ID.nl logo
Huis

Ssl/tls implementeren voor betere Google-vindbaarheid

Het algoritme waarmee zoekmachines bepalen welke sites hoger op de serp (search engine results page) komen te staan zijn voor een groot deel onbekend. Toch zijn er regels die inmiddels algemeen bekend zijn. Eén daarvan is het hebben van een geldig beveiligingscertificaat. Ssl/tls implementeren doe je zo.

Lees ook:SEO-optimalisatie: Beter vindbaar op Google

En: SEO-tips: Beter vindbaar door zoekwoord-analyse

Het algoritme van Google bestaat uit honderden regels om te bepalen welke zoekresultaten in welke volgorde op de serp verschijnen. Vele regels zijn onbekend of op zijn minst twijfelachtig: zoekmachines proberen de opbouw van hun algoritmen zo veel mogelijk geheim te houden. Niettemin zijn sommige delen van het algoritme door veel proberen en serp-analyses wel algemeen bekend.

Eén ervan is het hebben van een werkend tls-certificaat – voorheen ssl genoemd, en tegenwoordig vaak een combinatie van de twee (ssl/tls). Met een tls-certificaat wordt een website versleuteld, waardoor gegevens niet zomaar meer kunnen worden onderschept. Een webserver met zo’n certificaat communiceert via het https-protocol in plaats van het niet-versleutelde http.

HTTPS en Google

Google gebruikt https sinds 2014 als onderdeel van het zoekalgoritme. In eerste instantie werd het protocol vooral gebruikt door banken en websites die zeer privacygevoelige gegevens verwerkten. Later, deels gestuurd door het feit dat https nu een bepalende factor is voor zoekresultaten, implementeerden meer websites een ssl/tls-certificaat.

Voorlopig gebruikt Google https alleen nog als ranking-factor voor websites waarbij bezoekers kunnen of moeten inloggen, maar de verwachting is dat het binnenkort voor elke website een positief effect heeft in de zoekresultaten. In de Chrome-browser waarschuwt Google de gebruiker bij het bezoeken van websites die persoonlijke gegevens verwerken, maar geen ssl/tls-certificaat hebben. Meer dan vijftig procent van alle websites draait inmiddels op het https-protocol.

©PXimport

Ssl staat voor Secure Sockets Layer. Het werd in 1994 ontwikkeld en kwam een jaar later als SSL 2.0 op de markt. Weer een jaar later, na een serie opgeloste beveiligingsproblemen, werd SSL 3.0 uitgebracht. Tls (Transport Layer Security) kwam in 1999 uit en inmiddels is versie 1.3 in gebruik. De eerste versie van tls leek erg op ssl.

De certificaten bestaan uit een publieke sleutel, die is geassocieerd met een privésleutel die in bezit is van de eigenaar van het certificaat. De publieke sleutel wordt gebruikt om gegevens te versleutelen. De enige manier om de gegevens weer te ontcijferen, is door de privésleutel te gebruiken.

Voordelen van ssl/tls

Hoe zwaar ssl/tls meetelt in de algoritmen van zoekmachines, is niet te zeggen. Wel zijn er duidelijke externe factoren die de serp-positie verbeteren. In de praktijk laden https-websites bijvoorbeeld sneller dan sites die nog op het http-protocol draaien. Dat komt niet zozeer doordat https in de basis sneller is (mede door andere caching is het vaak zelfs iets trager), maar doordat alle moderne browsers tegenwoordig het http/2-protocol ondersteunen.

Browsers als Chrome en Firefox vereisen bij http/2-websites het gebruik van ssl/tls. En snellere websites leiden automatisch tot een betere positie op de serp, een van de regels uit de zoekalgoritmen die wél algemeen bekend zijn.

Daarnaast is de click through rate (CTR) van belang. Mensen zijn vanaf de zoekresultatenpagina simpelweg eerder geneigd een website met een beveiligde verbinding te bezoeken. Dat heeft geen directe invloed op de positie, maar doordat meer mensen doorklikken naar een beveiligde website, wordt die uiteindelijk toch als belangrijker gezien. Na verloop van tijd kan dat dus leiden tot een hogere positie.

Let’s Encrypt is een van de diensten die gratis certificaten aanbiedt

-

Ssl/tls implementeren

Er zijn ssl/tls-certificaten op drie niveaus. DV (domain validation) is de basisversie van het certificaat en is geschikt voor de meeste websites, OV (organization validation) en EV (extended validation) zijn uitgebreidere versies en zijn beter geschikt voor websites die privacygevoelige data verwerken. Prijzen varieerden enige tijd geleden van tien tot honderden euro’s, maar tegenwoordig zijn er prima gratis certificaten.

