ID.nl logo
Zo kun je programmeren in Python - Deel 1
© PXimport
Zekerheid & gemak

Zo kun je programmeren in Python - Deel 1

Vanaf nu vind je op Computer!Totaal een meerdelige cursus over een van de meestgebruikte programmeertalen ter wereld: Python. Python heeft een heldere structuur die redelijk snel te leren is en heeft veel mogelijkheden. Niet voor niets wordt het op allerlei plekken ingezet, bijvoorbeeld als scripttaal voor het automatisch uitvoeren van taken op een besturingssysteem, het programmeren van een Raspberry Pi en ook werken veel websites ermee.

In dit eerste deel over Python maak je kennis met deze populaire programmeertaal en leg je een stevige basis voor het schrijven hierin. Daarna installeren we Python en leggen we uit hoe je met de interpreter werkt. We zetten ook onze eerste kleine programmeerstapjes door je te laten kennismaken met getallen en tekst.

Python

Programmeren is niets anders dan aan een computer instructies geven die hij moet uitvoeren. Een computer is geen mens, wat maakt dat hij heel expliciete instructies nodig heeft. Die geef je daarom in een programmeertaal: een formeel gedefinieerde taal die alles duidelijk uitspreekt, zodat de computer je goed verstaat.

Net zoals er heel wat talen bestaan in de wereld van de mensen, bestaan er ook enorm veel programmeertalen. Een populaire programmeertaal voor algemeen gebruik is Python, overigens uitgevonden door een Nederlander, Guido van Rossum. De Python-gemeenschap besteedt veel aandacht aan leesbaarheid van de code. De programmeertaal staat al sinds 2003 jaarlijks in de top 10 van de meest populaire programmeertalen van Tiobe. Veel grote bedrijven gebruiken Python en ook heel wat software voor de Raspberry Pi is in Python geschreven. Kortom, als je Python kent, is je programmeerkennis op allerlei domeinen nuttig.

Python 2 en 3

Als we het over Python hebben, bedoelen we Python 3, de nieuwste versie van Python. Versie 3.0 kwam al in 2008 uit en momenteel zijn we al bij Python 3.7. Je ziet ook nog veel Python 2-code, hoewel Python 2 door de ontwikkelaars van Python vanaf 2020 niet meer wordt ondersteund. Voor onze reeks maakt het niet zo veel uit, maar als je je bezig gaat houden met wat geavanceerdere zaken, kom je zeker Python 2-code tegen die niet in Python 3 werkt en andersom.

Python installeren

Python is opensource en draait zowel op Windows als op macOS en Linux. Je kunt de programmeeromgeving gratis downloaden. Download de nieuwste Python3-release voor je besturingssysteem. Op het moment van schrijven is dat Python 3.7.1. Gebruik je Linux, dan is Python in principe standaard al geïnstalleerd. Is dat toch niet het geval, installeer Python 3 dan met de pakketbeheerder van je Linux-distributie. Mogelijk installeert dat niet de recentste versie, maar dat maakt voor onze reeks niet uit.

In Windows kies je de executable installer voor 64 bit of 32 bit, afhankelijk van je Windows-versie. Vink in het eerste venster van het installatieprogramma Install launcher for all users en Add Python to PATH aan. Na de installatie kun je controleren of Python correct geïnstalleerd is met de volgende opdrachtregel in een Opdrachtprompt:

python --version

Je ziet dan het versienummer van je Python-installatie.

Werken met de Python-interpreter

Het programma python dat we hierboven hebben uitgevoerd, is de Python-interpreter. Dit programma vertaalt code in de Python-programmeertaal naar machinecode die je computer verstaat. Als je die Python-interpreter uitvoert, krijg je iets als het volgende te zien (het versienummer en de datum kunnen bij jou verschillen):

Python 3.6.5 (default, Apr
[GCC 7.3.0] on linux
Type "help", "copyright", "credits" or "license" for more information.
>>>

De drie groter dan-tekens is de opdrachtprompt die aangeeft dat de Python-interpreter op je opdrachten wacht. Je krijgt onmiddellijk al te zien wat enkele mogelijke opdrachten zijn.

Wat je niet te zien krijgt, is hoe je de Python-interpreter weer verlaat. Daarvoor typ je exit() of quit() of druk je op Ctrl+D.

Cursus Python

Wil je dieper in de mogelijkheden van Python duiken, dan bieden wij een uitgebreide Tech Academy cursus aan.

Werken in een Python-ontwikkelomgeving

De Python-interpreter is voldoende om kort enkele Python-opdrachtjes uit te proberen, maar om een volwaardig Python-programma te schrijven, heb je een ontwikkelomgeving nodig. Er bestaan diverse ontwikkelomgevingen voor Python, maar als beginner kun je volstaan met Thonny, dat standaard wordt geïnstalleerd bij Python vanaf versie 3.7. Pas in het derde deel gaan we op Thonny in.

Python als een rekenmachine

Open opnieuw de Python-interpreter. We gaan nu met getallen werken. In feite kun je de Python-interpreter als een geavanceerde rekenmachine gebruiken:

>>> 1+1
2
>>> 1.5*3
4.5
>>> (212-32)*5/9
100.0
>>> 20*1.8+32
68.0
>>> 3**4
81

De laatste berekening is misschien niet vertrouwd als notatie: de operator ** berekent de macht van een getal. 3**4 is dus 3 tot de 4e macht.

Na elke opdracht toont Python zijn uitvoer en kun je een nieuwe opdracht invoeren. Met de pijltjestoetsen kun je door je al ingevoerde opdrachten bladeren om dezelfde opdracht opnieuw in te voeren of aan te passen.

Python kent twee types getallen: int (gehele getallen) en float (getallen met komma, door Python weergegeven als een decimale punt). Als je alleen met gehele getallen rekent en geen deling uitvoert, is het resultaat ook een geheel getal. Maar zodra er een float in je berekening voorkomt (zoals in 20*1.8+32) of je door een getal deelt (zelfs door een int, zie (212-32)*5/9), is het resultaat een float. Dat zie je doordat Python een decimale punt gebruikt, zelfs als het resultaat een geheel getal is (100.0).

Delen

We zagen dat je getallen deelt met de operator /. Dat geeft als resultaat altijd een float:

>>> 7/3
2.3333333333333335

Maar je hebt ook de operator // waarmee je een gehele deling uitvoert. Dat wil zeggen dat het deel na de komma wordt genegeerd en je als resultaat een int krijgt:

>>> 7//3
2

Je kunt ook de rest van de deling door een getal opvragen, namelijk met de operator %:

>>> 7%3
1

En dat klopt, want als we de twee vorige berekeningen samennemen, kunnen we eenvoudig narekenen dat 7 gelijk is aan 3*2+1.

Overigens werken de operatoren // en % ook voor niet-gehele getallen:

>>> 7.5/2.1
3.571428571428571
>>> 7.5//2.1
3.0
>>> 7.5%2.1
1.1999999999999997

Types

Je hebt nu kennisgemaakt met de twee typen getallen: int en float. Het type van een getal of een berekening kun je eenvoudig opvragen:

>>> type(1+1)
<class 'int'>
>>> type(7.5)
<class 'float'>
>>> type(7.5//2.1)
<class 'float'>
>>> type(7//3)
<class 'int'>

Merk op: het resultaat van 7.5//2.1 is 3.0, wat een float is.

Je kunt getallen ook omzetten van het ene naar het andere type:

>>> float(1+1)
2.0

>>> int(2.5)
2

Als je een int naar float omzet, dan blijft de waarde van het getal hetzelfde; zet je een float naar int om, dan wordt de waarde na de komma afgebroken.

Variabelen

Als je de Python-interpreter als rekenmachine gebruikt, wil je misschien de vorige waarde als onderdeel van een volgende berekening gebruiken zonder dat je die helemaal opnieuw hoeft in te typen. Dat kan eenvoudig met de variabele _:

>>> 7/3
2.3333333333333335
>>> _*5
11.666666666666668

Een variabele is een naam die je aan een waarde geeft. De Python-interpreter kent automatisch de laatste waarde toe aan de variabele _. Maar je kunt ook zelf variabelen aanmaken met een willekeurige naam, zolang het niet dezelfde naam is als een geregistreerd woord uit de Python-taal. Vervolgens kun je die variabelen gewoon in de plaats van de getallen die ze voorstellen gebruiken:

>>> teller=7
>>> noemer=3
>>> resultaat=teller//noemer
>>> rest=teller%noemer
>>> teller
7
>>> noemer
3
>>> resultaat
2
>>> rest
1
>>> type(rest)
<class 'int'>

Verwijs je naar een variabele waar je nog geen waarde aan hebt toegekend, bijvoorbeeld door een typfout, dan krijg je een foutmelding:

>>> type(deltal)
Traceback (most recent call last):
File "<stdin>", line 1, in <module>
NameError: name 'deltal' is not defined

Tekst

Python kent naast int en float nog heel wat andere ingebouwde types. Een veelgebruikt datatype is str, dat we vaak voluit string noemen. Een string stelt tekst voor, bijvoorbeeld 'Dit is een tekst'. Een string mag je zowel tussen dubbele als enkele aanhalingstekens zetten. Goed gebruik is wel om voor jezelf altijd één keuze te maken.

Omdat de aanhalingstekens worden gebruikt om het begin en einde van een string aan te geven, moet je iets speciaals doen als je ze in je tekst zelf wilt gebruiken: je dient ze te ‘escapen’. Dat doe je door er een backslash voor te zetten. Bijvoorbeeld: 'Dit is een \'tekst\''.

Net zoals we bewerkingen op getallen kunnen uitvoeren, kan dat ook op tekst. Enkele voorbeelden maken dit duidelijk:

>>> 'Py' 'thon'
'Python'
>>> 'Py'+'thon'
'Python'
>>> 3*'Py'+2*'thon'
'PyPyPythonthon'

Daarnaast kun je allerlei functies op een string toepassen:

>>> len('zandzeepsodamineraalwatersteenstralen')
37
>>> 'dit is een TEKST'.capitalize()
'Dit is een tekst'
>>> 'dit is een TEKST'.lower()
'dit is een tekst'
>>> 'dit is een TEKST'.upper()
'DIT IS EEN TEKST'
>>> 'dit is een TEKST'.swapcase()
'DIT IS EEN tekst'

In het tweede deel, leer je hoe je met individuele letters in een tekst om kunt gaan.

Opdracht

Maak een variabele teller met de waarde 24.3 en een variabele noemer met de waarde 8.1. Maak een variabele resultaat met als waarde teller gedeeld door noemer en zorg ervoor dat dit als geheel getal (dus niet als float) wordt weergegeven.

Uitwerking

>>> teller=24.3*>>> noemer=8.1**>>> resultaat=int(teller/noemer)**>>> resultaat* De eerste twee regels spreken hopelijk voor zich. In de derde regel delen we de teller door de noemer en wijzen de uitkomst toe aan resultaat. Zouden we het hierbij laten, dan zou de uitkomst weergegeven worden als 3.0. Door het type int toe te wijzen aan resultaat, wordt de uitkomst als geheel getal weergegeven, in dit geval dus 3.

Samenvatting

In deze eerste les heb je kennisgemaakt met de programmeertaal Python. Je kunt met de Python-interpreter werken en je hebt kennisgemaakt met basisbewerkingen op getallen en strings. Je weet ook wat datatypes en variabelen zijn. In de deel 2 gaan we met complexere datatypes aan de slag.

Cheatsheet

int (integer) = geheel getal float (floating-point arithmetic) = breuk of kommagetal str (string) = tekenreeks operator = bewerking

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!