ID.nl logo
Draai Linux-programma’s in Windows met WSL
© Reshift Digital
Huis

Draai Linux-programma’s in Windows met WSL

Sinds 2016 heeft Microsoft in zijn besturingssysteem de mogelijkheid opgenomen om Linux-programma’s in Windows te draaien, het Windows-subsysteem voor Linux (WSL). Hoe je daarmee start, leggen we hier uit.

Het Windows-subsysteem voor Linux (WSL) is een compatibiliteitslaag van Microsoft waarmee Linux-programma’s onder Windows gedraaid kunnen worden. In de eerste versie, die in 2016 uitkwam, ging het nog over een Linux-compatibele kernelinterface die geen enkele regel Linux-code bevatte.

WSL implementeerde dus systeemaanroepen van de Linux-kernel en zette die om naar de corresponderende Windows-aanroepen. Daardoor dachten Linux-programma’s dat ze op de Linux-kernel draaiden, maar eigenlijk draaiden ze op een compatibiliteitslaag boven op Windows. WSL was in het begin vooral onder andere namen bekend, zoals Ubuntu op Windows en Bash op Windows, omdat de standaard Linux-distributie van WSL een in samenwerking met Canonical gecreëerd Ubuntu-systeem was en je als gebruiker vooral in aanraking komt met de Linux-shell Bash.

Het was een huzarenstukje, maar toch was het onvoldoende: Microsoft had niet alle Linux-systeemaanroepen geïmplementeerd, waardoor diverse programma’s niet op WSL werkten. Bovendien waren de prestaties door de aanpak om systeemaanroepen te vertalen niet zo goed.

De ontwikkelaars van Microsoft gingen daarom weer naar de tekentafel en kwamen terug met een volledig nieuw ontwerp. WSL 2 is sinds juni 2019 beschikbaar voor Windows 10-gebruikers in het Windows Insider-programma en later dit jaar voor iedereen. Het draait een volledige Linux-kernel in een lichtgewicht virtuele machine onder Hyper-V. Dat lost heel wat problemen met compatibiliteit en prestaties op.

Waarom Linux-programma’s in Windows?

Microsoft richt zich met WSL vooral op softwareontwikkelaars, en dan in het bijzonder webontwikkelaars. De overgrote meerderheid daarvan werkt immers met opensource-projecten die op Linux draaien. Als webontwikkelaar had je vroeger twee keuzes. Ofwel je draaide Linux als desktopbesturingssysteem, maar dat is niet voor iedereen een optie. Ofwel draaide je Windows met je Linux-software in een virtuele machine, wat veel processorkracht vraagt en niet zo goed geïntegreerd is met Windows.

Met WSL wilde Microsoft tegemoetkomen aan de grote groep ontwikkelaars die Windows als zijn desktopbesturingssysteem wil blijven gebruiken, maar op een handige manier toegang tot zijn ontwikkelingsomgeving wil hebben. WSL is dan ook niet bedoeld om desktopsoftware zoals de Linux-versie van Firefox of Gimp te draaien, alhoewel dat zeker mogelijk is. Het gaat eerder om serversoftware zoals Apache en Nginx, en frameworks zoals Ruby on Rails.

WSL installeren

Open in het configuratiescherm het onderdeel Windows-onderdelen in- of uitschakelen en scrol helemaal naar onderen. Vink daar Windows-subsysteem voor Linux aan en klik op OK om het onderdeel te installeren. Herstart daarna je pc.

Met het subsysteem alleen ben je er nog niet: je moet een Linux-distributie downloaden om op WSL te draaien. Die vind je gewoon in de Microsoft Store. Zoek op ‘linux’ en klik op een van de distributies. Als voorbeeld installeren we Ubuntu 18.04 LTS, omdat dit een populaire Linux-distributie bij ontwikkelaars is en je hierop vijf jaar ondersteuning krijgt. Klik op Downloaden om de installatie te starten. Dat kan wel even duren, want in het geval van Ubuntu 18.04 LTS gaat het om 220 MB.

Ubuntu 18.04 LTS is niet de enige Linux-distributie die je in Windows kunt draaien. Het oudere Ubuntu 16.04 LTS is er ook nog, ondersteund tot april 2021. Ook Debian, SUSE Linux Enterprise Server, openSUSE Leap, Alpine Linux, Fedora Remix en Pengwin zijn van de partij. Verder vind je er ook nog gespecialiseerde distro’s zoals Kali Linux voor pentesters. Let op: niet al deze distributies zijn gratis! Tenzij je specifieke redenen hebt om een andere distributie te gebruiken, houd je het best bij Ubuntu 18.04 LTS. Ubuntu was immers de eerste distro die op WSL verscheen en is dan ook het meest door Microsoft getest.

©PXimport

©PXimport

Na de installatie kun je Ubuntu opstarten door in de Windows Store op Starten te klikken of door in het startmenu op het icoontje van Ubuntu te klikken. De eerste keer duurt het opstarten enkele minuten omdat de gedownloade bestanden nu pas uitgepakt worden in het virtuele bestandssysteem van Ubuntu. De volgende keren is Ubuntu in enkele seconden opgestart.

Hierna krijg je de vraag om een gebruikersnaam te kiezen. Je werkt nu immers in een ander besturingssysteem en niet met je Windows-account. Je hoeft dan ook niet dezelfde gebruikersnaam te kiezen. In Linux zijn gebruikersnamen overigens altijd volledig in kleine letters en zonder spaties. Kies bijvoorbeeld je voornaam in kleine letters. Daarna vul je ook een wachtwoord in en herhaal je dat.

Controleren of het gelukt is

Je krijgt nu een Linux-opdrachtprompt te zien. Controleer maar eens of je echt Linux draait door uname -a in te voeren.

Het programma uname geeft met de optie -a eerst de naam van de kernel weer (hier Linux), dan de hostnaam, dan de kernelversie (hier 4.4.0-18362-Microsoft) en helemaal op het einde het besturingssysteem (hier GNU/Linux). Op alle gebieden lijkt het dus alsof we hier met een Linux-distributie te maken hebben, op het vreemde achtervoegsel aan de kernelversie na. Daarin staat het buildnummer van je Windows-distributie en natuurlijk de naam Microsoft.

Met het distributieonafhankelijke programma lsb_release verifiëren we eenvoudig dat we Ubuntu draaien: lsb_release -a.

©PXimport

Je bent nu ingelogd als de gebruiker die je tijdens de installatie van Ubuntu aangemaakt hebt. Elke keer dat je nu Ubuntu opstart, logt Windows je automatisch als deze gebruiker in. Daarvoor wordt je wachtwoord niet gevraagd. Je gebruiker behoort tot de groep sudo en kan dus ook beheertaken uitvoeren door opdrachten te beginnen met sudo. In dat geval wordt er wel naar je wachtwoord gevraagd. Vergeet het dus niet.

Het eerste wat je moet doen, is je distributie updaten. Windows doet dat niet voor je: de distributies die je met WSL draait, staan volledig los van Windows en dien je zelf te updaten. Werk dus de pakketbronnen bij en upgrade alle geïnstalleerde pakketten naar de nieuwste beschikbare versie met de opdrachten:

sudo apt update
sudo apt upgrade

Daarna kun je willekeurige programma’s installeren met:

sudo apt install pakketnaam

Weet je niet zeker onder welke pakketnaam een programma of softwarebibliotheek beschikbaar is, gebruik dan de zoekfunctie van apt:

apt search zoekterm

Server draaien

Om te tonen hoe je een server in je Ubuntu draait, starten we de ingebouwde webserver van Python op:

python3 -m http.server

Windows Defender geeft nu een waarschuwing. Sta de toegang van Python tot het netwerk toe. Als je nu in je browser naar het adres http://localhost:8000 gaat, krijg je de inhoud van de directory te zien die de webserver van Python deelt, dus de directory waarin je bovenstaande Python-opdracht opgestart hebt. Dat werkt ook als je op een andere computer in je thuisnetwerk naar http://IP:8000 gaat, waarbij IP het ip-adres van de Windows-computer is war WSL op draait.

Hetzelfde geldt als je bijvoorbeeld de webserver Apache, Nginx of lighttpd installeert en opstart in Ubuntu. Vergeet dan niet poort 80 in de geavanceerde instellingen van Windows Defender toe te staan.

De netwerktoegang werkt ook in de andere richting: je Ubuntu-systeem gebruikt gewoon de dns-server die in Windows ingesteld is en kan alle computers in je thuisnetwerk bereiken onder hun ip-adres en hostnaam. Dit is dus een eenvoudige manier om Linux-diensten uit te proberen of tijdens de ontwikkeling van een project tijdelijk te draaien.

Bestanden uitwisselen

Een andere manier waarop Microsoft Linux met Windows geïntegreerd heeft, is via de bestandssystemen. Als je onder Linux met het commando mount de aangekoppelde bestandssystemen bekijkt, zie je dat onmiddellijk. In de uitvoer zie je dat de C:-schijf van Windows op de directory /mnt/c aangekoppeld is, de D:-schijf onder /mnt/d enzovoort. Je hebt in Linux dus gewoon toegang tot al je Windows-bestanden. Dat is ideaal als je bijvoorbeeld ontwikkelaar bent en in Windows in Visual Studio je broncode bewerkt in een project in C:\dev\mijnproject. In Linux heb je dan toegang tot dezelfde code via /mnt/c/dev/mijnproject om ze bijvoorbeeld in een testomgeving uit te rollen.

Lange tijd was de andere richting niet ondersteund: in Windows volwaardige toegang krijgen tot het Linux-bestandssysteem. Sinds Windows 10 versie 1903 (de update van mei 2019) kan het wel. Zorg dat je in je distributie ingelogd bent en typ de volgende opdracht:

explorer.exe .

Je krijgt nu in Verkenner de huidige directory te zien waarin je in Ubuntu bezig was. Je kunt nu gewoon bestanden verslepen, kopiëren, hernoemen en alle bewerkingen in het contextmenu op de bestanden uitvoeren.

