ID.nl logo
Voorkom deze 9 tegenvallers bij je woonverzekering
© PheelingsMedia - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

Voorkom deze 9 tegenvallers bij je woonverzekering

Een goede inboedelverzekering geeft een veilig gevoel. Als er brand uitbreekt of als er iets wordt gestolen, betaalt de verzekeraar de schade, toch? Helaas bevatten verzekeringsvoorwaarden nog steeds veel kleine lettertjes met eigen risico’s, maximum verzekerde bedragen en uitsluitingen. Tegelijkertijd zijn er ook verzekeraars die ruimhartiger vergoeden. Goed om op te letten als je woonverzekeringen gaat vergelijken.


Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen: Welke valkuilen kun je tegenkomen bij een inboedelverzekering? | Hoe zorg je dat je opstalverzekering de juiste dekking heeft? | Welke verzekeringsvoorwaarden moet je altijd even checken?

Ook interessant voor jou: 10 veelgestelde vragen over woonverzekeringen


 

Tegenvaller 1: Te laag verzekerd bdrag

Sommige woonverzekeringen kennen een maximum verzekerd bedrag. Als dit bedrag lager is dan de werkelijke waarde van je inboedel of van de woning zelf, dan moet je soms een deel van de schade uit eigen zak betalen. Je bent dan onderverzekerd. Je kunt dit voorkomen door na te gaan welk bedrag je precies moet verzekeren óf door een verzekering te kiezen met garantie tegen onderverzekering.

Om precies te weten voor welke waarde je je inboedel moet verzekeren, moet je de waarde van al je meubels, apparaten, sieraden, kleding en andere spullen bij elkaar optellen. De meeste verzekeraars stellen dat niet (meer) verplicht. Steeds vaker hoef je alleen een paar globale vragen te beantwoorden over onder andere je gezinssamenstelling en je inkomen. Dat heet de inboedelwaardemeter. Op basis daarvan berekent de verzekeraar het te verzekeren bedrag en krijg je een garantie tegen onderverzekering. Vaak moet je de inboedelwaardemeter wel van tijd tot tijd opnieuw invullen. Er zijn ook verzekeraars die werken met een standaard verzekerd bedrag van bijvoorbeeld 100 duizend of 200 duizend euro. Als je zeker weet dat je inboedel minder waard is dan dit maximum, ben je bij deze verzekeraars ook goed verzekerd.

Voor woningeigenaars is ook een goede opstalverzekering belangrijk. Ook hierbij kun je een garantie tegen onderverzekering krijgen, bijvoorbeeld door het invullen van de herbouwwaardemeter. Hierin beantwoord je vragen over onder andere het type woning, de grootte en de afwerking. Verbouwingen en andere ingrijpende veranderingen aan de woning moet je doorgeven om de garantie tegen onderverzekering te behouden.

Tegenvaller 2: Te lage vergoedingen voor kostbaarheden of apparatuur

Een garantie tegen onderverzekering betekent niet dat je altijd de volledige waarde vergoed krijgt van alle onderdelen van je inboedel. Bijna altijd gelden er maximale bedragen voor bepaalde categorieën, zoals sieraden, audio- en computerapparatuur, kunst, antiek en muziekinstrumenten. Hetzelfde geldt voor spullen in de tuin, spullen in een garage of schuur en contant geld. De maximum vergoedingen bij diefstal kunnen lager liggen dan bij brand. Heb je voor meer dan een paar duizend euro aan sieraden en/of apparatuur, dan is er een kans dat je te weinig hebt aan die vergoeding. Er zijn ook verzekeraars met ruime vergoedingen of met een mogelijkheid om aanvullende dekkingen af te sluiten.

©Andrey Popov

Tegenvaller 3: Geen vergoeding van de nieuwwaarde

Als er spullen uit je huis worden gestolen of als ze door brand- of waterschade niet meer te gebruiken zijn, dan wil je ze graag kunnen vervangen. Maar in veel gevallen krijg je geen vergoeding van de nieuwwaarde. Doorgaans krijg je alleen de nieuwwaarde vergoed voor spullen die pas nieuw zijn of die nog minimaal 40 procent van hun nieuwwaarde hebben. Het verschilt per verzekeraar hoe dit percentage wordt berekend, maar het heeft in ieder geval niets te maken met hoe zuinig je zelf op je spullen bent. Voor camera’s, audio- en computerapparatuur bijvoorbeeld krijg je na een jaar of 5 of 6 maximaal de dagwaarde terug. Voor mobiele elektronica, zoals smartphones, tablets en laptops, zijn de termijnen nog korter. Er is maar een handjevol verzekeraars dat altijd de nieuwwaarde vergoedt. Sommige andere vergoeden de nieuwwaarde tot 10 jaar.   

