ID.nl logo
De 7 successtappen van Steve Jobs
© Reshift Digital
Huis

De 7 successtappen van Steve Jobs

Het overlijden van Apple-ceo Steve Jobs is alweer een jaar geleden. Hij heeft niet alleen Apple gered, maar er het meest waardevolle bedrijf ter wereld van gemaakt. Met deze 7 sleutelbeslissingen.

Toen Jobs vijftien jaar geleden weer in dienst trad bij het mede door hem opgerichte bedrijf was dat een wedergeboorte voor het kwakkelende Apple. Binnen acht maanden (op 17 september 1997, om precies te zijn) had hij de rol van interim-ceo op zich genomen. Zijn titel is later officieel afgekort tot iCEO, in lijn met veel van Apple's productnamen. Jobs heeft een uitgekiende en kale, haast minimalistische, strategie uitgevoerd om Apple te redden.

Naast sluwe stappen als de overgang naar Mac OS X, een gelikt consumentenproduct als de iMac, en industrie-omwentelende iPod heeft Jobs ook en vooral beslissingen op hoger niveau genomen die de ommekeer hebben bewerkstelligd. Daaronder deze zeven operationele stappen die Apple op een koers hebben gebracht die het tot op de dag van vandaag volgt. Met groot succes.

Touwtjes in handen

Eén van de eerste en gelijk belangrijkste stappen die Jobs heeft gezet, is het overnemen van Apple. Niet in de zin van een financiële overname van het bedrijf. Maar wel in de zin van een machtsgreep. Officieel is de mede-oprichter weer in huis gehaald omdat zijn bedrijfje NeXT werd opgekocht door Apple, maar de verhoudingen lagen algauw andersom.

Toenmalig Apple-ceo Gilbert Amelio presenteerde Jobs na de bedrijfsovername van eind 1996 als speciaal adviseur voor Apple. Maar de grondlegger van het toen noodlijdende computerbedrijf trok zich daar niet veel van aan. In plaats van slechts advies te geven en verder aan de zijlijn te zitten, palmde de eigengereide Jobs de bestuursraad in om Amelio aan de kant te zetten. Vrij snel na het afzetten van de ceo wierp de teruggekeerde topman zich op als potentiële vervanger, waar de raad mee instemde.

Vet wegsnijden

Vóór Jobs' terugkeer maakte Apple tientallen verschillende modellen Macintosh-computers: desktops, laptops en servers in uiteenlopende variaties. Daarnaast produceerde het bedrijf diverse printers, digitale camera's en vele andere Mac-aanvullende producten. Maar weinig van die extra's zorgden - op zichzelf - voor winst.

De nieuwe machthebber van Apple schrapte in totaal ruim 70 procent van de producten, hardware én software. Een bekend en omstreden slachtoffer van Jobs' opruimwoede was de Newton, een handcomputer (PDA, personal digital assistent) die zijn tijd ver vooruit was. De toestellen van het later groot geworden bedrijf Palm en ook hedendaagse smartphones hebben veel functies van de Newton overgenomen en naar de massa gebracht.

Apple's toenmalige hoofdproduct, de Macintosh, is natuurlijk niet geschrapt, maar wel grotendeels uitgekleed. De jungle aan Mac-modellen is door Jobs gekapt en vervangen door een vierkwarts grid. Twee consumentenmachines, de iMac en de iBook, naast twee zakelijke computers, de Power Mac en de PowerBook. Al het andere Mac-aanbod is gesneuveld.

Dit wegsnijden van vet kostte meer dan 3000 Apple-werknemers hun baan tijdens Jobs' eerste jaar als iCEO. Uiteindelijk was het bedrijf hierdoor wel in staat om zich te concentreren op een handjevol goede producten in plaats van op vele tientallen middelmatige producten. Deze strategie heeft veel navolging gekregen bij andere bedrijven, zoals nu bij ict-reus HP, maar is lang niet altijd zo succesvol geworden als bij Apple.

Het productportfolio van Apple is niet het enige wat op het hakblok van Jobs terecht kwam.

Lees verder op pagina 2.

Mismanagers wegwerken

Naast onnodige of ongewenste producten sneed Jobs nog ander vlees weg. De diverse managers en bestuursleden die Apple aan de rand van de afgrond hadden gebracht. Dat betrof dus niet alleen ceo Amelio, maar ook directieleden. Die waren er tegen 1996 voornamelijk op gericht hoe ze Apple het beste in stukken konden hakken om die brokken te verkopen aan de hoogste bieder.

