ID.nl logo
Vijf misverstanden over zuinig wassen
© konstantin yuganov
Huis

Vijf misverstanden over zuinig wassen

Door anders om te gaan met huishoudelijke apparaten, kun je geld besparen. Dat geldt ook voor de wasmachine: er zijn allerlei manieren om zuiniger te wassen. Maar tegelijkertijd bestaan er ook een hoop misverstanden over zuinig wassen. Wij helpen de vijf hardnekkigste de wereld uit - en laten je meteen zien wat nu écht het zuinigste programma om te wassen is.

Over zuinig(er) wassen bestaan veel misverstanden. Deze vijf kloppen (grotendeels) niet:

  • De trommel mag maar halfvol
  • Het ecoprogramma gebruikt juist meer energie, omdat het langer duurt
  • Op lage temperatuur wassen is dan wel zuinig, maar de was wordt niet schoon
  • Centrifugeren doe je zo kort mogelijk, om energie te besparen
  • Lekker veel wasmiddel maakt mijn kleding schoner en laat het lekker ruiken
  • Lees ook: 5 tips om water (en energie) te besparen

Misverstand: de trommel mag maar halfvol

Dit misverstand is deels waar. Om met de deur in huis te vallen: veel moderne wasmachines hebben beladingsherkenning. Een wasmachine met beladingsherkenning zou, volgens de fabrikanten, precies de juiste hoeveelheid energie en water gebruiken voor een schone was. In de praktijk blijkt dit niet zo precies te zijn, maar in grote lijnen werkt het. Minder was betekent bij machines met beladingsherkenning dat ze minder water gebruiken, en dus minder hard hoeven te werken om dit op te warmen. 

Daar staat tegenover dat een volle wastrommel je was juist schoner wast. Dat komt doordat er extra wrijving is tussen het textiel onderling. Lekker vol die trommel, tot aan de maximale lading dus. Zolang het katoenwas is tenminste - voor fijnere of synthetische stoffen geldt dit niet. Daar kun je juist wel wat meer ‘ruimte’ aan geven, door de trommel minder vol te doen, om de stof mooi te houden. Vul bij een katoenprogramma de trommel totdat ongeveer een vuist in de hoogte overblijft, bij synthetische was iets meer ruimte. 

In euro's Wat bespaart het helemaal vullen van de wasmachine? Volgens de Consumentenbond tot wel 30 euro per jaar, als je twee keer per week een volle trommel wast in plaats van vier keer een halve was. Dit geldt voor wasmachines zonder beladingsherkenning.

©Renars Pranevskis

Misverstand: het ecoprogramma gebruikt juist meer energie, omdat het langer duurt

Wasmachines die in of na 2012 gemaakt zijn, hebben meestal een eco-knop. Vanaf 2021 is die vervangen door de eco 40-60 knop. Was je vaak op 40 of 60ºC, dan kan die knop je veel energie en geld besparen. Een ecoprogramma is tot wel 30 procent zuiniger dan een ‘gewone’ tegenhanger. 

De naam suggereert dat de was op 40 of 60ºC wordt gewassen, maar dat is óók een misverstand over zuinig wassen: met de naam van het programma wordt in feite bedoeld dat het je was net zo schoon wast als wanneer je op 40 of 60 graden wast: deze temperaturen worden vaak niet gehaald. Wil je dus echt iets op 60 graden wassen, bijvoorbeeld vanwege hygiëne? Kies dan niet voor het ecoprogramma.

Het ecoprogramma gebruikt minder water, vooral in vergelijking met het katoenprogramma. Bovendien was je hiermee op een lagere temperatuur, waardoor je ook nog veel energie bespaart.

💡 FEIT: Het ecoprogramma is echt het zuinigste wasprogramma op je machine!

Om de was toch goed schoon uit de machine te laten komen, duurt het programma langer. Soms duurt een ecoprogramma wel vier uur! Je zou denken dat het méér energie kost. Dat is niet zo: de lange duur is ter compensatie van het lagere waterverbruik en de lagere temperatuur, maar het bespaart wel. De temperatuur is namelijk de grootste factor voor het energieverbruik (ongeveer 80 procent). Het ecoprogramma is dan ook echt het zuinigste wasprogramma op je machine. Het ‘duurste’ is de kookwas. Die is overigens wel goed om zo nu en dan te kiezen voor de wasmachine, omdat zeepresten hiermee verdwijnen. Vermijd ook korte wasprogramma’s; per kilo wasgoed komen die duurder uit.

Nieuwe wasmachine met ecoprogramma kopen?

Bekijk & vergelijk op Kieskeurig.nl

Misverstand: op lage temperatuur wassen is dan wel zuinig, maar de was wordt niet schoon

We zagen al dat de temperatuur van je was veel invloed heeft op het energiegebruik. Bij een katoenwas is het zelfs zo dat je bij 30ºC maar de helft van de hoeveelheid stroom verbruikt vergeleken met dezelfde was op 40ºC. 

Wordt de was wel goed schoon op 30 graden? Het antwoord daarop is simpelweg: ja! Wasmiddelen worden steeds beter en zijn ook steeds meer geproduceerd voor koudere temperaturen. 

