zeker als je vaak bakt. Het voorkomt bukken. Heb je een kleine keuken? Kies dan voor een compacte oven of voor een fornuis met geïntegreerde oven. Datzelfde geldt voor de vaatwasser: als je die wat hoger plaatst, spaar je je rug en knieën. Voor de kookplaat geldt een andere regel: meet de afstand van je onderarm tot het werkblad. Is die ongeveer twaalf centimeter, dan zit je goed qua houding en belast je je schouders niet onnodig.

Apparatuur wat hoger plaatsen (als dat kan) heeft nog een voordeel. Wanneer je kleine kinderen hebt rondlopen, kunnen die er minder makkelijk bij. Wel zo veilig!

©lev dolgachov

Opbergruimte

Tot slot: denk na over hoe je spullen opbergt. Onderkastjes bieden veel ruimte, maar vragen vaak veel van je rug. Bovenkastjes kunnen juist weer te hoog zijn. Een buffetkast biedt uitkomst: wat je dagelijks gebruikt zet je op ooghoogte, wat minder vaak nodig is kan best wat lager of juist hoger.

Slim indelen = een fijnere keuken!

Een goede keuken draait niet alleen om de juiste apparatuur, maar vooral ook om slimme keuzes die het koken makkelijker maken. Denk na over looproutes, werkhoogtes en voldoende bewegingsruimte. Positioneer alles op logische plekken, zorg voor een werkblad met voldoende vrije ruimte en let op kleine details zoals de draairichting van kastdeurtjes. Daarmee wordt de keuken (nog meer) het hart van je huis!