Een beroemde quote, van Amelio, uit die tijd is dat het bestuur bezig was het lekkende schip naar de kust te sturen. Om daar veilig te kunnen stranden. Jobs wilde echter het gat in de scheepsromp dichten en het schip weer op koers krijgen. Daarvoor had hij wel een bestuursraad nodig die daarin meeging, dus met een positieve houding én loyaliteit aan Jobs. De mede-oprichter heeft waardevolle lessen getrokken uit zijn door het bestuur afgedwongen vertrek in 1985.

Binnen enkele weken na zijn machtsgreep had Jobs het merendeel van de directieraad overtuigd - of gedwongen - om op te stappen. Daaronder ook voormalig ceo Mike Markkula die ooit de benodigde investering had verstrekt waarmee Apple in 1977 was ontstaan. Ter vervanging haalde de iCEO vrienden als Oracle-ceo Larry Ellison en voormalig Apple-marketingtopman Bill Campbell in huis.

Tegelijk met deze reorganisatie aan de bedrijfstop gooide Jobs ook de algehele structuur van de onderneming op de schop. De vele productgerichte afdelingen, die onderling met elkaar concurreerden en streden om de schaarse bedrijfsmiddelen, werden vervangen door bedrijfsbrede afdelingen voor marketing, sales, fabricage en financiën. Op sleutelposities voor deze nieuwe opzet waren vóór de reorganisatie en Jobs' aantreden als iCEO al NeXT-topmensen neergezet. Door ceo Amelio, op aanzet van Jobs.

Niet langer uitlekken

De omstreden ceo Gilbert Amelio werd herhaaldelijk verrast doordat Apple-werknemers met opzet informatie lekten aan de pers. Sommige van die lekken waren bedoeld om de topman zijn beleid te laten wijzigen. Onder Jobs is voor nagenoeg alle werknemers een volledige ban op communicatie met de pers ingevoerd. Daarnaast zijn een reeks ontslagen doorgevoerd.

Het beleid om de pers geen informatie vooraf te verschaffen, heeft Apple een imago van geheimhouding, spanning en verrassing opgeleverd. Wat de productaankondigingen alleen maar interessanter maakt, voor de pers en voor het algemene publiek. Door de informatiestromen vanuit Apple strak in de hand te houden, wist Jobs de aandacht te grijpen en vast te houden.

De laatste tijd lijkt er wel de klad gekomen in de Apple-geheimhouding. Details over de iPhone 4S en ook de nieuwe 5 zijn uitgebreid uitgelekt vóór de officiële onthulling ervan.

Om Apple te redden was niet alleen interne herziening nodig. Jobs heeft ook extern het slagveld herzien.

Lees verder op pagina 3.

Strijdbijl begraven

Ondanks de hiervoor genoemde stappen tegen mismanagement en oude vijanden is Jobs wel degelijk in staat om de strijdbijl te begraven. Dat heeft hij gedaan met betrekking tot Apple's 'eeuwige vijand': de pc. Natuurlijk is de Windows-pc nog altijd de tegenstander waartegen de Mac-maker zich afzet; zie maar de langlopende en beroemde reclamecampagne Mac versus PC. Maar de teruggekeerde Jobs heeft vrede gezocht en gesloten met de achterliggende bedrijven.

Tijdens de eerste 'regeringsperiode' van Jobs bij Apple is de pc (toen nog IBM-compatible genoemd) en daarmee ook MS-DOS-maker Microsoft neergezet als de grote, verstikkende vijand die à la de tirannieke Big Brother in 1984 bestreden moest worden. Tegen 1996 kon Jobs echter erkennen dat het miniscule en krimpende marktaandeel van de Mac betekende dat Microsoft de strijd om de desktop had gewonnen. Daar tegen (blijven) strijden, zou onnodig geld en energie kosten.

Dus heeft Jobs een groot vredesakkoord inclusief zakelijke deal gesloten met Microsoft. Daarbij beklonken de twee een wederzijdse patentruil, investeerde het bedrijf van Bill Gates 150 miljoen dollar in het kwakkelende Apple en werd webbrowser Internet Explorer voortaan standaard meegeleverd op het Mac OS (van vóór Mac OS X). Die overeenkomst werd aanvankelijk door velen gezien als liefdadige redding van Apple door de Windows-maker. Op de achtergrond speelden echter ook aanklachten mee van Apple tegen Intel en Microsoft over softwarediefstal voor Windows. Die kwestie is stilletjes geschikt.

Jobs kondigde de deal aan in zijn openingstoespraak van de Macworld-conferentie in 1997. Toenmalig Microsoft-ceo Gates sprak via een live satellietverbinding mee op een reusachtig videoconferentiescherm, à la de projectie van Big Brother zelf in de film 1984.

