ID.nl logo
Huis

Alles over foto's afdrukken met de beste kleuren

Je neemt foto’s met je smartphone of digitale camera, je importeert die naar je pc, je bewerkt ze op het scherm en je gaat je foto's afdrukken... om dan vast te stellen dat de kleuren helemaal niet levensecht ogen. Doordacht kleurbeheer gedurende de volledige workflow helpt je dat euvel te voorkomen.

Het lijkt misschien evident dat kleuren tijdens de hele workflow consistent blijven, maar de werkelijkheid blijkt behoorlijk complex. Zo leest de camera kleuren uit van een sensor, geeft je monitor die weer met een lichtbron en gekleurde pixels, produceert een printer kleuren door inkt te mengen en werkt een lab met meerdere lagen kleurstoffen. Kleuren worden in dit hele proces dus op uiteenlopende manier gecreëerd of weergegeven door de diverse apparaten. Bovendien kunnen niet alle apparaten evenveel of dezelfde kleuren weergeven.

We leggen eerst uit waar dat zoal mee te maken heeft en reiken je vervolgens hulpmiddelen aan om tot een optimaal kleurbeheer te komen: kalibratie en kleurprofielen. We concretiseren ook een en ander aan de hand van een paar workflows.

Onverwachte kleurverschuivingen kunnen te maken hebben met slecht afgestelde apparaten, maar zelfs met optimale instellingen is het vaak lastig dit fenomeen geheel te vermijden. Zo maakt een monitor gebruik van een directe lichtbron en werkt die met de primaire kleuren rood, groen en blauw (rgb). Wit ontstaat door deze drie kleuren met eenzelfde intensiteit weer te geven (additief).

©PXimport

Printers maken doorgaans gebruik van een geheel ander procedé. Wit ontstaat hier door afwezigheid van kleuren en bovendien worden andere primaire kleuren gebruikt: cyaan, magenta en geel. Over elkaar heen gedrukt absorberen die het licht (subtractief) en dat nemen je ogen waar als zwart – bruinzwart eigenlijk, wat verklaart waarom fabrikanten zwart als extra ‘kleur’ toevoegen (cmyk). Wanneer je dus een foto afdrukt, moet die de transitie van het additieve rgb-model naar het subtractieve cmyk-model optimaal zien te overleven.

Daar komt nog bij dat elk apparaat een verschillend scala aan kleuren reproduceert, de zogenoemde kleuromvang (gamut). Zo zullen diepblauwe tinten vaak beter tot hun recht komen op een monitor dan op een printer. Het is zelfs mogelijk dat bijvoorbeeld twee identieke schermen of printers toch een licht verschillende kleuromvang hebben, zodat bepaalde kleuren er anders uit kunnen zien.

Werken met Gamutvision

De specifieke kleurinformatie van zo’n apparaat vind je terug in een zogenoemd kleurprofiel. Met het gratis Gamutvision kun je de kleuromvang uit zo’n profiel opvragen en zelfs van twee profielen vergelijken. Start de tool op en klik linksonder op het pijltje bij 1. Selecteer Browse: het programma kijkt nu in de map waar kleurprofielen in Windows standaard worden opgeslagen (%systemroot%\System32\Spool\Drivers\Color). Selecteer hier het gewenste profiel. Herhaal dit voor nummer 2, maar selecteer deze keer een ander profiel. Vervolgens druk je linksonder op de knop View. In het uitklapmenu rechtsboven selecteer je de gewenste weergave, bijvoorbeeld 3D L*a*b* (wire input, solid output).

In het voorbeeldvenster worden nu de kleuromvang van beide profielen tegen elkaar afgezet. Als je bijvoorbeeld een monitor- en een printerprofiel met elkaar vergelijkt, is de kans groot dat die behoorlijk verschillend zijn. Je begrijpt nu ook waarom een naadloze overgang van het ene apparaat(profiel) naar het andere niet altijd zo evident is.