©PXimport

Windows-programma’s in Linux en andersom

De oplettende lezer heeft zeker opgemerkt dat we hierboven een Windows-programma, explorer.exe, uitgevoerd hebben in Linux. Hoe is dat mogelijk? Een snelle blik op de omgevingsvariabele $PATH maakt dat duidelijk:

echo $PATH | tr : "\n"

In deze variabele staan de directory’s die de Linux-shell raadpleegt als je een programmanaam intypt. De eerste paden zijn niet ongewoon: /usr/local/sbin, /usr/local/bin enzovoort, maar dan zien we een heleboel paden onder /mnt/c, zoals /mnt/c/WINDOWS/system32. En kijk eens waar dat programma explorer.exe staat met de opdracht:

which explorer.exe

Ja hoor, in /mnt/c/WINDOWS/explorer.exe. Microsoft integreert op deze manier dus alle Windows-programma’s in je Linux-systeem. Je kunt dus gewoon in je Linux-shell de opdracht notepad.exe .vimrc uitvoeren, waarna het Windows-programma Notepad opgestart wordt en je er het tekstbestand in je Linux-systeem mee zou kunnen bewerken als je dat niet graag in vim of nano doet. We raden dit overigens niet echt aan, omdat Linux en Windows nog altijd andere regeluiteinden in tekstbestanden gebruiken: LF versus CRLF.

Deze integratie tussen programma’s werkt ook in de andere richting. Als je een Opdrachtprompt in Windows geopend hebt, kun je met de volgende opdracht je Linux-distributie opstarten: wsl. Je distro verlaten doe je met: exit. Overigens sluit je zo de terminalsessie, maar de distro blijft op de achtergrond wel draaien.

Als je meerdere distro’s voor WSL geïnstalleerd hebt, kun je ze opvragen met: wsl -l. En je start een specifieke distro op met: wsl -d distronaam. Je kunt nu ook rechtstreeks vanuit de Opdrachtprompt van Windows een specifiek programma in je Linux-distro opstarten: wsl top.

Tot slot

Bekijk ook zeker Microsofts documentatie over het configuratiebestand van WSL. In elke distributie kun je namelijk in het bestand /etc/wsl.conf functionaliteit van WSL in- of uitschakelen. Dit bestand heeft de vorm van een .ini-bestand, waarmee je bijvoorbeeld de directory instelt waaronder je Windows-schijven aangekoppeld worden, of die schijven automatisch aangekoppeld worden of niet, en of het opstarten van Windows-programma’s vanuit je distributie mogelijk is.

Wil je WSL nog finetunen, kijk dan eens naar de uitvoer van wsl --help. Zo kun je een distributie als je standaarddistributie instellen, een distributie met een andere dan de standaard aangemaakte gebruiker opstarten enzovoort. Gebruik je liever een grafische interface, dan is er ook WSL-DistroManager.

Op de wiki van Ubuntu vind je ook meer uitleg over een betere integratie met Windows. Zo kun je met wat tweaks ook grafische programma’s in je distributie draaien en zelfs audio inschakelen. Daarvoor dien je op Windows een X-server en PulseAudio-server te draaien. Je vindt er ook links naar nieuwere Ubuntu-versies.

Canonical installeert in zijn Ubuntu-distributie voor WSL ook het pakket ubuntu-wsl, dat enkele handige programma’s bevat voor meer integratie met Windows. Zo kun je met wslusc een snelkoppeling op je Windows-bureaublad creëren, met wslsys vraag je systeeminformatie over je Windows- of Linux-installatie op en met wslview open je een url in de standaardbrowser van Windows. Deze tools maken het werken met WSL net iets handiger.

▼ Volgende artikel
Review Logitech MX Master 4 - De muis die jou de baas is
© Logitech
Huis

Review Logitech MX Master 4 - De muis die jou de baas is

De Logitech MX Master 4 is de nieuwste telg in de populaire MX-serie. De muis belooft meer controle, precisie en comfort dan ooit, met haptische feedback en een 8K-sensor die zelfs op glas moeiteloos werkt. Maar is hij de stevige prijs van 129,99 euro waard?

Fantastisch
Conclusie

De Logitech MX Master 4 is een verfijnde evolutie van een klassieker. Supersnel, stil en uitzonderlijk precies, met slimme haptische feedback en een batterij die weken meegaat. Kleine schoonheidsfoutjes – zoals de gevoelige duimknop en iets verplaatste navigatietoetsen – weerhouden hem niet van een bijna perfecte score. Ideaal voor wie dagelijks uren achter het scherm zit en het beste gereedschap wil.

Plus- en minpunten
  • Precieze, stille en razendsnelle bediening
  • Slimme Gesture Button met vijf instelbare acties
  • Comfortabel ontwerp
  • Batterij houdt het lang vol
  • Prijzig
  • Geen oplaadkabel meegeleverd
  • Herplaatsing knoppen vergt gewenning

De MX Master 3S was al een dikke publieksfavoriet, maar met de MX Master 4 legt Logitech de lat opnieuw een tikkie hoger. Dit is een echte powerhouse voor wie dagelijks veel met tekst, beeld of code bezig is. Of gewoon voor wie een heel lekkere muis wil. Alles draait om controle, snelheid en comfort. Daar betaal je met een krappe 130 euro weliswaar een premiumprijs voor, maar deze muis is dan ook duidelijk bedoeld voor mensen die hun werk serieus nemen. De MX Master 4 is verkrijgbaar in Graphite en Pale Gray, en wordt standaard geleverd met een Logi Bolt-ontvanger. Wij hebben voor de test de Pale Gray-variant voor de Mac mogen bepotelen.

