ID.nl logo
Huis

Alles over foto's afdrukken met de beste kleuren

Je neemt foto’s met je smartphone of digitale camera, je importeert die naar je pc, je bewerkt ze op het scherm en je gaat je foto's afdrukken... om dan vast te stellen dat de kleuren helemaal niet levensecht ogen. Doordacht kleurbeheer gedurende de volledige workflow helpt je dat euvel te voorkomen.

Het lijkt misschien evident dat kleuren tijdens de hele workflow consistent blijven, maar de werkelijkheid blijkt behoorlijk complex. Zo leest de camera kleuren uit van een sensor, geeft je monitor die weer met een lichtbron en gekleurde pixels, produceert een printer kleuren door inkt te mengen en werkt een lab met meerdere lagen kleurstoffen. Kleuren worden in dit hele proces dus op uiteenlopende manier gecreëerd of weergegeven door de diverse apparaten. Bovendien kunnen niet alle apparaten evenveel of dezelfde kleuren weergeven.

We leggen eerst uit waar dat zoal mee te maken heeft en reiken je vervolgens hulpmiddelen aan om tot een optimaal kleurbeheer te komen: kalibratie en kleurprofielen. We concretiseren ook een en ander aan de hand van een paar workflows.

Onverwachte kleurverschuivingen kunnen te maken hebben met slecht afgestelde apparaten, maar zelfs met optimale instellingen is het vaak lastig dit fenomeen geheel te vermijden. Zo maakt een monitor gebruik van een directe lichtbron en werkt die met de primaire kleuren rood, groen en blauw (rgb). Wit ontstaat door deze drie kleuren met eenzelfde intensiteit weer te geven (additief).

©PXimport

Printers maken doorgaans gebruik van een geheel ander procedé. Wit ontstaat hier door afwezigheid van kleuren en bovendien worden andere primaire kleuren gebruikt: cyaan, magenta en geel. Over elkaar heen gedrukt absorberen die het licht (subtractief) en dat nemen je ogen waar als zwart – bruinzwart eigenlijk, wat verklaart waarom fabrikanten zwart als extra ‘kleur’ toevoegen (cmyk). Wanneer je dus een foto afdrukt, moet die de transitie van het additieve rgb-model naar het subtractieve cmyk-model optimaal zien te overleven.

Daar komt nog bij dat elk apparaat een verschillend scala aan kleuren reproduceert, de zogenoemde kleuromvang (gamut). Zo zullen diepblauwe tinten vaak beter tot hun recht komen op een monitor dan op een printer. Het is zelfs mogelijk dat bijvoorbeeld twee identieke schermen of printers toch een licht verschillende kleuromvang hebben, zodat bepaalde kleuren er anders uit kunnen zien.

Werken met Gamutvision

De specifieke kleurinformatie van zo’n apparaat vind je terug in een zogenoemd kleurprofiel. Met het gratis Gamutvision kun je de kleuromvang uit zo’n profiel opvragen en zelfs van twee profielen vergelijken. Start de tool op en klik linksonder op het pijltje bij 1. Selecteer Browse: het programma kijkt nu in de map waar kleurprofielen in Windows standaard worden opgeslagen (%systemroot%\System32\Spool\Drivers\Color). Selecteer hier het gewenste profiel. Herhaal dit voor nummer 2, maar selecteer deze keer een ander profiel. Vervolgens druk je linksonder op de knop View. In het uitklapmenu rechtsboven selecteer je de gewenste weergave, bijvoorbeeld 3D L*a*b* (wire input, solid output).

In het voorbeeldvenster worden nu de kleuromvang van beide profielen tegen elkaar afgezet. Als je bijvoorbeeld een monitor- en een printerprofiel met elkaar vergelijkt, is de kans groot dat die behoorlijk verschillend zijn. Je begrijpt nu ook waarom een naadloze overgang van het ene apparaat(profiel) naar het andere niet altijd zo evident is.

Met Gamutvision kun je ook de kleurprofielen van een invoer- en uitvoerapparaat, zoals een monitor en een printer, aan de hand van een specifieke foto analyseren. In het uitklapmenu rechtsboven selecteer je Read Image for analysis en haal je de foto op. Selecteer de gewenste kleurprofielen. In het uitklapmenu midden rechts selecteer je Output > Monitor, zodat je het resultaat van het uitvoerprofiel op het scherm te zien krijgt. Het is zelfs mogelijk per pixel het verschil tussen invoer en uitvoer te bekijken: plaats een vinkje bij Probe en klik met het vizier de beoogde pixel aan. Linksonder zie je het verschil tussen de invoerkleur (boven) en de uitvoerkleur (onder). Klik ergens buiten de afbeelding om de Probe-modus te stoppen.

©PXimport

Verder kun je via het uitklapmenu linksonder experimenteren met de ‘rendering intent’ (weergave-intentie). Dat is de omzetmethode die wordt gebruikt om de kleuren aan te passen wanneer die buiten de kleuromvang van het uitvoerapparaat liggen. De twee meest gebruikte rendering intents voor foto’s zijn relatief colorimetrisch en perceptueel.

Bij de eerste wordt het witte punt van de invoer met dat van de uitvoer vergeleken en alle kleuren die buiten de kleuromvang van de uitvoer vallen, worden naar de dichtstbijzijnde beschikbare kleuren verschoven. Bij de perceptuele methode wordt getracht de natuurlijke look van de afbeelding zoveel mogelijk te behouden. Degelijke fotobewerkingstools laten je toe zelf de rendering intent voor je fotoafdrukken in te stellen.

Verder in dit artikel gaan we profielen in onze workflows integreren, maar voor je dat doet zorg je er best voor dat de betreffende apparaten, zoals monitor en printer, gekalibreerd zijn. Dat houdt in dat je eventuele (kleur)afwijkingen van de apparaten vaststelt en zo nodig bijstuurt om op die manier de gewenste kleuren zo dicht mogelijk te benaderen. Immers, stel dat je monitor een rode kleurenzweem heeft en te helder is ingesteld, dan is het risico groot dat je met de fotobewerkingstool onterecht de helderheid en het aandeel van de kleur rood in je foto’s gaat verminderen.

Monitor kalibreren

Voor het kalibreren van je monitor verwijzen we je eerst graag door naar de volgende artikelen:

Monitor kalibreren: Zo optimaliseer je schermkleuren

Monitor kalibreren met kleurmeter

Windows heeft zelf ook een ingebouwde kalibratiewizard en je doet er goed aan die uit te voeren. Druk op de Windows-knop, tik kalibreren in, kies Beeldschermkleur kalibreren en druk op Volgende (2x), waarna je de verdere instructies nauwgezet volgt. Via de wizard kun je een optimale gammawaarde, helderheid/contrast (via het osd-menu) en kleurbalans vastleggen. Op het einde krijg je nog de gelegenheid het effect van de vorige kalibratie met de huidige te vergelijken.

Hierbij kun je het venster van de wizard het best verkleinen, zodat je het effect van de kalibraties op je referentieplaatje(s) kunt beoordelen. Het vinkje bij ClearType Tuner starten […] laat je staan: zo krijg je ook een optimale tekstweergave. Rond af met Voltooien. Dat zorgt ervoor dat de wizard op basis van je instellingen een kleurprofiel voor je monitor creëert en activeert.

Het is raadzaam om zo’n kalibratie regelmatig uit te voeren, omdat (kleur)afwijkingen na verloop van tijd kunnen wijzigen.

Printer kalibreren

Na de monitorkalibratie is de printer aan de beurt. Met behulp van een spectrofotometer (die meet de golflengte van het licht over het zichtbare kleurenspectrum) en de bijbehorende software is het weliswaar mogelijk een kleurenanalyse van je prints uit te voeren en op basis daarvan een kleurprofiel samen te stellen, maar dat kost je al snel enkele honderden euro.

Je kunt dat ook uitbesteden, bijvoorbeeld bij Menccolor of Kleurprofiel.com. Hun werkwijzen zijn vergelijkbaar. Eerst druk je de bijbehorende tiff-bestanden (targets) af, zonder dat daarbij kleurcorrectie wordt toegepast. Dat kun je doen met de gratis tool ACPU (Adobe Color Printer Utility). Controleer ook in de instellingen van je printerdriver of er geen kleurbeheer of -aanpassingen worden uitgevoerd.

De afdrukken stuur je vervolgens per post op naar de dienst, waarna je het kleurprofiel via mail ontvangt. Afhankelijk van het aantal af te drukken kleurvakken betaal je voor zo’n analyse en het resulterende profiel een bedrag vanaf circa 20 euro.

Beschik je niet over een geschikt kleurprofiel voor je printer, dan kun je desnoods zelf je printer ‘kalibreren’ aan de hand van geschikte testplaatjes. Of je googelt voor plaatjes naar iets als color chart calibration. Je kunt zulke afbeeldingen eventueel aanvullen met enkele ‘natuurlijke’ beelden die je wel vaker fotografeert.

©PXimport

Het is nu de bedoeling dat je deze plaatjes afdrukt op het papier dat je ook voor je foto’s gaat gebruiken. Vervolgens bestudeer je grondig de afdrukken, bij voorkeur met een vergrootglas. Merk je onvolkomenheden als een kleurenzweem op, dan kun je dat proberen bij te stellen vanuit de instellingen van je printerdriver.

Druk op de Windows-knop, tik printer in en kies Printers en scanners. Selecteer je kleurenprinter en klik op Beheren / Printereigenschappen. Afhankelijk van je configuratiesoftware vind je hier op een van de tabbladen vast wel opties om de kleurverwerking door het apparaat aan te passen (bijvoorbeeld bij Voorkeursinstellingen / Kleur / Meer kleuropties), met name de helderheid, de verzadiging, de kleurtint en het relatieve aandeel van elke kleur.

Let wel, de afdrukkwaliteit en kleurweergave hangen ook samen met de papiersoort. Liever dan de instellingen telkens aan te passen, installeer je dezelfde printer meerdere keren en kies je per papiersoort de optimale instellingen, waarna je elke printerconfiguratie een aangepaste naam meegeeft, zoals Glanzend fotopapier, enzovoort.

Kleurprofielen

Zoals aangegeven kunnen degelijke kleurprofielen in belangrijke mate bijdragen aan optimale kleurverwerking, en je weet inmiddels hoe je zo’n profiel voor je scherm (via de kalibratiewizard) en voor je printer (via een spectrofotometerdienst) kunt bemachtigen. Overigens is het wel zo dat je doorgaans ook kleurprofielen kunt vinden op de supportsite van de producent van het apparaat. Of je beproeft je geluk voor monitorprofielen bij TFT Central (www.tftcentral.co.uk/articles/icc_profiles.htm).

Deze kleurprofielen houden natuurlijk geen rekening met afwijkingen die zich specifiek op jouw apparaat kunnen voordoen, bijvoorbeeld door veroudering. Maar hoe installeer je zo’n profiel? In Windows is dat zeer eenvoudig: klik met de rechtermuisknop op het icc- of icm-bestand en selecteer Profiel installeren.

Je wilt natuurlijk ook zelf controleren welke profielen aan jouw apparaten zijn gekoppeld. Dat gaat in Windows als volgt. Druk op Windows-knop + R en voer colorcpl uit. Het venster van Windows-kleurbeheer verschijnt. Selecteer het gewenste apparaat in het uitklapmenu, zoals je monitor, printer of scanner. In het venster verschijnt telkens het bijbehorende, actieve profiel. Om een ander profiel toe te wijzen, plaats je een vinkje bij Mijn instellingen voor dit apparaat gebruiken, klik je op Toevoegen, verwijs je naar de juiste locatie en klik je op Als standaardprofiel instellen.

