ID.nl logo
Linux: van hobbyproject tot volwaardig OS
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Linux: van hobbyproject tot volwaardig OS

In de zomer van 1991 kondigde de Finse programmeur Linus Torvalds aan een eigen gratis besturingssysteem te maken. Wat aanvankelijk ‘gewoon een hobbyproject’ was, is een kwart eeuw later het belangrijkste besturingssysteem ter wereld. De meerderheid van alle servers op internet draait inmiddels op Linux, net als alle Android-smartphones.

De geschiedenis van Linux begint bij Unix, het besturingssysteem dat in de jaren 1970 door AT&T werd ontwikkeld. Verschillende ontwikkelaars werkten op dat moment aan een eigen versie van het besturingssysteem, waarvan ze de broncode publiek wilden maken zodat iedereen er verder mee aan de slag kon. Eén van die ontwikkelaars was Richard Stallman, die in 1983 GNU startte (een recursief acroniem voor ‘GNU’s Not Unix!’). In het begin van de jaren 90 had het GNU-project een bijna volledig besturingssysteem ontwikkeld. Op één cruciale component na: de kernel, die het hele besturingssysteem controleert en superviseert. De ontwikkeling van de GNU-kernel, GNU Hurd, liep vast. Lees ook: Overstappen op Linux - Deel 1: Voorbereidingen.

Ondertussen had de Amerikaanse computerwetenschapper Andrew S. Tanenbaum, professor aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zijn eigen Unixachtige besturingssysteem uitgebracht, MINIX. Hiermee wilde hij de principes van zijn tekstboek ‘Operating Systems: Design and Implementation’ illustreren. Studenten mochten de broncode bestuderen, maar er waren beperkingen op het wijzigen en herdistribueren van de code, waardoor het niet om opensourcesoftware ging. Bovendien was MINIX voor 16bit-computers ontwikkeld.

©PXimport

Hobbyproject van een student

Een van die studenten die dankzij MINIX leerden hoe een besturingssysteem werkt, was de Fin Linus Torvalds. Omdat hij op zijn pc met 386-processor een Unixachtig besturingssysteem wilde draaien en de commerciële Unix-versies te duur waren voor een student, besloot hij om dan maar zelf een kernel te schrijven. Op 25 augustus 1991 kondigde hij zijn project aan in de nieuwsgroep comp.os.minix met de gevleugelde woorden:

“Hello everybody out there using minix - I’m doing a (free) operating system (just a hobby, won’t be big and professional like gnu) for 386(486) AT clones. This has been brewing since april, and is starting to get ready. I’d like any feedback on things people like/dislike in minix, as my OS resembles it somewhat (same physical layout of the file-system (due to practical reasons) among other things).”

Linux werd de ontbrekende kernel voor het GNU-besturingssysteem.

Linux-distributies

Nog geen jaar na de aankondiging van Linus Torvalds ontstaan de eerste Linux-distributies: collecties software die samen met de kernel een besturingssysteem vormen. In 1993 ontstaan Slackware en Debian, die anno 2017 nog altijd bestaan. En terwijl we eigenlijk van GNU/Linux moeten spreken als het om het besturingssysteem gaat (GNU met de Linux-kernel) werd de naam Linux al snel gebruikt voor het hele besturingssysteem, tot ergernis van de GNU-aanhangers die hun bijdrage onder de mat geveegd zien.

Het voordeel van opensourcesoftware is dat andere projecten erop kunnen voortbouwen. Zo ontstaan ook ‘forks’: distributies die zich baseren op een ‘moederdistributie’, maar hun eigen weg gaan. Zo kwam in 2004 Ubuntu tot stand, met als doel om een meer gebruiksvriendelijke versie van Debian te maken. En in 2006 ontstond op zijn beurt Linux Mint, dat voortbouwt op Ubuntu. Debian, Ubuntu en Linux Mint zijn anno 2017 de drie populairste Linux-distributies volgens de website DistroWatch, maar er bestaan honderden Linux-distributies met elk hun specifieke voordelen. Er is voor iedereen wat wils.

©PXimport

Pakketbeheerder

De belangrijkste innovatie van de Linux-wereld zit niet zozeer in de kernel, maar in de manier waarop je software in een Linux-distributie installeert: met een pakketbeheerder (package manager). In Windows moet je elk programma op zijn eigen website zoeken, een installatieprogramma downloaden en uitvoeren. En als je al je software up-to-date wilt houden, moet je ofwel telkens nieuwe versies van de programma’s downloaden, het updatemechanisme van al die programma’s gebruiken (als ze dat hebben) of een extern updateprogramma inzetten. In Linux zijn al die taken gecentraliseerd bij één programma: de pakketbeheerder.