©ER | ID.nl

Muizen met gevoel

Het opvallendste snufje is de toevoeging van haptische feedback. Elke klik, sneltoets of melding voel je subtiel onder je vingers trillen. Niet als gimmick, maar als tastbare feedback: je voelt letterlijk wat je doet. En dat werkt echt prettig, vooral omdat je iets dergelijks ook gewend bent van bijvoorbeeld je smartphone. Via Logi Options+ bepaal je zelf hoe intens die feedback is en kun je verschillende acties aan specifieke apps knopen. Dat geeft de muis een persoonlijk tintje. Zeker bij precisiewerk (foto- en tekstbewerking of het schrijven van code) merk je hoe natuurlijk dat aanvoelt.

De grote toets onder de duim, waarmee je het Haptic Sense-paneel oproept, is wel vrij gevoelig. Tijdens de paar weken dat we de muis hebben getest, drukten we die knop af en toe per ongeluk in, wat even storend kan zijn. Toch is dat gelukkig een kwestie van gewenning, want het idee achter de functie is sterk.

Snelheid zonder haast

De befaamde MagSpeed-scroll is gelukkig gebleven en is zelfs nog iets verfijnd. Eén draai aan het stalen wiel en je schiet door lange documenten of spreadsheets. Nieuw is de Actions Ring, een rond menu dat rond je cursor verschijnt. Daarmee open je favoriete tools of snelkoppelingen zonder je toetsenbord aan te raken. Logitech beweert dat je hierdoor tot 63 procent minder muisbewegingen maakt. Dat is misschien wat optimistisch, maar het systeem werkt verrassend intuïtief en snel. Hieronder een overzichtje van de mogelijkheden.

MogelijkheidWat je ermee doetOpmerking
Snel toegang tot Photoshop-toolsFilters/aanpassingen direct in ring (bubbles)Handig voor vaste tools
Video-apps (bijv. Premiere)Trimmen/navigatie/transport vanuit ringScheelt muisbewegingen
Map/folder in ringSubmenu's met meerdere acties per bubbleTot 72 knoppen per app (via folders)
ToepassingsprofielenAndere ring per appAutomatisch wisselen
Plugin-integratieExtra functies via Logi MarketplaceHaptics/extra commands
Haptische feedbackTrillingen bij navigatie/selectieTactiele bevestiging
Apparaat-switch/Easy SwitchWissel tussen gekoppelde devicesMulti-device gemak
Timer/klok/widgetsStopwatch/tijdweergave in ringVia plug-ins

Werkt zelfs op glas

De Darkfield-sensor met 8000 dpi is extreem nauwkeurig en werkt op vrijwel elk oppervlak, zelfs op glas of gelakt hout. Je kunt de gevoeligheid aanpassen in stappen van 50 dpi, maar de meeste mensen zullen vermoedelijk gewoon de standaard afstelling gebruiken: hij voelt van nature al prima aan. Dankzij een nieuwe radiochip en antenne is de verbinding bovendien rotsvast. Je kunt de muis gebruiken via bluetooth low energy of de meegeleverde Logi Bolt-ontvanger, die een bereik van zo'n 10 meter garandeert.

©ER | ID.nl

Comfortabel stil

Qua vorm blijft Logitech dicht bij zijn succesformule. De muis ligt daarom nog altijd als gegoten in de hand, met een lichte hellingshoek, een vertrouwde duimpositie en een extra horizontaal scrolwiel. De klikgeluiden zijn nu 90 procent stiller dan bij de vorige generatie, meldt Logitech. En met 150 gram voelt de MX Master 4 solide aan zonder zwaar te worden.

Kleine kanttekening: de twee navigatieknoppen voor browsergebruik (vooruit en terug) zijn iets naar achteren verplaatst om ruimte te maken voor de Gesture Button (zie kader hieronder). Dat zorgt er soms voor dat je per ongeluk op de verkeerde knop drukt, vooral als je gewend bent aan een van de MX Master-voorgangers. Misschien een detail, maar wel merkbaar bij dagelijks gebruik.

Via Logi Options+ stel je sneltoetsen, app-profielen en automatiseringen in. De software werkt het best binnen Windows en macOS, maar ook in Linux, ChromeOS, Android en iPadOS doet de muis wat hij moet doen, al zijn daar minder functies beschikbaar.

Één knop, vijf superkrachten

Alsof de MX Master 4 nog niet genoeg trucs kende, heeft Logitech ook de Gesture Button opnieuw uitgedacht. Deze knop, verstopt onder je duim, verandert je muis in een soort afstandsbediening voor je besturingssysteem. Houd hem ingedrukt en beweeg de muis naar boven, beneden, links of rechts om razendsnel tussen bureaubladen te wisselen, je bureaublad te tonen of het startmenu te openen. In macOS roep je met dezelfde bewegingen Mission Control of App Exposé aan. Met de Logi Options+-software kun je deze gebaren bovendien volledig aanpassen: van mediabediening en zoom tot eigen sneltoetsen of macro's. In totaal zijn er vijf acties toe te wijzen aan één knop, en wie wil kan de gestures zelfs verplaatsen naar andere knoppen, zoals het scrolwiel.

©Logitech

Batterij die blijft gaan

Logitech zegt dat de ingebouwde 650 mAh-accu het tot 70 dagen op één lading moet kunnen volhouden. Dat hebben we nog niet kunnen testen, maar we kregen de muis met 55 procent van de lading binnen en daar is na een weekje driftig muizen slechts 2 procent van af. Bovendien levert één minuut snelladen drie uur gebruik op, mocht je haast hebben. Opladen gebeurt via usb-c, al levert Logitech geen kabeltje mee. Jammer, maar je hebt er vast nog eentje rondslingeren thuis.