Terugkeren naar de standaard systeeminstellingen doe je door de knop Profielen in te drukken en Mijn instellingen door de standaardwaarden van systeem vervangen te selecteren.

©PXimport

Kleurinstellingen Photoshop

We gaan ervan uit dat je de nodige kalibratie(s) hebt doorgevoerd en de optimale kleurprofielen aan je apparaten hebt gekoppeld. Nu moet je die natuurlijk nog wel op de juiste manier integreren in je workflow – van camera tot printer, zeg maar. We nemen in dit artikel vooral Photoshop CC (2019) als voorbeeld, maar ook bij andere (semi-)professionele fotobewerkingstools als Adobe Lightroom en GIMP zijn vergelijkbare opties of instellingen mogelijk.

Logischerwijze beginnen we bij de digitale camera. De meeste gebruiken standaard de kleurruimte sRGB, maar wegens de grotere kleuromvang kun je beter voor Adobe RGB kiezen, mocht dat beschikbaar zijn. Nog beter uiteraard is dat je in raw fotografeert als je toestel die mogelijkheid biedt: je bepaalt dan naderhand zelf in je raw-software (zoals Adobe Lightroom of Camera Raw) welke kleurruimte je verkiest en dus welke kleuren je eventueel overboord gooit. Smartphones zijn minder flexibel: als ze al een kleurprofiel gebruiken, wordt dat simpelweg in het fotobestand ingebed.

Bij het ophalen van je foto’s naar je pc zorg je er bij voorkeur voor dat ze het eventueel ingebedde profiel van de fotobestanden ongemoeid laten, zodat er geen automatische kleurconversies worden doorgevoerd. In Photoshop CC (2019) bijvoorbeeld kan dat als volgt. Ga naar Bewerken / Kleurinstellingen en selecteer bij Beleid voor kleurbeheer driemaal Ingesloten profielen behouden. Bij Profielen komen niet overeen en Ontbrekende profielen plaats je een vinkje bij Vragen bij openen (2x) en Vragen bij plakken.

Als RGB-werkruimte selecteer je bij voorkeur Adobe RGB, of, als de foto’s alleen voor het scherm of het web zijn bestemd, voor sRGB […]. Zo’n werkruimte is niets anders dan de kleurruimte (het kleurprofiel met een bepaalde kleuromvang) waarbinnen je de foto gaat bewerken. Photoshop voorziet ook wel in de werkruimte Wide Gamut RGB, maar die is zo uitgebreid dat er ongewenste neveneffecten kunnen optreden bij de conversie.

©PXimport

Wanneer je met deze instellingen een fotobestand opent waarin een afwijkend kleurprofiel is ingesloten, kun je kiezen tussen Ingesloten profiel gebruiken (ipv. werkruimte), Documentkleuren omzetten naar werkruimte en Ingesloten profiel verwijderen(geen kleurbeheer). Tenzij je absoluut een ander profiel wilt toewijzen, kies je in de meeste gevallen het best voor Ingesloten profiel gebruiken, zodat er geen ongewilde kleurconversies optreden.

Is er geen profiel ingesloten, dan kun je Profiel toewijzen / Adobe RGB selecteren, tenzij je weet dat de camera bijvoorbeeld op sRGB was ingesteld – in dat geval houd je het bij sRGB. Overigens is het binnen Photoshop via Bewerken / Profiel toewijzen altijd nog mogelijk een ander profiel toe te kennen als je dat absoluut wenst.

Anders wordt het wanneer je vanuit Photoshop een raw-afbeelding importeert. Adobe Camera Raw schiet dan wakker en laat je zelf de gewenste kleurruimte toewijzen. In dit geval kun je gerust voor ProPhoto RGB kiezen: die heeft de grootste kleuromvang. Dat doe je door onder de foto de link aan te klikken en de ruimte in te stellen op ProPhoto RGB.

