ID.nl logo
Linux: van hobbyproject tot volwaardig OS
© PXimport
Zekerheid & gemak

Linux: van hobbyproject tot volwaardig OS

In de zomer van 1991 kondigde de Finse programmeur Linus Torvalds aan een eigen gratis besturingssysteem te maken. Wat aanvankelijk ‘gewoon een hobbyproject’ was, is een kwart eeuw later het belangrijkste besturingssysteem ter wereld. De meerderheid van alle servers op internet draait inmiddels op Linux, net als alle Android-smartphones.

De geschiedenis van Linux begint bij Unix, het besturingssysteem dat in de jaren 1970 door AT&T werd ontwikkeld. Verschillende ontwikkelaars werkten op dat moment aan een eigen versie van het besturingssysteem, waarvan ze de broncode publiek wilden maken zodat iedereen er verder mee aan de slag kon. Eén van die ontwikkelaars was Richard Stallman, die in 1983 GNU startte (een recursief acroniem voor ‘GNU’s Not Unix!’). In het begin van de jaren 90 had het GNU-project een bijna volledig besturingssysteem ontwikkeld. Op één cruciale component na: de kernel, die het hele besturingssysteem controleert en superviseert. De ontwikkeling van de GNU-kernel, GNU Hurd, liep vast. Lees ook: Overstappen op Linux - Deel 1: Voorbereidingen.

Ondertussen had de Amerikaanse computerwetenschapper Andrew S. Tanenbaum, professor aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zijn eigen Unixachtige besturingssysteem uitgebracht, MINIX. Hiermee wilde hij de principes van zijn tekstboek ‘Operating Systems: Design and Implementation’ illustreren. Studenten mochten de broncode bestuderen, maar er waren beperkingen op het wijzigen en herdistribueren van de code, waardoor het niet om opensourcesoftware ging. Bovendien was MINIX voor 16bit-computers ontwikkeld.

©PXimport

Hobbyproject van een student

Een van die studenten die dankzij MINIX leerden hoe een besturingssysteem werkt, was de Fin Linus Torvalds. Omdat hij op zijn pc met 386-processor een Unixachtig besturingssysteem wilde draaien en de commerciële Unix-versies te duur waren voor een student, besloot hij om dan maar zelf een kernel te schrijven. Op 25 augustus 1991 kondigde hij zijn project aan in de nieuwsgroep comp.os.minix met de gevleugelde woorden:

“Hello everybody out there using minix - I’m doing a (free) operating system (just a hobby, won’t be big and professional like gnu) for 386(486) AT clones. This has been brewing since april, and is starting to get ready. I’d like any feedback on things people like/dislike in minix, as my OS resembles it somewhat (same physical layout of the file-system (due to practical reasons) among other things).”

Linux werd de ontbrekende kernel voor het GNU-besturingssysteem.

Linux-distributies

Nog geen jaar na de aankondiging van Linus Torvalds ontstaan de eerste Linux-distributies: collecties software die samen met de kernel een besturingssysteem vormen. In 1993 ontstaan Slackware en Debian, die anno 2017 nog altijd bestaan. En terwijl we eigenlijk van GNU/Linux moeten spreken als het om het besturingssysteem gaat (GNU met de Linux-kernel) werd de naam Linux al snel gebruikt voor het hele besturingssysteem, tot ergernis van de GNU-aanhangers die hun bijdrage onder de mat geveegd zien.

Het voordeel van opensourcesoftware is dat andere projecten erop kunnen voortbouwen. Zo ontstaan ook ‘forks’: distributies die zich baseren op een ‘moederdistributie’, maar hun eigen weg gaan. Zo kwam in 2004 Ubuntu tot stand, met als doel om een meer gebruiksvriendelijke versie van Debian te maken. En in 2006 ontstond op zijn beurt Linux Mint, dat voortbouwt op Ubuntu. Debian, Ubuntu en Linux Mint zijn anno 2017 de drie populairste Linux-distributies volgens de website DistroWatch, maar er bestaan honderden Linux-distributies met elk hun specifieke voordelen. Er is voor iedereen wat wils.

