ID.nl logo
Rijden op een e-mtb: zo leer je het!
© Sebastian Rothe
Mobiliteit

Rijden op een e-mtb: zo leer je het!

Een elektrische fiets heeft een ander rijgedrag dan een gewone fiets, en daar moet je mee leren omgaan. Een elektrische mountainbike vergt misschien nog wel meer gewenning, want je begeeft je met een veel zwaardere fiets op technisch terrein dat sowieso al heel wat stuurmanskunst vergt. Daarom is het raadzaam om eerst wat ‘droog’ te oefenen als je voor het eerst op een e-mtb stapt.

In dit artikel lees je hoe je in enkele stappen leert om vertrouwd te raken met de kracht en het gewicht van een elektrische mountainbike. Je krijgt aanwijzingen over wegrijden en remmen, hoe je het best kunt schakelen en hoe je de verschillende trapondersteuningsniveaus gebruikt.

Ook lezen: Schade claimen op je e-bike-verzekering, zo doe je het goed

Als je nog nooit op een e-bike hebt gereden, dan is een eerste ritje best even wennen. De hogere snelheid, de snellere acceleratie en vooral het hogere gewicht ervan vragen de nodige aanpassing van de berijder. Voor elektrische mountainbikes geldt dat misschien nog wel meer: ze hebben een krachtiger motor, een sportieve zithouding en verhoudingsgewijs een nog veel hoger gewicht. Stap je van een stadsfiets van 15-16 kg naar een e-bike van 21-24 kg, dan is de gewichtstoename grofweg 50 procent. Ga je van een gewone mountainbike van 10-12 kg naar een e-mtb van 20-25 kg, dan moet je ineens 100 procent meer fietsgewicht weten te hanteren; dubbel zoveel dus.

Ook aan de e-mtb?

Kijk hier voor de beste deals!

Neem daarnaast het sportieve karakter van een e-mtb in aanmerking (je rijdt snel over smalle kronkelende paadjes, tussen bomen door, over technische ondergrond), vergelijk het met de stedelijke tred die je op een gewone e-bike aanhoudt (rechtdoor, over asfalt) en het wordt duidelijk dat de leercurve voor e-mountainbiken iets langer zal zijn.

Ook lezen: Elektrische mountainbikes: welke soorten zijn er?

Je kunt e-mountainbiken zelfs gerust een andere manier van mountainbiken noemen. Eentje die net zo leuk of zelfs leuker is, en die niet per se minder inspanning kost(!). Al ben je wel geneigd dat laatste te veronderstellen, met die hulpmotor die je na elke bocht weer ‘gratis’ naar 25 km/u versnelt.

©Roel van Schalen

1. Wegrijden en remmen met de e-mtb

Stap je voor het eerst op een elektrische mountainbike, overschat jezelf dan niet. Rijd eerst een rondje met uitgeschakelde motor op een rustige asfaltweg of lege parkeerplaats om een idee te krijgen van het gewicht van de fiets en hoe hij zich houdt in bochten. Schakel vervolgens het e-bikesysteem in en kies voor de laagste ondersteuningsstand en een klein verzet. Rijd op je gemak weg en rijd vertragend en versnellend in rechte lijn om voeling te krijgen met het punt waarop de motor aangrijpt.

Ook lezen: E-bike onderhoud: essentiële tips voor een langere levensduur en optimale prestaties

Probeer ook de remmen goed uit. De hydraulische schijfremmen op een e-mtb laten zich nauwkeurig doseren en hebben een enorme stopkracht. Om daar een idee van te krijgen, kun je bij lage snelheid eens een ‘noodstop’ uitvoeren door beide remhendels tegelijkertijd krachtig in te knijpen. Let erop dat je snelheid voldoende laag is en probeer deze oefening daarna pas bij hogere snelheid, zodat je het effect van je acties goed leert aanvoelen.

2. Spelen met de verschillende ondersteuningsniveaus

Ben je enigszins gewend aan de fiets, probeer dan de hogere ondersteuningsniveaus uit door (afhankelijk van het e-bikesysteem) op het plusteken of op de pijltjestoets op de controller op je stuur te klikken. Naarmate je sneller gaat, moet je naar een hoger verzet overschakelen, iets wat je vanzelf zult aanvoelen.