Let’s Encrypt is een van de diensten die gratis certificaten aanbiedt is ontstaan uit een samenwerking van de Electronic Frontier Foundation, Mozilla en enkele andere bedrijven en universiteiten. Ook Google heeft nauwe banden met Let’s Encrypt. Overigens leveren veel hostingproviders tegenwoordig een gratis certificaat, meestal voor een periode van een jaar, geïnstalleerd en wel. Dan hoef je alleen maar elk jaar (automatisch) te vernieuwen om je https-website in de lucht te houden. In deze workshop lees je daar meer over.

Wet bescherming persoonsgegevens

Een beveiligingscertificaat is niet alleen wenselijk, vaak móét het ook gewoon. Volgens de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is het verplicht om het verzenden van persoonsgegevens via internet te beveiligen. Website-eigenaren kunnen een boete van 4.500 euro krijgen als blijkt dat de beveiliging niet op orde is. In principe moet dus elke website waarbij persoonlijke gegevens (een naam of e-mailadres is al voldoende) worden verwerkt, zijn voorzien van een ssl/tls-certificaat.

In de praktijk is dat lang niet altijd het geval. Afhankelijk van de waarde van de informatie moet de beveiliging worden opgevoerd. Daarom zijn bijvoorbeeld banken min of meer gedwongen een uitgebreider EV-certificaat te implementeren. Je herkent die certificaten aan de groene bedrijfsnaam naast het slotje in de adresbalk. Ook veel webshops gebruiken het EV-certificaat. Vreemd genoeg houden veel overheidsdiensten, zoals de DigiD-inlogpagina, het bij een minder uitgebreid certificaat.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.

▼ Volgende artikel
Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand
© ER | ID.nl
Huis

Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand

Een apparaat op afstand bedienen hoeft geen geld te kosten en is verrassend eenvoudig. Of je nu bestanden wilt openen, technische problemen wilt oplossen of meerdere toestellen wilt beheren: met Chrome Remote Desktop kan het allemaal, gratis en zonder gedoe.

De helper begint

Een groot voordeel van Chrome Remote Desktop is de brede compatibiliteit: het werkt met Windows, macOS, Linux en ChromeOS. Bovendien is het veilig – verbindingen worden versleuteld – en je hebt alleen een Chrome-browser nodig. We beginnen aan de kant van degene die op afstand toegang wilt tot een andere computer, degene die ondersteuning biedt vanaf computer A. Op computer A opent de gebruiker Chrome en surft naar https://remotedesktop.google.com. Daar verschijnen twee opties: Dit scherm delen en Verbinding maken met een andere computer. Omdat computer A support wil geven aan een extern apparaat, kiest de gebruiker voor de tweede optie. In dat scherm verschijnt een veld om een toegangscode in te geven, de code volgt zo meteen.

Degene die support geeft, gebruikt het onderste vak.

Acties voor de hulpvrager

Op computer B, de computer die toegang zal verlenen, moet de gebruiker ook in Chrome surfen naar dezelfde website. Daar kiest hij voor de optie Dit scherm delen. Voordat dat mogelijk is, moet Chrome Remote Desktop eerst worden gedownload en geïnstalleerd. De gebruiker klikt daarvoor op de ronde blauwe knop met het witte downloadpijltje. Hiermee wordt een Chrome-extensie geïnstalleerd. Na de installatie verschijnt in het vak Dit scherm delen een blauwe knop met de tekst Code genereren. Wanneer de gebruiker daarop klikt, wordt een toegangscode van 12 cijfers aangemaakt. Die code geeft hij of zij door aan gebruiker A.

Wie support krijgt, moet de code via een berichtje of telefoontje doorgeven.

Scherm delen

Op computer A geeft de gebruiker de code op in Chrome Remote Desktop. Vervolgens wacht hij tot gebruiker B bevestigt dat A toegang mag krijgen tot zijn scherm. Zodra dat is gebeurd, verschijnt het volledige bureaublad van computer B in een nieuw Chrome-venster op computer A. Door dit venster schermvullend weer te geven, kan A probleemloos handelingen uitvoeren op de pc van B. Voor de veiligheid beschikken beide gebruikers over een knop om de sessie op elk moment te beëindigen. Uiteraard is een stabiele internetverbinding noodzakelijk. Daarnaast krijgen beide partijen de melding dat ze klembordsynchronisatie kunnen inschakelen. Hiermee wordt het mogelijk om eenvoudig tekst of bestanden te kopiëren en te plakken tussen beide apparaten.

Gebruiker A krijgt het volledige scherm van B in een Chrome-venster te zien.