Al met al

De Logitech MX Master 4 is een muis die wat ons betreft zijn eigen categorie verdient. Hij is snel, stil, precies en slimmer dan ooit. De paar kleine schoonheidsfoutjes doen daar weinig aan af. Voor ontwerpers, programmeurs, schrijvers en andere intensieve gebruikers is dit een investering die zich op den duur terugbetaalt in comfort en efficiëntie. Casual gebruikers zullen hem misschien een beetje overkill vinden, maar wie hem eenmaal in de hand heeft, wil niets anders meer.

▼ Volgende artikel
Altijd lekker tikken: 9 high-endtoetsenborden vergeleken
Huis

Altijd lekker tikken: 9 high-endtoetsenborden vergeleken

Zelf een toetsenbord samenstellen is niet voor iedereen weggelegd, maar één ding is duidelijk: een goed toetsenbord maakt een groot verschil. In deze test bekijken we de beste kant-en-klare toetsenborden van dit moment. Of je nu op zoek bent naar het snelste toetsenbord voor gaming of een comfortabel model voor kantoorwerk: we helpen je bij het maken van de juiste keuze.

Onze laatste vergelijkende test van toetsenborden is inmiddels alweer meer dan vijf jaar oud. Toen draaide alles om het concept ‘mechanisch’, praktisch elke fabrikant maakte toen gebruik van de switches van het Duitse Cherry of een goedkopere Chinese afgeleide daarvan, de Kailh-switch.

Inmiddels is het aanbod versplinterd en zien we enkele van de elementen die custom borden populair maken doorsijpelen naar de kant-en-klare producten. Zo zien we veel meer lay-out-opties en een veel breder scala aan switchopties. Stillere varianten, zwaardere varianten voor een stevigere aanslag en lubed-varianten voor een soepelere aanslag. De opvallendste stap de afgelopen jaren is de introductie van een magnetisch, optische switch, waarbij de aanslag niet digitaal is (ingedrukt ja of nee), maar analoog. Zie ook het kader ‘Analoge switches?’ voor meer hierover.

Andere ontwikkelingen

Een positieve ontwikkeling is dat menig toetsenbord inmiddels voorzien is van zogeheten hot-swap switches. Mocht je per ongeluk een switch stukmaken (bijvoorbeeld door het morsen van drinken), dan kun je nu veelal enkele knoppen vervangen in plaats van meteen een nieuwe model te moeten kopen. Daarnaast hebben verbeteringen in accutechniek en draadloze protocollen ervoor gezorgd dat draadloze high-endtoetsenborden tegenwoordig een realistische optie zijn zonder constant het toetsenbord bij te hoeven laden.

Testselectie

Voor deze vergelijkende test hebben we tientallen toetsenborden overwogen. Hieruit hebben we een voorselectie gemaakt van toetsenborden die degelijk gebouwd zijn, aan de minimale eisen voor een serieuze gamer of kantoorwerker voldoen (denk aan n-key rollover, zodat je meerdere toetsen tegelijkertijd in kunt drukken, anti-ghosting en een lage latency) en die minimaal goed beoordeeld waren.

Endorfy Celeris 1800

Endorfy is een relatieve nieuwkomer in de markt, maar liet eerder met de Thock-toetsenborden al zien dat het bedrijf veel waar voor je geld kan bieden. Het nieuwste model, de Celeris 1800, doet dat wederom. Het bord kan wat gevoel en bouwkwaliteit betreft aardig concurreren met flink duurdere modellen in deze test. Als je hem probeert te buigen zie je wel wat verschil, maar op tafel bij normaal gebruik merk je daar niets meer van.

Het opvallendst is het relatief compacte ontwerp, terwijl er toch een numeriek toetsenbord op zit. Dat deel is vergeleken met de meeste andere toetsenborden wat naar links geschoven, wat ergonomisch fijn is voor mensen die niet alleen gamen, maar ook vooral veel in Excel werken. Sommige gebruikers, primair programmeurs, moeten er rekening mee houden dat de plaatsing van de Home-, End- en Page-toetsen mogelijk niet voor iedereen ideaal is. Ook liggen de toetsen relatief hoog, ook iets wat niet iedereen zal liggen.

De Celeris 1800 is gloednieuw en heeft een adviesprijs van 99 euro. Dat maakt hem al een van de goedkoopste toetsenborden in deze test. Prijzen zakken normaliter nog wat na de lancering. Grofweg 100 euro voor een fijn toetsenbord dat ook nog eens draadloos (dongel voor gaming, bluetooth voor laptopwerkers) kan functioneren en Mac-ondersteuning heeft, is een uitstekende deal.

©Endorfy

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 99,-

Website: www.endorfy.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Degelijk

  • Bedraad en draadloos

  • Compact met numeriek veld


Minpunten:

  • Relatief hoog

  • Lay-out afwijkend

Corsair K65 Plus Wireless

Corsair kennen we vooral van grote mechanische toetsenborden met veel extra's, maar het is de compacte K65 Plus Wireless waar we de laatste tijd het meest gecharmeerd van waren. De constructie is enorm degelijk en het toetsenbord is voorzien van fijne, soepel voelende switches die niet te luid zijn. Dat zorgt vrijwel direct voor een heel fijne ervaring onder de vingers.