De beroemde 1984-reclame waarmee Apple de eerste Mac-computer introduceerde, tegen de grijze overmacht van de IBM-pc en Microsoft:

[youtube]OYecfV3ubP8[/youtube]

Klonen killen

Niet alleen heeft Jobs in de eigen Mac-wildgroei van Apple gesnoeid, hij heeft ook Macs van derden afgemaakt. Pardon? Ja, ooit waren er Macs die niet door Apple werden gemaakt. Het bedrijf is in 1994 namelijk begonnen het succesvolle voorbeeld van Microsoft te volgen door zijn besturingssysteem in licentie te leveren aan computermakers. De fabrikanten van deze klooncomputers betaalden 80 dollar per machine aan Apple.

Al gauw bleek dat dit geen slimme zet was van de originele Mac-maker. De pc-makers wisten namelijk goedkopere Macs te maken van Apple zelf. In plaats van uitbreiding van de Mac-markt zorgden de klonen voor verdere afkalving van Apple. Jobs heeft dus de licentiedeal voor Mac OS 7 niet uitgebreid naar de nieuwe versie 8. Overigens waren testversies van Mac OS 8.0 eerder voorzien van het nummer 7.7, waarmee het mogelijk wel onder de bestaande contracten zou vallen. Één kloonmaker, Umax, heeft nog een half jaartje OS 8 mogen leveren op zijn systemen.

Jobs had twee redenen om de klonen weg te werken. De belangrijkste was niet eens het feit dat die andere Macs Apple afzet kostten. De topman was ervan overtuigd dat het cruciaal is om grip te hebben op de volledige gebruikerservaring, van hardware tot software. Dat kan niet worden behaald of behouden als de hardware deels buiten Apple's controle viel. De klonen, met bijvoorbeeld te krap geheugen, besmeurden het merk van de Mac. Jobs kon dat niet toestaan.

Ook deze successtap van Jobs heeft anderen geleid tot imitatie, ook nu nog.

Lees verder op pagina 4

Tegenwoordig neigen ook pc-reuzen Intel en Microsoft naar deze strategie. Eerstgenoemde met zijn merknaam Ultrabook voor dunne, lichte en toch krachtige laptops. Naar voorbeeld van de MacBook Air. Processorreus Intel legt voor gebruik van die merknaam strikte eisen op aan de pc-producenten, om de negatieve impact van al te goedkope netbooks te voorkomen. Microsoft op zijn beurt draait met de vereisten voor Windows 8 en Windows Phone de duimschroeven wat aan. Daarnaast streeft de softwaregigant meer grip na door met eigen Surface-tablets te komen en door in de VS geoptimaliseerde, crapwareloze pc's te verkopen via zijn Signature-programma.

Leunen op Jonathan Ive

Tot slot een successtap van Jobs die Apple veel van de huidige hype en waarde heeft opgeleverd. Kiezen voor design en daarvoor vertrouwen op Jonathan Ive. Die topdesigner was bij Jobs' terugkeer al hoofd van Apple's designteam, maar voelde zich miskend en wilde ontslag nemen. Na een toespraak van Jobs voor alle werknemers van het bedrijf heeft Ive besloten om toch te blijven.

Ive's cruciale rol voor Apple-design was naar verluidt niet gelijk gegarandeerd. Jobs heeft ook naar externe topdesigners gekeken om de producten van zijn bedrijf een nieuw elan te geven. De iCEO en de reeds in dienst zijnde ontwerper bleken echter ongeveer dezelfde smaak te hebben en ze hebben een zelfde designovertuigingen.

Hun succesvolle samenwerking heeft Apple vele successen opgeleverd. Daaronder de iMac, die in zijn kleurrijke eerste generatie een revolutie was, en vervolgens de iBook, iPod, iPhone en iPad. De klik tussen Jobs en de later geridderde Ive verliep overigens niet geheel vlekkeloos. Na Jobs' overlijden heeft de Britse topdesigner geklaagd dat de ceo wel eens met zijn ontwerpen aan de haal ging om die te presenteren als zijn eigen ideeën.

Wat men vooral niet van Steve Jobs moet leren wordt belicht op Computerworld in het artikel De foute managementlessen van Steve Jobs

▼ Volgende artikel
Review Tapo Smart HomeBase H500 - Slimme lokale opslag voor camera’s
Zekerheid & gemak

Review Tapo Smart HomeBase H500 - Slimme lokale opslag voor camera’s

De Tapo Smart HomeBase H500 is een smarthomecontroller voor Tapo-smarthomeproducten. Hij doet voornamelijk dienst als centraal punt voor een beveiligingssysteem bestaande uit camera's en sensors. Wij hebben de H500 getest in combinatie met Tapo-camera's.