Met de opkomst van de iPhone zagen we een gelijkaardig concept opkomen: een applicatiewinkel. En nadien kwam ook Microsoft met een Windows Store. Maar al die applicatiewinkels zijn eigenlijk een flauw afkooksel van wat pakketbeheerders in de Linux-wereld al een jaar of twintig doen. De pakketbeheerders zijn zelfs krachtiger: je kunt immers meerdere repository’s – de bronnen waarvan je software downloadt – toevoegen in een pakketbeheerder, terwijl in iOS, Android of Windows vanuit de officiële applicatiewinkel-app alleen de applicatiewinkel van de eigenaar van het besturingssysteem bruikbaar is.

©PXimport

Opensource

Opensourcesoftware is software waarvan de gebruikers de mogelijkheid krijgen om de code te bestuderen, aan te passen en te verspreiden. Als gebruiker kun je daarom ook de broncode van de software inkijken, zodat je ziet hoe de software is geprogrammeerd. Maar om van opensourcesoftware te kunnen spreken, is er meer nodig dan alleen toegang tot de broncode. Je moet ook het recht krijgen om iets met die broncode te doen. Daarom heeft de organisatie Open Source Initiative een definitie van opensourcesoftware gemaakt, met tien criteria waaraan de software moet voldoen: de Open Source Definition. Een belangrijke licentie in de opensourcewereld is de GNU General Public License (GPL), onder andere gebruikt door de Linux-kernel.

©PXimport

Overal Linux

De eerste versie van de Linux-kernel was specifiek voor de hardware van Torvalds geschreven. Hij gaf zelfs aan dat Linux niet portable was en waarschijnlijk nooit iets anders dan AT-harde schijven zou ondersteunen. Dat was wel heel pessimistisch. Al na enkele jaren werd Linux naar andere platforms geport, zoals de DEC Alpha, Sun SPARC en ARM. Vooral dit laatste platform is belangrijk. Doordat ARM-processoren heel energiezuinig zijn, vinden we ze vaak in apparaten met (vergeleken met een desktop-pc) weinig resources, zoals routers, NAS’en, IP-camera’s, smartphones en tablets.

Al jaren wordt er voor de grap gezegd: ‘dit jaar wordt het jaar van Linux op de desktop’. Toch blijft het aandeel van Linux jaar na jaar stabiel. Volgens de laatste metingen van StatCounter zou Linux op 1,5% van de desktops draaien. Maar op andere platforms is de strijd al lang gestreden en prijkt Linux op de eerste plaats. Bij de smartphones haalt Android volgens IDC een marktaandeel van 87%, en Android draait op de Linux-kernel. Op embedded devices (routers, IP-camera’s, maar ook domotica-apparatuur, consumentenelektronica, medische apparatuur enzovoort) draait een derde op Linux. Alleen al door het ARM-platform is Linux dus het meest gebruikte besturingssysteem op de wereld.

Ook een derde van de webservers draait op Linux, net als bijna een derde van de mainframes. Maar het opvallendst is de wereld van supercomputers: Linux draait op maar liefst 99,79% van de top 500 van supercomputers. Windows speelt daar geen enkele rol. Dat Linux op al die apparaten draait, van embedded devices met weinig RAM en zwakke processoren, tot supercomputers met tienduizenden 16core-processoren en in totaal tebibytes (=2 tot de macht 40 bytes) RAM, is een wonder. Het toont ook aan dat de architectuur van de Linux-kernel knap in elkaar zit.

©PXimport

Andere Unixachtige besturingssystemen

Linux is niet het enige besturingssysteem dat een versie van Unix implementeert. Zo ontwikkelde Sun het besturingssysteem Solaris (vroeger SunOS), ondertussen eigendom van Oracle door de overname van Sun. In 1992, een jaar na de eerste versie van Linux, ontstond 363BSD, een port van BSD Unix naar de Intel 80386-processor. 386BSD is vooral bekend in de Linux-wereld omdat Linus Torvalds ooit heeft gezegd dat Linux waarschijnlijk nooit zou gebeurd zijn als 386BSD (of GNU Hurd) al beschikbaar was toen hij aan zijn kernel begon. Het besturingssysteem is om een nog andere reden belangrijk: na de release van 386BSD 0.1 begon een groep gebruikers een onofficiële patchkit uit te brengen. Die groeide na een tijdje uit tot het FreeBSD-besturingssysteem, dat nog altijd populair is op servers. Ook NetBSD ontstond die periode als fork van 386BSD, en uit NetBSD ontstond OpenBSD, een besturingssysteem met focus op beveiliging. En toen Apple geen toekomst meer zag in zijn klassieke Mac OS, bouwde het voort op FreeBSD om Mac OS X (nu macOS) te bouwen.