Met Gamutvision kun je ook de kleurprofielen van een invoer- en uitvoerapparaat, zoals een monitor en een printer, aan de hand van een specifieke foto analyseren. In het uitklapmenu rechtsboven selecteer je Read Image for analysis en haal je de foto op. Selecteer de gewenste kleurprofielen. In het uitklapmenu midden rechts selecteer je Output > Monitor, zodat je het resultaat van het uitvoerprofiel op het scherm te zien krijgt. Het is zelfs mogelijk per pixel het verschil tussen invoer en uitvoer te bekijken: plaats een vinkje bij Probe en klik met het vizier de beoogde pixel aan. Linksonder zie je het verschil tussen de invoerkleur (boven) en de uitvoerkleur (onder). Klik ergens buiten de afbeelding om de Probe-modus te stoppen.

©PXimport

Verder kun je via het uitklapmenu linksonder experimenteren met de ‘rendering intent’ (weergave-intentie). Dat is de omzetmethode die wordt gebruikt om de kleuren aan te passen wanneer die buiten de kleuromvang van het uitvoerapparaat liggen. De twee meest gebruikte rendering intents voor foto’s zijn relatief colorimetrisch en perceptueel.

Bij de eerste wordt het witte punt van de invoer met dat van de uitvoer vergeleken en alle kleuren die buiten de kleuromvang van de uitvoer vallen, worden naar de dichtstbijzijnde beschikbare kleuren verschoven. Bij de perceptuele methode wordt getracht de natuurlijke look van de afbeelding zoveel mogelijk te behouden. Degelijke fotobewerkingstools laten je toe zelf de rendering intent voor je fotoafdrukken in te stellen.

Verder in dit artikel gaan we profielen in onze workflows integreren, maar voor je dat doet zorg je er best voor dat de betreffende apparaten, zoals monitor en printer, gekalibreerd zijn. Dat houdt in dat je eventuele (kleur)afwijkingen van de apparaten vaststelt en zo nodig bijstuurt om op die manier de gewenste kleuren zo dicht mogelijk te benaderen. Immers, stel dat je monitor een rode kleurenzweem heeft en te helder is ingesteld, dan is het risico groot dat je met de fotobewerkingstool onterecht de helderheid en het aandeel van de kleur rood in je foto’s gaat verminderen.

Monitor kalibreren

Voor het kalibreren van je monitor verwijzen we je eerst graag door naar de volgende artikelen:

Monitor kalibreren: Zo optimaliseer je schermkleuren

Monitor kalibreren met kleurmeter

Windows heeft zelf ook een ingebouwde kalibratiewizard en je doet er goed aan die uit te voeren. Druk op de Windows-knop, tik kalibreren in, kies Beeldschermkleur kalibreren en druk op Volgende (2x), waarna je de verdere instructies nauwgezet volgt. Via de wizard kun je een optimale gammawaarde, helderheid/contrast (via het osd-menu) en kleurbalans vastleggen. Op het einde krijg je nog de gelegenheid het effect van de vorige kalibratie met de huidige te vergelijken.

Hierbij kun je het venster van de wizard het best verkleinen, zodat je het effect van de kalibraties op je referentieplaatje(s) kunt beoordelen. Het vinkje bij ClearType Tuner starten […] laat je staan: zo krijg je ook een optimale tekstweergave. Rond af met Voltooien. Dat zorgt ervoor dat de wizard op basis van je instellingen een kleurprofiel voor je monitor creëert en activeert.

Het is raadzaam om zo’n kalibratie regelmatig uit te voeren, omdat (kleur)afwijkingen na verloop van tijd kunnen wijzigen.

Printer kalibreren

Na de monitorkalibratie is de printer aan de beurt. Met behulp van een spectrofotometer (die meet de golflengte van het licht over het zichtbare kleurenspectrum) en de bijbehorende software is het weliswaar mogelijk een kleurenanalyse van je prints uit te voeren en op basis daarvan een kleurprofiel samen te stellen, maar dat kost je al snel enkele honderden euro.