Oké
Conclusie

De Tapo Smart HomeBase H500 is een praktisch basisstation voor gebruikers van Tapo-camera’s, zoals beveiligingscamera’s en de videodeurbel. Met dit kastje sla je opnames centraal op, zonder dat je een cloudabonnement nodig hebt. De ingebouwde opslag biedt ruimte voor enkele weken aan beeldmateriaal en kan eenvoudig worden uitgebreid als je meer capaciteit wilt. Toch zijn er nog wat kinderziektes. Zo kan de koppeling met camera’s verwarrend verlopen, afhankelijk van de volgorde waarin je apparaten installeert. Ook wekt het gebruik van een SD-kaartpictogram voor lokaal opgeslagen beelden snel verkeerde verwachtingen.

Plus- en minpunten
  • Lokale opslag
  • Tabletstandaard met lader
  • Opslag uit te breiden
  • Configuratie verwarrend
  • HDMI-functie beperkt
  • Nog niet alle Tapo-camera's compatibel

Tapo is het merk waaronder TP-Link smarthomeproducten zoals camera's en robotstofzuigers verkoopt. De Tapo Smart HomeBase H500 is gemaakt van wit kunststof en komt degelijk over. Alle aansluitingen vind je op de achterkant in de vorm van netwerk, HDMI, usb-a, usb-c en een voedingsaansluiting. De netwerkaansluiting kun je gebruiken om de HomeBase met je thuisnetwerk te verbinden, maar dat kan ook via wifi. De HDMI-poort is bedoeld om beelden van je camera's op je televisie te bekijken, terwijl je de usb-c-poort kunt gebruiken om een tablet op te laden. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Op de achterkant vind je onder andere een usb-c- en HDMI-aansluiting.

Extra functies

De H500 is ontworpen om in het zicht in je woonkamer te zetten en heeft wat extra handigheidjes die dan van pas komen, zoals knoppen om te kunnen praten als iemand aanbelt. Ook vind je op de voorkant een klepje dat dienstdoet als tabletstandaard; handig als je een tablet gebruikt om je smarthome mee te bedienen. Je kunt de usb-c-poort, die maximaal 1,5 ampère levert, gebruiken om je tablet via de HomeBase op te laden.

©Jeroen Boer - ID.nl

De HomeBase is voorzien van een tabletstandaard.

De Smart HomeBase H500 is voorzien van 16 GB ingebouwd geheugen. Dat is op zich genoeg voor een bescheiden systeem, omdat er alleen clips worden opgeslagen als er beweging gedetecteerd wordt. Bovendien loopt de opslag nooit echt vol omdat oudere opnames automatisch worden overschreven. Heb je meerdere camera's of wil je opnames langere tijd bewaren, dan kun je de opslag zelf uitbreiden. Op de zijkant vind je een klepje waarachter je een 2,5inch-uitbreidingslot vindt. Uitbreiden kan met een 2,5-inch SATA-schijf; dat kan ook een ssd zijn.

©Jeroen Boer - ID.nl

Je kunt de opslag uitbreiden met een 2,5inch-schijf of ssd.

Verwarrende koppeling

De H500 moet aan je Tapo-camera's worden gekoppeld. Dat is enigszins verwarrend, want dat kan als je al camera's hebt op twee manieren. Onze camera's (de C410 en C460) stonden niet in de lijst die je ziet als je eerst op de H500 klikt, maar wel in de andere lijst. Begin je met de H500, dan speelt dat probleem niet en worden ondersteunde camera's automatisch gekoppeld.

Na koppeling worden video’s op de H500 opgeslagen. De H500 kan daarnaast tot zes camera's AI-herkenning geven voor personen, gezichten, voertuigen en huisdieren. Na het inschakelen hiervan wordt een database met herkende personen opgebouwd. Verwarrend is dat je om opnames op de H500 te bekijken op het pictogram 'microSD' moet klikken. Je kunt beelden downloaden om ze veilig te stellen.

Na de koppeling vormen de Smart HomeBase en je camera's één systeem in de app.

Gebruikte camera's

We hebben de HomeBase getest in combinatie met twee camera’s: de C410 en de C460. We hebben die camera's in verschillende configuraties getest, waarbij we de C460 ook binnen hebben gebruikt. De C460 is eigenlijk bedoeld voor buiten, maar kun je ook binnen gebruiken en wij vonden hem door de meegeleverde magnetische standaard ook binnen handiger om te monteren dan de C410, die je aan de muur moet schroeven of kunt neerzetten.

De Tapo C460 is een buitencamera, maar is dankzij de magnetische bevestiging ook heel handig voor binnengebruik.

Extra AI-functies

Behalve opnemen kan de Smart HomeBase H500 ook AI-functies toevoegen aan Tapo-camera's. De HomeBase kan maximaal zes camera's betere herkenningsmogelijkheden geven op basis van AI, maar dat wordt ook als je minder dan zes camera's hebt niet automatisch ingeschakeld. Je kunt dat zelf doen door in de app op de tegel AI Empowerment te klikken. De camera's kunnen dankzij AI personen, gezichten, voertuigen en huisdieren herkennen. Je kunt zelf bepalen welke herkenningsmogelijkheden actief zijn. Herkende personen verschijnen vervolgens automatisch in de app waarna je eventueel kunt aangeven wie die personen zijn.

Met AI Empowerment krijg je onder andere gezichtsherkenning.

Opnames terugkijken

In de Tapo-app kun je per camera zowel livebeelden bekijken als opgeslagen fragmenten vanaf de Smart HomeBase terugzien. Verwarrend is dat je daarvoor moet kiezen tussen de pictogrammen cloud en microSD. Ook al gebruik je de HomeBase, toch valt die onder het microSD-symbool. Logischer zou zijn als TP-Link een apart pictogram toevoegt voor de HomeBase. De door ons geteste batterijcamera's nemen korte clips op zodra beweging wordt gedetecteerd. Zodra de opslag vol raakt, worden automatisch de oudste opnames overschreven. Clips kun je desgewenst ook downloaden.

Je kunt opnames van je camera's op de Smart HomeBase terugkijken en downloaden in de app.

Beperkt nut HDMI

De Tapo Smart HomeBase H500 is voorzien van een HDMI-uitgang waarmee je de hub kunt aansluiten op een televisie of monitor. Je kunt in de app een dashboard configureren bestaande uit één of vier secties. Zo kun je maximaal vier camera's tegelijkertijd bekijken. Heb je minder dan vier camera's, dan kun je ook kiezen voor een klok. Dat klinkt op zich handig, maar met batterijgevoede camera's zoals wij tijdens de test hebben gebruikt, heb je daar niet zoveel aan. Je ziet in het dashboard alleen beeld als de camera op dat moment beweging detecteert. Het is dus niet mogelijk om naar wens live mee te kijken. Het is ook niet mogelijk om via de televisie oudere opnames te bekijken die op de Smart HomeBase staan. Deze functie heeft kortom alleen enigszins nut als je op netstroom gevoede camera's hebt.

Je kunt dashboarden van vier blokjes maken die op je televisie getoond kunnen worden.

Conclusie

De Tapo Smart HomeBase H500 is een praktisch basisstation voor gebruikers van Tapo-camera’s, zoals beveiligingscamera’s en de videodeurbel. Met dit kastje sla je opnames centraal op, zonder dat je een cloudabonnement nodig hebt. De ingebouwde opslag biedt ruimte voor enkele weken aan beeldmateriaal en kan eenvoudig worden uitgebreid als je meer capaciteit wilt. Toch zijn er nog wat kinderziektes. Zo kan de koppeling met camera’s verwarrend verlopen, afhankelijk van de volgorde waarin je apparaten installeert. Ook wekt het gebruik van een SD-kaartpictogram voor lokaal opgeslagen beelden snel verkeerde verwachtingen.

▼ Volgende artikel
Europese alternatieven voor Amerikaanse online diensten
© shadowmoon30 - stock.adobe.com
Huis

Europese alternatieven voor Amerikaanse online diensten

Wanneer je alle internetdiensten opsomt die je zelf gebruikt, van e-mail tot zoekmachines, is de kans groot dat het vrijwel allemaal Amerikaanse platformen zijn. Voor wie zich daar niet helemaal comfortabel bij voelt, zijn er ook (gratis) Europese alternatieven.

In dit artikel

We kijken naar Europese alternatieven voor Amerikaanse diensten: • Zoekmachines • E-mail en agenda • Kantoor • Cloudopslag • Vertaling • Videosharing • Sociale Media • AI-Chat • VPN Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Steeds meer internetgebruikers in Europa stellen zich vragen bij de intensieve dataverzameling en dominante marktpositie van Amerikaanse techbedrijven, zeker in de huidige geopolitieke context. Daardoor groeit de interesse voor Europese alternatieven, die minder afhankelijk zijn van de Amerikaanse bedrijfswereld en overheid, beter aansluiten bij de strengere Europese privacywetgeving, en transparanter zijn over het gebruik van persoonsgegevens.

In dit artikel laten we je kort kennismaken met enkele Europese diensten die een privacyvriendelijker en vaak volwaardig alternatief bieden voor bekende Amerikaanse webdiensten en platformen. Dit gaat breed: van zoekmachines, e-mail en kantoortoepassingen tot cloudopslag, VPN, vertalingen, videosharing, AI-chat en sociale media. Wil je echt de-Amerikaniseren? Gebruik voor deze diensten dan geen Google-, Apple- of Facebook-account.