Professioneel besturingssysteem

Tegen 1998 bieden bedrijven zoals IBM, Oracle en Compaq ondersteuning voor Linux. Die andere voorspelling van Torvalds, “just a hobby, won’t be big and professional like gnu”, was dus ook al te pessimistisch. In 2000 biedt Dell op zijn computers Linux aan. Microsoft voelt zich ondertussen duidelijk bedreigd door Linux. CEO Steve Ballmer zegt in een interview met de Chicago Sun Times: “Linux is a cancer that attaches itself in an intellectual property sense to everything it touches.” Hij heeft het dan vooral over de GNU GPL, die vereist dat je GPL-code die je wijzigt onder dezelfde licentie vrijgeeft.

De houding van Microsoft tegenover Linux wordt in de jaren erna pragmatischer. In 2006 kondigden Novell (de toenmalige producent van het bedrijfsgerichte SUSE Linux Enterprise) en Microsoft een samenwerking aan voor meer interoperabiliteit tussen hun besturingssystemen. En in 2015 toonde CEO Satya Nadella tijdens een presentatie zelfs een slide “Microsoft loves Linux” en liet het bedrijf weten dat het een eigen Linux-distributie had gebouwd: het netwerkbesturingssysteem Azure Cloud Switch (ACS) voor Microsoft Azure. Recentelijk heeft Microsoft de Linux-shell Bash samen met een Ubuntu-omgeving naar Windows 10 geport en de Windows-shell PowerShell naar Linux.

Ondertussen werken duizenden softwareontwikkelaars uit de hele wereld aan de kernel. De meerderheid van die ontwikkelaars doet dat niet als hobby, maar in opdracht van een werkgever. De vijf belangrijkste bedrijven die aan Linux bijdragen, zijn momenteel Intel, Red Hat, Linaro, Samsung en SUSE. Door samen te werken en hun ontwikkelingen te delen, zijn deze bedrijven in staat om efficiënter oplossingen te ontwikkelen. En daar genieten ook de gebruikers van.

©PXimport

Linux in Google-producten

Google begon in 1996 als een onderzoeksproject van Larry Page en Sergey Brin aan Stanford University. De webcrawler die ze schreven, draaide op Linux. Al die tijd is dat zo gebleven. Momenteel draaien de servers in de datacenters van Google speciaal aangepaste versies van Linux. Zonder Linux zou de zoekmachinegigant niet zo’n succes hebben gehad. Bovendien zou er zonder Linux ook geen Android of Chrome OS bestaan hebben. Android is gebaseerd op de Linux-kernel en ondersteunde daardoor onmiddellijk al heel wat hardware. Maar de softwarelagen boven de kernel verschillen in Android sterk van die in andere Linux-distributies. Ook Chrome OS is een Linux-distributie, meer nog zelfs dan Android. Uiterlijk lijkt Chrome OS misschien niet zo op Linux, omdat zoveel mogelijk in de webbrowser Chrome gebeurt, maar op de achtergrond draait een vrij klassieke Linux-distributie. Google maakt dus voor zijn producten dankbaar gebruik van Linux.

©PXimport

De toekomst van Linux

Iedereen gebruikt dagelijks zonder dat hij het weet Linux. En dat zal in de toekomst alleen maar meer worden, door gebruik van Internet of Things (IoT). Volgens analistenbureau Gartner zijn tegen 2020 maar liefst 50 miljard toestellen verbonden met internet. De meeste daarvan zijn kleine toestelletjes in ons dagelijks leven, zoals slimme sensoren en wearables. Die moeten zo goedkoop mogelijk zijn en zo efficiënt mogelijk van hun beperkte resources gebruikmaken. Linux is daarvoor ideaal, omdat het geen licentiekosten vereist en ontwikkeld is om zowel op kleine apparaten als op supercomputers te werken.