Je kunt dat ook uitbesteden, bijvoorbeeld bij Menccolor of Kleurprofiel.com. Hun werkwijzen zijn vergelijkbaar. Eerst druk je de bijbehorende tiff-bestanden (targets) af, zonder dat daarbij kleurcorrectie wordt toegepast. Dat kun je doen met de gratis tool ACPU (Adobe Color Printer Utility). Controleer ook in de instellingen van je printerdriver of er geen kleurbeheer of -aanpassingen worden uitgevoerd.

De afdrukken stuur je vervolgens per post op naar de dienst, waarna je het kleurprofiel via mail ontvangt. Afhankelijk van het aantal af te drukken kleurvakken betaal je voor zo’n analyse en het resulterende profiel een bedrag vanaf circa 20 euro.

Beschik je niet over een geschikt kleurprofiel voor je printer, dan kun je desnoods zelf je printer ‘kalibreren’ aan de hand van geschikte testplaatjes. Of je googelt voor plaatjes naar iets als color chart calibration. Je kunt zulke afbeeldingen eventueel aanvullen met enkele ‘natuurlijke’ beelden die je wel vaker fotografeert.

©PXimport

Het is nu de bedoeling dat je deze plaatjes afdrukt op het papier dat je ook voor je foto’s gaat gebruiken. Vervolgens bestudeer je grondig de afdrukken, bij voorkeur met een vergrootglas. Merk je onvolkomenheden als een kleurenzweem op, dan kun je dat proberen bij te stellen vanuit de instellingen van je printerdriver.

Druk op de Windows-knop, tik printer in en kies Printers en scanners. Selecteer je kleurenprinter en klik op Beheren / Printereigenschappen. Afhankelijk van je configuratiesoftware vind je hier op een van de tabbladen vast wel opties om de kleurverwerking door het apparaat aan te passen (bijvoorbeeld bij Voorkeursinstellingen / Kleur / Meer kleuropties), met name de helderheid, de verzadiging, de kleurtint en het relatieve aandeel van elke kleur.

Let wel, de afdrukkwaliteit en kleurweergave hangen ook samen met de papiersoort. Liever dan de instellingen telkens aan te passen, installeer je dezelfde printer meerdere keren en kies je per papiersoort de optimale instellingen, waarna je elke printerconfiguratie een aangepaste naam meegeeft, zoals Glanzend fotopapier, enzovoort.

Kleurprofielen

Zoals aangegeven kunnen degelijke kleurprofielen in belangrijke mate bijdragen aan optimale kleurverwerking, en je weet inmiddels hoe je zo’n profiel voor je scherm (via de kalibratiewizard) en voor je printer (via een spectrofotometerdienst) kunt bemachtigen. Overigens is het wel zo dat je doorgaans ook kleurprofielen kunt vinden op de supportsite van de producent van het apparaat. Of je beproeft je geluk voor monitorprofielen bij TFT Central (www.tftcentral.co.uk/articles/icc_profiles.htm).

Deze kleurprofielen houden natuurlijk geen rekening met afwijkingen die zich specifiek op jouw apparaat kunnen voordoen, bijvoorbeeld door veroudering. Maar hoe installeer je zo’n profiel? In Windows is dat zeer eenvoudig: klik met de rechtermuisknop op het icc- of icm-bestand en selecteer Profiel installeren.

Je wilt natuurlijk ook zelf controleren welke profielen aan jouw apparaten zijn gekoppeld. Dat gaat in Windows als volgt. Druk op Windows-knop + R en voer colorcpl uit. Het venster van Windows-kleurbeheer verschijnt. Selecteer het gewenste apparaat in het uitklapmenu, zoals je monitor, printer of scanner. In het venster verschijnt telkens het bijbehorende, actieve profiel. Om een ander profiel toe te wijzen, plaats je een vinkje bij Mijn instellingen voor dit apparaat gebruiken, klik je op Toevoegen, verwijs je naar de juiste locatie en klik je op Als standaardprofiel instellen.

Terugkeren naar de standaard systeeminstellingen doe je door de knop Profielen in te drukken en Mijn instellingen door de standaardwaarden van systeem vervangen te selecteren.