Of de compacte vormgeving fijn is, is uiteraard subjectief. Compact is fijner voor gamers en andere gebruikers die het numerieke toetsenbord niet nodig hebben, het bespaart ruimte op je bureau (of in je rugtas) en laat meer ruimte over voor je muis. Excel-gebruikers zullen dit toetsenbord natuurlijk direct diskwalificeren.

Toen het bord uitkwam voor 160 euro was onze voornaamste kritiek dat het eigenlijk iets te duur was vergeleken andere toetsenborden die voor 100 euro grofweg hetzelfde boden. Of juist net niet uitgebreid genoeg vergeleken met borden van 200 euro. Inmiddels is de prijs gezakt tot 137 euro en op dat punt kun je, mits de compacte vormgeving bij je past, eigenlijk niet om deze Corsair heen. Net wat chiquer dan nauwelijks goedkopere modellen, voorzien van draadloze functionaliteit en vooral het feit dat het een relatief laag bord is (voor een model met hoge switches) maakt dit een makkelijke aanrader en onze redactietip.

©Corsair

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 137,-

Website: www.corsair.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Zeer degelijk

  • Bedraad en draadloos

  • Prijs-kwaliteitverhouding


Minpunten:

  • Voor sommigen te compact

Razer Joro

Razer staat vooral bekend om hun grote modellen met alle toeters en bellen, maar biedt met de Joro ook wat anders. De Razer Joro is extreem compact en verreweg het lichtste bord in deze test. De doelgroep bestaat hier overduidelijk uit gamers die hun toetsenbord vooral veel meeslepen. Puur op basis van afmetingen en gewicht ligt deze Razer voor dat doeleind natuurlijk voor de hand. Ondanks het lage gewicht ligt de Joro toch stevig op tafel en zit de bouwkwaliteit van de constructie erg goed in elkaar. De aluminium behuizing voelt ook chic aan, de lage positie is toegankelijk voor velen en aangesloten via de kabel is het ook een snel competitief bord voor gamers.

Razer laat ook wel wat steekjes vallen, vooral voor hun gamende doelgroep. De afwezigheid van een dongel voor een snelle draadloze verbinding en het feit dat de switches nog wel wat speling vertonen, maakt enkele goedkopere alternatieven in deze test in onze optiek fijner. Voor de harde werkers onder ons vinden we de MX Keys ook wat beter voor minder geld.

Daarmee is de Joro in onze optiek niet de meest voor de hand liggende optie, zeker niet voor 130 euro. Als je echt op zoek bent naar het compactste en lichtste toetsenbord, dan is de Joro wel een prima optie.

©Razer

Oordeel: ⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 129,-

Website: www.razer.com


Pluspunten:

  • Licht en compact

  • Degelijke bouw

  • Uitstekende accuduur


Minpunten:

  • Geen dongel

  • Switches mogen scherper

  • Relatief duur

ASUS ROG Azoth X

ASUS en dan met name de ROG-producten staan niet bepaald bekend om hun bedaagde ontwerp. De fabrikant doet daar met hun Azoth X nog een flinke schep bovenop. Wat je er ook van vindt, uniek is het kleurrijke design met half doorzichtige keycaps (voor meer RGB-effect) zeker. Kwalitatief valt er heel weinig op dit bord aan te merken. Het is oerdegelijk en heeft een uitstekende aanslag; het is zelfs een van de fijnste borden in deze test. Het bord heeft ook handige eigenschappen. Draadloos krijg je bijvoorbeeld zowel een snelle als een bluetoothoptie. Daarnaast heeft het bord een goede accuduur, een mooie stevige polssteun plus nog wat minder cruciale extra’s, zoals een aanpasbaar oled-scherm in de bovenhoek. Kost wat, maar dan krijg je ook wat.

Ons voornaamste bezwaar gaat over de definitie van het woord ‘wat’. Want voor 200 euro hadden we het bij het bovenstaande gelaten. Een prijs van 250 euro zouden we wel erg pittig noemen, maar de adviesprijs van 329 euro is wel echt extreem. Daarvoor zouden we bijvoorbeeld toch wel analoge switches willen zien of een echt extreem luxe afwerking. Wellicht dat de prijs nog wat zakt, maar ondanks onze hoge inhoudelijke waardering is de exorbitante prijs vooralsnog het argument om het hoogste eremetaal achterwege te laten.

©ASUS

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 329,-

Website: www.asus.com


Pluspunten:

  • Oerdegelijk

  • Zeer fijne switches

  • Veel mogelijkheden

  • Unieke uitstraling


Minpunten:

  • Uitstraling

  • Extreem duur

SteelSeries Apex Pro TKL Gen 3

De SteelSeries Apex Pro TKL is ook geen goedkoop bord en is misschien nipt wat minder chic dan de ROG. In tegenstelling tot die concurrentie weet SteelSeries wel een gezonde balans te vinden tussen de kwaliteit van het product, het toevoegen van extra mogelijkheden en het alsnog een beetje temmen van de prijs.