©PXimport

Pakketbeheerder

De belangrijkste innovatie van de Linux-wereld zit niet zozeer in de kernel, maar in de manier waarop je software in een Linux-distributie installeert: met een pakketbeheerder (package manager). In Windows moet je elk programma op zijn eigen website zoeken, een installatieprogramma downloaden en uitvoeren. En als je al je software up-to-date wilt houden, moet je ofwel telkens nieuwe versies van de programma’s downloaden, het updatemechanisme van al die programma’s gebruiken (als ze dat hebben) of een extern updateprogramma inzetten. In Linux zijn al die taken gecentraliseerd bij één programma: de pakketbeheerder.

Met de opkomst van de iPhone zagen we een gelijkaardig concept opkomen: een applicatiewinkel. En nadien kwam ook Microsoft met een Windows Store. Maar al die applicatiewinkels zijn eigenlijk een flauw afkooksel van wat pakketbeheerders in de Linux-wereld al een jaar of twintig doen. De pakketbeheerders zijn zelfs krachtiger: je kunt immers meerdere repository’s – de bronnen waarvan je software downloadt – toevoegen in een pakketbeheerder, terwijl in iOS, Android of Windows vanuit de officiële applicatiewinkel-app alleen de applicatiewinkel van de eigenaar van het besturingssysteem bruikbaar is.

©PXimport

Opensource

Opensourcesoftware is software waarvan de gebruikers de mogelijkheid krijgen om de code te bestuderen, aan te passen en te verspreiden. Als gebruiker kun je daarom ook de broncode van de software inkijken, zodat je ziet hoe de software is geprogrammeerd. Maar om van opensourcesoftware te kunnen spreken, is er meer nodig dan alleen toegang tot de broncode. Je moet ook het recht krijgen om iets met die broncode te doen. Daarom heeft de organisatie Open Source Initiative een definitie van opensourcesoftware gemaakt, met tien criteria waaraan de software moet voldoen: de Open Source Definition. Een belangrijke licentie in de opensourcewereld is de GNU General Public License (GPL), onder andere gebruikt door de Linux-kernel.

©PXimport

Overal Linux

De eerste versie van de Linux-kernel was specifiek voor de hardware van Torvalds geschreven. Hij gaf zelfs aan dat Linux niet portable was en waarschijnlijk nooit iets anders dan AT-harde schijven zou ondersteunen. Dat was wel heel pessimistisch. Al na enkele jaren werd Linux naar andere platforms geport, zoals de DEC Alpha, Sun SPARC en ARM. Vooral dit laatste platform is belangrijk. Doordat ARM-processoren heel energiezuinig zijn, vinden we ze vaak in apparaten met (vergeleken met een desktop-pc) weinig resources, zoals routers, NAS’en, IP-camera’s, smartphones en tablets.

Al jaren wordt er voor de grap gezegd: ‘dit jaar wordt het jaar van Linux op de desktop’. Toch blijft het aandeel van Linux jaar na jaar stabiel. Volgens de laatste metingen van StatCounter zou Linux op 1,5% van de desktops draaien. Maar op andere platforms is de strijd al lang gestreden en prijkt Linux op de eerste plaats. Bij de smartphones haalt Android volgens IDC een marktaandeel van 87%, en Android draait op de Linux-kernel. Op embedded devices (routers, IP-camera’s, maar ook domotica-apparatuur, consumentenelektronica, medische apparatuur enzovoort) draait een derde op Linux. Alleen al door het ARM-platform is Linux dus het meest gebruikte besturingssysteem op de wereld.

Ook een derde van de webservers draait op Linux, net als bijna een derde van de mainframes. Maar het opvallendst is de wereld van supercomputers: Linux draait op maar liefst 99,79% van de top 500 van supercomputers. Windows speelt daar geen enkele rol. Dat Linux op al die apparaten draait, van embedded devices met weinig RAM en zwakke processoren, tot supercomputers met tienduizenden 16core-processoren en in totaal tebibytes (=2 tot de macht 40 bytes) RAM, is een wonder. Het toont ook aan dat de architectuur van de Linux-kernel knap in elkaar zit.

