ID.nl logo
Linux-distro's: welke moet je kiezen?
© Reshift Digital
Huis

Linux-distro's: welke moet je kiezen?

Linux komt in zoveel verschillende smaken, dat je al snel niet meer weet waar je moet beginnen. Dat is zonde, want de kracht van Linux is juist dat het veel te bieden heeft voor ieder type gebruiker of pc. Of je nu een veilig systeem zoekt waar je rustig op durft te internetbankieren, een oude pc nieuw leven in wilt blazen of het meeste uit je krachtige hardware wilt halen, voor ieder scenario bestaat er een distro en wij helpen je daarmee op weg.

Als we het over Linux hebben, denken de meesten aan een besturingssysteem, zoals ook Windows dat is. Maar Linux is eigenlijk de naam van de kernel, het deel ‘onder de motorkap’ dat de communicatie met de hardware verzorgt en processen en bestanden beheert.

Terwijl in Windows alle onderdelen van het besturingssysteem door Microsoft worden ontwikkeld, is dat bij Linux anders: een groep ontwikkelaars creëert de kernel, anderen creëren een grafische schil, nog anderen creëren allerlei toepassingen enzovoort. En dan zijn er bedrijven of groepen die al die software samenbrengen en er een werkend geheel van maken: een besturingssysteem dat we dan een Linux-distributie noemen.

Er bestaan duizenden Linux-distributies, die elk verschillen in de keuzes die de ontwikkelaars gemaakt hebben: de software die ze hebben opgenomen, de standaardconfiguratie, met alleen goed geteste of juist heel experimentele software en nog veel meer. We leggen in deze keuzehulp enkele typische scenario’s voor en bespreken enkele distributies die heel geschikt zijn voor die situatie.

Voor beginners: Ubuntu

Ubuntu is dé Linux-distributie voor beginners, omdat het de bekendste distributie is en omdat het bedrijf erachter, Canonical, zich specifiek op gebruiksvriendelijkheid focust. De naam Ubuntu komt dan ook niet voor niets van een Afrikaans concept dat zoiets betekent als “menselijk zijn voor anderen”. Het is duidelijk: bij Ubuntu sta jij als gebruiker centraal. Dat merk je aan allerlei zaken, van het gelikte installatieprogramma tot de uitgebreide verzameling standaard geïnstalleerde software en de mooie gebruikersinterface, GNOME genaamd. Bovendien bieden heel wat leveranciers van propriëtaire software (zie kader ‘Opensource vs. Propriëtair’) hun programma’s eerst aan voor Ubuntu. Ook interessant aan Ubuntu is dat er elke twee jaar een LTS-versie is (Long-term support), waarvoor je vijf jaar lang beveiligingsupdates krijgt. Zo hoef je lange tijd geen grote upgrade meer te doen als je bijblijft met de updates. De recentste LTS-versie is Ubuntu 18.04 LTS ‘Bionic Beaver’, dat tot april 2023 wordt ondersteund.

©PXimport

Opensource vs. propriëtair

Opensource is een term die is uitgevonden om het stigma van ‘free’ in vrije software (‘free software’) te verliezen. Beide termen betekenen ongeveer hetzelfde, maar met een iets andere insteek. De essentie van het overkoepelende idee is het eenvoudigst uit te leggen aan de hand van de vier essentiële vrijheden van vrije software. Een programma is vrije software als de gebruiker (1) het programma voor elk doel kan draaien, (2) kan bestuderen hoe het programma werkt en het kan veranderen, (3) kopieën kan verspreiden en (4) ook kopieën van zijn veranderde versie kan verspreiden. Voor de tweede en de vierde vrijheid heb je toegang tot de broncode nodig. Propriëtaire software is het tegendeel: de gebruiker heeft die vrijheden niet en krijgt doorgaans geen inzage in de broncode. Free software is dus wel echt iets anders dan freeware.

Voor beginners: Linux Mint

Linux Mint is al enkele jaren steevast de populairste Linux-distributie in het lijstje met pagehit-rankings van de website www.distrowatch.com. Linux Mint biedt diverse desktopomgevingen (zie kader ‘Desktopomgeving’) aan, waarvan Cinnamon en MATE de populairste edities zijn. Het zijn beide omgevingen die er vrij klassiek uitzien, zeker MATE. Ze zijn daardoor gemakkelijk te begrijpen voor beginners. Linux Mint heeft een grote schare aanhangers gekregen in de periode dat Ubuntu GNOME inruilde voor zijn eigen desktopomgeving Unity. Vorig jaar heeft Ubuntu die stap teruggedraaid en is het verschil tussen Ubuntu en Linux Mint niet zo groot meer.

Er is ook kritiek geweest op Linux Mint nadat de website gekraakt werd omdat de beveiliging ervan niet helemaal op orde was. Het is een klein ontwikkelteam en beveiliging lijkt wat een ondergeschoven kindje. Tot nu toe heeft dat echter nog niet tot grote problemen geleid in de distro zelf, deels dankzij de veilige Ubuntu-basis.

©PXimport

Desktopomgeving

Het zichtbaarste onderdeel van een Linux-distributie is de desktopomgeving. Die tekent de vensters van programma’s op je scherm, laat je ermee in interactie gaan via de muis en het toetsenbord, zorgt voor de menu’s, notificatie-icoontjes enzovoort. Terwijl in Windows de desktopomgeving is ingebouwd, wissel je die in Linux eenvoudig in voor een andere. Alles ziet er dan anders uit, maar onderliggend blijf je met dezelfde software en Linux-kernel werken. De meeste Linux-distributies kiezen een standaard desktopomgeving of bieden enkele edities met een andere desktopomgeving aan. Twee verschillende distributies met dezelfde desktopomgeving kunnen er op het eerste gezicht helemaal hetzelfde uitzien, maar onder de motorkap helemaal anders in elkaar zitten. Aan de andere kant zien twee edities van een distributie met een andere desktopomgeving er misschien helemaal anders uit, terwijl ze onder dat oppervlakkige laagje identiek werken. Je hoeft je keuze voor een distributie dus zeker niet te nemen op basis van de standaard desktopomgeving.

©PXimport

Voor gevorderden: Fedora

Fedora is wellicht de meest innovatieve Linux-distributie voor algemeen gebruik. Deze bevat bijna altijd als eerste nieuwigheden in de Linux-wereld. Zo was het een voorloper met systemd en Wayland. Het is dan ook de ideale distributie als je mee wilt zijn en je graag experimenteert met de nieuwste technologieën. Red Hat beschouwt Fedora als de proeftuin op basis waarvan het stabielere Red Hat Enterprise Linux voor bedrijven wordt gemaakt. Fedora is trouwens de distributie waarmee Linus Torvalds, de maker van de Linux-kernel, dagelijks werkt.

Daartegenover staat dat Fedora je niet bij de hand houdt. Je krijgt toegang tot krachtige mogelijkheden, maar je bent zelf verantwoordelijk voor wat er misloopt. En als je de nieuwste, nog niet uitgebreid geteste technologieën uitprobeert, loopt er zo nu en dan weleens iets mis. Maar doorgaans is Fedora in het dagelijks gebruik een veilige en stabiele distributie. De standaard desktopomgeving is GNOME.

©PXimport

Voor gevorderden: openSUSE

OpenSUSE is voor SUSE Linux Enterprise wat Fedora is voor Red Hat Enterprise Linux. Ook openSUSE is redelijk vooruitstrevend. In het algemeen iets minder dan Fedora, behalve op het gebied van het bestandssysteem Btrfs. OpenSUSE biedt met Snapper namelijk een krachtige snapshot-tool voor Btrfs, waardoor je tot op het niveau van een bestand snapshots kunt maken en eenvoudig terugzetten.

OpenSUSE is vooral bekend om zijn krachtige beheertool YaST (Yet another Setup Tool). Die bestaat zowel in een grafische variant als een commandline-versie. En deze raakt zelfs niet van slag als je ook handmatig de onderliggende configuratiebestanden met een teksteditor aanpast. Met YaST is vrijwel alles op je systeem aan te passen.

Voor een stabiele en iets meer behoudsgezinde versie van openSUSE kies je openSUSE Leap. Wie het nieuwste wil uitproberen, installeert openSUSE Tumbleweed, waarbij je altijd de nieuwste updates krijgt. De voorkeursdesktopomgeving van openSUSE is KDE Plasma, dat ook uitgebreide mogelijkheden biedt om de interface naar je wensen aan te passen.

©PXimport

Voor een oude pc: Bodhi Linux

Veel Linux-distributies zijn niet zo geschikt meer voor oudere pc’s, omdat ze te veel beslag op de processor en het werkgeheugen leggen. Maar er is niets inherent zwaar aan Linux: dat zijn keuzes die de distributiemakers maken om een gebruiksvriendelijke en krachtige distributie aan te bieden. Bodhi Linux is een distributie die het heel anders aanpakt. Met een processor op 500 MHz, 128 MB ram en 4 GB ruimte op je harde schijf heb je al voldoende. Verdubbel je die specificaties, dan werk je zelfs heel comfortabel met de distributie. Bodhi Linux is gebaseerd op een LTS-versie van Ubuntu en komt na installatie met de minimaal benodigde software. Je installeert daarna zelf je favoriete software of lichtgewicht alternatieven.