De bouw is uitstekend en de analoge, volledig instelbare switches zijn zowel aangenaam onder de vingers als zeer stabiel met minimale speling. Het strakke ontwerp is ook iets toegankelijker, zeker als je naast gamen ook nog een beetje zakelijk voor de dag wilt komen. Daarnaast is het ook nog een relatief stil toetsenbord, wat fijn is voor de omgeving. Al hangt de stilte natuurlijk altijd af van hoe hard je zelf op de knoppen slaat.

Ook hier is een oled-schermpje van de partij en Steelseries heeft als voordeel dat als je de door ons geteste compacte TKL-versie niet aantrekkelijk vindt, dat er ook een volledige en een nog compactere variant van bestaat.

Nadelen zijn er ook. Zo vinden we het volumewiel net wat te klein in gebruik, is het bord relatief hoog en ontbreekt draadloze functionaliteit. Maar als je je bord toch niet meeneemt is de meerwaarde daarvan te klein om daar meer geld aan uit te geven. Als draadloos niet nodig is, dan is dit in onze optiek het beste bord van dit moment.

©SteelSeries

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 211,-

Website:www.steelseries.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Analoge functionaliteit

  • Prijs-kwaliteitverhouding


Minpunten:

  • Relatief hoog

  • Niet draadloos

Analoge switches?

De meeste toetsenborden maken gebruik van mechanische switches, waarbij het mechanisme voor een bepaald typegevoel (en kwaliteit) zorgt. Een analoge switch is technisch gezien ook een mechanisch product, maar maakt gebruik van een magneet en een hall effect-sensor in plaats van een metalen contact en plastic mechanisme. Hierdoor kan de switch extreem nauwkeurig zien hoe ver een toets wordt ingedrukt, waarbij je dan zelf kunt instellen op welk moment de toetsaanslag daadwerkelijk plaatsvindt, of je een joystickachtige drukgevoelige controle kunt krijgen over een bepaalde actie in een game of applicatie. En, in theorie althans, zijn deze switches ook nagenoeg niet kapot te krijgen. Verschillende merken gebruiken verschillende namen voor dit concept, maar in de basis zijn ze grotendeels hetzelfde. Voor simpel typewerk maakt het niet heel veel verschil, maar voor de veeleisende toetsenbordgebruikers zijn analoge switches op dit moment dé hype.

©SteelSeries

Met een analoge switch zoals de OmniPoint van SteelSeries kun je verschillende acties met een toets uitvoeren zoals lopen en rennen in een spel.

ASUS ROG Falchion Ace HFX

Net als SteelSeries maakt ook ASUS op de ROG Falchion Ace HFX gebruik van magnetische analoge switches. Het bord heeft een nog wat compactere 65%-lay-out, waarbij je dus goed moet opletten of het ontbreken van de functietoetsen een bezwaar voor je is. Functioneel is hij grotendeels gelijkwaardig aan het toetsenbord van SteelSeries en de toevoeging van 8000 Hz polling geeft in theorie nog een klein voordeel in reactiesnelheid boven de SteelSeries.

Voor de originele prijs van 200 euro laat ASUS wel punten liggen. De bouw en de afwerking van de 100 euro kostende Endorfy is zelfs wat beter. Je merkt dat de Falchion iets meer doorveert dan andere borden wanneer je stevig tikt en dat is onacceptabel in het hogere segment. Het bord kost bij de meeste aanbieders 209 euro, maar was tijdens de testperiode ook verkrijgbaar voor 119 euro. Ook voor dat lagere bedrag weet de Corsair K65 Plus Wireless iets meer indruk te maken met zijn bouwkwaliteit en aanslag. Maar als je toch graag een analoge switch wilt waarbij je de aanslagdiepte kunt instellen, dan is dit als de lagere prijs structureel blijft één van de goedkopere opties die als bonus ook nog eens visueel leuk voor de dag komt.

©ASUS

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 209,-

Website: www.asus.com


Pluspunten:

  • Analoge switches

  • 8000Hz-modus

  • Aantrekkelijke uitstraling

  • Prijs


Minpunten:

  • Bouwkwaliteit

  • Formaat niet voor iedereen

Logitech G Pro X TKL

Logitech is met afstand marktleider op gebied van toetsenborden en heeft dan ook een enorm aanbod aan borden. Het bedrijf heeft praktisch elke populair formaat in huis en er zijn ook nog eens een flink aantal kleurstellingen. Waar Logitech wat minder goed in is, is de naamgeving van de producten. Zo is er ook een G Pro X muis en headset, en zelfs de G Pro X TKL-toetsenborden bestaan in flink wat verschillende uitvoeringen. De reguliere variant wordt ook wel de Lightspeed genoemd, wat staat voor de toevoeging van een snelle draadloze werking. De Rapid-variant is juist voorzien van magnetische switches, maar is die weer volledig bedraad.

Logitech doet op zich weinig fout met deze producten. De bouw, de switches en de mogelijkheden met onder andere mediaknoppen zijn prima. Combineer dat met het feit dat ze veel zullen verkopen omdat ze het bekendste merk zijn, en de meeste kopers zullen tevreden zijn. De realiteit is wel dat er andere modellen zijn die (minimaal) hetzelfde bieden voor minder geld, of een overtreffende prestatie weten te bieden voor iets meer. Voor 160 euro zouden we toch iets meer dan ‘prima’ willen zien, wat extra’s zoals een polssteun of een betere accuduur.

