ID.nl logo
Zo maak je een YouTube-audiospeler
© Reshift Digital
Huis

Zo maak je een YouTube-audiospeler

Muziekstreamingdiensten hebben ten opzichte van traditionele muziekdragers zoals cassettes en cd’s natuurlijk een aantal voordelen. Daarentegen hebben de grote drukknoppen, een verlicht lcd-scherm en de fysieke handeling van het verwisselen van een cd of cassettebandje zo ook wel zijn charme. In dit artikel bouwen we een Raspberry Pi om tot een retroapparaat dat de audio van YouTube-video’s kan afspelen. In plaats van cd’s of cassettebandjes gebruiken we rfid-tags om een specifieke YouTube-playlist te kiezen.

Boodschappenlijstje

  • Raspberry Pi Zero W met sd-kaart en adapter (€ 30,- bij Kiwi Electronics);
  • Adafruit Speaker Bonnet (€ 15,50 bij Kiwi Electronics);
  • 2 speakers, bijvoorbeeld 4 ohm 3 watt (€ 1,95 per stuk bij Kiwi Electronics);
  • PN532 NFC/RFID Breakout Board (€ 17,95 bij Kiwi Electronics);
  • 16x2 LCD Display met I²C-backpack (€ 7,- bij Tiny Tronics);
  • 5 (arcade-)drukknoppen, één eventueel met verlichting (€ 2,50 tot € 7,- bij Kiwi Electronics);
  • (Dupont-)draad in verschillende kleuren (€ 1,25 per 2 meter bij Kiwi Electronics);
  • Een behuizing of kistje waar je alles kunt inbouwen. Dit heb je misschien gewoon in huis. Totale kosten: ca. € 100,-

Het hart van de muziekspeler wordt gevormd door een Raspberry Pi Zero W: een van de meest compacte en goedkope, maar minst krachtige telgen van de Raspberry-familie. Hij heeft gelukkig wel nog voldoende capaciteit om alles te doen wat we willen. We beginnen met het uitlezen van een rfid-tag en het afspelen van een YouTube-playlist die met die specifieke tag wordt geassocieerd. We sluiten ook een lcd-scherm aan. Hierop wordt de titel van de video en het volgnummer uit de playlist getoond. De knoppen dienen voor het starten en pauzeren van de muziek, het kiezen van de vorige en volgende track en het regelen van het geluidsvolume. Omdat een Pi Zero W geen ingebouwde speaker of audio-uitgang heeft, gebruiken we een Adafruit Speaker Bonnet: een 3watt-stereoversterker waar je kleine luidsprekers op kunt aansluiten.

Een Python-script stuurt de elektronica aan. Omdat zoveel verschillende onderdelen een complex geheel vormen, wordt elke functie en elk onderdeel eerst apart getest. Pas als het voor elk onderdeel duidelijk is hoe dit los van de rest functioneert, wordt alles samengevoegd.

©PXimport

Software

We gaan ervan uit dat je een geüpdatete installatie van de meest recente versie van Raspberry Pi OS hebt en dat de Raspberry Pi een werkende wifi-verbinding heeft. Let op: in dit artikel gebruiken we de Lite-versie, want een grafische interface hebben we niet nodig en vertraagt de boel in dit geval alleen maar.

Als je nog nooit eerder een sd-kaartje voor een Raspberry Pi hebt geïnstalleerd, dan verwijzen we je naar de officiële site, waar bij het helpgedeelte een duidelijke handleiding te vinden is.

Vervolgens kun je de software, inclusief kortere scriptjes om afzonderlijke onderdelen te testen, binnenhalen vanaf GitHub. Installeer eerst Git met de commandline-opdracht:

sudo apt install git

Daarna download je de benodigde bestanden met dit commando:

git clone https://github.com/ralphcrutzen/YouTube-audio-player.git

De bestanden worden nu in een map genaamd YouTube-audio-player gezet. Het is handig als ze allemaal naar de home-map worden gekopieerd, dus gebruik het volgende commando nadat de bestanden zijn gedownload:

cp YouTube-audio-player/* ~

Heb je ervaring met Git en ga je daadwerkelijk aan de slag met dit project, dan zijn pull requests natuurlijk van harte welkom!

©PXimport

Geluid via de Adafruit Speaker Bonnet

Voordat je de Adafruit Speaker Bonnet op de Raspberry Pi kunt prikken, zul je eerst zelf de pinnen erop moeten solderen. Eerst de dubbele rij aan de onderkant: dit is de verbinding tussen de Speaker Bonnet en de Raspberry Pi. Daarna een enkele rij aan de bovenkant: deze pinnen zorgen ervoor dat de gpio-aansluitingen van de Raspberry Pi beschikbaar komen zodat we alle onderdelen voor de muziekspeler kunnen aansluiten. Verbind ook de speakers met de Speaker Bonnet.

Als dat klusje is geklaard, is het tijd om software-ondersteuning voor I²S te installeren. De volgende commandline-opdracht downloadt daar een script voor en voert het automatisch uit:

curl -sS https://raw.githubusercontent.com/adafruit/Raspberry-Pi-Installer-Scripts/master/i2samp.sh | bash

Op de vraag Activate ‘/dev/zero’ playback in background? antwoord je met N. Daarna moet je de Raspberry Pi opnieuw opstarten en het script voor een tweede keer uitvoeren met behulp van de bovengenoemde commandline-opdracht. Je krijgt nu ook de vraag of je de speakers wilt testen, waarop je uiteraard het antwoord Y geeft.

Als je bij deze test geen geluid hoort, verwijzen we je naar de uitgebreide en duidelijke handleiding op de site van Adafruit. Daar kun je ook terecht als je het hele installatieproces nog eens in wat meer detail wilt teruglezen.

©PXimport

Over I²S en I²C

I²S staat voor inter-IC sound en wordt gebruikt om audiosignalen tussen apparaten te versturen. I²S maakt gebruik van drie verbindingen: word select (WS), clock (SCL) en data (SDA). In het geval van de Adafruit Speaker Bonnet is het alleen van belang dat je weet dat hiervoor de pinnen met de nummers 18, 19 en 21 van de Raspberry Pi worden gebruikt. Die zijn dus niet meer voor andere aansluitingen beschikbaar. I²C is de afkorting van inter-IC bus. Het is een veelgebruikt protocol om elektronica met elkaar te laten communiceren. Zowel het lcd-scherm als de rfid-lezer die we gebruiken zijn I²C-componenten. Een voordeel is dat het slechts twee lijntjes (SDA en SCL) nodig heeft om signalen te versturen. Zonder I²C zouden we 16 verbindingen nodig hebben om het lcd-scherm op de Raspberry Pi aan te sluiten! Een ander voordeel is dat er meerdere I²C-componenten op dezelfde twee SDA- en SCL-pinnen van de Raspberry Pi kunnen worden aangesloten. Elke component heeft zijn eigen unieke I²C-adres.

Zonder I²C zouden we voor het lcd-scherm 16 verbindingen nodig hebben

-

Audio van YouTube afspelen

Nu de Raspberry Pi Zero via de Speaker Bonnet geluid kan afspelen, is het tijd om een Python-script te maken waarmee we naar een YouTube-playlist kunnen luisteren. Daarvoor moet eerst een aantal Python-library’s worden geïnstalleerd: pafy, vlc en youtube-dl.

Met pafy is het mogelijk om een directe link naar de audiostream van een YouTube-video op te halen. Met vlc (dat behalve als python-library vooral bekend is als mediaspeler-software) is het mogelijk om de door pafy verkregen audiostream af te spelen, te pauzeren en het volume aan te passen. Youtube-dl stelt pafy in staat om de audio van YouTube-video’s te streamen.

Om bovenstaande software te installeren, gebruik je de volgende vijf opdrachten op de commandline:

sudo apt install python3-pipsudo pip3 install pafysudo pip3 install python-vlcsudo apt install vlcsudo pip3 install youtube_dl

Je kunt testen of het werkt door het script met de bestandsnaam testpafyvlc.py uit te voeren:

python3 testpafyvlc.py

Het script is te stoppen via Ctrl+C. Eventueel kun je in de programmacode de url vervangen door die van een andere playlist.

©PXimport

Python-scripts uitvoeren

We geven kort uitleg over het bewerken en uitvoeren van een Python-script via de commandline. Python-scripts zijn tekstbestanden met daarin commando’s in de programmeertaal Python. Met het volgende commando start je de teksteditor nano waarbij een leeg bestand met de naam test.py gemaakt en geopend wordt: nano test.py In dit bestand voeg je de volgende twee coderegels toe: *for i in range(10):*print("Hello world!") Daarbij is het belangrijk dat je de tweede regel laat inspringen met vier spaties. Sla het bestand vervolgens op met Ctrl+W en sluit nano af met Ctrl+Q. Om het script uit te voeren gebruik je: python3 test.py Als het goed is, wordt er tien keer de tekst ‘Hello world!’ getoond. Om het script te bewerken, gebruik je weer nano test.py. Extra functies die niet standaard in Python aanwezig zijn, kun je toevoegen met behulp van library’s. Daarvoor wordt het programma pip gebruikt. In dit artikel gebeurt dat bijvoorbeeld bij het installeren van de vlc- en pafy-library’s.

Lcd-scherm aansluiten

Het lcd-scherm is niet alleen handig om het volgnummer in de afspeellijst weer te geven, maar ook om de naam van de video en andere statusinformatie zoals het volume te tonen. Het lcd-scherm dat we gebruiken, maakt gebruik van een I²C-backpack.

Zoals je in het schema kunt zien, heb je vier kabeltjes nodig. De manier waarop je het scherm op de Pi aansluit ligt voor de hand: SDA naar SDA, SCL naar SCL, VCC naar 5V en natuurlijk ook GND naar GND. Op zowel het schermpje als de Speaker Bonnet staan deze aansluitingen duidelijk aangegeven. Het is wel aan te raden om eerst de Pi uit te schakelen met het commando sudo shutdown now en vervolgens de stroom eraf te halen wanneer je dingen gaat aansluiten.

©PXimport

I²C installeren

Om I²C op een Raspberry Pi te kunnen gebruiken en het lcd-scherm aan de praat te krijgen, is aanvullende software nodig. Deze download en installeer je als volgt:

git clone https://github.com/the-raspberry-pi-guy/lcd.gitcd lcdsudo sh install.sh

Aan het einde van het installatiescript wordt de Raspberry Pi vanzelf opnieuw opgestart. Daarna installeren we met de volgende commando’s eerst ondersteuning voor I²C voor versie 3 van Python en een hulpprogramma om te testen of het scherm door de Raspberry Pi wordt herkend.

sudo apt install python3-smbussudo apt install i2c-tools

Voer nu het commando sudo raspi-config uit. Ga naar Interfacing Options / I2C en kies vervolgens Yes om I²C in te schakelen. Keer via Finish terug naar de commandline.

Lcd-scherm testen

Je kunt nu testen of het lcd-scherm wordt herkend met het commando:

sudo i2cdetect -y 1

In de tabel die getoond wordt, kun je het I²C-adres van het lcd-scherm aflezen, in ons geval is dat 27. Dit adres kun je ook terug vinden op regel 25 in het Python-script met de naam lcddriver.py.

Om ons testscript uit te voeren, moet je eerst twee bestanden van de lcd-directory naar de home-directory kopiëren:

cp lcd/lcddriver.py lcd/i2c_lib.py ~

Het lcd-scherm test je met het commando python3 testlcd.py, dat je in het begin van dit artikel bij GitHub hebt gedownload. Stop het script met Ctrl+C.

Als er bij het uitvoeren van het testscript geen tekst op het lcd-scherm komt te staan, kijk dan of het juiste I²C-adres in lcddriver.py staat. Ook moet je ervoor zorgen dat de bestanden lcddriver.py en i2c_lib.py in dezelfde directory als het testscript staan.

©PXimport

Bedieningsknoppen gebruiken

We kijken nu naar hoe je met een Python-script kunt reageren op een druk op een knop. Het voorbeeldscript heet testbutton.py en is een onderdeel van de bestanden die je eerder van GitHub hebt gedownload. Om de gpio-pinnen in een Python-script te kunnen gebruiken, moet er eerst weer een library worden geïnstalleerd:

sudo apt install python3-rpi.gpio

In het testscript gebruiken we de knop met het ingebouwde ledje als schakelaar om het lampje aan en uit te doen. De knop heeft vier aansluitingen: de + en de – voor het lampje en nog twee aansluitingen voor de knop zelf. Sluit de + van het lampje aan op GPIO4 en de – op een GND-pin. De aansluitingen van de knop komen op GPIO27 en een andere GND-pin. Bij knoppen zonder lampje werkt het script trouwens ook, want de status van de lamp wordt tevens op je monitor weergegeven.

©PXimport

Knoppen-jargon: debouncing en interrupts

Door de knop in te drukken wordt er een verbinding tussen de twee pinnen gemaakt, waardoor de spanning tussen de pinnen van 0 naar 3,3 V gaat. Dat gebeurt echter niet netjes en geleidelijk. Integendeel, de spanning springt een zeer korte tijd een aantal keer op en neer. Dat kan tot gevolg hebben dat de knop te gevoelig reageert. Om dit probleem op te lossen, maken we gebruik van een programmeertechniek die ‘debouncing’ heet: als binnen een aantal milliseconden na het moment dat de knop werd gebruikt opnieuw een spanningswisseling wordt waargenomen, dan wordt deze door het programma genegeerd. Op het moment dat je de knop indrukt, wordt in het voorbeeldscript een zogenoemde interrupt geactiveerd. Dat wil zeggen dat er direct op een gebeurtenis (het indrukken) wordt gereageerd, zelfs als het programma nog met andere taken bezig is. Op dat moment wordt er een callback-functie uitgevoerd. Dat is een stukje programmacode dat ervoor zorgt dat er een bepaalde actie wordt uitgevoerd: het lampje gaat aan. In button.py wordt dit alles nog eens toegelicht in de vorm van commentaarregels, beginnend met een #, tussen de programmacode.

Rfid-kaartlezer aansluiten

De rfid-lezer communiceert, net als het lcd-scherm, ook via I²C met de Raspberry Pi. Het handige van I²C is dat je meerdere apparaten op dezelfde pinnen van de Raspberry Pi kunt aansluiten. De aansluitingen die gelijk zijn, worden eerst naar één punt op een breadboard of printplaatje geleid en van daaruit gaan ze naar de Raspberry Pi toe.

Wanneer je beide onderdelen hebt aangesloten, kun je weer met de opdracht sudo i2cdetect -y 1 controleren welk I²C-adres elk apparaat heeft. Bij ons krijgt de rfid-lezer het adres 24 toegewezen. Dit adres hebben we deze keer niet nodig, omdat de software die we in de volgende stap gaan installeren dit automatisch detecteert.

©PXimport

Met I²C kun je meerdere apparaatjes op dezelfde pinnen aansluiten

-

Rfid-tags lezen

Om daadwerkelijk tags te kunnen lezen, hebben we natuurlijk weer een extra library nodig. Installeer deze met:

sudo pip3 install pn532pi

Met het script testrfid.py kun je voor elke tag die je tegen de lezer houdt het unieke ID zien. Noteer deze ID’s, want je hebt ze nodig in de definitieve versie van het script voor de muziekspeler.

©PXimport

Alle hardware samenvoegen

Wanneer je alles in een mooie behuizing (een houten schatkistje bijvoorbeeld) gaat inbouwen, wil je dat alle kabels stevig vast blijven zitten. Het is dan verstandig om geen breadboard te gebruiken, maar alles op een printplaatje te solderen. Deze kun je ook gebruiken voor de GND-aansluitingen van de vijf knoppen en het ledje. Op de foto zie je dat we eerst diverse pinnetjes op een pcb hebben gesoldeerd; hierop worden dan de kabeltjes met Dupont-stekkers aangesloten. Wanneer alles is aangesloten, is het verstandig om de testscrips voor het geluid (testpafyvlc.py), het scherm (testlcd.py), de knop (testbutton.py) en de tag-lezer (testrfid.py) nog eens uit te voeren, zodat je zeker weet dat alles ook nu nog steeds werkt. Want het belangrijkste gaat nu komen: het script dat alles bij elkaar brengt.

©PXimport

Het alles-in-1 Python-script

Het uiteindelijke script dat ervoor zorgt dat alle onderdelen samenwerken heet ytplayer.py. Het gaat te ver om in dit artikel alle programmode in dit bestand toe te lichten. Daarom staan er commentaarregels in de code, beginnend met een hekje #. Daarmee wordt hopelijk duidelijk genoeg uitgelegd hoe het script werkt. Ook vind je rond regel 80 de plek waar je zelf de ID’s van de rfid-tags en de links naar de bijbehorende YouTube-playlists moet invullen. 

©PXimport

Automatisch opstarten

Om ervoor te zorgen dat het script automatisch wordt uitgevoerd zodra de Raspberry Pi is opgestart, moet je het bestand /etc/rc.local bewerken. Gebruik een teksteditor (nano bijvoorbeeld) om dit bestand te doen:

sudo nano /etc/rc.local

Voeg daarna de volgende regel toe aan het einde, maar let er op dat je exit 0 op de allerlaatste regel laat staan.

python3 /home/pi/ytplayer.py &

De ampersand (&) op het einde is belangrijk, want deze zorgt ervoor dat het programma gelijktijdig met de overige opstartprocessen wordt uitgevoerd. Wanneer je dit teken weg laat, zal de Pi niet volledig opstarten.

Gebruik Ctrl+X, dan Y en dan Enter om het bestand op te slaan, en vervolgens sudo reboot om de Pi opnieuw op te starten om te testen of het werkt.

©PXimport

Tot slot

Het is niet lastig om elk onderdeel los van de rest werkend te krijgen, want er zijn veel duidelijke handleidingen op internet te vinden. Maar op het moment dat je meerdere onderdelen wil laten samenwerken, ben je vaak op je eigen creativiteit en vindingrijkheid aangewezen om oplossingen voor problemen te vinden. Vaak lukt dat, maar helaas niet altijd. Het is bijvoorbeeld niet gelukt om te achterhalen waarom het lcd-scherm soms vreemde tekens vertoont. En bij het afspelen van een track zijn de eerste paar seconden nog wat haperingen in het geluid te horen. Maar omdat alle programmacode op GitHub beschikbaar is, zouden die problemen op het moment dat je dit leest misschien al lang door iemand opgelost kunnen zijn.

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.