Tegenvaller 4: Maximum bedragen bij buitenshuisdekking

Voor spullen die je vaak meeneemt, kun je bij veel inboedelverzekeringen een buitenshuisdekking afsluiten. Daarmee kun je ook schade claimen als je smartphone of je gouden ketting wordt gestolen of als je laptop of tablet onderweg beschadigd raakt. Buitenshuis loop je meer risico’s dus het is fijn als je dan goed gedekt bent. Helaas verbinden veel verzekeraars aan dit hogere risico een lager verzekerd bedrag. Sieraden zijn buitenshuis bijvoorbeeld nog maar tot 1000 euro verzekerd. Ook voor mobiele elektronica is de dekking buitenshuis vaak slechter zijn. Zie ook tegenvaller 6. 

Tegenvaller 5: Buitenshuisverzekering dekt diefstal uit de auto niet

De buitenshuisdekking van je inboedelverzekering kun je helaas niet helemaal letterlijk nemen. Schade die zich buitenshuis voordoet, wordt toch niet altijd vergoed. Vooral bij diefstal zijn er veel uitzonderingen. Diefstal uit een auto bijvoorbeeld. Soms geldt deze uitzondering alleen als de spullen in het zicht lagen, maar soms ook als ze in een goed afgesloten kofferbak lagen. Braaksporen zijn een voorwaarde voor vergoeding. Soms krijg je wel een vergoeding, maar hooguit een bepaald maximum bedrag, bijvoorbeeld 250 euro.

©kasarp

 

Misschien is een autokluis iets voor jou

(voor als je echt niet anders kunt en waardevolle spullen echt in de auto moet laten liggen)

Tegenvaller 6: Inboedelverzekering dekt smartphone of tablet niet

Diefstal van smartphones, tablets en laptops is soms helemaal uitgesloten. Daarvoor stellen steeds meer verzekeraars de aanvullende verzekering van mobiele elektronica verplicht. Het maakt dus niet uit waar je apparaat gestolen wordt: uit je huis, uit je jaszak of uit je auto. Alleen als je de aanvullende dekking hebt afgesloten, kun je een vergoeding claimen.

Smartphone gestolen en een nieuwe nodig? 👇


 

Tegenvaller 7: Schade is uitgesloten van de dekking

Bij een inboedelverzekering kun je kiezen voor extra uitgebreide dekking en voor allrisk dekking. Bij allrisk dekking denk je misschien aan een dekking van alle risico’s, maar dat klopt niet. Allrisk dekt namelijk alleen de risico’s die niet zijn uitgesloten. En alle verzekeringen kennen uitsluitingen. Bij allrisk dekking mag je ervan uitgaan dat schade die je zelf veroorzaakt door vallen of stoten is meeverzekerd. Bij een extra uitgebreide dekking is dat niet zo. Toch kan er bij allrisk dekking veel uitgesloten zijn, zoals diefstal van een fiets uit de tuin, schade door dieren, slijtage en schade doordat er water binnengekomen is door een open raam. Het is dus belangrijk om zelf voorzichtig te zijn. 

©Sandra - stock.adobe.com

Tegenvaller 8: Het eigen risico is hoger dan de schade

Veel inboedelverzekeringen kennen een klein eigen risico van bijvoorbeeld 50 euro. Dit bedrag betaal je altijd zelf als je schade claimt. Verder kan er een eigen risico gelden bij een stormschade en bij val- of stootschade door je eigen schuld. Bij veel verzekeraars kun je je eigen risico verhogen, soms tot wel 500 of 1000 euro. Als je dat hebt gedaan en de schade blijft onder dit bedrag, dan krijg je helemaal niets vergoed. 

Tegenvaller 9: Verzekeraars wijzen naar elkaar

Als niet helemaal duidelijk is onder welke verzekering een bepaalde schade valt, kan er discussie ontstaan tussen verzekeraars. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je schade hebt aan je zonwering en er twijfel is of deze onder je opstalverzekering of inboedelverzekering valt. Je kunt dit voorkomen door je inboedel- en opstalverzekering bij dezelfde verzekeraar af te sluiten. Daarmee heb je geen overlappingen in de dekking en heb je meer kans op een snelle afhandeling.

Je kunt ook te maken krijgen met twee verzekeraars bij een dubbele dekking, bijvoorbeeld als je een inboedelverzekering én een fietsverzekering hebt. Of een buitenshuisdekking op je inboedelverzekering én een reisverzekering. In dat geval gaat de meest specifieke verzekering voor, dus de fietsverzekering gaat vóór de inboedelverzekering. Dat is ook gunstiger, want de fietsverzekering vergoedt meestal meer. Voorwaarde is wel dat je fiets op slot stond. Zijn de verzekeringen allebei even specifiek? Dan mag je zelf kiezen waar je de schade claimt. Kijk dus goed na welke verzekering de hoogste vergoeding geeft. Houd daarbij rekening met het eigen risico.


▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.