De meeste e-bikes hebben vier of vijf ondersteuningsstanden. Wissel tussen de verschillende standen met behulp van de plus- en mintoetsen of de pijltjestoetsen en ontdek de verschillen in acceleratie en snelheid. Een hogere ondersteuningsstand fietst gemakkelijker, maar vraagt ook meer acculading. Een lagere stand geeft je meer het gevoel een work-out te doen en de accu raakt minder snel leeg.

©Roel van Schalen

Eventjes 'bunny-hoppen' is er niet bij met een e-mtb.

3. Schakelen met een e-mtb

Bij een e-bike is het belangrijk om tijdig terug te schakelen als je snelheid mindert of als je stil komt te staan. Op die manier bespaar je de motor en de slijtagegevoelige onderdelen (zoals de ketting en tandwielen) en voorkom je onnodige overbelasting bij het opnieuw versnellen of uit stilstand vertrekken. De e-bikemotor zelf zal niet tegensputteren als je met een te zware versnelling aanzet. De motor ‘trekt’ het wel, letterlijk zelfs. Maar de ketting en de tandbladen zullen veel sneller verslijten en op termijn zal ook het binnenwerk van de motor het gelag van dergelijke zware belasting gaan betalen.

Ook lezen: Alles wat je moet weten over e-bikes: eerst lezen, dan kopen!

Niet handig dus om er een schakel-arme rijstijl op na te houden, en dat geldt nog sterker voor een elektrische mountainbike. Die wordt immers veel intensiever belast dan een gewone e-bike. Optrekken, afremmen, draaien, uit stilstand vertrekken: offroad ben je continu aan het versnellen en vertragen. De motor heeft het dus zwaar, maar je kunt het hem een stuk gemakkelijker maken door tijdig terug te schakelen. Je zult daarnaast merken dat de trapondersteuning op stukken waar de snelheid laag is (los zand, boomwortelsecties, bergop) veel effectiever werkt als je er met een kleiner verzet rijdt.

Bedenk dat elke e-bikemotor het door jou geleverde trapvermogen met een bepaald percentage vermeerdert; hoe vlotter je zelf trapt, hoe vlotter de motor ook levert. Vlot trappen doe je ten slotte niet door een zo zwaar mogelijk verzet rond te wringen, maar door het optimum te zoeken tussen een aangename trapfrequentie en een voldoende groot verzet. Oefen dus op een rustige verharde weg in het tijdig schakelen. Probeer ook uit hoe het aanvoelt om in de zwaarste versnelling vanuit stilstand te vertrekken (en ervaar dat het wel kán, maar dat je het liever niet te vaak doet).

©Wayhome Studio

4. Offroad rijden met een e-mtb

Is de kennismaking met je e-mountainbike op verharde ondergrond goed verlopen, dan is het tijd voor waar jij en je e-mtb naar hunkeren: offroad fun! Zoek je favoriete trail op en leer hoe de fiets zich houdt op het vlakke, op rechte stukken, bergop en in bochten. Leren gaat ook hier door te dóén, dus rijden maar!

Vooral in bochten zul je merken hoe anders een e-mtb zich gedraagt dan een gewone mountainbike. Een e-mtb ligt door zijn hogere gewicht veel stabieler in de bocht, maar laat zich daardoor ook minder gemakkelijk corrigeren. Je pakt maar beter ineens de juiste lijn! Een gewone mtb laat zich dan weer veel eenvoudiger ‘mennen’ en bijsturen, maar heeft een minder vaste wegligging. Dat is in zijn voordeel op zeer bochtige singletracks en op technische secties met obstakels. Daar spring je al rijdend overheen (bunny-hop), iets wat je met een e-mtb niet zal lukken: die krijg je op eigen kracht niet van de grond.

Vraagt het terrein om extra power (los zand, boomwortels, klimmetjes) dan is de elektrische mtb natuurlijk weer wel in het voordeel ten opzichte van de gewone mountainbike. Doemt er een lastige sectie in het parcours op, zoals een stuk los zand, schakel dan een tandje terug zodat je bij lagere snelheid een gelijkblijvende trapfrequentie houdt. Of kies (tijdelijk) een hogere ondersteuningsstand zodat je gelijke snelheid blijft houden. De kunst is om door middel van tijdig schakelen of door tijdig voor een hoger ondersteuningsniveau te kiezen mooi gelijkmatig snelheid te kunnen blijven houden. Veel plezier met oefenen!