Printerinstellingen Photoshop

Je hebt alle gewenste bewerkingen uitgevoerd op je afbeelding en je wilt het resultaat afdrukken op je eigen printer. Maar voordat je de afdrukknop indrukt, is het een goed idee om het resultaat te bekijken … op je scherm (‘soft proofing’).

Open daartoe het menu Weergave en kies Instellen proef / Aangepast. Er verschijnt een dialoogvenster waarin je bij Te simuleren apparaat het kleurprofiel van je printer selecteert. De Rendering intent stelt Photoshop standaard in op Relatief colorimetrisch, maar ga in dit venster zeker ook even na wat het effect is van Perceptueel (laat dan wel het vinkje staan bij Voorvertoning).

©PXimport

Wil je deze drukproefinstellingen voor hergebruik bewaren, druk dan op Opslaan en geef ze een specifieke naam mee: die duikt dan voortaan op bij Weergave / Instellen proef.

Je proefdruk ziet er goed uit? Dan houdt niets je nog tegen om Bestand / Afdrukken te selecteren. Bij Kleurverwerking kies je vervolgens Photoshop beheert kleuren en bij Printerprofiel selecteer je het kleurprofiel van je printer. Vergeet niet het kleurbeheer in je printer(driver) uit te schakelen. Selecteer de gewenste Rendering intent en zorg dat de drie opties linksonder van een vinkje zijn voorzien. De optie Kleuromvangwaarschuwing toont je op de voorbeeldweergave welke kleuren op basis van de geselecteerde opties eventueel buiten de kleuromvang van je printer vallen.

Is alles naar wens? Afdrukken dan maar!

▼ Volgende artikel
Vuurwerk fotograferen met je smartphone: zo krijg je de mooiste foto's
© ID.nl
Huis

Vuurwerk fotograferen met je smartphone: zo krijg je de mooiste foto's

De jaarwisseling 2025/2026 is het laatste keer dat we zelf vuurwerk mogen afsteken. Reken maar dat er dus heel wat siervuurwerk de lucht in gaat op oudejaarsavond! Natuurlijk wil je daar foto's van maken, maar het blijft lastig om dit spektakel goed vast te leggen met een telefoon. Vaak eindig je met bewogen strepen of een overbelichte waas op je scherm. Met de juiste voorbereiding en instellingen maak je dit jaar foto's die wél de moeite waard zijn om te bewaren.

In dit artikel

Vuurwerk fotograferen met je smartphone vraagt om een goede voorbereiding en de juiste instellingen. Je leest hoe je je telefoon stabiel houdt, waarom een schone lens verschil maakt en welke instellingen helpen om lichtsporen scherp vast te leggen. Ook leggen we uit hoe Live Photos op de iPhone en de Pro-modus op Android werken, en waar je op let bij timing en compositie voor een sterker eindresultaat. 

Lees ook: Betere foto's met je smartphone? 5 fouten die je nooit moet maken! (Plus: de beste camera-smartphones 2025)

Begin met een schone lens door er even een microvezeldoekje overheen te halen. Vette vingers veroorzaken namelijk vlekken waardoor het felle licht van het vuurwerk minder goed wordt vastgelegd. Controleer daarnaast of je nog voldoende opslagruimte vrij hebt op je toestel. Omdat je waarschijnlijk veel beelden achter elkaar schiet, loopt je geheugen sneller vol dan je denkt. Vergeet ook niet om je batterij volledig op te laden, want als het koud is, gaat de accu van je smartphone sneller leeg.  