En de belangrijkste innovatie van de Linux-wereld, de pakketbeheerder, zal een grote rol spelen binnen Internet of Things. Canonical introduceerde in de recentste versie van Ubuntu Core (Linux-distributie voor Internet of Things), regelmatige en betrouwbare beveiligingsupdates. Makers van IoT-apparaten hoeven als ze gebruikmaken van Ubuntu Core 16 zelf geen moeite meer te doen om het besturingssysteem van hun apparaten up-to-date te houden. Canonical belooft dat alle Ubuntu Core-apparaten van alle leveranciers regelmatig gratis beveiligingsupdates krijgen.

Dat is iets anders dan we gewend zijn in Android, waar de smartphonefabrikanten zelf verantwoordelijk zijn voor updates en daar doorgaans meesterlijk in falen. En dat is ook iets heel anders dan we in de huidige vroege jaren van IoT-apparaten gewend zijn. Heel wat apparaten zijn al onveilig als ze op de markt komen, omdat leveranciers hun concurrenten voor willen zijn en geen tijd hebben voor updates. Als één besturingssysteem erin zal slagen om een veilig Internet of Things te creëren, dan is het Linux wel.

©PXimport

Linux in de cloud

Ook in de cloud is Linux het populairste besturingssysteem. Dat is niet zo vreemd. Dat er aan Linux geen licentiekosten verbonden zijn, betekent dat je heel goedkoop meerdere Linux-servers in de cloud kunt opstarten. Bovendien zijn Linux-distributies opgebouwd als een soort blokkendozen: ze bestaan uit allerlei losse componenten die je zelf kunt samenstellen en waarvan er heel wat weg te laten of in te wisselen zijn door minder zware varianten. Er zijn dan ook talloze distributies ontwikkeld die slechts de minimale componenten bevatten om als server te draaien. Zo’n uitgeklede Linux-distributie vereist weinig schijfruimte, start snel op en voert de toepassing die je erbovenop draait zo efficiënt mogelijk uit. En een project zoals OpenStack biedt een hele opensource infrastructuur om virtuele machines op te draaien in een eigen cloud. Diverse leveranciers bieden OpenStack-compatibele infrastructuur aan. Kortom, zonder Linux is cloud computing ondenkbaar.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Sony Bravia 8 II K-65XR8M2 - Waar voor je geld?
Huis

Review Sony Bravia 8 II K-65XR8M2 - Waar voor je geld?

Nu Sony zijn tv-modellen blijkbaar slechts om de twee jaar vernieuwt, keken we des te meer uit naar deze Bravia 8 II. De opvolger van de A95L belooft een mooie verbetering op het gebied van piekhelderheid, maar de concurrentie is genadeloos.

Uitstekend
Energy label
Conclusie

De Sony Bravia 8 II (K-65XR8M2) biedt een uitstekende beeldkwaliteit met een fraaie HDR-weergave, goede schaduwdetails en sterke beeldverwerking. Toch is hij minder helder dan bijvoorbeeld de Samsung S95F die hetzelfde maneer heeft, en het toestel is voor gamers wat beperkt met 4K120 en slechts twee HDMI 2.1-poorten. Pluspunten zijn Google TV, Sony Pictures Core en goed geluid.

Plus- en minpunten
  • Ruime piekhelderheid
  • Zeer goede beeldverwerking
  • Mooie schaduwdetails
  • Erg ruime kijkhoek
  • Minder piekhelderheid dan concurrenten
  • Slechts twee HDMI 2.1-aansluitingen en max 120Hz
Sony K-65XR8M2

Adviesprijs: 3699 euro
Wat: Ultra HD 4K 120Hz QD-OLED-tv
Schermformaat: 65 inch (164 cm)
Aansluitingen: 4x HDMI (2x 48 Gbit/s, 2x 18 Gbit/s, ARC/eARC, ALLM, 4K120, VRR), S-middenspeaker, 1x optisch digitaal uit, 2x usb, 3x antenne, bluetooth, ethernet, wifi 6 (802.11ax)
Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV (12), Google Cast, AirPlay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, XR-processor
Afmetingen: 1443 x 905 x 339 mm (incl. voet)
Gewicht: 24,2 kg (incl. voet)
Verbruik (per 1000 uur): SDR 87 kWh (F) / HDR 108 kWh (G)

Deze Bravia 8 II (spreek uit: Bravia 8 mark twee) neemt plaats in de lange rij van knappe Sony-designs. Hij is niet alleen stijlvol, maar is ook uitstekend afgewerkt. Het is een echte blikvanger in de woonkamer. Hij is amper 34 mm diep, met een volledig vlakke rug die aan de randen licht gewelfd is voor een nog slankere look. Het vierkantpatroon in de rug is een mooi detail. Het scherm is afgezet met een donkermetalen rand. Hij staat stevig opgesteld op twee volledig metalen poten in dezelfde kleur als de schermrand. Je monteert ze aan het uiteinde van de tv, dus een breed meubel is wel vereist. Je kunt de poten ook monteren in een positie die het scherm voldoende boven het meubel tilt om ruimte te laten voor een soundbar.

Aansluitingen

Haal je deze tv in huis om vooral films, series en televisie te kijken, dan is de selectie aansluitingen uitstekend. Gamers daarentegen zien dat Sony toch wat achterstand oploopt op zijn concurrenten. Van de vier HDMI-poorten leveren er nog steeds maar twee de volledige 48Gbit/s-bandbreedte die nodig is om te kunnen gamen in 4K120Hz. En omdat slechts één van die poorten ARC/eARC biedt, zijn gamers die een soundbar gebruiken beperkt tot slechts één poort voor hun gamebronnen. En terwijl je op modellen van Samsung en LG al tot 4K165Hz kunt gaan (met een pc weliswaar), is 4K120Hz het maximum bij Sony. Er is daarentegen ondersteuning voor ALLM en VRR (NVIDIA G-Sync). De input-lag bedraagt 17,5 ms bij 4K60 en 8,5 ms bij 2K120, en dat is ruim voldoende voor een lekker vlotte game-ervaring.

De achterzijde met de aansluitingen.

Welke aansluitingen biedt Sony je naast de HDMI-poorten? Een digitaal optische audio-uitgang die dubbelt als S-Center-ingang. Met die laatste sluit je de tv aan op een Sony-audiosysteem en doet de tv dienst als center luidspreker. Er is een dubbele tv-tuner aan boord met één CI+-slot en twee usb-poorten. Live-tv opnemen of pauzeren is mogelijk als je een externe usb-opslag aansluit. Bluetooth (voor een hoofdtelefoon), wifi en een ethernetaansluiting maken de lijst compleet.

Google TV

De Mediatek Pentonic MT5897 chipset met quadcore ARM Cortex-A73 CPU, een ruime 6 GB RAM en de Mali-G57 grafische processor vormen het hart van de Sony. Die processor deed ook in vorige modellen al dienst en zorgt voor een vlotte Google TV-beleving. Met Apple AirPlay 2, Google Cast en alle apps die Google TV te bieden heeft, is het entertainment aanbod erg ruim.

De Sony Bravia 8ii K-65XR8M2 is uitgerust met Google TV.

Sony biedt je bovendien toegang tot een eigen streamingdienst: Sony Picture Core. Je krijgt tien credits voor films en twee jaar lang toegang tot een regelmatig aangepaste selectie van 100 films. Onze enige klacht is dat Sony het instellingenmenu te omslachtig heeft gemaakt. Gelukkig kun je via het snelmenu de belangrijkste instellingen zoals de beeld- en geluidspreset aanpassen, zonder dat je door het volledige menu hoeft te navigeren.

Sony Picture Core is de eigen streamingdienst van de fabrikant.

De tv wordt geleverd met een klassieke afstandsbediening én een moderne versie. Die eerste lijkt ons in de meest gevallen overbodig. De moderne afstandsbediening daarentegen is erg handig. Het aantal toetsen is beperkt, maar goed gekozen zodat je de meest gebruikte actie met een minimaal aantal aanslagen kunt uitvoeren. Zo zijn er toetsen voor zes populaire smart-tv-apps, live-tv, HDMI-ingangen, opties en een snelmenu. De aanslag is licht en duidelijk. Het viel ons op dat Sony, hoewel dit een echte premium-tv is, toch heeft beknibbeld op de afstandsbediening. Zo heeft hij geen oplaadbare batterij en zijn de toetsen niet verlicht.

Beeldverwerking

De Sony XR-processor staat garant voor uitstekende beeldverwerking. De upscaling levert scherpe, zuivere beelden en Reality Creation geeft ze wat extra scherpte en diepte. Ook oudere SD-content (zoals dvd) ziet er wat scherper uit, zonder die typisch overmatig bewerkte, uitgevlakte look. Ruisonderdrukking schoont lo-res beelden goed op. De 'Soepele gradatie'-instelling die ontbrak op de XR80 (Bravia 8) is op dit toestel gelukkig weer beschikbaar. Die instelling doet de meeste kleurstroken in zachte gradiënten verdwijnen.