©PXimport

Kleurinstellingen Photoshop

We gaan ervan uit dat je de nodige kalibratie(s) hebt doorgevoerd en de optimale kleurprofielen aan je apparaten hebt gekoppeld. Nu moet je die natuurlijk nog wel op de juiste manier integreren in je workflow – van camera tot printer, zeg maar. We nemen in dit artikel vooral Photoshop CC (2019) als voorbeeld, maar ook bij andere (semi-)professionele fotobewerkingstools als Adobe Lightroom en GIMP zijn vergelijkbare opties of instellingen mogelijk.

Logischerwijze beginnen we bij de digitale camera. De meeste gebruiken standaard de kleurruimte sRGB, maar wegens de grotere kleuromvang kun je beter voor Adobe RGB kiezen, mocht dat beschikbaar zijn. Nog beter uiteraard is dat je in raw fotografeert als je toestel die mogelijkheid biedt: je bepaalt dan naderhand zelf in je raw-software (zoals Adobe Lightroom of Camera Raw) welke kleurruimte je verkiest en dus welke kleuren je eventueel overboord gooit. Smartphones zijn minder flexibel: als ze al een kleurprofiel gebruiken, wordt dat simpelweg in het fotobestand ingebed.

Bij het ophalen van je foto’s naar je pc zorg je er bij voorkeur voor dat ze het eventueel ingebedde profiel van de fotobestanden ongemoeid laten, zodat er geen automatische kleurconversies worden doorgevoerd. In Photoshop CC (2019) bijvoorbeeld kan dat als volgt. Ga naar Bewerken / Kleurinstellingen en selecteer bij Beleid voor kleurbeheer driemaal Ingesloten profielen behouden. Bij Profielen komen niet overeen en Ontbrekende profielen plaats je een vinkje bij Vragen bij openen (2x) en Vragen bij plakken.

Als RGB-werkruimte selecteer je bij voorkeur Adobe RGB, of, als de foto’s alleen voor het scherm of het web zijn bestemd, voor sRGB […]. Zo’n werkruimte is niets anders dan de kleurruimte (het kleurprofiel met een bepaalde kleuromvang) waarbinnen je de foto gaat bewerken. Photoshop voorziet ook wel in de werkruimte Wide Gamut RGB, maar die is zo uitgebreid dat er ongewenste neveneffecten kunnen optreden bij de conversie.

©PXimport

Wanneer je met deze instellingen een fotobestand opent waarin een afwijkend kleurprofiel is ingesloten, kun je kiezen tussen Ingesloten profiel gebruiken (ipv. werkruimte), Documentkleuren omzetten naar werkruimte en Ingesloten profiel verwijderen(geen kleurbeheer). Tenzij je absoluut een ander profiel wilt toewijzen, kies je in de meeste gevallen het best voor Ingesloten profiel gebruiken, zodat er geen ongewilde kleurconversies optreden.

Is er geen profiel ingesloten, dan kun je Profiel toewijzen / Adobe RGB selecteren, tenzij je weet dat de camera bijvoorbeeld op sRGB was ingesteld – in dat geval houd je het bij sRGB. Overigens is het binnen Photoshop via Bewerken / Profiel toewijzen altijd nog mogelijk een ander profiel toe te kennen als je dat absoluut wenst.

Anders wordt het wanneer je vanuit Photoshop een raw-afbeelding importeert. Adobe Camera Raw schiet dan wakker en laat je zelf de gewenste kleurruimte toewijzen. In dit geval kun je gerust voor ProPhoto RGB kiezen: die heeft de grootste kleuromvang. Dat doe je door onder de foto de link aan te klikken en de ruimte in te stellen op ProPhoto RGB.

Printerinstellingen Photoshop

Je hebt alle gewenste bewerkingen uitgevoerd op je afbeelding en je wilt het resultaat afdrukken op je eigen printer. Maar voordat je de afdrukknop indrukt, is het een goed idee om het resultaat te bekijken … op je scherm (‘soft proofing’).

Open daartoe het menu Weergave en kies Instellen proef / Aangepast. Er verschijnt een dialoogvenster waarin je bij Te simuleren apparaat het kleurprofiel van je printer selecteert. De Rendering intent stelt Photoshop standaard in op Relatief colorimetrisch, maar ga in dit venster zeker ook even na wat het effect is van Perceptueel (laat dan wel het vinkje staan bij Voorvertoning).

©PXimport

Wil je deze drukproefinstellingen voor hergebruik bewaren, druk dan op Opslaan en geef ze een specifieke naam mee: die duikt dan voortaan op bij Weergave / Instellen proef.

Je proefdruk ziet er goed uit? Dan houdt niets je nog tegen om Bestand / Afdrukken te selecteren. Bij Kleurverwerking kies je vervolgens Photoshop beheert kleuren en bij Printerprofiel selecteer je het kleurprofiel van je printer. Vergeet niet het kleurbeheer in je printer(driver) uit te schakelen. Selecteer de gewenste Rendering intent en zorg dat de drie opties linksonder van een vinkje zijn voorzien. De optie Kleuromvangwaarschuwing toont je op de voorbeeldweergave welke kleuren op basis van de geselecteerde opties eventueel buiten de kleuromvang van je printer vallen.

Is alles naar wens? Afdrukken dan maar!

▼ Volgende artikel
Review Dyson V8 Cyclone – Betrouwbaar basismodel doet wat-ie moet doen
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dyson V8 Cyclone – Betrouwbaar basismodel doet wat-ie moet doen

Met een prijskaartje van 399 euro is de Dyson V8 Cyclone een van de meest betaalbare draadloze steelstofzuigers van het Britse merk. Je haalt hiervoor een redelijk compacte maar krachtige huishoudhulp in huis, die een aantal duidelijke kanttekeningen heeft.

Goed
Conclusie

De Dyson V8 Cyclone is een geslaagde steelstofzuiger voor wie krachtige prestaties zoekt zonder overbodige luxe. Vooral op tapijt en bekleding komt hij sterk naar voren, en ook het verwijderen van haren gaat hem goed af. Het harde, smalle handvat en de wat stugge vloermond voelen niet altijd even prettig aan, maar dat past deels bij de prijsklasse. Jammer is ook het ontbreken van een lcd-display met handige informatie, al is dat net als het gebrek aan een automatische zuigstand goed te overzien. Alles bij elkaar is dit een betrouwbaar basismodel dat doet wat hij moet doen.

Plus- en minpunten
  • Krachtig zuigsysteem
  • Lekker wendbaar
  • Prima batterijduur
  • Handig opvang- en leegsysteem
  • Twee knoppen voor de bediening
  • Verrassend compleet
  • Voelt soms wat basaal
  • Handvat is niet comfortabel
  • Nieuwe vloermond tikt hard op de grond
  • Geen lcd-display
  • Zelf van zuigstand wisselen

De Dyson V8 heeft een nieuw ontwerp gekregen. Weg is de trekker die je constant moet indrukken om het apparaat te laten zuigen. In plaats daarvan beschikt hij voortaan over een handige aan-uitknop. Daarnaast zit een moduswisselaar, die met verschillende kleuren aangeeft welke zuigstand je gebruikt. Opvallend is ook dat Dyson voor de V8 Cyclone geen spannende kleuren voor de plastic onderdelen gebruikt. In plaats daarvan zien we een combinatie van kaki, rood, grijs en zwart; het geheel valt daardoor minder op.

©Wesley Akkerman

De nieuwe Dyson V8 Cyclone

De nieuwe V8 levert 30 procent meer zuigkracht en een 50 procent langere accuduur. In de laagste zuigstand houdt hij het tot 60 minuten vol. Helaas ontbreekt een handig lcd-scherm (dat wel op duurdere modellen zit) voor de resterende accutijd; ook hier moet je het doen met iets te simpele led-indicators. Onderop zit een nieuwe vloerzuigmond, die Dyson de 'Motorbar' noemt. Die moet dankzij het gebruik van speciale kammetjes effectief zijn tegen vastzittende haren, maar de stofzuiger moet het verder ook zonder moderne functies doen zoals lasers of stofsensoren.