Zoekmachine

Het zal je niet verbazen dat een browser als Chrome standaard Google gebruikt als zoekmachine, maar je kunt zonder problemen een andere instellen. Open de instellingen van Chrome, ga naar Zoekmachine en klik op Wijzigen. Selecteer het gewenste alternatief. Europese, privacybewuste zoekmachines zijn onder meer het Duitse Ecosia (investeert advertentie-inkomsten in boomaanplant), het Franse Qwant en het Zwitserse SwissCows (dat overigens niet langer gratis is).

Je kunt ook handmatig een extra zoekmachine toevoegen. Neem bijvoorbeeld SwissCows in Chrome. Open opnieuw Zoekmachine en kies Zoekmachine en Site Search beheren. Klik op Toevoegen bij Site Search. Vul SwissCows in als naam, (bijvoorbeeld) sc als snelkoppeling en www.swisscows.com/web?query=%s als url. Bevestig met Toevoegen. Je kunt deze nu instellen als standaard of activeren via sc gevolgd door een druk op Tab in de adresbalk, waarna je de zoekterm ingeeft. Weet wel dat deze drie alternatieve zoekmachines deels gebruikmaken van de zoekindex van het (Amerikaanse) Bing.

Je kunt ook Europese, privacygerichte browsers gebruiken, zoals Ecosia en Ecosia (browser), de Zweedse Mullvad Browser en het Noorse Vivaldi. Hier kun je ook telkens je voorkeurzoekmachine instellen. Houd er wel rekening mee dat deze drie browsers de (Amerikaanse) Chromium- of Firefox-engine gebruiken voor het weergeven van webpagina's.

Chrome heeft van huis uit acht zoekmachines geconfigureerd.

E-mail en agenda

Gmail en Outlook zijn twee zeer populaire webmaildiensten, vooral dankzij hun sterke integratie met respectievelijk het Google- en Microsoft-ecosysteem. Op het vlak van privacy zijn er wel enkele bedenkingen. Bij Gmail wordt de inhoud van je mails gescand voor gepersonaliseerde advertenties, en ook Microsoft toont advertenties. Beide versleutelen weliswaar je berichten, zowel tijdens de overdracht als in rust (op de mailservers), maar de diensten zelf bewaren de encryptiesleutels.

Diensten als het Duitse Tuta en het Zwitserse Proton Mail pakken dit beter aan. Ze zijn grotendeels opensource, ze gebruiken stevige end-to-end-versleuteling en bij Tuta geldt zelfs het zero knowledge-principe: de dienst heeft geen toegang tot je gegevens, wachtwoorden of metadata. Bij Proton Mail blijft beperkte metadata zoals de onderwerpsregel zichtbaar. Beide zijn beschikbaar via web en mobiele apps en bieden in de gratis versie 1 GB opslagruimte; bij Tuta zit daar ook een agenda bij.

We helpen je even op weg met de laatste. Klik op Gratis e-mailaccount aanmaken en daarna op Selecteren bij Free. Kies je e-mailadres (@tutamail.com) en stel een wachtwoord in. Je krijgt een herstelcode waarmee je weer toegang krijgt als je je wachtwoord (of tweede factor) kwijt zou raken. Na goedkeuring kun je meteen mails ontvangen en verzenden. In de webinterface vind je rechtsboven de knoppen Contacten en Agenda.

Zo ziet de webinterface van (een gloednieuw account bij) Tuta eruit.

Kantoor

Als je denkt aan een cloudgebaseerde kantoorsuite, komen Google Documenten (en Workspace) en Microsoft 365 waarschijnlijk als eerste in je op. Toch zitten er vooral bij Google enkele privacyproblemen. Het verdienmodel draait rond advertenties, er is geen sluitende garantie dat je data binnen de EU blijven en in de gratis versie bewaart Google zelf de encryptiesleutels. Microsoft scoort iets beter, maar wie zeker wil zijn dat data de EU niet verlaten, kijkt beter naar het Letse OnlyOffice.

We stellen hier kort de gratis cloudservice voor, bereikbaar vanuit je browser en via mobiele apps. Registreer je via de website van OnlyOffice en bevestig je aanmelding via de ontvangen mail. Je krijgt dan een persoonlijke url (https://<accountnaam>.onlyoffice.com) die als centrale documentenhub fungeert, met 2 GB opslagruimte. Je kunt er 'kamers' aanmaken. Dit zijn virtuele ruimtes of projectmappen waarin je documenten creëert, bewerkt en eventueel deelt met rolgebaseerde toegangsrechten.