Stabiliteit voor scherpe beelden

Lichtflitsen in het donker fotograferen vraagt om een langere sluitertijd. Hierdoor is elke kleine beweging van je handen direct zichtbaar als een onscherpe vlek. Gebruik bij voorkeur een klein statief of een smartphonehouder om je toestel stil te houden. Heb je die niet bij de hand? Leun dan tegen een muur of lantaarnpaal en houd je smartphone met beide handen stevig vast. Gebruik in geen geval de digitale zoom. Dit verlaagt de kwaliteit van je foto aanzienlijk en maakt de korreligheid alleen maar erger.

©ID.nl

Lichtsporen vastleggen met iPhone

Heb je een iPhone, dan is de functie Live Photos je beste vriend tijdens de jaarwisseling. Zorg dat het ronde icoontje voor Live Photos bovenin je camera-app geel gekleurd is. Nadat je de foto hebt gemaakt, open je deze in de Foto's-app. Tik linksboven op het woordje 'Live' en kies uit het menu voor 'Lange belichting'. Je telefoon voegt dan alle beelden uit de opname samen tot één foto. Hierdoor veranderen de losse lichtpuntjes in vloeiende, lichtgevende banen tegen een donkere lucht. Gebruik hierbij bij voorkeur een statief of zet je iPhone ergens stabiel neer. Wanneer je namelijk los uit de hand fotografeert, worden de bewegingen die je zelf maakt ook meegenomen, en dat kan zorgen voor een wazig eindresultaat.

De Pro-modus op Android gebruiken

Veel Android-telefoons hebben een Pro-modus waarmee je handmatig de sluitertijd aanpast. Open deze stand in je camera-app en zoek naar de letter 'S' (Sluitertijd). Voor vuurwerk werkt een sluitertijd tussen de twee en vier seconden vaak het best. Houd de ISO-waarde laag, bijvoorbeeld op 100, om ruis in de donkere delen te voorkomen. Omdat de sluiter nu langer openstaat, is een statief echt een vereiste. Je krijgt dan de bekende foto's waarbij je de hele weg van de vuurpijl als een lichtspoor ziet.

Timing en compositie bepalen

Het moment waarop je afdrukt is bepalend voor het eindresultaat. Werk je met een normale sluitertijd, dan is de burst-modus handig: houd de ontspanknop ingedrukt wanneer een pijl de lucht in gaat. Zo leg je de hele explosie vast en kies je achteraf de mooiste foto uit de reeks. Denk ook na over de compositie van je beeld. Een foto van alleen de lucht is vaak wat kaal. Probeer elementen uit de omgeving mee te nemen, zoals silhouetten van gebouwen of bomen. Dit geeft context en maakt het plaatje een stuk interessanter.

🎆 Snelle checklist 🎆

Wat?Hoe?
StatiefGebruik een stabiele ondergrond of een houder
FlitserSchakel deze functie handmatig uit
FocusVergrendel de scherpte op de plek van de explosie
BelichtingVerlaag de helderheid voor diepere kleuren
ZoomBlijf op de standaardstand staan voor maximale scherpte
ModusGebruik de burst-functie voor een reeks opnames
▼ Volgende artikel
Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat?
© sara_winter - stock.adobe.com
Huis

Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat?

De geur van versgebakken oliebollen hoort bij december. Toch ziet niet iedereen het zitten om met een pan heet vet aan de slag te gaan. Oliebakken in de airfryer lijkt dan een aantrekkelijk alternatief: minder luchtjes en ook nog eens minder vet. Maar levert bakken in een airfryer dezelfde oliebol op, of moet je toch de frituurpan uit het vet halen?

In dit artikel

Je leest waarom je geen klassieke oliebollen kunt bakken in een airfryer en wat daar technisch misgaat. Ook leggen we uit wat je wel voor oudjaarsalternatief kunt maken met de airfryer én hoe je de airfryer slim gebruikt om gekochte oliebollen weer knapperig en warm te maken.