©PXimport

Andere Unixachtige besturingssystemen

Linux is niet het enige besturingssysteem dat een versie van Unix implementeert. Zo ontwikkelde Sun het besturingssysteem Solaris (vroeger SunOS), ondertussen eigendom van Oracle door de overname van Sun. In 1992, een jaar na de eerste versie van Linux, ontstond 363BSD, een port van BSD Unix naar de Intel 80386-processor. 386BSD is vooral bekend in de Linux-wereld omdat Linus Torvalds ooit heeft gezegd dat Linux waarschijnlijk nooit zou gebeurd zijn als 386BSD (of GNU Hurd) al beschikbaar was toen hij aan zijn kernel begon. Het besturingssysteem is om een nog andere reden belangrijk: na de release van 386BSD 0.1 begon een groep gebruikers een onofficiële patchkit uit te brengen. Die groeide na een tijdje uit tot het FreeBSD-besturingssysteem, dat nog altijd populair is op servers. Ook NetBSD ontstond die periode als fork van 386BSD, en uit NetBSD ontstond OpenBSD, een besturingssysteem met focus op beveiliging. En toen Apple geen toekomst meer zag in zijn klassieke Mac OS, bouwde het voort op FreeBSD om Mac OS X (nu macOS) te bouwen.

Professioneel besturingssysteem

Tegen 1998 bieden bedrijven zoals IBM, Oracle en Compaq ondersteuning voor Linux. Die andere voorspelling van Torvalds, “just a hobby, won’t be big and professional like gnu”, was dus ook al te pessimistisch. In 2000 biedt Dell op zijn computers Linux aan. Microsoft voelt zich ondertussen duidelijk bedreigd door Linux. CEO Steve Ballmer zegt in een interview met de Chicago Sun Times: “Linux is a cancer that attaches itself in an intellectual property sense to everything it touches.” Hij heeft het dan vooral over de GNU GPL, die vereist dat je GPL-code die je wijzigt onder dezelfde licentie vrijgeeft.

De houding van Microsoft tegenover Linux wordt in de jaren erna pragmatischer. In 2006 kondigden Novell (de toenmalige producent van het bedrijfsgerichte SUSE Linux Enterprise) en Microsoft een samenwerking aan voor meer interoperabiliteit tussen hun besturingssystemen. En in 2015 toonde CEO Satya Nadella tijdens een presentatie zelfs een slide “Microsoft loves Linux” en liet het bedrijf weten dat het een eigen Linux-distributie had gebouwd: het netwerkbesturingssysteem Azure Cloud Switch (ACS) voor Microsoft Azure. Recentelijk heeft Microsoft de Linux-shell Bash samen met een Ubuntu-omgeving naar Windows 10 geport en de Windows-shell PowerShell naar Linux.

Ondertussen werken duizenden softwareontwikkelaars uit de hele wereld aan de kernel. De meerderheid van die ontwikkelaars doet dat niet als hobby, maar in opdracht van een werkgever. De vijf belangrijkste bedrijven die aan Linux bijdragen, zijn momenteel Intel, Red Hat, Linaro, Samsung en SUSE. Door samen te werken en hun ontwikkelingen te delen, zijn deze bedrijven in staat om efficiënter oplossingen te ontwikkelen. En daar genieten ook de gebruikers van.

©PXimport

Linux in Google-producten

Google begon in 1996 als een onderzoeksproject van Larry Page en Sergey Brin aan Stanford University. De webcrawler die ze schreven, draaide op Linux. Al die tijd is dat zo gebleven. Momenteel draaien de servers in de datacenters van Google speciaal aangepaste versies van Linux. Zonder Linux zou de zoekmachinegigant niet zo’n succes hebben gehad. Bovendien zou er zonder Linux ook geen Android of Chrome OS bestaan hebben. Android is gebaseerd op de Linux-kernel en ondersteunde daardoor onmiddellijk al heel wat hardware. Maar de softwarelagen boven de kernel verschillen in Android sterk van die in andere Linux-distributies. Ook Chrome OS is een Linux-distributie, meer nog zelfs dan Android. Uiterlijk lijkt Chrome OS misschien niet zo op Linux, omdat zoveel mogelijk in de webbrowser Chrome gebeurt, maar op de achtergrond draait een vrij klassieke Linux-distributie. Google maakt dus voor zijn producten dankbaar gebruik van Linux.

©PXimport

De toekomst van Linux

Iedereen gebruikt dagelijks zonder dat hij het weet Linux. En dat zal in de toekomst alleen maar meer worden, door gebruik van Internet of Things (IoT). Volgens analistenbureau Gartner zijn tegen 2020 maar liefst 50 miljard toestellen verbonden met internet. De meeste daarvan zijn kleine toestelletjes in ons dagelijks leven, zoals slimme sensoren en wearables. Die moeten zo goedkoop mogelijk zijn en zo efficiënt mogelijk van hun beperkte resources gebruikmaken. Linux is daarvoor ideaal, omdat het geen licentiekosten vereist en ontwikkeld is om zowel op kleine apparaten als op supercomputers te werken.

En de belangrijkste innovatie van de Linux-wereld, de pakketbeheerder, zal een grote rol spelen binnen Internet of Things. Canonical introduceerde in de recentste versie van Ubuntu Core (Linux-distributie voor Internet of Things), regelmatige en betrouwbare beveiligingsupdates. Makers van IoT-apparaten hoeven als ze gebruikmaken van Ubuntu Core 16 zelf geen moeite meer te doen om het besturingssysteem van hun apparaten up-to-date te houden. Canonical belooft dat alle Ubuntu Core-apparaten van alle leveranciers regelmatig gratis beveiligingsupdates krijgen.

Dat is iets anders dan we gewend zijn in Android, waar de smartphonefabrikanten zelf verantwoordelijk zijn voor updates en daar doorgaans meesterlijk in falen. En dat is ook iets heel anders dan we in de huidige vroege jaren van IoT-apparaten gewend zijn. Heel wat apparaten zijn al onveilig als ze op de markt komen, omdat leveranciers hun concurrenten voor willen zijn en geen tijd hebben voor updates. Als één besturingssysteem erin zal slagen om een veilig Internet of Things te creëren, dan is het Linux wel.

©PXimport

Linux in de cloud

Ook in de cloud is Linux het populairste besturingssysteem. Dat is niet zo vreemd. Dat er aan Linux geen licentiekosten verbonden zijn, betekent dat je heel goedkoop meerdere Linux-servers in de cloud kunt opstarten. Bovendien zijn Linux-distributies opgebouwd als een soort blokkendozen: ze bestaan uit allerlei losse componenten die je zelf kunt samenstellen en waarvan er heel wat weg te laten of in te wisselen zijn door minder zware varianten. Er zijn dan ook talloze distributies ontwikkeld die slechts de minimale componenten bevatten om als server te draaien. Zo’n uitgeklede Linux-distributie vereist weinig schijfruimte, start snel op en voert de toepassing die je erbovenop draait zo efficiënt mogelijk uit. En een project zoals OpenStack biedt een hele opensource infrastructuur om virtuele machines op te draaien in een eigen cloud. Diverse leveranciers bieden OpenStack-compatibele infrastructuur aan. Kortom, zonder Linux is cloud computing ondenkbaar.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Solo of toch combi? Dit moet je weten als je een inbouw-magnetron zoekt
© Monkey Business Images
Huis

Solo of toch combi? Dit moet je weten als je een inbouw-magnetron zoekt

Houd je van een strakke keuken? Dan is inbouwapparatuur een logische keuze. Wil je een magnetron, dan sta je voor de keuze: ga je voor een combi-magnetron die meer kan dan alleen opwarmen, of volstaat een simpele solo-magnetron? Het antwoord hangt vooral af van hoe je kookt, maar natuurlijk ook van hoeveel ruimte je hebt. Meer daarover lees je hier.