De suite bevat een tekstverwerker, spreadsheet, presentatietool en pdf-editor. Omdat de dienst standaard werkt met Microsofts OOXML-bestandsformaten, hoef je bij het importeren of exporteren nauwelijks compatibiliteitsproblemen te verwachten.

De online kantoorsuite van OnlyOffice: Nederlandstalig en mooi overzichtelijk.

Cloudopslag

Bij cloudopslag springen Google Drive (15 GB gratis) en Microsoft OneDrive (5 GB gratis) er qua gebruikersaantallen uit, met Dropbox (2 GB gratis) als derde op het podium. Je data worden telkens op Amerikaanse servers opgeslagen en je hebt geen controle over de encryptiesleutels. Je kunt dit eventueel oplossen met end-to-end-encryptie via een gratis tool als Cryptomator.

Er bestaan gelukkig ook gratis Europese alternatieven die vergelijkbare opslagruimte bieden, je data gegarandeerd binnen de EU bewaren en je zelf de encryptiesleutels laten beheren. Een daarvan is het Zwitserse EdelCloud Basic (2 GB), van de makers van SwissCows. Bekendere opties zijn Proton Drive (5 GB) en pCloud (10 GB), beide eveneens uit Zwitserland.

We kijken naar pCloud. Je meldt je gratis aan via de website. Stel een wachtwoord in en kies bij Gegevensregio voor Europese Unie. Bevestig via de link in de ontvangen e-mail en klik op de website op Ga naar mijn account. Je kunt dan meteen aan de slag. Linksonder zie je dat standaard al 3 GB is ontgrendeld. Door acties uit te voeren zoals een bestand uploaden, pCloud Drive en de mobiele app installeren en enkele vrienden uitnodigen, kun je dit uitbreiden tot 10 GB.

De gratis versie van pCloud: 6 GB ontgrendeld, nog vier te gaan.

Vertaling

Het begint wat eentonig te worden, maar ook voor geautomatiseerde vertalingen kom je al snel uit bij diensten van Google Translate of Microsoft Translator. Toch bestaat er een sterk en populair alternatief: het Duitse DeepL. De gratis versie kent wel enkele beperkingen: je kunt maximaal drie documenten per maand van maximaal 5 MB vertalen (niet bewerkbaar), en je teksten kunnen door DeepL worden gebruikt voor trainingsdoeleinden.

Minder bekend, maar volledig gratis, zijn Lingva Translate (meer dan honderd talen) uit Duitsland en het Spaanse Apertium (meer dan veertig talen, ook als app). Beide zijn opensource. Bij Apertium kun je documenten en webpagina's uploaden, maar de beschikbare doeltalen hangen af van je brontaal. Vanuit Nederlands bijvoorbeeld kun je helaas alleen naar Afrikaans vertalen. Lingva biedt een bredere keuze aan taalparen, al moet je de brontekst hier wel zelf invoeren of plakken. Je kunt de tekst ook laten voorlezen, al is de kwaliteit voor Nederlands voorlopig ondermaats. De vertalingen zijn bij beide diensten niet bewerkbaar op de site.

Lingva: honderd talen, maar alleen voor zelf ingevoerde tekst.

Videosharing

Videosites als Vimeo en vooral Googles YouTube hoeven we niet meer toe te lichten, maar kun je ook enkele Europese alternatieven noemen? Die bestaan wel degelijk, met als bekendste Dailymotion en PeerTube, beide van Franse oorsprong.

Dailymotion heeft dan misschien niet het uitgebreide aanbod van YouTube, maar bereikt wereldwijd toch zo'n 300 miljoen maandelijkse gebruikers. Je kunt er zonder account video's opzoeken via trefwoorden en daarna filteren op onder meer Playlists, Users en Hashtags. Met een account kun je ook video's uploaden en delen via je browser of mobiele apps. Het platform geeft aanbevelingen op basis van je kijkgedrag en is geïntegreerd met sociale media als Facebook en X.

Bij PeerTube draait eveneens alles rond video streaming en delen, maar dan binnen het zogeheten Fediverse (meer daarover verderop in dit artikel). Zoeken naar specifieke video's of kanalen kun je via deze link. Bij een geschikte video klik je op een knop die je naar de bijbehorende server brengt, waar je je eventueel kunt aanmelden om bijvoorbeeld op video's te reageren of zelf te publiceren op je kanaal.

Op zoek naar geschikte video's op het PeerTube-platform.

Sociale media

Met sociale mediaplatformen bevinden we ons bijna volledig op Amerikaans grondgebied. Denk aan Facebook, Instagram, X, LinkedIn, Snapchat, Pinterest, Reddit, Threads en WhatsApp. Er bestaan wel – ook Europese – alternatieven, maar overstappen is vaak lastig. Je wilt immers voldoende aanbod, voldoende medegebruikers en het liefst ook een gebruiksvriendelijke omgeving.