Lees ook: Ontdek de minder bekende functies van je airfryer

Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat? Het korte antwoord is duidelijk: nee, een traditionele oliebol bak je niet in een airfryer. Klassiek oliebollenbeslag is vloeibaar en heeft direct contact met hete olie nodig om zijn vorm en structuur te krijgen. Een airfryer is in de basis een compacte heteluchtoven. Zonder een bad van hete olie kan het beslag niet snel genoeg stollen. Wie het toch probeert, ziet het deeg door het mandje zakken of uitlopen tot een platte, taaie schijf. Dat ligt niet aan het recept, maar aan de techniek.

Waarom hete olie onmisbaar is

Zodra je het beslag van de oliebol in de hete olie van de frituurpan schept, ontstaat er vrijwel direct een korstje om de buitenkant. Binnen in de bol ontstaat stoom, waardoor de bol uitzet en luchtig wordt. Die combinatie van afsluiten en opblazen zorgt voor de typische oliebolstructuur. In een airfryer ontbreekt die directe warmteoverdracht. Hete lucht is simpelweg minder krachtig dan hete olie. Zonder direct contact met heet vet kan het beslag niet snel genoeg stollen. Daardoor blijft een echte oliebol uit de airfryer onmogelijk.

©Gegenereerd door AI

Wat wel kan: kwarkbollen uit de airfryer

Wie toch iets zelf wil maken in de airfryer, moet het klassieke oliebollenbeslag loslaten. Met een steviger beslag, bijvoorbeeld op basis van kwark, kun je ballen vormen die hun vorm behouden. Deze bollen garen prima in de hete lucht en krijgen een mooie bruine buitenkant. De uitkomst lijkt qua vorm op een oliebol, maar de structuur is compacter en de smaak meer broodachtig. Denk aan iets tussen een zoet broodje en een scone. Lekker, lichter en prima als alternatief, maar: het is geen oliebol zoals je die van de kraam kent.

Kwarkbollen uit de airfryer

Meng 250 gram volle kwark met 1 ei en 50 gram suiker tot een glad mengsel. Voeg vervolgens 300 gram zelfrijzend bakmeel toe, samen met een snuf zout. Meng alles kort tot een samenhangend deeg. Het deeg moet stevig zijn en nauwelijks plakken. Is het te nat, voeg dan een beetje extra bakmeel toe. Wie wil, kan rozijnen, stukjes appel of wat citroenrasp door het deeg mengen.

Bestuif je handen licht met bloem en draai ballen ter grootte van een kleine mandarijn. Leg ze met wat ruimte ertussen in het mandje van de airfryer, eventueel op een stukje bakpapier. Bak de bollen in ongeveer 12 tot 15 minuten op 180 graden. Halverwege kun je ze voorzichtig keren zodat ze gelijkmatig bruin worden.

Laat de bollen kort afkoelen en bestuif ze eventueel met poedersuiker. Vers zijn ze het lekkerst, maar ook lauw blijven ze prima eetbaar.

Wat ook goed kan: oliebollen opwarmen in de airfryer

Waar de airfryer wel echt tot zijn recht komt, is bij het opwarmen van gekochte oliebollen. In de magnetron worden ze snel slap en taai. In de airfryer gebeurt het tegenovergestelde. Door de bollen een paar minuten op ongeveer 180 graden te verwarmen, wordt de korst weer knapperig en warmt de binnenkant gelijkmatig op. Je oliebollen smaken weer alsof je ze net gebakken (of gehaald) hebt!

Samenvatting

Wil je de échte oliebol, dan heb je twee opties: zelf bakken in een frituurpan of halen bij de kraam. Bakken in de airfryer kan niet, omdat vloeibaar beslag niet geschikt is voor hete lucht. Je kunt bijvoorbeeld wel kwarkbollen maken, maar dat is toch anders. De grootste winst zit in het opwarmen van kant-en-klare oliebollen: in de airfryer gaat dat snel, ze worden heerlijk knapperig en je hebt geen last van frituurlucht in huis.


Nog even niet aan denken...

...maar voor 1 januari, je goede voornemens

🎆 Vuurwerk op je Galaxy Smartphone? 👇

View post on TikTok