Houd er wel rekening mee dat een was op 30 graden niet alle bacteriën doodt. Ben je dus ziek of was je iets waarbij hygiëne extra belangrijk is, zoals washandjes of vaatdoekjes, dan kun je beter heter wassen (60 graden is dan prima). De Universiteit van Gent deed onderzoek naar bacteriën die overbleven op wasgoed nadat het op 30 graden was gewassen. Die zijn er volop, maar er werden nagenoeg geen schadelijke bacteriën gevonden. Het is daarom in het ‘gewone’ leven prima geschikt, ook met het oog op hygiëne.

Misverstand: centrifugeren doe je zo kort mogelijk, om energie te besparen

Ook dit is deels waar: op een mooie voorjaarsdag kun je je wasgoed buiten aan de waslijn drogen. Gratis. Als er een briesje staat, in combinatie met een voorjaarszonnetje, is het ook nog eens in mum van tijd droog én ruikt het lekker fris. Alleen hebben we in Nederland niet altijd een voorjaarszonnetje. En is het briesje net zo vaak een straffe noordwester. Veel mensen gebruiken dan de wasdroger. Daarom is deze bewering een misverstand: je kunt namelijk energie besparen op je droger door de centrifuge van je wasmachine langer te gebruiken. Hoe droger jouw wasgoed uit de wasmachine komt, hoe korter de droger hoeft te draaien. 

Wasmachines hebben een toerental van 1200, 1400 of 1600 toeren per minuut. Vergelijk de centrifuge-efficiëntieklasse op het energielabel. A is het droogst, G is het minst droog. 

Een droger gebruikt meer stroom dan een centrifugerende wasmachine, zelfs op het hoogste toerental. Gebruik de droger dan ook zo zuinig mogelijk. Als de droger te vol is, duurt het langer voordat de kleding droog is. Te kleine ladingen kunnen er ook langer over doen om te drogen (plus je geeft meer uit per kledingstuk wanneer je de droger gebruikt om slechts een paar dingen te drogen). Automatische programma’s gebruiken minder stroom dan draaibeurten met een vastgestelde tijd. De sensor vertelt de machine of de was droog genoeg is en draait dus niet voor niets. Nog een kleine droger-tip: wissel ladingen terwijl de droger warm is. Zo kun je de resterende warmte in de droger gebruiken voor de volgende cyclus.

Misverstand: lekker veel wasmiddel maakt mijn kleding schoner en laat het lekker ruiken

Wasmiddel is schadelijk voor het milieu. Het komt daar terecht met het ‘grijze water’, het vuile water dat weggespoeld wordt uit de wasmachine. Die impact is aanzienlijk. Geurstoffen in wasmiddelen en in wasverzachters kunnen een omhulling hebben van kunststof (melamine formaldehyde). Dit gedraagt zich als microplastic, dat weer bijdraagt aan de ‘plastic soep’ in de oceanen. Daarnaast bespaar je geld door minder wasmiddel te gebruiken.

Vaak kun je minder wasmiddel gebruiken dan je denkt. Bovendien kun je een wasmiddel kiezen dat beter geschikt is voor het gebruik in jouw huishouden: de materialen die je veel wast, de temperatuur en de kleuren. Volg het doseeradvies op de verpakking of blijf er iets onder; ga er in elk geval niet overheen. Heeft het wasgoed geen vlekken? Dan zou het waarschijnlijk al schoon worden met alleen warm water. Een klein beetje wasmiddel is dan zeker genoeg. 

Té weinig wasmiddel gebruiken is overigens ook niet goed. In dat geval slaat het wasmiddel met de kalk neer; het vormt kalkzeep. Dit zorgt voor meer kalkvorming op het verwarmingselement van je wasmachine, waardoor het opwarmen meer energie kost. Als je toe bent aan een nieuwe wasmachine, kun je kijken naar wasmachines met automatische wasmiddeldosering. De machine bepaalt dan zelf hoeveel wasmiddel nodig is. Bij hard water is trouwens meer wasmiddel nodig dan bij zacht water. Je kunt dit controleren op de website van je waterbedrijf.  Als je je zorgen maakt over de chemicaliën in commerciële wasmiddelen, kun je zelf wasmiddel maken. Je hoeft geen wetenschapper te zijn om dat te doen. Vier eenvoudige ingrediënten volstaan om wasmiddel te maken: te weten zeep (of zeepvlokken), soda, etherische oliën en kokend water. 

Wat kost één keer wassen?

Wat een wasbeurt kost, is afhankelijk van de energieprijs (je eigen energiecontract), het energielabel van de wasmachine, het wasprogramma en de hoeveelheid was. Dat is nogal wat. Milieu Centraal berekende dit jaar wat een wasje gemiddeld kost. Ze gebruikten hierbij het katoenwas programma en gingen uit van een energieprijs van 0,613 euro per kWh. Ze laadden 7 kg in de machine.

TemperatuurKosten per wasbeurt
15°C0,20 euro
30°C0,23 euro
40°C met eco0,46 euro
40°C0,57 euro
60°C met eco0,60 euro
60°C0,73 euro
90°C1,34 euro

Om verder nog te besparen op wassen kun je de voorwas overslaan, een wasmachine met warmwateraansluiting overwegen (hiermee warmt niet de machine zelf, maar de cv-ketel het water op. Dit is veel voordeliger, maar de machine zelf is duurder) en zet de wasmachine ook helemaal uit na gebruik, om sluipverbruik te voorkomen.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.