Alleen voor heel zware gevallen blijft dat lastig. Je kunt dan de mediumstand kiezen in plaats van laag, maar weet dat je dan ook wat detail opoffert, dus gebruik het alleen als je het echt storend vindt. Het oledscherm heeft een zeer snelle pixelresponstijd en dat levert uitstekende bewegingsscherpte. Anderzijds zorgt het voor een stotterend effect van snelle camerabewegingen in 24fps-films. Met Motionflow kun je dat compenseren. De motion interpolation-techniek kan die snelle pans vloeiend maken. Het blijft een persoonlijke keuze of je dat wenst; motionflow is instelbaar in stappen, dus experimenteer wat voor jou het aangenaamst is. Bij complexe achtergronden kan het wel wat beeldfouten veroorzaken.

Nieuw QD-OLED-paneel: beperkte helderheidswinst

De Bravia 8ii is uitgerust met het nieuwste QD-oledpaneel, net zoals we dat terugvinden in de Samsung S95F. We meten de piekhelderheid in HDR Professional Mode die de beste kalibratie levert. Op het 10%-venster komen we uit op 1634 nits, op het volledig wit beeld meten we 249 nits. Zeer goede resultaten, maar toch zijn we wat teleurgesteld. Tegenover de voorganger, de A95L, zien we alleen op het 10%-venster een duidelijke verbetering.

De Samsung S95F, een rechtstreekse concurrent, levert respectievelijk 2060 en 391 nits. Vooral dat verschil op het volledig witte beeld valt op. De Sony zal de gemiddeld zeer heldere beelden (denk aan sneeuwlandschappen) duidelijk minder helder weergeven. Waarom Sony het toestel zo inperkt, is onduidelijk. Mogelijk wil de fabrikant elk risico op inbranden van het scherm vermijden. Het paneel heeft echter een erg goede uniformiteit en een uitmuntende kijkhoek. In tegenstelling tot de Samsung is de Sony voorzien van een glossy afwerking in plaats van een matte. Het weert reflecties redelijk goed, maar het is op dat vlak uiteraard niet te vergelijken met de Samsung. Houd er bovendien rekening mee dat sterk omgevingslicht het scherm een lichte magenta glow geeft, waardoor je wat contrast verliest.

De Professional-modus heeft een goede kalibratie. De grijsschaal is iets te koel, de wittinten neigen daardoor naar blauw, maar zonder referentie zal dat niemand storen. De kleurweergave is zeer goed en het beeld levert een uitstekend schaduwdetail. In HDR zien we dezelfde opmerkingen, maar ook hier is het eindresultaat erg goed. Sony gebruikt dynamische tone mapping die zeer goed witdetail bewaart, alleen zeer extreme (en zeldzame) gevallen laten wat witdetail verdwijnen. Met een kleurbereik van 100% P3 en zeer heldere primaire kleuren komen HDR-beelden erg goed tot hun recht. Specifiek voor Netflix, Prime Vieo en Sony Pictures Core heeft de tv zogenoemde Calibrated-beeldmodes. In een doorsnee huiskamer is ook de Cinema-beeldmode een prima keuze.

Geluid

Het Acoustic Surface blijft een exclusieve eigenschap van Sony-toestellen. Het scherm doet dienst als luidsprekermembraan voor de hoge en middentonen, de bassen hebben een woofer in de rug. De 50 watt 2.1-opstelling is wat krap bemeten voor echte filmbeleving, maar scoort in dagelijks gebruik erg goed. De klank is prima gebalanceerd en de bas is duidelijk hoorbaar. Het geluid komt recht uit het scherm en dat helpt het realisme wel wat, zeker omdat ook de stereoscheiding duidelijk hoorbaar is. Alleen bij hoge volumes grijpt de processor in, waarbij de bas wat wegvalt. Het surroundgeluid is nogal beperkt, ook al ondersteunt de tv Dolby Atmos en DTS:X, maar dat mag bij een 2.1-opstelling geen verrassing zijn.

