ID.nl logo
EV-profiel Renault Scenic E-Tech: Is de 'Auto van het Jaar 2024' écht zo goed?
© Igor Stuifzand
Mobiliteit

EV-profiel Renault Scenic E-Tech: Is de 'Auto van het Jaar 2024' écht zo goed?

De Renault Scenic E-Tech Electric heeft de prestigieuze titel 'European Car of the Year 2024' in de wacht gesleept. In het eindoordeel van de 59-koppige jury wordt de volledig elektrische Scenic geprezen om zijn fraaie design, uitstekende laadprestaties, gunstige prijsstelling en goede rijeigenschappen. Kun je de Renault Scenic E-Tech Electric met een gerust hart 'blind' bestellen, of zijn er toch nog puntjes van aandacht?

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

©Igor Stuifzand

Scenic – waar ken ik die naam toch van?

Voor de naamgeving van zijn elektrische modellen grijpt Renault terug naar oude succesnummers. Zo kan de koper gemakkelijker inschatten in welke (prijs)segmenten deze EV's opereren. Binnen de compacte klasse is met de Renault 5 een klassieker nieuw leven ingeblazen, terwijl de Megane voor zowel de particuliere koper als de zakelijke rijder een interessante gezinsauto is. Volgens dezelfde logica heeft Renault ook voor het ruimtelijke Megane-alternatief een ingeburgerde naam afgestoft: Scenic.

Renault gebruikte de naam 'Scénic' in 1996 voor het eerst op een productiemodel. Bij deze auto werd het ruimtelijke MPV-concept van de innovatieve Espace in een kleinere jas gestoken. Een gouden greep, die Renault niet alleen de titel 'Auto van het Jaar 1997' opleverde, maar ook een stormloop naar de showrooms. Menig autofabrikant kopieerde het idee achter de Scénic; het MPV-succes had echter een beperkte houdbaarheid. Rond de eeuwwisseling stapten MPV-rijders massaal over op een compacte SUV.

©Igor Stuifzand

Een bron van inkomsten waarop veel autofabrikanten hun verdienmodel nog steeds hebben afgestemd. Volkomen begrijpelijk dus dat Renault in navolging van de Megane ook een compacte SUV op het volledig elektrische CMF-EV platform heeft ontwikkeld. Dit platform wordt trouwens ook gebruikt door alliantiepartner Nissan, voor de Ariya en de toekomstige Leaf. Vergeleken met de Renault Megane heeft de Scenic E-Tech echter een 10 centimeter grotere wielbasis. Gunstig voor de binnenruimte.

©Igor Stuifzand

Ja, want hoe riant zit je in de Renault Scenic?

Misschien is de binnenruimte wel het belangrijkste minpunt van de Renault Megane E-Tech. Niet zozeer voorin, want daar zit je prima. Maar op de achterbank zitten twee volwassenen ronduit krap. De Scenic maakt korte metten met dat ruimtegebrek. Niet alleen de grotere afstand tussen voor- en achterwielen, maar ook de 7 centimeter extra hoogte zorgt voor veel meer ruimte. Op welke plek je ook gaat zitten in de Scenic: je hoeft je nergens onderbedeeld te voelen. Op de achterbank is meer dan genoeg hoofd- en beenruimte. Geinig zijn de tablethouders in de middenarmsteun op de achterbank; een knipoog naar de handige vondsten die in zijn oude naamgenoten te vinden waren. En zo eist ook de nieuwe Scenic de rol van ideale gezinswagen op.

©Igor Stuifzand

Over het onderwerp 'zitten' toch een aantekening. Voorin neem je plaats in een uit de kluiten gewassen fauteuil, met een hoge rugleuning die je schouders een goede ondersteuning geeft. De bestuurdersstoel kan bovendien met een massagefunctie worden uitgevoerd. Desondanks is het even zoeken naar een comfortabele zitpositie achter het stuur. Wanneer je wat langer bent, zit je door de hoge vloer (waaronder het batterijpakket ligt) met geknikte knieën. Je moet de stoel daardoor algauw omhoog verstellen om tijdens een lange rit lekker te zitten. Een kantelfunctie op de zitting zou welkom zijn.

©Igor Stuifzand

Waar heb ik dat dashboard eerder gezien?

Het instrumentarium van de Scenic wordt ook in andere Renault-modellen toegepast. Niet alleen in de elektrische Megane, maar ook in Austral, Espace en Rafale – de grotere SUV's van het Franse merk, met benzine- en hybridetechniek. Door de afwerking in hoogglans zwart lijkt het L-vormige paneel uit één grote glazen plaat te bestaan. Mooi, maar afhankelijk van de lichtval kan het hinderlijk spiegelen.

©Igor Stuifzand

Afhankelijk van het rijprogramma dat je met de ronde Multi-Sense knop op het aan de boven- en onderzijde afgeplatte stuur kiest, veranderen de graphics in het instrumentarium en multimediascherm van kleur, net als de lichtstrips op het dashboard en deurpanelen. Groen voor ecologisch, blauw voor het normale programma, rood voor sportief, enzovoort. Het is een aantrekkelijk ogend geheel, waarvoor Renault mooie materialen gebruikt. Het kunstleer met witte stiksels en de panelen in houtstructuur creëren een chique atmosfeer.

©Igor Stuifzand

Maar belangrijker: is de bediening begrijpelijk?

Als je rondom het stuur kijkt, zie je een wirwar aan hendels, schakelaars en knopjes. Je kiest de rijrichting met een pookje aan de rechterkant van de stuurkolom, en bedient het audiosysteem, je telefoon, de ruitenwissers, de boordcomputer, de adaptieve cruisecontrol, de richtingaanwijzers, het Multi-Sense rijprogramma én de mate van regeneratie bij het loslaten van het acceleratiepedaal met allerlei verschillende besturingselementen op en om het stuur.

©Igor Stuifzand

Maar wat een overdaad aan functies lijkt, gaat in het dagelijks gebruik snel wennen. Na een paar dagen vonden we alle knopjes en hendels als vanzelf. Ook de bediening van het multimediascherm roept weinig vragen op, wat mede te danken is aan de integratie van Google Play, Google Assistant en Google Maps op het OpenR Link multimediasysteem. Een doordacht systeem. De verplichte waarschuwingssignalen bij het overschrijden van de maximum snelheid en stuurcorrectie bij het naderen van de wegbelijning zijn eenvoudig buitenspel te zetten door twee keer een knopje links op het dashboard in te drukken.

©Igor Stuifzand

Hoe zit het met de bagageruimte van de Scenic?

De extra lengte en hoogte van de carrosserie heeft een gunstig effect op het laadvolume van de Renault Scenic E-Tech Electric. Wanneer de achterbank in gebruik is, past er 545 liter achter. Dat is meer dan 100 liter extra in vergelijking met de Megane. Opvallend is dat de kofferbak 4 centimeter smaller is dan in de Megane, maar dat zal in de praktijk zelden of nooit leiden tot transportproblemen. Handig is de diepe bak onder de vloer van de kofferruimte; minder handig is de hoge tildrempel. Vooral bij het in- en uitladen van zware spullen worden de spieren in je onderrug dan extra op de proef gesteld.

©Igor Stuifzand

Naar de titel 'Trekauto van het Jaar' zal de Auto van het Jaar 2024 niet meedingen. Met een hoogste trekgewicht van 1100 kilo kan er hooguit een compacte tweepersoons caravan aan de trekhaak – die je vervolgens nauwelijks meer mag beladen. Voor een fietsendrager met twee e-bikes, een vouwwagen of een boedelbak laat de Renault Scenic E-Tech Electric zich echter prima voor de kar spannen.

©Igor Stuifzand

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Praat me bij over alle batterij- en motorkeuzes!

Net als bij de Megane is het keuzepakket aan batterijformaten en vermogensvarianten voor de Renault Scenic E-Tech Electric uiterst overzichtelijk. Er is een basisversie met een 60kWh-batterij en een elektromotor van 170 pk, en er is een Long Range-variant met 87 kWh aan batterijcapaciteit en een motorvermogen van 220 pk. Voor de aandrijving beperkt Renault zich tot de voorwielen; een variant met twee motoren en vierwielaandrijving bestaat niet.

©Igor Stuifzand

Ongeacht de batterij die je kiest, levert Renault standaard een boordlader met een vermogen van 22 kW. Dat is beslist een pluspunt ten opzichte van veel concurrenten, die aan de publieke laadpaal doorgaans een hoogste laadvermogen van 11 kW bereiken. Minder hoogdravend zijn de prestaties aan de snellader. De versie met de 60kWh-batterij haalt een piekvermogen van 130 kW (15-80% in 32 minuten), de Scenic met 87 kWh bereikt 150 kW (15-80% in 37 minuten). De laadpoort zit boven het rechter voorwiel; een ideale plek.

©Igor Stuifzand

Zo'n Renault Scenic E-Tech rijdt vast erg lekker.

Voor dit EV-profiel reden we een week lang met de Scenic E-Tech Electric Long Range in de meest luxueuze Iconic-uitvoering. Genoeg tijd om hem te leren kennen als een veelzijdige auto waar alles op en aan zit. Tijdens de testweek hebben we geen onoverkomelijke tekortkomingen kunnen ontdekken. Dankzij de 220 pk sterke elektromotor levert de auto prima prestaties: met het acceleratiepedaal gevloerd neemt de 0-100-sprint 7,4 seconden in beslag. Je beschikt bovendien over volop snelheidsreserves, tot een maximum van 170 km/h.

©Igor Stuifzand

Dankzij de voorwielaandrijving ligt de Scenic stabiel en koersvast op de (snel)weg. Renault heeft gekozen voor een tamelijk directe besturing. Daardoor laat de SUV zich speels over een bochtige weg sturen. Voor een EV van dit formaat heeft de Scenic geen last van overgewicht; hij staat voor 1817 kilo op kenteken. Ter vergelijking: de Mini Countryman E met (veel kleinere, veel lichtere) 64,6kWh-batterij is net zo zwaar.

©Igor Stuifzand

Het onderstel van de Scenic is in de basis soepel geveerd, en dat levert op een goed onderhouden weg heel veel rijcomfort op. Op korte oneffenheden in de weg valt de schokdemping soms even uit zijn rol, en worden de inzittenden verrast met een onverwacht stevige optater. Maar ook de grote 20-inch wielen onder de testauto spelen daarbij een rol. Overigens is de Renault Scenic E-Tech Electric daarin beslist niet uniek: het is een kwaaltje waar veel meer, door de bank genomen zwaarlijvige, EV's last van hebben.

©Igor Stuifzand

Hoe zit 't met het verbruik en de actieradius?

Voor een goede verbruiksindicatie rijden we met elke elektrische testauto dezelfde route van 170 kilometer. Deze route leidt door de stad met veel verkeer en verkeerslichten, via provinciale en secundaire wegen en over enkele snelwegtrajecten, waar we de cruisecontrol op 100 km/u en 130 km/u vastzetten. We leggen onze verbruiksronde af na de avondspits, om bij 130 km/u geen snelheidsovertredingen te riskeren en druk (vracht)verkeer zo veel mogelijk te ontlopen. De verbruikstest is geen race of recordpoging ‘zuinig rijden’, we proberen met elke testauto zoveel mogelijk dezelfde rijstijl aan te houden. We zetten de airco op 21 graden en schakelen (indien aanwezig) het regeneratief remmen of ‘one-pedal driving’ altijd in.

De getallen die Renault zelf opgeeft voor het stroomverbruik en de te verwachten actieradius (berekend volgens de WLTP-normering) zien er veelbelovend uit. Bij een gemiddelde van 15,8 kWh/100 km moet de versie met 60kWh-batterij een afstand van 430 kilometer op een volle batterij kunnen halen – voor de meeste EV-rijders is dat al een prima range. De Scenic Long Range met 87kWh-batterij 'doet' volgens Renault 15,5 kWh/100 km, bij een maximum rijbereik van 625 kilometer. Kijk, nu gaan we het ergens over hebben!

Maar de praktijk is weerbarstig. In tegenstelling tot de Megane, waarmee we op onze verbruiksronde het WLTP-verbruik van 16,1 kWh/100 km wisten te evenaren, komen we met de Scenic niet bij de officiële opgave in de buurt. Op een koele zomeravond, waarbij de temperatuur schommelt tussen de 20 en 15 graden, noteert de boordcomputer een gemiddelde van 17,5 kWh/100 km. Met name tijdens de 130-etappe, waarbij de auto een stevige westenwind vol op de kop krijgt, zien we het verbruik fors toenemen. Stond de teller bij het betreden van de snelweg nog op 15,8 kWh/100 km, aan het einde van de 130-etappe is het gemiddelde opgelopen naar 18,9 kWh/100 km. Bij de beloofde 625 kilometer komen we dan ook niet in de buurt. Met een terughoudende rijstijl is een actieradius van 500 kilometer echter realistisch.

©Igor Stuifzand

Wat kost de Renault Scenic E-Tech en wat voor leuks krijg je allemaal?

Wie gebruik wil maken van de SEPP-subsidieregeling, ziet in de prijslijst van de Renault Scenic dat alleen de versie met 60 kWh-batterij en 170 pk elektromotor hiervoor in aanmerking komt. De prijs voor instapmodel Evolution bedraagt 42.470 euro. Deze versie heeft standaard al een warmtepomp. En ook de veiligheidsuitrusting is behoorlijk compleet: adaptieve cruisecontrol, noodremhulp met herkenning van voetgangers en fietsers, een centrale airbag tussen de bestuurder en bijrijder, full-led koplampen en actieve rijbaancontrole zijn allemaal standaard.

©Igor Stuifzand

Tweede uitrustingsniveau is de Techno (+ 2500 euro in geval van de 60kWh-uitvoering). De Techno-uitvoering staat tevens aan de basis van de Scenic E-Tech Long Range met 87kWh-batterij. Deze versie staat voor een bedrag van 47.970 euro in de prijslijst, en zit daarmee boven de SEPP-grens. De Techno biedt onder meer Multi Sense, adaptieve led-koplampen met grootlichtautomaat, een regeneratief remsysteem met vier vertragingsgradaties, een combinatie van stof en kunstleer uit gerecycled materiaal en het OpenR Link multimediasysteem met 12-inch aanraakscherm.

Voor de versie met de kleine batterij blijft de keuze beperkt tot de Evolution en Techno, voor de Long Range heeft Renault nog twee omvangrijkere uitrustingspakketten. De Esprit Alpine (+ 1800 euro) staat op speciale 20-inch wielen, stoelverwarming is standaard en het interieur is gedecoreerd met blauwe elementen.

©Igor Stuifzand

Topmodel is de Iconic, die voor 51.670 euro in de prijslijst staat. Deze versie beschikt over nog wat extra veiligheidsfuncties, zoals waarschuwing voor achterlangs kruisend verkeer bij achteruit rijden, dodehoekwaarschuwing met stuurcorrectie en uitstapbeveiliging, die je vóór het uitstappen een seintje geeft wanneer een fietser of andere auto in de buurt is. Maar ook een bestuurdersstoel met elektrische verstelling en massage is standaard. Ruimte voor smakelijke, niet overdreven kostbare opties blijft er zeker over, onder meer voor een panoramadak met elektrochromatisch glas à 1500 euro (een mooie vertoning hoe het zich 'opent' en 'sluit'), een camerabinnenspiegel à 800 euro en tweekleurige lak voor 1300 euro.

©Igor Stuifzand

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.