Zo is er het Zwitserse Threema (circa 6 euro), een dienst die zich opwerpt als veilig en privacy-bewust alternatief voor WhatsApp, maar helaas is het niet mogelijk berichten tussen beide netwerken uit te wisselen – ook al ijvert de EU met initiatieven als de Digital Markets Act voor meer interoperabiliteit tussen (onder meer) berichtenapps.

Een andere relatief bekende, maar geheel gratis dienst is Mastodon, van Duitse oorsprong. Dit is een microbloggingdienst met tekstposts, reacties, boosts en volgers, die zich profileert als alternatief voor X. Mastodon maakt deel uit van het zogenaamde Fediverse, een samentrekking van 'FEDerated unIVERSE'. Dit is een gedecentraliseerd netwerk van onafhankelijk beheerde servers (zogeheten instances), die via gemeenschappelijke protocollen als ActivityPub wel met elkaar kunnen communiceren.

Andere Fediverse-diensten van Europese origine zijn het al vermelde PeerTube (videoplatform), het IJslandse Pleroma (microblogging), het Franse Funkwhale (audiosharing) en Lemmy (forum- en discussienetwerk, vergelijkbaar met Reddit).

Zojuist aangemeld bij Mastodon: daarmee zijn we klaar voor onze eerste 'toot', met hashtag natuurlijk.

AI-chat

Sinds de lancering van ChatGPT door het Amerikaanse OpenAI eind 2022 is AI, en in het bijzonder AI-chatbots, niet meer weg te denken uit bedrijven en uit ons dagelijks leven. China volgt als stevige tweede speler – denk aan het veelbesproken DeepSeek – maar ook Europa is bezig aan een fikse inhaalbeweging. Een opvallend initiatief komt van OpenEuroLLM, een alliantie van meer dan 20 Europese bedrijven, universiteiten en supercomputingcentra die een opensource-taalmodel (LLM, Large Language Model) ontwikkelen als alternatief voor Amerikaanse en Chinese AI-assistenten. OpenGPT-X dan weer is een Duits project dat grootschalige AI-taalmodellen bouwt, waaronder het opensource-model Teuken-7B, getraind in alle 24 officiële EU-talen.

Wil je zelf met een Europese AI-chatbot experimenteren, kijk dan eens op de site van het Franse bedrijf Mistral dat eigen taalmodellen ontwikkelde. Wil je ook beelden en code genereren, dan moet je je wel registreren. De bot reageert opvallend snel, maar wie meer functies wil – zoals een onbeperkt aantal prompts per dag en een krachtiger LLM – moet upgraden naar Pro (zo'n 18 euro per maand).

De beeldgenerator van Le Chat: een fraaie afbeelding in een paar seconden.

VPN

Een Virtual Private Network, kortweg VPN, is ideaal voor wie meer online privacy wil (je ip-adres blijft verborgen), veiliger wil surfen op openbare wifi (je data zijn volledig versleuteld) of geoblokkades wil omzeilen (je kiest een VPN-server in een niet-geblokkeerd land).

Veel populaire opties, zoals Hotspot Shield, zijn Amerikaans. Wie liever Europees gaat, vindt sterke alternatieven als het Zweedse Mullvad en het Zwitserse Proton VPN. Beide houden geen logboeken bij, ze bieden een wereldwijde keuze aan VPN-servers en gebruiken opensource-clientapps. Je vindt er ook functies als een killswitch (je verbinding wordt meteen verbroken als de VPN-server wegvalt) en split-tunneling (je kiest zelf welke apps via de VPN lopen). Proton VPN ondersteunt wel beter streamingdiensten als Netflix en Prime Video. Beide kosten zo'n 5 euro per maand.

Proton VPN biedt tevens een beperkte gratis versie, handig om mee te starten. Surf naar de site van Proton VPN, vul je e-mailadres in, klik op Begin met Proton VPN en stel een sterk wachtwoord in (twee keer). Je kunt meteen de client-app downloaden, bijvoorbeeld voor Windows. Installeer die (extra apps hoef je niet mee te nemen) en meld je aan met je Proton-account. Kies een VPN-server in een beschikbaar land (vijf in de gratis versie), klik op Verbinden en test de VPN-verbinding gerust via bijvoorbeeld www.whatismyip.com. Of nog beter (in het kader van dit artikel) www.watismijnip.nl/.

Controleer de VPN-verbinding door te kijken naar wat je ip-adres is.

Nog meer privacy?

Met een screenfilter kan niemand meekijken bij wat jij op je laptop doet