Inbouw-magnetron kopen? Dit komt er kijken bij je keuze ⬇️
  • Dit kun je met een combi-magnetron
  • Dit kun je met een solo-magnetron
  • Inbouwmaten: nishoogte, nisbreedte en nisdiepte
  • Installatie en aansluiting
  • Keuzehulp: zes scenario's

Lees ook: Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Er zijn twee dingen belangrijk bij het kiezen van een inbouw-magnetron. We kijken daarom eerst naar de mogelijkheden van combi- en solomagnetrons, daarna zoomen we in op alles wat je moet weten over inbouwmaten.

Wat kun je met een combi-magnetron?

Met een combi-magnetron kun je meer dan alleen restjes opwarmen of iets ontdooien. Dit type combineert een gewone magnetronfunctie met hetelucht én vaak ook een grillstand. Dat betekent dat je er bijvoorbeeld ook een ovenschotel in kunt bakken of een pizza knapperig krijgt.

Zo'n alleskunner is vooral handig als je maar één nis in je keuken hebt voor een inbouwmodel. Of als je het gewoon prettig vindt om zo min mogelijk spullen in je keuken te hebben, maar wel van alles wilt kunnen bereiden. Het is daarbij wel goed om te weten dat de grillfunctie in een combi-magnetron meestal wat minder krachtig is dan die in een losse oven. Voor het braden van grote stukken vlees of regelmatig bakken van taarten en koekjes ben je waarschijnlijk beter af met een aparte inbouw-oven.

Wat doet een solo-magnetron (en wat niet)?

Een solo-magnetron is eenvoudiger, compacter en goedkoper. Geen oven, geen grill, gewoon een magnetronfunctie. We hebben het dan over snel iets opwarmen of ontdooien. De bediening is vaak simpel: een draaiknop, een paar standen en klaar. Heb je al een oven of kook je niet zo uitgebreid? Dan heb je aan een solo-magnetron voldoende.

©Sergey

Inbouwmaten: hoogte, breedte en diepte

Bij inbouwmodellen draait het niet alleen om functies, maar ook om afmetingen. De standaard nishoogte ligt meestal op 38 of 45 centimeter. Solo-magnetrons vallen vaak in de categorie van 38 cm, terwijl combi-magnetrons meestal 45 cm hoog zijn. Heb je een keuken met een vaste kolomindeling, dan bepaalt dit vaak al welk type je kwijt kunt.

De nisbreedte is vrijwel altijd 56 centimeter, ongeacht het type magnetron. Dat betekent dat de kast waarin je de magnetron plaatst, deze breedte moet bieden. De exacte maat kan per model een paar millimeter verschillen, dus het is slim om altijd de inbouwtekening van het toestel erbij te pakken vóór je tot aanschaf overgaat.

Voor de nisdiepte bestaat er geen vaste standaard. De meeste modellen vragen om een nis van zo'n 55 centimeter diep, maar er zijn ook compactere varianten die in een minder diepe kast passen. Ook hier geldt: kijk naar de technische tekeningen van het specifieke model om zeker te weten of het past. Vergeet bovendien niet te controleren of er rondom voldoende ventilatieruimte blijft – vooral bij combi-magnetrons is dat belangrijk.

Kom je er niet uit? Laat je goed voorlichten bij je keukenspecialist. Het zou toch heel vervelend zijn als je een magnetron zou kopen die net niet goed blijkt te passen!

©Dmitri Maruta

Installatie en aansluiting

Voor beide types heb je meestal genoeg aan een geaard stopcontact. Maar let op: combi-magnetrons hebben een hoger vermogen, vooral als de oven en grill tegelijk werken. Een combi-magnetron kan makkelijk 3000 watt vragen. Gebruik dus geen verlengsnoer of stekkerblok, maar sluit hem aan op een aparte groep als dat nodig is.