Conclusie

E-mountainbiken is een andere manier van mountainbiken, waar je lekker moe van kunt worden als je dat wilt (bij lage trapondersteuning), maar die even goed heel plezierig is als niet te moe wilt worden (in de turbo-stand). Leer je e-mtb kennen door je favoriete trails ermee te rijden en de juiste technieken te hanteren (op tijd terugschakelen, de juiste lijnen kiezen) en je gaat nooit meer terug verlangen naar een niet-elektrische mountainbike.

▼ Volgende artikel
Tropendagen op komst? Zo haal je het maximale uit je mobiele airco
© Alexander Kharchenko
Energie

Tropendagen op komst? Zo haal je het maximale uit je mobiele airco

Nederland zucht onder de hitte: het asfalt plakt, je bureaustoel ook, en zelfs de kat lijkt gesmolten. Met temperaturen boven de 30 graden is dit hét moment om je mobiele airco uit de kast te trekken. Maar hoe zorg je dat hij ook echt doet wat-ie belooft? In dit artikel lees je stap voor stap hoe je een mobiele airco goed installeert, waar je op moet letten bij de plaatsing én hoe je voorkomt dat de warme lucht net zo hard weer naar binnen waait.

📝 Sneloverzicht: wat lees je in dit artikel?

– Hoe een mobiele airco werkt en waarom de afvoerslang een must is – Waar je de airco het beste kunt plaatsen voor optimale prestaties – Hoe je voorkomt dat warme lucht terug naar binnen komt – Wat je moet weten over condenswater en afwatering – Welke slimme functies je extra comfort en gemak bieden – Veelvoorkomende fouten bij het installeren (en hoe je ze vermijdt)

Een mobiele airco haalt warme lucht uit de kamer, koelt die af via een gesloten systeem waarin een koelmiddel circuleert en blaast de koele lucht vervolgens terug de ruimte in. Tegelijkertijd ontstaat er restwarmte die ergens heen moet, en daar komt de afvoerslang om de hoek kijken. Die dikke, vaak wat lompe slang voert de warme lucht af naar buiten, meestal via een raam. En precies dát punt zorgt vaak voor de meeste hoofdbrekens: hoe voorkom je dat de warme lucht die je net kwijt bent geraakt weer net zo hard naar binnen komt?

Kies een slimme plek in huis

Een mobiele airco oogt misschien flexibel, maar laat je niet misleiden: de locatie waar je hem neerzet, doet er echt toe. Je hebt een plek nodig met toegang tot een raam of deur waar de afvoerslang door naar buiten kan, en een vrij stopcontact dat het stroomverbruik van het apparaat aankan, doorgaans tussen de 1000 en 2500 watt. Let ook op de ruimte rondom het toestel. De airco moet kunnen 'ademen' om effectief te blijven werken. Zet je hem te dicht op een muur of naast een kast, dan loop je het risico dat de afgevoerde warme lucht zich ophoopt of zelfs weer wordt aangezogen. En dat drukt niet alleen de prestaties, maar kan ook de levensduur van het apparaat verkorten.

©Ton Hazewinkel

Er moet een slang naar buiten om de warme lucht weer af te voeren.

De afvoerslang: onderschat 'm niet

De werking van je mobiele airco staat of valt met een goede afvoer van warme lucht. Laat je de slang zomaar uit een open raam hangen, dan gaat een groot deel van het koelvermogen verloren omdat de warme lucht zomaar weer naar binnen waait. Het loont dus om te investeren in een raamafdichtingskit: een speciaal doek of scherm, soms met een ritssluiting, waarmee je de opening rondom de slang netjes afsluit. Er zijn kits voor verschillende typen ramen – van kantel- tot schuiframen – en voor wie graag zelf knutselt, zijn er ook alternatieven. Denk aan een plaat plexiglas of hout op maat gezaagd, met een uitsparing voor de slang. Wat je ook kiest, zorg vooral dat de kier goed dicht is, zodat de luchtcirculatie buiten blijft en je airco efficiënt zijn werk kan doen.

Voorkom natte voeten

Tijdens het koelen haalt een mobiele airco niet alleen warmte, maar ook vocht uit de lucht. Dat water moet ergens naartoe. Sommige modellen laten een groot deel van de condens verdampen via de luchtslang, terwijl andere apparaten het water opvangen in een intern reservoir dat je handmatig moet legen. Welke methode jouw airco gebruikt, is iets om van tevoren goed uit te zoeken. Zeker op hete of vochtige dagen kan het opvangbakje sneller vol zitten dan verwacht, en een overgelopen waterreservoir is niet alleen onhandig, maar kan ook schade veroorzaken. Regelmatig controleren is dus geen overbodige luxe: een klein klusje dat grote ongemakken voorkomt.

Extra comfort met slimme functies

De meeste mobiele airco's zijn tegenwoordig uitgerust met handige snufjes die het gebruik een stuk comfortabeler maken. Zo kun je met een timer instellen wanneer het apparaat automatisch aan of uit moet gaan – ideaal als je overdag van huis bent en 's avonds in een koele ruimte wilt thuiskomen. Steeds vaker zie je ook modellen met wifi-functionaliteit, waarmee je via een app of spraakassistent de airco op afstand bedient. Heb je een eenvoudiger model? Dan kun je alsnog slim schakelen met behulp van een slimme stekker. Daarmee regel je precies wanneer de airco inschakelt, zonder dat je fysiek aanwezig hoeft te zijn. Het is een simpele toevoeging die zowel comfort als energie-efficiëntie verhoogt.

©Alexandra

Veelgemaakte fouten die je eenvoudig voorkomt

Bij het installeren van een mobiele airco gaan er vaak een paar dingen mis die met een beetje aandacht makkelijk te vermijden zijn. Het meest voorkomende probleem is een raam dat niet goed is afgesloten, waardoor de warme lucht zo weer naar binnen stroomt en het apparaat zich suf draait zonder effect.

Een tweede veelvoorkomende fout is het gebruik van een te klein model voor de ruimte: een airco met een koelvermogen van 7000 BTU is simpelweg niet opgewassen tegen een ruime, zonovergoten woonkamer. Ook wordt het toestel nogal eens weggestopt in een hoek of tussen meubels, wat de luchtcirculatie belemmert en de efficiëntie ondermijnt.

En tot slot loert er nog een ander risico: onveilige stroomvoorziening. Vermijd verlengsnoeren of stekkerblokken die het hoge vermogen niet aankunnen, want dat kan leiden tot overbelasting of zelfs brandgevaar. Een vaste wandcontactdoos is altijd de veiligste keuze.

Hoeveel BTU heb je nodig voor een mobiele airco?

De koelcapaciteit van een mobiele airco wordt uitgedrukt in BTU (British Thermal Unit). Hoe groter de ruimte, hoe hoger het aantal BTU dat nodig is om de temperatuur effectief te verlagen. Bij mobiele airco’s ligt de aanbevolen capaciteit vaak wat hoger dan bij vaste systemen. Dat komt doordat ze minder efficiënt zijn, vaak warmte verliezen via de luchtslang en meestal in een open raam geplaatst worden.

Fabrikanten geven het vermogen van mobiele airco’s vaak op in kubieke meters (m³), terwijl je als consument meestal rekent in vierkante meters (m²). De vertaalslag is simpel: vermenigvuldig het vloeroppervlak met de plafondhoogte. Voor een gemiddelde kamerhoogte van 2,5 meter geldt dus:

20 m² × 2,5 m = 50 m³

In onderstaande tabel combineren we beide eenheden, zodat je snel kunt inschatten welk BTU-bereik past bij jouw ruimte. De richtlijnen zijn afgestemd op normaal geïsoleerde woningen met een plafondhoogte van circa 2,5 meter.

Oppervlakte van de ruimteAanbevolen BTU-capaciteit
tot 20 m² (tot 50 m³)5000 – 7000 BTU
20 – 30 m² (50 – 80 m³)7000 – 9000 BTU
30 – 40 m² (80 – 100 m³)9000 – 12.000 BTU
40 – 50 m² (100 – 120 m³)12.000 – 14.000 BTU
50 – 60 m² (120 – 140 m³)14.000 – 16.000 BTU
60 – 70 m² (140 – 160 m³)16.000 – 18.000 BTU

Met een beetje aandacht kom je een stuk verder

Een mobiele airco installeren is geen hogere wiskunde, maar vergt wel iets meer voorbereiding dan alleen de stekker in het stopcontact steken. Als je zorgt voor een goede opstelling, een goed afgesloten afvoerkanaal en het condenswater op tijd afvoert, haal je veel meer uit je investering. Het resultaat is een airco die merkbaar beter koelt en bovendien zuiniger draait. En het fijne is: zodra alles eenmaal goed staat, heb je er nauwelijks nog omkijken naar. Behalve dan af en toe het waterreservoir legen, maar daarna? Gewoon achteroverleunen en genieten van de frisse lucht.

Mobiele airco kopen?

Bekijk hier de beste deals!
▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!