©Logitech

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 159,-

Website: www.logitech.com


Pluspunten:

  • Prima bouwkwaliteit

  • Prima switchgevoel

  • Genoeg mogelijkheden


Minpunten:

  • Meerdere varianten

  • Matige accuduur

  • Relatief duur

be quiet! Dark Mount

De Dark Mount is het eerste toetsenbord van be quiet!, dat we vooral van de stille behuizingen kennen. Die focus wordt meteen duidelijk zodra je gaat tikken; het is namelijk het stilste toetsenbord in deze test. De focus op stilte gaat helaas wel wat ten koste van switchstabiliteit en tikgevoel.

Qua mogelijkheden zet het bord zich door een modulaire opbouw erg af van de rest. Naast een rechttoe rechtaan compact TKL-bord krijg je ook een afneembaar numeriek veld met macrotoetsen voorzien van een schermpje dat je ook nog eens zowel links als rechts kunt plaatsen. Ook krijg je een opzetmodule met schermpje en mediatoetsen en polssteunen. Zo transformeert de Dark Mount binnen een paar seconden naar een overcompleet XL-monsterbord.

Was de Dark Mount scherp geprijsd geweest, dan hadden we enkele kanttekeningen door de vingers kunnen zien. Maar als je de hoofdprijs vraagt, dan verwachten we dat alles top is. Dat is niet helemaal het geval. De polssteun is kwalitatief treurig, de switches voelen minder chic dan borden die de helft kosten en de software voor de macrotoetsen laat te wensen over. Voor hetzelfde geld kun je ook een prima toetsenbord en een los macrotoetsenbord als de Elgato Stream Deck kopen. Een aanbieding en een software-update kan wel genoeg zijn om van dit goede idee een serieuze concurrent te maken.

©be quiet

Oordeel: ⭐⭐⭐½

Prijs: € 259,-

Website: www.bequiet.com


Pluspunten:

  • Zeer stil

  • Degelijke bouw (bord)

  • Modulair

  • Macrotoetsen


Minpunten:

  • Relatief duur

  • Polssteun ondermaats

  • Software kan beter

Logitech MX Keys S

De Logitech MX Keys S is een beetje het buitenbeentje in deze vergelijking. In tegenstelling tot de ander toetsenborden is het namelijk géén bord waar fanatieke gamers blij van zullen worden. De keerzijde is dat het voor iedereen die een high-endbord zoekt voor alle andere doeleinden een model is waar je praktisch niet omheen kunt. Ook bestaat er naast de door ons geteste full size-versie een minivariant waarop het numerieke veld ontbreekt.

Dit bord is uitstekend gebouwd, voorzien van fijne switches en het heeft een low profile-ontwerp dat ook erg toegankelijk is voor iedereen die nog niet eerder een high-endbord gebruikt heeft. Als je nu een goedkoper toetsenbord hebt, dan voelt dit als een verademing en een ervaring waar je niet meer zonder wilt. Je kunt hem met meerdere apparaten verbinden, de accuduur is uitstekend en de software van Logitech is volwassen en biedt tal van extra mogelijkheden die voor kantoorwerkers relevant zijn.

Zolang gamen geen eis is, is dit een fijn bord zonder dat je echt de hoofdprijs betaalt. Houd alleen even de verschillende formaten in de gaten, en het feit dat er verpakkingen met en zonder polssteun worden verkocht.

©Logitech

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Prijs: € 99,-

Website: www.logitech.com


Pluspunten:

  • Bouwkwaliteit

  • Fijne low-profile switch

  • Prijs-prestatieverhouding


Minpunten:

  • Niet voor gamers

Conclusie

Echt slechte borden hebben we reeds uit onze selectie gefilterd, dus geen van de geteste toetsenborden is een miskoop. Het belangrijkst is om duidelijk in kaart te brengen welk formaat en indeling je nodig hebt en aan welke extra eigenschappen je waarde hecht. Het merk is normaliter bijzaak, maar er valt iets voor te zeggen om al je randapparatuur in één softwarepakket te beheren.

Toch zien we wel enkele uitblinkers. Zoek je louter een toetsenbord zonder fratsen voor kantoorwerk, dan is de Logitech MX Keys S onze eerste keus, met als bonus dat de lage toetsen voor praktisch iedereen fijn tikken. We geven Logitech daarom een redactietip. Wil je wel gamen, dan biedt Endorfy een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding voor minder dan 100 euro, al vinden we de Corsair K65 Plus Wireless zijn paar tientjes meer wel waard voor de iets betere bouw en de lagere constructie. Beide borden zetten veel druk op de concurrenten, waarbij je veel meer betaalt voor een bescheiden impact op de daadwerkelijke ervaring. Uiteindelijk krijgt ook Corsair een redactietip. In het hogere segment zien we wel degelijk waarde worden toegevoegd. Zo biedt de ASUS ROG Azoth X een van de beste ervaringen, maar vinden we de prijs van meer dan 300 euro niet helemaal in verhouding staan. De Steelseries Apex Pro TKL vinden we ook een uitblinker die wel een iets redelijkere balans weet te vinden in dat segment: degelijke bouw en aanslag, zeer compleet qua mogelijkheden en de instelbare analoge switches bieden ook echt iets nieuws en unieks. Als zo'n 200 euro voor een toetsenbord geen bezwaar is, zou dat onze eerste keuze zijn.