ID.nl logo
SPIN installeren op router om IoT-netwerk te beveiligen
© Reshift Digital
Huis

SPIN installeren op router om IoT-netwerk te beveiligen

Het Internet of Things is niet alleen een zegen voor ons comfort, maar ook voor cybercriminelen die dankbaar misbruik maken van al die goedkope apparaatjes in je thuisnetwerk. Het SIDN biedt met SPIN software voor je thuisrouter aan waarmee je de verkeersstromen van al je IoT-apparaten in beeld brengt en kunt ingrijpen als een van je apparaten gecompromitteerd is. We leggen hier uit hoe slimme apparaten beveiligen ermee werkt.

Stichting Internet Domeinregistratie Nederland beheert zoals de naam al zegt alle domeinnamen die eindigen op .nl. Maar daarnaast doet SIDN nog veel meer. Zo neemt de stichting deel aan initiatieven voor een beter internet, deelt (technische) kennis en ontwikkelt ook zelf software die bijdraagt aan een veiliger internet.

SIDN maakt zich al een tijdje zorgen over de opkomst van het Internet of Things (IoT): weldra zijn tientallen miljarden apparaten met internet verbonden, een groot deel daarvan voor thuisgebruik. Vele van die apparaten ontvangen nooit of maar voor een beperkte tijd updates. Het gevolg? Cybercriminelen zullen in de apparaten kunnen inbreken en die gebruiken als springplank om toegang te krijgen tot de rest van je netwerk. Of ze zetten de apparaten in voor een denial-of-service-aanval (DoS), waardoor je deel gaat uitmaken van een botnet dat aan criminelen wordt verhuurd.

Er kleven dus talloze risico’s aan onveilige IoT-apparaten. Niet alleen voor de gebruiker, maar ook voor de provider: die kan door andere providers worden geblokkeerd als de IoT-apparaten van te veel klanten zich misdragen.

SPIN installeren

Om meer inzicht te krijgen in onveilige IoT-apparaten op je netwerk én om de rest van het internet tegen je onveilige apparaten te beschermen, ontwikkelde SIDN de opensource-software SPIN (Security and Privacy for In-home Networks). Het is momenteel al een volledig functioneel prototype en al in enkele andere producten ingebouwd. Het bekendste product is misschien wel de thuisrouter TrustBox Router van Scalys. Dat apparaat won op de Consumer Electronics Show (CES) van 2019 in Las Vegas de Best of Innovation Award in de categorie Cybersecurity & Personal Privacy.

De thuisrouter is de beste plaats om dit soort bescherming aan te bieden. SIDN zet SPIN dan ook in de markt als oplossing voor internetproviders en fabrikanten van thuisrouters. Ze kunnen SPIN integreren in hun bestaande routers en zo een extra dienstverlening aanbieden aan hun klanten. Omdat de analyse van het netwerkverkeer op de router zelf gebeurt, blijven privacygevoelige gegevens in het netwerk. De gebruiker behoudt bovendien zelf de controle over het beveiligingssysteem.

©PXimport

SPIN is opensource Linux-software voor thuisrouters en draait bijvoorbeeld op OpenWrt, een gespecialiseerde Linux-distributie voor routers en draadloze toegangspunten. SPIN is in de programmeertaal C geschreven en zou daardoor ook naar andere besturingssystemen omgezet kunnen worden. De broncode vind je op de GitHub-pagina van SIDN.

De gemakkelijkste manier om SPIN op je eigen apparaat te installeren is als onderdeel van Valibox, een ander project van SIDN. Valibox is een aangepaste versie van OpenWrt die via dnssec dns-aanvragen valideert en het pakket SPIN bevat. Op de downloadpagina vind je images voor de reisrouters GL-Inet AR-150 en GL-Inet MT300A, en voor de Raspberry Pi 3B (dit image werkt niet op de Raspberry Pi 4, omdat die een andere processorarchitectuur heeft).

Valibox op de Raspberry Pi

Voor dit artikel testten we SPIN door de Valibox-firmware op een Raspberry Pi 3B te installeren. De betere prestaties van de Raspberry Pi 4 heb je voor een router voor IoT-apparaten doorgaans toch niet nodig. Download op de downloadpagina van Valibox het image Valibox voor de Raspberry Pi 3B. Tijdens de redactiesluiting was dat versie 1.8.

Schrijf het image met balenaEtcher naar een micro-sd-kaartje. Dat mag vrij klein zijn: het gecomprimeerde image is zelf nog geen 15 MB groot en ongecomprimeerd ook maar 300 MB. We gebruikten daarom een micro-sd-kaart van 8 GB.

Nadat het micro-sd-kaartje is beschreven, steek je het in het kaartslot van je Raspberry Pi. De ethernetkabel van de Pi sluit je op je hoofdrouter aan. Valibox beschouwt de ethernetpoort als de wan-poort: dit is de verbinding met internet. Het besturingssysteem zet ook een wifi-netwerk op dat dan als lan dient: je IoT-apparaten sluit je via dit wifi-netwerk op internet aan.

Wanneer je de voedingskabel van de Raspberry Pi aansluit en die in het stopcontact steekt, kan het opstarten van de Pi enkele minuten duren, omdat Valibox alles instelt. Daarna zie je een draadloos netwerk verschijnen met de naam SIDN-Valibox-GETAL met een willekeurig getal. Verbind met dit netwerk. Het standaardwachtwoord is goodlife.

©PXimport

Zodra je op het netwerk aangemeld bent, krijg je een hotspotaanmeldingspagina te zien. Indien niet, surf dan zelf naar http://192.168.8.1. Op de aanmeldingspagina stel je het ssid van het wifi-netwerk in en verander je de standaardwachtwoorden van het wifi-netwerk en van de beheerpagina. Klik links onderin op Save en wacht even. Meld je daarna opnieuw aan bij het netwerk en vul je zopas ingestelde wachtwoord in.

Valibox is gewoon een aangepaste versie van OpenWrt. Je krijgt dan ook toegang tot alle mogelijkheden van OpenWrt, inclusief de standaard gebruikersinterface Luc. Klik op de hoofdpagina van Valibox op Configure the ValiBox om toegang tot de OpenWrt-interface te krijgen.

Een uitleg van de werking van OpenWrt ligt niet binnen het bestek van dit artikel, maar blader gerust eens door de menu’s om te kijken of er wijzigingen nodig zijn. Onder het tabblad Valibox rechts bovenin vind je nog enkele specifieke instellingen, waarvan de taal van de hoofdpagina (onafhankelijk van de OpenWrt-interface) de belangrijkste is. Je kunt die veranderen naar nl_NL.

Klik daarna op Save & Apply om de configuratie toe te passen en klik dan in het menu System op Reboot. Na een herstart van de Pi is de hoofdpagina in het Nederlands.

Lees verder hoe je SPIN kunt gebruiken om je IoT-netwerk te monitoren!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.