Conclusie

We hebben met veel plezier naar de Sony Bravia 8 II (de K-65XR8M2) gekeken. De beeldkwaliteit is erg goed, met prachtige HDR-beelden, prima schaduwdetail en uitstekende beeldverwerking. En toch… De Sony is duidelijk minder helder dan de Samsung S95F, terwijl ze beiden toch hetzelfde QD-oledpaneel gebruiken. Vooral voor overwegend heldere beelden zal de Sony nog duidelijk moeten dimmen; dat zal zowel in SDR als HDR zichtbaar zijn. Gamers zullen dan weer wat teleurgesteld zijn dat de tv nog steeds 4K120 als maximum hanteert, en dat hij maar twee volwaardige HDMI 2.1-poorten heeft. Toch zijn we overtuigd dat de tv heel wat te bieden heeft. Naast de knappe beeldkwaliteit krijg je Google TV, een extra streamingdienst (Sony Pictures Core), en fijne audio via het Acoustic Surface. De officiële adviesprijs is echter veel te hoog, al zien we af en toe kortingen voorbijkomen die deze Sony wel degelijk aantrekkelijk maken.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 betaalbare pc-monitors van 34 inch
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 betaalbare pc-monitors van 34 inch

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een groot computerscherm? Dan is een 34 inch-model wel iets voor je. Wij vonden vijf betaalbare modellen voor je.

Heb je kantoor aan huis of werk je veel thuis voor je werk? Met de overvloed aan informatie die we steeds meer voor onze kiezen krijgen volstaat alleen het scherm van je laptop allang niet meer. Een extra monitor is daarom onontbeerlijk. Die schermen zijn de laatste jaren ook steeds groter geworden, maar qua prijs blijven ze betaalbaar. Wij vonden vijf 34 inch-modellen goede monitors met een leuk prijskaartje.

LG 34WR50QC-B

Als je op zoek bent naar een breed scherm voor multitasking, dan kun je de LG 34WR50QC-B overwegen. Dit model heeft een VA-paneel, wat vaak zorgt voor diepe zwartwaarden, en het scherm is gebogen. De kromming, aangeduid als 1800R, is bedoeld om het hele schermoppervlak binnen je gezichtsveld te brengen. Voor de scherpte van het beeld beschikt deze monitor over een UWQHD-resolutie van 3440 x 1440 pixels, verdeeld over een diagonaal van 34 inch. De verversingssnelheid van 100 Hz zorgt voor een vloeiende weergave van beweging, wat merkbaar is bij het scrollen door webpagina's of tijdens het afspelen van video's. Qua aansluitingen vind je op dit scherm twee HDMI-poorten en een DisplayPort-aansluiting. Ook is er een hoofdtelefoonaansluiting aanwezig. Het scherm ondersteunt HDR10, wat de weergave van contrast en kleuren in compatibele media kan verbeteren. De voet van de monitor is kantelbaar, maar niet in hoogte verstelbaar of draaibaar.

Energy Label F
Specificaties

HDR-ondersteuning: Ja, HDR10
Maximale resolutie: 3440x1440
Aantal videopoorten: 2x HDMI / 1x DisplayPort
Verversingssnelheid: 100Hz

LC-Power LC-M34-UWQHD-100-C-V2

De LC-Power LC-M34-UWQHD-100-C-V2 is een gebogen breedbeeldmonitor met een schermdiagonaal van 34 inch en een kromming van 1500R. Het gebruikte VA-paneel levert een resolutie van 3440 x 1440 pixels en een contrastverhouding van 3000:1, wat bijdraagt aan diepe zwarttinten. De verversingssnelheid van 100 Hz zorgt voor een soepele weergave van bewegende beelden. Voor het aansluiten van apparaten beschikt deze monitor over drie HDMI-poorten en één DisplayPort. De monitor is uitgerust met Adaptive Sync-technologie, die de framerate van je grafische kaart en de monitor op elkaar afstemt om haperingen in het beeld te minimaliseren. Functionaliteiten zoals Picture-in-Picture (PiP) en Picture-by-Picture (PbP) zijn aanwezig, waarmee je beelden van twee verschillende bronnen tegelijkertijd op het scherm kunt weergeven. De voet van de monitor is verstelbaar, waardoor je het scherm kunt kantelen voor een betere kijkhoek.

Energy Label G
Specificaties

HDR-ondersteuning: Nee
Maximale resolutie: 3440 x 1440
Aantal videopoorten:
1x HDMI
Verversingsnelheid: 100Hz