Kijk naar je kookgedrag, niet alleen naar de magnetron-functies

De keuze tussen een solo-magnetron en een combi-magnetron hangt vooral af van hoe jij je keuken gebruikt. Ben je vaak bezig met bakken, grillen en is het avondeten nooit gewoon maar een snelle hap? Dan biedt een combi-magnetron veel gemak. Gaat het je vooral om een snelle lunch of het opwarmen van een maaltijd? Dan is een solo-magnetron ruim voldoende.

Vind je het nog steeds moeilijk om te kiezen? Zes scenario's

1. Alleenstaande in klein appartementJe woont alleen, hebt een kleine keuken en kookt niet uitgebreid. Vaak gaat het om snelle maaltijden of iets opwarmen.
Kies dan voor een solo-magnetron. Die is compacter, voordeliger en doet precies wat je nodig hebt. De extra functies van een combi-magnetron blijven waarschijnlijk toch ongebruikt.

2. Jong gezin met ruime keuken en aparte ovenJe kookt regelmatig, hebt kinderen en genoeg ruimte in de keuken. Je hebt al een oven.
Dan is een solo-magnetron de logische aanvulling. Ideaal voor kinderhapjes, snel ontdooien en tussendoor snel iets opwarmen.

3. Gezin in kleine keuken zonder ovenJe kookt vaak en met plezier, maar hebt maar één vrije nis beschikbaar.
Ga dan voor een combi-magnetron. Zo combineer je magnetron, oven en grill in één apparaat. Let op de inhoud (minimaal 25 liter) als je regelmatig voor meerdere mensen kookt.

4. Kookliefhebbers met grote keuken

Jullie koken uitgebreid en hebben een royale keuken met plaats voor meerdere inbouwapparaten.
Kies voor een solo-magnetron in combinatie met een aparte oven. Zo heb je altijd het juiste apparaat tot je beschikking, wat je ook wilt bereiden.

5. Starter met beperkt budgetJe bent bezig met je eerste keuken en het budget is krap.
Begin met een solo-magnetron. Die is voordelig, eenvoudig en biedt alles wat je in de basis nodig hebt. Later kun je altijd nog uitbreiden.

6. Ouder echtpaar dat het graag simpel houdtDe kinderen zijn uit huis, je kookt kleinere porties en zoekt vooral gemak.
Een solo-magnetron volstaat prima. Hij is overzichtelijk in gebruik, neemt minder ruimte in en is perfect voor kleine gerechten of restjes van de vorige dag.

▼ Volgende artikel
iOS 26: alles over Apples nieuwe besturingssysteem voor je iPhone
© Apple
Huis

iOS 26: alles over Apples nieuwe besturingssysteem voor je iPhone

Met iOS 26 en de komst van de nieuwe iPhone 17-serie zet Apple een grote stap vooruit. Van het spectaculaire Liquid Glass-design en slimmere Apple Intelligence tot handige vernieuwingen in Berichten, Camera, Telefoon en CarPlay: ontdek hoe deze update je iPhone mooier, slimmer én persoonlijker maakt.

In dit artikel lees je meer over:
  • Het nieuwe Liquid Glass-design en wat het betekent voor je iPhone
  • De uitgebreide functies van Apple Intelligence in iOS 26
  • Vernieuwingen in apps als Berichten, Telefoon, CarPlay, Music en Wallet
  • Kleine, slimme verbeteringen die je dagelijks gebruik makkelijker maken
  • De introductie van de iPhone 17-serie met de krachtige A19-chip
  • Functies die in Nederland en de EU nog even op zich laten wachten
  • Beschikbaarheid en compatibiliteit van iOS 26

Vloeibaar glas

Volgende maand verschijnt iOS 26, en het belooft de grootste visuele update sinds iOS 7 te worden. Het nieuwe Liquid Glass-design geeft de interface een transparante, glasachtige uitstraling die door het hele systeem is doorgevoerd. Van de iconen en widgets tot het vergrendelscherm: alles oogt dieper, dynamischer en levendiger. Kleuren passen zich subtiel aan je achtergrond aan, waardoor de iPhone meer dan ooit een persoonlijke uitstraling krijgt. Apple wil hiermee een consistentere visuele ervaring over al zijn apparaten creëren, zodat je iPhone naadloos aansluit bij iPadOS, macOS en zelfs visionOS. Niet iedereen is echter onverdeeld enthousiast: sommige testers vinden dat de extra transparantie ten koste kan gaan van de leesbaarheid in fel licht. Wij denken dat dat een kwestie van wennen is.

©Apple

Apple Intelligence slimmer en veelzijdiger

Apple Intelligence, het AI-platform dat in iOS 18 voorzichtig zijn intrede deed, krijgt in iOS 26 een flinke upgrade. Waar het voorheen vooral als slimme assistent achter de schermen werkte, wordt het nu nadrukkelijker zichtbaar in het dagelijks gebruik. Realtime-vertaling in Berichten, FaceTime en telefoongesprekken gebeurt volledig op je toestel, wat niet alleen snel maar ook privacyvriendelijk is. Visual Intelligence kan teksten, datums, locaties of gezichten in foto's en screenshots herkennen en direct acties aanbieden. Zo kun je een adres in één tik openen in Kaarten of een datum meteen in je agenda zetten.

Met Image Playground maak je creatieve beelden door stijlen en elementen te combineren, terwijl Genmoji gepersonaliseerde emoji's oplevert die passen bij jouw stemming of situatie. Deze functies zijn vooral handig voor wie vaak visueel communiceert en snel iets unieks wil delen. Ze laten ook zien hoe Apple AI wil verweven met creativiteit, zonder dat het gebruik ingewikkeld wordt.

Handige app-vernieuwingen

De Berichten-app krijgt een paar functies die groepsgesprekken levendiger maken. Polls maken het makkelijker om bijvoorbeeld samen een restaurant te kiezen, terwijl gepersonaliseerde achtergronden elk gesprek een eigen sfeer geven. In de Telefoon-app pakt Apple veelgevraagde verbeteringen aan: spam wordt automatisch gefilterd, onbekende nummers kun je direct screenen, en met Hold Assist neemt je iPhone het wachten bij een klantenservice van je over. Zo kun je iets anders doen totdat er een medewerker beschikbaar is.

Nieuwe Camera-app

De Camera-app is flink aangepakt, en dat werd hoog tijd. Apple heeft het rommelige menu met kleine icoontjes opgeruimd en teruggebracht tot twee duidelijke opties: ‘Foto’ en ‘Video’. Onder die knoppen vind je via een veeg of de Liquid-Glass-rasterknop alle andere modi, zoals Portret, Panorama en Slow-mo. Veel instellingen zitten nu bovendien in duidelijke pop-upmenu's (denk aan flits, timer, belichting of formaat), wat veel sneller werkt.

Voor video-liefhebbers zijn er extra fijne tools: je kunt nu de resolutie, framerate en formaten gewoon direct vanuit de app bepalen, zonder eerst door de instellingen te moeten ploeteren. De interface past bovendien helemaal in het Liquid-Glass-design: zwevende knoppen, minder visuele ruis en duidelijke labels. Handig is dat je een melding krijgt als je cameralens vies is; zo voorkom je onscherpe foto's.

CarPlay profiteert ook van de update. Multitouch-bediening maakt inzoomen en schuiven in Kaarten eenvoudiger, en Live Activities tonen onderweg actuele informatie, zoals de status van je bestelling of sportuitslagen. De gloednieuwe Apple Games-app bundelt al je games op één plek, inclusief aanbevelingen, ranglijsten en prestaties. Dit moet het gamen op iOS zichtbaarder en socialer maken. Daarnaast krijgen Apple Music, Kaarten en Wallet subtiele maar nuttige verbeteringen, zoals songtekstvertalingen voor buitenlandse nummers en live-vluchtinformatie rechtstreeks in Wallet.

Slimme details

Naast de grote veranderingen bevat iOS 26 talloze kleine verbeteringen die het dagelijks gebruik nét wat fijner maken. De wekker­snooze kun je straks zelf instellen, zodat je niet vastzit aan de standaard negen minuten. Als je cameralens vuil is, krijg je een melding om wazige foto’s te voorkomen. Bij het opladen toont de iPhone nu hoelang het duurt tot 80 of 100 procent, wat handig is als je haast hebt of juist de batterij wilt sparen.

De nieuwe Adaptive Power Mode leert van je gebruikspatroon en past het energieverbruik daarop aan, zodat je net wat langer vooruit kunt. Screenshots kunnen voortaan direct in HDR worden opgeslagen, wat vooral op de nieuwste displays voor helderdere en scherpere beelden zorgt. En wie graag speelt met vormgeving, kan het vergrendelscherm voorzien van een afbeelding met 3D-effect die reageert op de beweging van je toestel.

Nieuwe iPhone 17-serie

Zoals elk jaar verschijnt iOS 26 samen met een nieuwe generatie iPhones. De iPhone 17-serie bestaat uit de iPhone 17, de 17 Pro, de 17 Pro Max en de compleet nieuwe iPhone 17 Air. Deze toestellen krijgen de gloednieuwe A19-chip, die niet alleen sneller is maar ook zuiniger, en geoptimaliseerd is voor de meest geavanceerde AI-functies in iOS 26.

iPhone 17 Air: ultraslank en verrassend compleet

Wat Samsung kan, kunnen wij ook, moet Apple hebben gedacht. De iPhone 17 Air is de nieuwste telg in de familie en doet z’n naam eer aan: hij is lichter en dunner dan zijn broers, maar heeft genoeg power om mee te tellen. Binnenin zit dezelfde snelle A19-chip als in de rest van de 17-serie, dus qua prestaties lever je niks in. Het grote verschil zit 'm vooral in het gewicht en de handzaamheid. Ideaal voor wie wel een flinke iPhone wil qua scherm, maar niet het gevoel wil hebben een baksteen in z'n zak te dragen.

De displays bieden ProMotion-technologie met verversingsfrequenties tot 120 Hz, waardoor animaties en scrollen nog vloeiender ogen. De camera's zijn verbeterd, met bij de Pro-modellen een nieuwe 48MP-telefoto­lens en een 24MP-selfiecamera. Bovendien is er ondersteuning voor wifi 7, zodat downloads en streaming razendsnel gaan. Voor wie het maximale uit iOS 26 wil halen, vormen deze nieuwe toestellen de perfecte match.

Nog even geduld...

In Nederland en de rest van de EU zullen sommige functies helaas niet direct beschikbaar zijn. Apple stelt bepaalde mogelijkheden uit vanwege regelgeving zoals de Digital Markets Act (DMA). Het gaat onder meer om locatie-gebaseerde diensten zoals Visited Places en enkele AI-functies. Daarnaast ondersteunt Apple Intelligence de Nederlandse taal nog niet volledig; live-vertaling en automatische samenvattingen in onze taal worden pas later in 2025 toegevoegd. Dat betekent dat we in eerste instantie vooral profiteren van de visuele vernieuwingen en de universele functies.

Beschikbaarheid en compatibiliteit

iOS 26 wordt in september uitgerold voor iPhones met minimaal een A13-chip, waardoor de iPhone XR, XS en XS Max dit jaar afvallen. De meest geavanceerde Apple Intelligence-functies zijn alleen beschikbaar op toestellen met een A17 Pro-chip of nieuwer, zoals de iPhone 15 Pro, 15 Pro Max, de iPhone 16-reeks en de nieuwe iPhone 17-modellen. Heb je zo'n toestel, dan kun je straks zonder beperkingen genieten van alles wat iOS 26 te bieden heeft.