Met slechts 2,7 kilogram is de Dyson V8 Cyclone lekker licht en wendbaar, waardoor je moeiteloos vloeren en zelfs hoekjes op het plafond schoonhoudt. Het stofreservoir (540 milliliter) heeft een handig uitwerpsysteem waarbij je het vuil niet hoeft aan te raken. Toch zijn we niet helemaal tevreden over alle eigenschappen van de zuigmodule. Het handvat is namelijk smal en klein, waardoor je grip bij langer gebruik oncomfortabel is. Ook kan het bij je duim gaan schuren. Dit is waarschijnlijk de minst ergonomische Dyson die we op de redactie hebben getest.

©Wesley Akkerman

Dyson V8 Cyclone in de praktijk

Gelukkig biedt de Dyson V8 Cyclone met 297 air-watts in de Boost-stand een flinke verbetering in zuigkracht (ten opzichte van zijn voorganger). De standaardmodus levert 79 aW en dat is voor ons ruim voldoende voor dagelijkse taken. Vooral het vloerkleed moet eraan geloven: haren, kruimels en ander vuil worden daar moeiteloos uit gezogen. Op hardere vloeren stelt de Cyclone eveneens niet teleur, al valt er wel één ding op. Wanneer je de stofzuiger oppakt nadat je bijvoorbeeld wat kruimels of korrels opzuigt, kan het zijn dat er een paar uit de mond vallen.

Daarnaast missen we een zachte(re) borstel op de Dyson V8 Cyclone. De huidige zuigmond ratelt namelijk hard over de vloer, wat niet zo prettig is voor (onder)buren in een flat- of appartementsgebouw of slapende kinderen. En dat terwijl de motor zelf stiller is dan verwacht. Gelukkig neemt de zuigmond moeiteloos allerlei soorten haren op en raken die niet in de borstel verstrengeld. Ook goed om te weten: de Cyclone past zijn zuigkracht niet automatisch aan, zoals duurdere modellen dat wel doen, waardoor je dat dus zelf in de gaten moet houden. Geen groot probleem, maar toch.

©Wesley Akkerman

Batterij en accessoires

Zoals gezegd gaat de batterij maximaal een uurtje mee wanneer je de zuinigste modus inschakelt. Anders moet je rekening houden met ongeveer een halfuur in de normale stand. Zet je de Boost-modus aan en laat je die aanstaan, dan is het binnen tien minuten wel gedaan. Geen vreemde scores als je kijkt naar het formaat en de behoorlijk indrukwekkende zuigkracht. Een groot pluspunt is daarnaast dat je de accu kunt verwisselen. Daardoor kun je de levensduur aanzienlijk verlengen door mettertijd een nieuwe batterij aan te schaffen.

Je krijgt trouwens twee accessoires bij aanschaf van de Dyson de V8 Cyclone: een kierenzuiger en een gemotoriseerde miniborstel. Hoewel dat misschien wat karig lijkt vergeleken met eerdere modellen, zijn oude V8-hulpstukken compatibel (mocht je die nog hebben). In de praktijk blijkt de basisset echter compleet genoeg. De kierenzuiger werkt goed voor meubels en lastige hoeken, terwijl de miniborstel onmisbaar is voor trappen, matrassen en bekleding. Ondanks het beperkte pakket biedt de stofzuiger dus voldoende opties voor de meeste huishoudens.

©Wesley Akkerman

Dyson V8 Cyclone kopen?

De Dyson V8 Cyclone is een geslaagde steelstofzuiger voor wie krachtige prestaties zoekt zonder overbodige luxe. Vooral op tapijt en bekleding komt hij sterk naar voren, en ook het verwijderen van haren gaat hem goed af. Het harde, smalle handvat en de wat stugge vloermond voelen niet altijd even prettig aan, maar dat past deels bij de prijsklasse. Jammer is ook het ontbreken van een lcd-display met handige informatie, al is dat net als het gebrek aan een automatische zuigstand goed te overzien. Alles bij elkaar is dit een betrouwbaar basismodel dat doet wat hij moet doen.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.