LG 34WQ75C-B

Zoek je een betaalbare pc-monitor met een gebogen ips-paneel, dan is de LG 34WQ75C-B een goede keuze. Dit paneeltype staat garant voor levendige kleuren en goede kijkhoeken. Het 34inch-scherm heeft 3440 × 1440 pixels en is dus ideaal voor videostreaming. De ondersteuning voor HDR10 komt hierbij goed van pas. Films en series van de betere streamingdiensten hebben hierdoor een realistischer kleurverloop. Zet deze LG-monitor gerust in een (thuis)kantoor met veel licht, want het scherm heeft een anti-reflecterende coating. Aan aansluitopties geen gebrek! Zo kies je voor de beeldoverdracht tussen usb-c, DisplayPort en tweemaal HDMI. Daarnaast zijn er ook nog eens vier usb-poorten en een ethernetaansluiting voorhanden. Nuttig voor wie zijn of haar laptop snel op de monitor inclusief alle randapparaten wil aansluiten. Denk onder meer aan een muis, toetsenbord en externe harde schijf. Via een enkele usb-c-kabel bereiken data en stroom de laptop, terwijl het beeldsignaal in tegengestelde richting naar het scherm wordt verzonden. Overige pluspunten zijn de geïntegreerde speakers en in hoogte verstelbare standaard.

Energy Label G
Specificaties

HDR-ondersteuning: Ja, HDR10
Maximale resolutie: 3440x1440
Aantal videopoorten: 1x DisplayPort / 2x HDMI
Verversingssnelheid: 60Hz

Samsung Odyssey G5 C34G55T

Deze 34-inch monitor van Samsung is uitermate geschikt voor fanatieke gamers. Zo presteert het paneel op een maximale vernieuwingsfrequentie van 165 hertz. Hierdoor ervaar je uiterst vloeiende gameplay. Als je een pc met een geschikte grafische kaart aansluit, wordt de vernieuwingsfrequentie continu geoptimaliseerd. Dat werkt via de techniek FreeSync. Voor het spelen van multiplayergames is de rappe reactietijd van één milliseconde een groot voordeel. Zo reageer je razendsnel op (online) tegenstanders. Met een resolutie van 3440 × 1440 pixels verschijnen de animatiebeelden ook nog eens scherp in beeld. Deze luxe monitor kan uit de voeten met HDR10, waardoor de beelden van games, films en series zeer realistisch ogen. Je sluit een computer of laptop op twee manieren aan, namelijk via DisplayPort of HDMI. Dankzij de lichte kromming neem je moeiteloos pal voor het scherm plaats. Het beeld sluit goed aan bij je gezichtsveld, waardoor je de monitor ook voor regulier kantoorwerk kunt gebruiken. Daarnaast leent de Odyssey G5 LC34G55T zich goed voor beeldbewerking. Het scherm is trouwens niet in hoogte verstelbaar; er is alleen een kantelfunctie beschikbaar.

Energy Label G
Specificaties

HDR-ondersteuning: Ja, HDR10+
Maximale resolutie: 3440x1440
Aantal videopoorten: 1x DisplayPort / 1x HDMI
Verversingsnelheid: 165Hz

Philips Evnia 34M2C6500/00

Voor oled-begrippen valt de vraagprijs van de Philips Evnia 34M2C6500/00 alleszins mee. Dit model bevat om precies te zijn een hoogwaardig qd-oled-paneel. Deze schermtechniek staat bekend om zijn inktzwarte contrasten, hoge helderheid en natuurgetrouwe kleuren. Aangezien iedere pixel individueel wordt aangestuurd, zie je volop details. Deze pc-monitor is geschikt voor wie games, video's en foto's in een hoge kwaliteit wil bewonderen. Voor nog fraaiere beelden schakel je tussen verschillende HDRI-modi. Je sluit met behulp van DisplayPort en HDMI (2×) één of meerdere computers aan. Verder telt de onderzijde van het scherm twee usb-poorten.

De Evnia 34M2C6500/00 ondersteunt een respectabele resolutie van 3440 × 1440 pixels. Daarnaast valt de riante vernieuwingsfrequentie van 175 hertz op. Snel bewegende beelden verschijnen dus scherp op het qd-oled-paneel. Dankzij het gebogen ontwerp volg je vanuit jouw zitpositie  alle activiteiten op het scherm. Gamers slaan hun persoonlijke voorkeuren optioneel in eigen profielen op. Switch zo bij ieder spel naar de juiste beeldinstellingen. Voor schiet-, race- en strategiegames zijn er overigens voorgekauwde instellingen beschikbaar. Tot slot heeft Philips ook aan een goede ergonomie gedacht. Je kunt de Evnia 34M2C6500/00 kantelen, zwenken én in hoogte verstellen.

Energy Label F
Specificaties

HDR-ondersteuning: Ja, HDR10+
Maximale resolutie: 3440x1440
Aantal videopoorten: 1x DisplayPort / 1x HDMI
Verversingssnelheid: 175Hz via DisplayPort / 100Hz via HDMI