ID.nl logo
Fietshelm voor e-bikers: wachten op verplichting of nu al opzetten?
© FC Federico C ChiccoDodi
Mobiliteit

Fietshelm voor e-bikers: wachten op verplichting of nu al opzetten?

In de media lees je steeds vaker over ongelukken met e-bikes en de roep om een helmplicht wordt dus steeds groter. Nu kun je natuurlijk wachten tot het zover is, maar je kunt ook nú al gewoon een helm aanschaffen. ID.nl legt uit waar je op moet letten als je een fietshelm gaat kopen.

In dit artikel krijg je antwoord op de volgende vragen:

• Komt er een helmplicht voor e-bikes? • Welke keurmerken zijn er? • Hoe vind je de juiste maat helm? • Hoe weet je of de pasvorm van een helm goed is? • Waarom bestaat er een groot prijsverschil tussen fietshelmen? • Ook interessant voor jou: https://id.nl/mobiliteit/fiets/fiets-accessoires/een-goede-fietshelm-vind-je-zo

+ 7 tips om het dragen van een fietshelm zo comfortabel en makkelijk mogelijk te maken

Is er een helmplicht voor e-bikes op komst?

Wij Nederlanders zijn een fietsvolk en weten ons in het verkeer prima aan te passen. Dat wij goed met een fiets overweg kunnen lijdt geen twijfel. Maar met de komst van de e-bike ligt onze snelheid ineens 10 kilometer hoger en worden er andere eisen gesteld aan onze veiligheid. Geen wonder dat het vraagstuk rondom helmplicht ieder jaar weer aanwakkert. Toch is het de komende jaren niet te verwachten dat er een helmplicht voor e-bikes tot 25 kilometer per uur wordt ingesteld. Helmplicht zou het fietsgebruik kunnen ontmoedigen en de overheid wil het fietsgebruik juist aanmoedigen. Wel blijkt in de praktijk dat steeds meer e-bikers het nut van een fietshelm nu al inzien. Zowel in de fietsenwinkels als bij de ANWB zijn er dit jaar een recordaantal fietshelmen verkocht.

Wel zo veilig! Volgens Veilig Verkeer Nederland is de kans op ernstig hoofd- of hersenletsel bij een botsing of val maar liefst 60% kleiner als je een helm draagt. Het risico op dodelijk hoofd- of hersenletsel is zelfs 70% lager. Vooruit, nog wat cijfers: als iedereen een fietshelm zou dragen, scheelt dat zeker 85 verkeersdoden en 2500 ernstige verkeersgewonden per jaar!

©Halfpoint - stock.adobe.com

Let op het keurmerk in de helm

Een kwalitatief goede fietshelm is altijd voorzien van een keurmerk. Daarmee weet je zeker dat je een veilige helm aanschaft. Bij een helm voor een volwassen persoon moet je letten op een EN 1078-normering, kinderhelmen kennen de norm EN 1080 en voor speed pedelec-helmen wordt de norm NTA 8776 aangehouden. Een helm die een NTA 8776-certificering heeft lijkt op een fietshelm, maar is berekend op een hogere valsnelheid. Daarbij biedt de speed pedelec-helm ook meer bescherming voor de slapen en de achterkant van het hoofd.

Zo vind je de juiste maat fietshelm

Een fietshelm moet direct goed op het hoofd passen zonder dat de riempjes vast zitten. Om de juiste maat te vinden, meet je de omtrek van je hoofd (zo’n 2 centimeter boven je wenkbrauwen). Vind je dit lastig om te doen, vraag dan of iemand je wil helpen. Het aantal centimeters geeft je een goede indicatie van welke maat geschikt voor je is. In de tabel zie je welke omtrek bij welke maat past. Heb je als volwassene een relatief klein hoofd, dan kun je met een gerust hart kiezen voor een kinderhelm.

HoofdomtrekHelmmaat
Kleiner dan 51 cmXXXS
52 t/m 53 cm XXS
53 t/m 54 cmXS
55 t/m 56 cmS
57 t/m 58 cmM
59 t/m 60 cmL
61 t/m 62 cmXL
Groter dan 63 cm XXL

Fietshelm-pasvorm: hier moet je op letten

Heb je de juiste maat gevonden, dan is het zaak dat je de helm ook daadwerkelijk opzet om te kijken of hij écht past. Kijk naar de volgende punten:

  • Eenmaal op het hoofd mag de helm niet te veel bewegen: hij moet dus direct goed aansluiten op het hoofd.

  • Een helm staat goed op je hoofd als de voorzijde net boven je wenkbrauwen komt.

  • Let erop dat de bevestigingsbandjes goed aansluiten op het gezicht en onder de kin. De afstelling is goed als je net twee vingers tussen het riempje en de kaak kunt steken.

    N.B.: De stelknop aan de achterkant van de helm is er alleen voor een extra fijnafstelling.

Waarom zijn sommige fietshelmen duur en andere fietshelmen goedkoop?

Binnen het assortiment fietshelmen bestaan veel prijsverschillen. Ook een goedkope helm met het juiste keurmerk is volkomen veilig. Het prijsverschil tussen helmen zit vooral in de toegepaste materialen en afwerking. Duurdere helmen zien er vaak fraaier uit en bieden meer comfort en functionele afstelmogelijkheden. Ook zijn deze fietshelmen dikwijls uitgerust met het MIPS-systeem. MIPS (dat staat voor Multidirectional Impact Protection System) is een wrijvingsarme laag tussen de buitenschaal en de voering van de helm. Hierdoor heb je bij een val een nog betere bescherming van het hoofd. Een andere oplossing is WaveCel, een laag met honderden cellen die als het ware de kreukelzone vormt in je helm. Tijdens de impact van een val vangen deze cellen, doordat ze meebuigen, de grote kracht op die vrijkomt.

©Estudio Eleva tu punto de vista

7 onmisbare fietshelm-tips

1. Spoel je helm na een fietstocht goed af met lauw water. Zo verwijder je eenvoudig zweet, insecten en straatvuil. Geef ook het binnenwerk af en toe een wasbeurt.

2. Leg je helm nooit onnodig lang in de volle zon.

3. Is je helm gevallen? Controleer hem dan op barsten in de buitenschaal. Zie je geen beschadiging, dan kun je de fietshelm gewoon gebruiken. Na een serieuze val of aanrijding moet je de helm overigens voor de zekerheid wél vervangen.

4. Draag je een bril, draag dan de brilpootjes óver de riempjes van de helm. Bij een eventuele val zal de bril afvallen en is er dus geen kans dat er glassplinters in je ogen komen.

5. Draag je regelmatig een paardenstaart, zoek dan een helm met een verticaal verstelbare fijnafstelling aan de achterzijde. Zo kun je ook met helm gewoon een paardenstaart dragen.

6. Tijdens koude dagen kun je een ruime wintermuts over je helm dragen. Ook bestaan er speciale fietsmutsen voor onder de helm.

7. Heb je moeite met het sluitmechanisme van de helmriempjes? Je kunt ook kiezen voor een helm met riempjes met een magneetsluiting.

Op zoek naar een goede fietshelm?

Kijk en vergelijk

Watch on YouTube

Meer video's van ID.nl zien? Abonneer je dan op ons YouTube-kanaal!

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips