ID.nl logo
Een verzekering voor je smartphone: noodzakelijk of onzin?
© paulzhuk
Huis

Een verzekering voor je smartphone: noodzakelijk of onzin?

Een barst in het scherm, waterschade of zelfs diefstal: als smartphone-eigenaar zit je er niet op te wachten, maar het kan je zomaar overkomen. Met een smartphoneverzekering kan je deze schades afdekken. Is het echter wel nodig om je smartphone (extra) te verzekeren? In dit artikel leggen we je uit of dat zinvol is.

In dit artikel lees je:

Waarom is het nuttig om je smartphone te verzekeren?

De aanschaf van een nieuwe smartphone is meestal niet goedkoop, hoewel er ook onder de 300 euro prima toestellen te vinden zijn. Voor de nieuwste vlaggenschepen van Apple of Samsung ben je echter al snel meer dan 800 euro kwijt. Dan hebben we het alleen nog maar over de instapmodellen. Voor de iPhone 14 Pro Max en de Samsung Galaxy S23 Ultra mag je zelfs rekenen op een prijskaartje boven de 1000 euro.

Omdat het om flinke bedragen gaat, kan reparatie of vervanging duur uitpakken. Een ongeluk zit echter in een klein hoekje. Bovendien bestaat er altijd een kans dat je je telefoon ergens vergeet of dat je bestolen wordt. 

Een smartphoneverzekering biedt dan uitkomst. Je krijgt niet in één keer met hoge kosten te maken als je je telefoon moet laten repareren of een nieuwe moet kopen. Ook als je je smartphone per maand afbetaalt, voorkom je dat je nog maandenlang moet doorbetalen aan een kapot of vermist toestel.

Hoe kun je je smartphone verzekeren en wat valt onder de dekking?

Een verzekering voor je smartphone is er om dekking te bieden tegen onvoorziene schade en diefstal van het apparaat. De precieze hoogte van de vergoeding en de verzekerde voorwaarden kunnen verschillen per verzekering. 

Vaak kun je een verzekering afsluiten bij aankoop van een smartphone in combinatie met een abonnement bij een provider. Je smartphone is soms echter al verzekerd via je inboedelverzekering. Het kan ook nodig zijn om hier tegen een meerprijs een aparte dekking voor af te sluiten. Als iemand buiten je gezin schade toebrengt aan je smartphone, kun je de kosten mogelijk verhalen op diens aansprakelijkheidsverzekering. 

Daarnaast kan je je smartphone verzekeren via een buitenshuisverzekering of de bagagedekking van je reisverzekering. De ene verzekering dekt meer dan de andere. Daarom is het belangrijk om de polisvoorwaarden van je huidige verzekeringen goed door te lezen. 

💡We geven je 7 tips om te besparen op je inboedelverzekering

©Olena

Inboedelverzekering en buitenshuisverzekering

Bij een inboedelverzekering is je smartphone alleen verzekerd als het toestel bij je thuis beschadigd raakt, bijvoorbeeld doordat de smartphone uit je handen valt of je kind hem van tafel stoot. Je neemt je telefoon echter overal mee naartoe. Sommige inboedelverzekeringen dekken ook diefstal van je smartphone buitenshuis. In andere gevallen kun je een buitenshuisverzekering afsluiten om je in te dekken in het geval je je smartphone onderweg verliest of deze wordt gestolen. 

De kans is groot dat de inboedelverzekering en buitenshuisverzekering geen vergoeding geven bij waterschade of schade door kortsluiting. Ook wordt val- en stootschade aan je mobiele apparaat niet altijd standaard gedekt. Soms is het wel mogelijk om dit met een aanvullende dekking alsnog te verzekeren. Een all-risk-verzekering kan bovendien extra dekking bieden, zoals schade die je zelf (uiteraard per ongeluk) hebt aangebracht aan je smartphone.

💡 Ook interessant: Voorkom deze 9 tegenvallers bij je woonverzekering

Extra veilig gevoel?

Koop een telefoonhoesje met extreme bescherming

Speciale smartphoneverzekering

Met een speciale smartphoneverzekering ben je doorgaans verzekerd tegen bijna elke vorm van schade die je kunt bedenken, zoals valschade, stootschade en waterschade. Voor dekking bij diefstal en verlies betaal je vaak wel extra. Bovendien hangen er uitsluitende voorwaarden aan de dekking. Zo kan het zijn dat er alleen wordt uitgekeerd bij diefstal als er zichtbare braaksporen zijn. Lees dus altijd de kleine lettertjes van de verzekeringsvoorwaarden goed door. Aanbieders van smartphoneverzekeringen zijn onder meer: NowInsure, SimpleSurance, WertGarantie en Actua. Ook kun je terecht bij (web) winkels als Coolblue en MediaMarkt voor een smartphoneverzekering.

De hoogte van de vergoeding verschilt per verzekeraar en hangt af van de leeftijd en waarde van je telefoon. Door sommige verzekeraars wordt er met een vervangingswaarde gerekend. Dat houdt in dat je nooit meer terugkrijgt dan de dagwaarde. Er zijn ook verzekeraars die met een nieuwwaarde werken. De nieuwwaarde wordt echter alleen vergoed binnen een bepaald aantal jaar na aankoop of als de dagwaarde nog boven een bepaald percentage ligt. De precieze details vind je in de voorwaarden van de verzekering.

Het is ook belangrijk om na te gaan of de verzekeraar een eigen risico hanteert. Verschillende aanbieders werken bijvoorbeeld met een eigen risico van tussen de 50 en 150 euro als er sprake is van schade door vallen of stoten. Is de schade lager dan het eigen risico, dan betaal je uiteraard alleen het schadebedrag. Dit betekent wel dat je voor kleinere schades alsnog zelf de reparatie moet betalen.

©guruXOX

Is een verzekering voor je smartphone wel nodig?

Of het slim is om je smartphone te verzekeren hangt af van verschillende aspecten. Een smartphoneverzekering kan bijvoorbeeld handig zijn als je een duur toestel hebt, risico’s wilt mijden of onhandig bent. Aan de andere kant is het dus mogelijk dat je smartphone al verzekerd is via een bestaande verzekering. Bekijk dus altijd eerst de polissen van je huidige verzekeringen, want dubbel verzekeren is zonde van het geld.

Daarnaast is het verstandig om alleen te verzekeren wat je anders niet kunt betalen. Een telefoonverzekering kan namelijk flink in de papieren lopen. Een smartphoneverzekering kost al snel minstens een tientje per maand voor een toestel met een aankoopprijs van 1000 euro. Soms betaal je iets extra om je smartphone te verzekeren tegen diefstal. Het gaat hierbij vaak om 1 of 2 euro extra per maand. 

Heb je voldoende spaargeld om je smartphone te vervangen in geval van schade of diefstal, en ben je erg zuinig op je telefoon, dan kun je je afvragen of het de moeite waard is om het toestel (extra) te verzekeren.

Stel je voor dat je je smartphone elke twee jaar vervangt, bijvoorbeeld omdat je graag met het nieuwste toestel wilt rondlopen. Dan heb je na twee jaar dus al snel 240 euro betaald voor de verzekering. Dat is geld dat je ook goed had kunnen gebruiken om een nieuw toestel aan te schaffen. 

Bovendien moet je er rekening mee houden dat er vrijwel altijd sprake is van een eigen risico dat je zelf moet betalen als je aanspraak maakt op de verzekering. Voor kleinere schades, zoals een schermreparatie, heeft verhalen op de verzekering dan ook weinig zin. Verzekeren doe je dan ook vooral om je in te dekken in het geval van grotere defecten of diefstal.

De belangrijkste tip die we je kunnen geven, is waarschijnlijk om niet direct een verzekering af te sluiten bij de aanschaf van je toestel. Mogelijk voel je je onder druk gezet door de verkoper, die met allerlei redenen komt waarom het verstandig is om je smartphone te verzekeren. 

Hoewel het voor sommige mensen en in sommige situaties inderdaad slim kan zijn om een smartphoneverzekering af te sluiten, doe je er verstandiger aan om thuis op je gemakje de dekkingsvoorwaarden van verzekeringen met elkaar te vergelijken en de kleine lettertjes goed te bekijken. Het afsluiten van de verzekering hoeft namelijk niet meteen na de aankoop van je toestel te gebeuren. Bovendien is je smartphone mogelijk al verzekerd binnen je huidige woonverzekering.

Toch een nieuwe smartphone nodig? Deze modellen kosten niet meer dan 200 euro en krijgen een topscore van andere gebruikers! 👇

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro
© Beko
Huis

Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro

In de rubriek Waar voor je geld gaan we een aantal keer per week op zoek naar de beste producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Deze keer kijken we naar condensdrogers. Welke modellen zijn er te koop voor onder de 500 euro en wat zijn de mogelijkheden?

Een condensdroger is een type wasdroger dat vocht uit je wasgoed onttrekt en opvangt in een ingebouwd reservoir of via een afvoerslang afvoert. In tegenstelling tot luchtafvoerdrogers heeft een condensdroger geen externe afvoer nodig, wat hem flexibel maakt in gebruik en daardoor nagenoeg overal kunt plaatsen. Condensdrogers zijn doorgaans goedkoper in aanschaf dan warmtepompdrogers, maar verbruiken wel meer energie. We vonden vijf exemplaren van minder dan 500 euro.

Beko DCU8235BXT

Energy Label G

De Beko DCU8235BXT is een gebruiksvriendelijke condensdroger met een capaciteit van 8 kg, geschikt voor gezinnen of huishoudens met regelmatig wasgoed. Hij beschikt over diverse programma’s, waaronder opties voor katoen, synthetisch, sportkleding en delicate stoffen. De AquaWave-trommel zorgt voor een zachte behandeling van je kleding, wat de slijtage beperkt. De droger produceert gemiddeld 66 dB aan geluid. Het water wordt opgevangen in een intern reservoir, maar kan ook via een afvoerslang worden weggespoeld. Dit model is niet voorzien van de nieuwste technologieën, maar biedt alles wat je nodig hebt voor betrouwbaar dagelijks gebruik.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op de motor)

Sharp KDNCB8S7PW91BX 

Energy Label G

Deze condensdroger van Sharp is ontworpen met het oog op eenvoud en efficiëntie. De machine biedt 15 programma’s, waaronder instellingen voor katoen, synthetisch, gemengde was en snelle droogbeurten. Het display is helder en overzichtelijk en toont duidelijk de resterende tijd. De bediening is eenvoudig, wat hem geschikt maakt voor gebruikers die vooral gemak zoeken. De wateropvang gebeurt in een reservoir dat handmatig geleegd moet worden, tenzij je kiest voor aansluiting op de afvoer. Voor wie een betrouwbare, eenvoudige droger zoekt zonder poespas, is dit een goede keuze.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: dicht
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Hisense DH3S802BW2

Energy Label D

De Hisense DH3S802BW2 is een moderne warmtepompdroger met een capaciteit van 8 kg en diverse slimme functies. Deze droger is uitgerust met ConnectLife, waarmee je hem via een app op je smartphone kunt bedienen. Ook beschikt hij over een stoomfunctie, die helpt om kreukels te verminderen en kleding op te frissen. De trommel is binnenin verlicht en de bediening is overzichtelijk, met een groot display dat de resterende tijd toont. De machine beschikt over programma’s voor onder andere katoen, wol en delicate stoffen. Hoewel het energieverbruik lager is dan bij een standaard condensdroger, duurt het droogproces gemiddeld wel wat langer.

Uitgestelde start: Nee
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Beko DF8421TX0

Energy Label E

De Beko DF8421TX0 is een warmtepompdroger met een ruime inhoud van 8 kg. Dankzij de EcoGentle-technologie blijven kleuren langer mooi en wordt kleding zachter behandeld. De AquaWave-trommel met speciale patronen zorgt ervoor dat kleding minder slijt tijdens het drogen. Dit model beschikt over 15 programma’s, waaronder opties voor sportkleding, jeans en wol. Ook is er een anti-kreukfase na het drogen, wat handig is als je niet meteen de was uit de machine haalt. De machine is wat ouder (model 202), maar is nog steeds te koop. Oorspronkelijk was het energielabel A++, maar omgerekend naar de huidige meetmethode is dat nu een E-label geworden. Handige extra’s zijn de startuitstelfunctie en het duidelijke display met resttijdindicatie.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op motor)

Frilec KOBLENZ 8600 TK

Energy Label F

De Frilec KOBLENZ8600TK is een eenvoudige, degelijke condensdroger en beschikt over meerdere standaardprogramma’s, zoals katoen, synthetisch en extra droog. De bediening is rechttoe rechtaan en het display toont de resterende droogtijd. Met een geluidsniveau van ongeveer 65 dB is hij niet de stilste, maar ook zeker niet storend in een gemiddelde omgeving. De droger heeft energielabel F, wat betekent dat hij relatief veel stroom gebruikt vergeleken met warmtepompdrogers. Het water dat uit het wasgoed wordt gehaald, wordt opgevangen in een waterreservoir. Deze moet handmatig geleegd worden, tenzij je hem aansluit op een afvoer.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 5 jaar

▼ Volgende artikel
5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie
© alfa27 - stock.adobe.com
Huis

5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie

Aangebrand eten, vibrerende pannen of ongelijke resultaten: wie net begint met koken op inductie kan tegen dit soort frustraties aan lopen. Gelukkig zijn ze makkelijk te voorkomen. Wij vertellen wat de meest gemaakte fouten zijn bij het koken op inductie én hoe je ze voorkomt.

In het kort

Overgestapt van gas op inductie? Dat is vaak even wennen. Wij zetten 5 veelgemaakte fouten bij het koken op een rij, zodat jij ze niet hoeft ze maken. Dit zijn ze:

  1. Verkeerde pannen gebruiken
  2. Kookzones niet goed benutten
  3. Te hoog vermogen gebruiken
  4. Boostfunctie te veel gebruiken
  5. Niet goed schoonmaken

Inductieplaat kopen?

Check hier de beste deals!

Fout 1: Verkeerde pannen gebruiken

Een klassieke fout bij het koken op inductie is het gebruik van pannen die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit type kookplaat. Inductie werkt via een magnetisch veld dat de bodem van de pan rechtstreeks verwarmt. Zijn jouw pannen niet magnetisch, dan is het gevolg een tragere opwarming, ongelijke garing en onnodig veel energieverbruik. Soms reageert een inductiekookplaat helemaal niet op gewone pannen.

Weet je niet zeker of jouw pannen geschikt zijn voor inductie? Doe dan de magneettest: pak een (koelkast)magneet en houd 'm tegen de bodem van de pan. Plakt de magneet stevig vast? Dan is de pan geschikt voor inductie. Glijdt de magneet weg of is de magnetische werking veel te zwak? Dan kun je beter niet koken met deze pan. 

Extra tip: als je nieuwe pannen voor je inductiekookplaat wilt kopen, let dan niet alleen op de magnetische werking. Ook de dikte van de bodem is belangrijk. Pannen met een bodem van minstens 4 à 5 mm dik verminderen de kans op aanbranden en trillen bij hoog vermogen. Kies daarnaast voor keukengerei van hout of siliconen; dat voorkomt krassen aan de onderkant van de pan. 

Fout 2: Kookzones niet goed benutten

Een inductiekookplaat werkt het best met pannen die qua formaat goed door de kookzone worden herkend. Zet je een pan neer die veel kleiner is dan de kookzone, dan kan het zijn dat de plaat hem niet detecteert of dat er minder vermogen beschikbaar is. Er gaat echter geen warmte verloren: alleen het deel van de pan dat binnen het magnetisch veld valt, wordt verwarmd. Een pan die juist groter is dan de kookzone kan leiden tot ongelijkmatige verhitting, omdat alleen het middendeel voldoende wordt opgewarmd. Let er daarnaast op dat de bodem van de pan vlak en schoon is, zodat het contact met het glasoppervlak optimaal blijft. Een kromgetrokken of vuile bodem kan de werking verstoren.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Fout 3: Te snel opwarmen

Inductie warmt veel sneller op dan gas. Daardoor zetten veel mensen het vermogen al snel te hoog, met als gevolg dat olie of eten kan aanbranden. Het is slimmer om op een lagere stand te beginnen en de temperatuur geleidelijk op te voeren, zeker bij bakken of sudderen. Voor water koken mag je gerust vol vermogen gebruiken, maar bij braden is dat vaak niet nodig. Merk je dat je pan gaat trillen of de kookplaat een zoemend geluid maakt, dan staat hij waarschijnlijk te hoog. Gebruik bovendien olie of vet met een hoog rookpunt, zoals arachideolie, zonnebloemolie, kokosolie of geklaarde boter (ghee). Daarmee voorkom je dat het vet te snel verbrandt.

Fout 4: Boostfunctie te veel gebruiken 

Veel inductiekookplaten hebben een boostfunctie die het vermogen tijdelijk flink opschroeft. Ideaal om snel een pan met water aan de kook te brengen of grote hoeveelheden soep of pasta te verhitten. Voor delicate bereidingen is de booststand minder geschikt, omdat de pan dan zo heet wordt dat eten kan aanbranden of ongelijk gaart. Gebruik hem dus met beleid: handig als je snel kracht nodig hebt, maar niet bedoeld om continu op te koken.

Fout 5: Niet goed schoonmaken 

Vlekken en etensresten op je inductiekookplaat zijn niet alleen onhygiënisch, ze kunnen ook blijvende schade veroorzaken. Vooral suikers zijn verraderlijk: die kunnen bij verhitting het glasoppervlak aantasten. Ook verbrande resten laten vaak hardnekkige vlekken achter en kunnen het glas op den duur verkleuren of zelfs doen barsten. Maak de kookplaat daarom na gebruik altijd schoon. Gebruik een licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel, zoals een beetje afwasmiddel of een speciaal middel voor inductiekookplaten. Voor aangekoekte resten is een speciale kookplaatschraper handig. Vermijd schuurmiddelen en schuursponsjes, want die veroorzaken krassen en maken het glas dof.