Ondanks de focus op oudere pc’s ziet Bodhi Linux er best knap uit. Het werkt met de desktopomgeving Moksha, een fork (zie kader ‘Fork’) van het bekende Enlightenment E17. Die heeft allerlei blingbling, zonder een zware aanslag op je pc te plegen. Ideaal dus om een oude pc een tweede leven te geven.

©PXimport

Fork

Door de vier vrijheden van vrije software (zie het kader ‘Opensource vs. Propriëtair’) kun je opensourcesoftware aanpassen en die aangepaste versie zelf verspreiden. Zo’n aangepaste versie noemen we een fork. Dat gebeurt vaak als een groep ontwikkelaars het niet eens is met de originele ontwikkelaars van de software of een heel andere richting uit wil. Zo werd OpenOffice.org geforkt tot LibreOffice om het kantoorpakket uit de greep van Oracle te halen en forkte Frank Karlitschek ownCloud (nota bene zijn eigen project) tot Nextcloud omdat hij het niet meer eens was met de koers die het (door hemzelf opgerichte) bedrijf rond het cloudopslagsysteem begon te varen. Veel Linux-distributies zijn forks van een bestaande distributie. Zo zijn Linux Mint en Bodhi Linux forks van Ubuntu, dat op zijn beurt een fork van Debian GNU/Linux is.

Voor extra beveiliging: Tails

Vind je om een of andere reden anonimiteit heel belangrijk, dan kun je niet om Tails (The Amnesic Incognito Live System) heen. Dit is een live Linux-distributie, die je dus opstart vanaf een usb-stick en die geen sporen achterlaat op je computer. Na je sessie wordt zelfs het ram gewist, voordat de distributie je pc uitschakelt. Klokkenluider Edward Snowden gebruikte Tails om de NSA te slim af te zijn.

Het handelsmerk van Tails is dat het alle netwerkverbindingen die je maakt via het anonimiseringsnetwerk Tor omleidt. Daardoor krijgen websites die je bezoekt niet je ip-adres te zien, maar dat van een willekeurige Tor-server. De Tor Browser, een browser gebaseerd op Firefox, neemt bovendien allerlei maatregelen om je privacy te waarborgen: advertenties worden verwijderd met uBlock Origin, met NoScript kies je zelf welke JavaScript je draait, met HTTPS Everywhere surf je automatisch naar de https-versie van een website als die er is enzovoort.

©PXimport

Voor extra beveiliging: Qubes OS

Qubes OS staat op de website van het project beschreven als “a reasonably secure operating system”, dat mogen we gerust een understatement noemen. Het is een van de veiligste besturingssystemen die er bestaat, omdat het verschillende aspecten van je computergebruik van elkaar isoleert. Dat doet het door verschillende ‘domeinen’ aan te maken (bijvoorbeeld privé, werk, bankzaken) en software per domein in een andere virtuele machine te draaien. Als er dan iemand via een exploit in je e-mailclient je computer heeft gekraakt, zit die vast in je privé-domein. Die kan dan dus geen malware installeren in het domein van je bankzaken. Ook hardware zoals de netwerkkaart en usb-controller zijn in afzonderlijke domeinen afgescheiden.

Dat is allemaal ook mogelijk in een andere Linux-distributie, of zelfs Windows, door verschillende virtuele machines op te starten. Maar Qubes OS maakt het hele proces transparant en gebruiksvriendelijk. Zo krijg je rond een venster van een programma een rand in een specifieke kleur per domein.

©PXimport

Voor gamers: SteamOS

SteamOS is het besturingssysteem van Valve dat het voor zijn gameconsole Steam Machine heeft gemaakt. Het is gebaseerd op Debian GNU/Linux en is ontworpen om op normale pc-hardware games te spelen. Je hoeft geen Steam Machine te kopen: je kunt SteamOS ook op je eigen hardware installeren. De minimumvereisten zijn een 64bit-processor van Intel of AMD, 4 GB werkgeheugen, 200 GB harde-schijfruimte en een grafische kaart van Intel, Nvidia (Fermi of nieuwer) of AMD (Radeon 8500 of nieuwer).

Je koopt je games in de Steam-winkel en speelt ze op je pc met SteamOS af. Die pc sluit je op je televisiescherm aan. De Steam-games moeten uiteraard Linux ondersteunen, maar dat is bij steeds meer Steam-games gelukkig het geval. Het is ook mogelijk om games van je Windows-, Mac- of Linux-pc naar SteamOS te streamen. SteamOS is overigens nog altijd in bèta.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen