ID.nl logo
Bestanden bewaren zonder tussenkomst van big tech? Maak kennis met Seafile
© jahidsuniverse
Huis

Bestanden bewaren zonder tussenkomst van big tech? Maak kennis met Seafile

Er zijn veel diensten voor dataopslag en bestandssynchronisatie, maar ze hebben één ding gemeen: je data worden in de cloud opgeslagen. Vind je dit geen prettige gedachte, dan kun je je eigen server hosten, voor volledige controle over je gegevens. Met Seafile kan dit ook nog helemaal gratis.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen cloudopslag host met Seafile:

  • Installeer de gratis Seafile Community Edition op een Linux-server of NAS
  • Configureer gebruikersrechten, encryptie en versiebeheer voor maximale controle
  • Synchroniseer bestanden tussen je pc, smartphone en tablet met Seafile-clients
  • Deel bestanden en mappen veilig via versleutelde links en toegangsrechten
  • Optimaliseer je Seafile-server met Docker, WSL of een Raspberry Pi

Is je privacy belangrijk? Lees dan zeker ook: WhatsApp of Signal: kies je voor meer functies of voor meer privacy?

Code downloaden

In dit artikel worden voorbeelden van diverse commando’s gegeven. Omdat het overtikken van dergelijke opdrachten erg foutgevoelig is, kun je ze beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand seacode.txt (en de standaardversie van docker-compose.yml).

Dropbox, OneDrive en Google Drive zijn populaire opslagdiensten die je vast kent. Je kunt er veel data in de cloud opslaan, gratis of tegen een kleine vergoeding. Bij Google Drive bijvoorbeeld kost 200 GB 3 euro per maand. Je hebt op elk moment en via vrijwel elk apparaat toegang, via een browser of een losse app. De meeste diensten bieden bovendien handige opties om data te delen met specifieke machtigingen.

Waarom zou je dan de moeite nemen om zelf cloudopslag- en synchronisatiesoftware te installeren en te hosten? Omdat jij dan de volledige controle over je data behoudt, zonder afhankelijk te zijn van derde partijen. Voor wie privacy belangrijk vindt, is dit een groot pluspunt. En geef toe: het opzetten van een eigen server blijft altijd een leuke uitdaging, zeker als die ook nog eens nuttig blijkt te zijn.

Lees ook: Exit-strategie: zo verlaat je Google, Microsoft, Apple of Meta

1 Waarom Seafile?

In dit artikel laten we je kennismaken met de applicatie Seafile. Dit is een platform voor cloudopslag, delen en synchronisatie, vergelijkbaar met diensten als Nextcloud, ownCloud, Syncthing en Resilio Sync.

Seafile is wellicht iets minder bekend, maar dit is niet helemaal terecht. Het is namelijk niet alleen opensource, maar je kunt het ook gratis gebruiken. Verder biedt het een robuuste client-serveropzet, met een lichte en efficiënte architectuur, waardoor het minder serverbronnen gebruikt dan de meeste andere diensten.

Seafile ondersteunt ook standaard client-side-encryptie, zodat data versleuteld worden voordat ze de server bereiken. Daarnaast biedt de server sterke toegangscontrole-opties voor nauwgezet beheer van rechten en gedeelde toegang (zij het iets minder in de gratis editie).

Seafile heeft tevens een ingebouwd versiebeheersysteem, waarmee gebruikers snel eerdere bestandsversies kunnen herstellen. Voldoende redenen, zo lijkt ons, om Seafile nader te verkennen. Voor wie koudwatervrees heeft: op https://demo.seafile.com/demo kun je veilig aan de slag met een online demo-installatie.

Wil je snel weten of Seafile handig is? Probeer dan de demo-omgeving.

2 Installatie

Seafile is te vinden op www.seafile.com. De Community Edition is volledig gratis en geschikt om zelf te hosten. Op de website vind je bij Download de desktop-synchronisatieclients voor Windows, macOS en Linux, desktop-drive-clients (zonder synchronisatie) voor dezelfde besturingssystemen, en mobiele clients voor Android en iOS/iPadOS. In de laatste paragraaf komen we nog terug op die clients, maar eerst hebben we de servermodule nodig.

Klik hiervoor bij Server for generic Linux op Server Manual en selecteer in het menu links Seafile Community Setup on Linux – niet de Professional Setup, die niet gratis is en vanaf 4 tot 9 gebruikers jaarlijks 100 dollar (ca. 95 euro) kost. Als je op het kopje Outline klikt, lees je dat er twee installatiemethodes zijn. Handmatig, waarbij je zelf de nodige modules configureert, zoals database (MariaDB), geheugencaching (memcached) en webserver (Nginx/Apache). Of deels geautomatiseerd met Docker. Deze tweede methode is handigst en wordt aanbevolen, die volgen we hier.

Seafile bevat heel wat clientmodules, maar eerst hebben we een server nodig.

3 Windows Subsysteem voor Linux

In dit artikel bekijken we een deels geautomatiseerde installatie vanuit Linux. Dat kan een aparte Linux-machine zijn, maar je kunt ook ongeveer dezelfde methode via Docker gebruiken (zie volgende paragraaf) voor de installatie op een Windows-machine. Een native Linux-omgeving heeft wel de voorkeur, omdat er voor een Windows-omgeving extra voorbereiding en andere ingrepen nodig kunnen zijn (zie ook paragraaf 9).

Zo heb je, om Seafile op Windows te draaien, het Windows Subsysteem voor Linux (WSL) nodig. Op recente Windows-edities is het installeren van WSL of WSL 2 gelukkig eenvoudig: open de Opdrachtprompt als administrator en voer de opdracht wsl --install uit. Indien nodig kun je WSL ook downloaden via de Microsoft Store. Bijwerken van een bestaande WSL-installatie kan op elk moment met de opdracht wsl --update.

Controleer voor alle zekerheid het volgende: druk op Windows-toets+R, voer optionalfeatures uit, en controleer in het venster Windows-onderdelen in- of uitschakelen dat zowel de opties Virtual Machine Platform als Windows-subsysteem voor Linux zijn aangevinkt. Bevestig met OK en herstart je systeem indien nodig.

Het Windows Subsysteem voor Linux laat zich doorgaans snel en probleemloos installeren.

Meer alternatieve installaties

Wij installeren Seafile in een Linux-omgeving en binnen Ubuntu via WSL. Je kunt de software ook op andere systemen draaien, zoals een virtuele Linux-machine (bijvoorbeeld met VirtualBox), een Raspberry Pi of een NAS. Ook in deze omgevingen kun je een Docker-image voor Seafile gebruiken.

Voor een Raspberry Pi kun je met deze commando’s al veel bereiken:

sudo apt-get update

sudo apt-get dist-upgrade

curl -SL https://get.docker.com | sh

sudo usermod -aG docker $USER

newgrp docker

docker run hello-world

Hiermee ben je klaar om ARM(64)-compatibele Docker-images op je Raspberry Pi te installeren.

Ook op een Synology NAS kun je Seafile installeren via Docker in combinatie met Portainer, een beheertool voor containerplatformen. Voor goede stap-voor-stap instructies kun je terecht op de website Mariushosting.

4 Docker-voorbereiding

We gaan ervan uit dat je de Linux-terminal hebt opgestart en commando’s kunt invoeren. In Windows met WSL volstaat het om Ubuntu op te starten via het startmenu (Ubuntu wordt namelijk standaard met WSL 2 geïnstalleerd. In Ubuntu kun je de terminal openen met Ctrl+Alt+T.

Omdat we met de Docker-container voor Seafile gaan werken, moet Docker eerst worden geïnstalleerd. Om conflicten met eventuele restanten van eerdere Docker- (of Podman-)installaties te voorkomen, voer je voor alle zekerheid het volgende commando uit:

for pkg in docker.io docker-doc docker-compose docker-compose-v2 podman-docker containerd runc; do sudo apt-get remove $pkg; done

Na deze opschoning voeg je de officiële GPG-sleutel van Docker toe met de volgende commando’s:

sudo apt-get update
sudo apt-get install ca-certificates curl
sudo install -m 0755 -d /etc/apt/keyrings
sudo curl -fsSL https://download.docker.com/linux/ubuntu/gpg -o /etc/apt/keyrings/docker.asc
sudo chmod a+r /etc/apt/keyrings/docker.asc

Dit zorgt ervoor dat je Docker zonder problemen kunt installeren en dat de pakketbronnen correct geverifieerd worden.

Voor alle zekerheid gooi je eventuele restanten van oudere Docker-installaties eerst overboord.

5 Docker-installatie

Vervolgens voeg je de Docker-repository toe, waar de benodigde Docker-softwarepakketten en componenten worden bewaard, met deze twee commando’s:

echo "deb [arch=$(dpkg --print-architecture) signed-by=/etc/apt/keyrings/docker.asc] https://download.docker.com/linux/ubuntu \ $(. /etc/os-release && echo "$VERSION_CODENAME") stable" | sudo tee /etc/apt/sources.list.d/docker.list > /dev/null
sudo apt-get update

Daarna installeer je Docker zelf met:

sudo apt-get install docker-ce docker-ce-cli containerd.io docker-buildx-plugin docker-compose-plugin

Om Docker-commando’s ook zonder rootrechten uit te kunnen voeren, voer je de volgende drie commando’s uit (waarbij het eerste wellicht overbodig is):

sudo groupadd docker
sudo usermod -aG docker $USER
newgrp docker

Zoals gebruikelijk bij programmeurs kun je nu even de wereld gedag zeggen met:

sudo service docker start
sudo docker run hello-world

Ook zonder sudo zou dit commando nu moeten werken:

docker run hello-world

Je bent nu klaar om met Seafile aan de slag te gaan.

De melding ‘Hello from Docker’ is de bevestiging dat die software goed draait.

6 Downloaden yml-configuratiebestand

Voor het draaien van Seafile gebruik je een bestand genaamd docker-compose.yml. Zo’n bestand haalt de nodige Docker-images op, stelt omgevingsvariabelen in, koppelt volumes en netwerken, en definieert eventuele afhankelijkheden. Het zet deze onderdelen om naar containers die binnen een gedefinieerd netwerk samenwerken.

Maak eerst een submap aan (bijvoorbeeld /seafile) in je actuele gebruikersmap in Ubuntu/WSL. Gebruik hiervoor het commando mkdir seafile. Controleer de mapinhoud met de opdracht ls. Navigeer naar deze map met cd seafile en download het yml-bestand voor Seafile met het commando:

wget -O docker-compose.yml https://manual.seafile.com/11.0/docker/docker-compose/ce/11.0/docker-compose.yml

Hiermee haal je dus versie 11.0 van de Community Edition (CE) binnen.

Haal het juiste yml-bestand op en plaats het bij voorkeur in een aparte map.

7 Aanpassen yml-configuratiebestand

Het gedownloade bestand docker-compose.yml is bijna klaar voor gebruik, er zijn nog enkele aanpassingen nodig. Je past dit aan met de ingebouwde teksteditor Nano in Ubuntu (gebruik de pijltjestoetsen om te navigeren), vanuit de map /home/<gebruiker>/seafile. Gebruik dit commando:

nano docker-compose.yml

Pas bij het kopje volumes: de regel /opt/seafile-mysql/[…] aan naar de submap die je eerder hebt gemaakt: /home/<gebruikersnaam>/seafile/mysql/[…].

Met het commando whoami kun je eventueel je gebruikersnaam opvragen. De submap /mysql wordt bij het uitvoeren van het yml-bestand (zie volgende paragraaf) automatisch aangemaakt.

Pas verder bij het kopje volumes: de regel /opt/seafile-data:/shared aan naar: /home/<gebruikersnaam>/seafile/data:/shared.

Vervang het standaardwachtwoord db_dev bij MYSQL_ROOT_PASSWORD= en DB_ROOT_PASSWD= door een eigen sterk wachtwoord.

Bij het kopje ports: kun je het poortnummer wijzigen waarop de webinterface van je Seafile-server bereikbaar is (standaard is dit 80). Wil je bijvoorbeeld poort 8001 gebruiken, pas dan "80:80" aan naar "8001:80".

Wijzig TIME_ZONE=Etc/UTC in TIME_ZONE=Europe/Amsterdam (of Europe/Brussels), vul je eigen e-mailadres in achter SEAFILE_ADMIN_EMAIL= en wijzig het standaard wachtwoord ascret van de beheerder achter SEAFILE_ADMIN_PASSWORD= in een sterk wachtwoord.

Voeg de regel restart: always toe om ervoor te zorgen dat de container automatisch opnieuw start, ook bij een herstart van de host. Dit kun je bijvoorbeeld doen net voor de twee onderste regels:

networks:
  seafile-net:

Sla het bestand op met Ctrl+O, bevestig met Enter en sluit af met Ctrl+X.

Alle wijzigingen in het yml-bestand in één oogopslag binnen Nano.

Https

In het standaard docker-compose.yml-bestand van Seafile zie je dat bij ports: de regel "443:443" is uitgeschakeld met een commentaarteken (#). Laat dit in eerste instantie zo staan. Wil je je Seafile-server ook extern bereikbaar maken, dan is het zeker aan te raden om de server via https (standaardpoort 443) te laten benaderen. Pas in dit yml-bestand de regel SEAFILE_SERVER_LETSENCRYPT=true aan (in plaats van =false) en stel bij SEAFILE_SERVER_HOSTNAME= de hostnaam (en het eventuele poortnummer) in waarmee de server via https te bereiken is. We hebben hier helaas niet de ruimte om uit te leggen hoe je een https-certificaat van bijvoorbeeld Let’s Encrypt koppelt aan de domeinnaam van je Seafile-server en wat er precies nodig is om de server via https bereikbaar te maken.

8 Seafile starten

Om het yml-configuratiebestand uit te voeren, heb je Docker Compose nodig. Dit is gelukkig al meegekomen met de Docker-installatie van paragraaf 5. Vanuit de map /home/<gebruikersnaam>/seafile voer je deze opdracht uit:

docker compose up

Je ziet nu de logs van de containers, wat handig is om foutmeldingen in dit stadium op te sporen. Ongeveer een halve minuut later verschijnt, als het goed is, onderaan de melding Seahub is started. Done.

Open een browser op dit systeem en tik het adres localhost in, of localhost:<poortnummer> als je een andere poort hebt ingesteld in het yml-configuratiebestand. Het inlogvenster van Seafile verschijnt (gebruik het e-mailadres en wachtwoord van de Seafile-admin, zoals in het yml-configuratiebestand aangegeven). Na je aanmelding verschijnt een welkomstvenster en beland je in je dashboard (zie ook paragraaf 10).

Als alles naar behoren werkt, kun je voor volgende sessies deze opdracht gebruiken om meldingen te onderdrukken en de containers op de achtergrond te laten draaien:

docker compose up -d

Met dit commando kun je op elk moment de status van de draaiende containers bekijken:

docker ps

Het grote moment: de webinterface van Seafile met inlogvenster verschijnt.

9 Extra stappen in WSL 2

We testten Seafile tevens uit in een WSL2-omgeving in Windows en stuitten daarbij op twee onverwachte problemen. De eerste foutmelding was dat het bestand docker-credential-desktop.exe niet gevonden werd. Dit konden we oplossen door het bestand config.json in de map ~/.docker leeg te maken, vermoedelijk was dit een gevolg van een eerdere Docker Desktop-installatie.

Een vervelender probleem is dat WSL 2 standaard een gevirtualiseerde netwerkadapter gebruikt die niet direct bereikbaar is vanaf andere apparaten op het thuisnetwerk. Door een poortproxy (portforwarding) in te stellen, kun je de Seafile-webserver wel vanaf andere apparaten benaderen via <LAN-ip-adres>:<poortnummer>.

Start op het systeem met de WSL2-Seafile-server de Windows Opdrachtprompt als administrator en voer het commando wsl hostname -I uit. Dit levert drie interne WSL-ip-adressen op, waarbij het eerste adres reageert op een ping-commando:

ping <eerste ip-adres>

Dit adres correspondeert met de Seafile-webserver. Met het volgende commando wordt verkeer naar de ingestelde poort op een van de fysieke netwerkinterfaces (0.0.0.0) doorgestuurd naar de poort op het interne ip-adres van de Seafile-server:

netsh interface portproxy add v4tov4 listenport=<poortnummer-fysiek> listenaddress=0.0.0.0 connectport=<poortnummer-Seafile> connectaddress=<interne IP-Seafile-server>

In ons voorbeeld werd dit:

netsh interface portproxy add v4tov4 listenport=80 listenaddress=0.0.0.0 connectport=8001 connectaddress=172.25.102.224

Hiermee was de Seafile-webserver bereikbaar via <LAN-ip-adres-Windows-pc>, bij ons: 192.168.0.164, op de standaardpoort 80.

We zetten een ‘poortproxy’ op om de WSL2-interne Seafile-server via het netwerk te kunnen bereiken.

10 Systeembeheer

Voordat we overgaan naar de synchronisatie met de clients, is het nuttig om enkele opties in het Seafile-serverdashboard te bekijken. Rechtsboven bevindt zich een profielknop waarmee je via de optie Instellingen onder meer de taal, het wachtwoord en de notificatiefrequentie kunt aanpassen. Hier vind je ook de opties Uitloggen en Systeembeheerder. Met de laatste optie open je een uitgebreid menu met systeemopties. De rubriek Statistic biedt bijvoorbeeld inzicht in opslaggebruik, gebruikers en verkeer, en maakt het genereren van rapporten mogelijk.

Het onderdeel Apparaten toont een overzicht van verbonden toestellen. Belangrijk is ook de sectie Instellingen. Hier moet je namelijk de velden SERVICE_URL en zeker ook FILE_SERVER_ROOT wijzigen van de standaard-url (http://docs.seafile.com) in die van je eigen server. In onze testopstelling was dat bijvoorbeeld respectievelijk http://192.168.0.164 en http://192.168.0.164/seafhttp (de submap /seafhttp is standaard bij gebruik van Nginx/Apache). Bevestig deze wijzigingen telkens door op het vinkje te klikken. Verder vind je hier nog opties om voorwaarden voor nieuwe gebruikers in te stellen, zoals wachtwoordvereisten of een activatiemail.

In de rubriek Gebruikers beheer je eenvoudig gebruikers, inclusief importeren en exporteren van gegevens van en naar Excel. Bij Groepen kun je gebruikersgroepen en de bijbehorende bibliotheken beheren.

We raden je aan om alle rubrieken en opties een keer zorgvuldig door te nemen.

Vergeet niet om de url’s op die van je eigen Seafile-server af te stemmen.

Ook interessant: Weg van big tech, dit is het fediverse

11 Databeheer

Bij Seafile draait alles om data, waarbij bibliotheken het centrale concept vormen. Klik linksboven op het logo om naar je dashboard te gaan en open Mijn bibliotheken. Met de knop Nieuwe Bibliotheek maak je eenvoudig extra bibliotheken aan en kun je door een vinkje bij Versleutel de toegang beveiligen met een wachtwoord. Bovenaan kun je via Upload en Nieuw bestanden toevoegen aan een geopende bibliotheek. Geselecteerde bestanden kun je kopiëren, verplaatsen, verwijderen en naar je systeem downloaden.

Als je met de muis over een bibliotheek, map of bestand beweegt, verschijnen enkele pictogrammen. Naast Downloaden en Verwijderen zie je het pictogram Meer handelingen voor een extra optiemenu. Bij Bestanden biedt dit menu onder meer Tags (labels toevoegen om data sneller te herkennen), Openenvia programma (je kiest zelf de gewenste applicatie voor dat bestandstype) en Geschiedenis. Deze laatste optie geeft toegang tot versiebeheer, zodat je oudere versies kunt terughalen via Downloaden. De opties Tags en Geschiedenis vind je trouwens ook op bibliotheekniveau, via knopjes rechts boven de bibliotheekinhoud.

Seafile biedt ook een krachtig versiebeheer aan.

12 Delen

In de sectie Bibliotheken vind je bovenaan en bij een geselecteerd item de optie Delen. Kies je het pictogram Delen naast een geselecteerd bestand, dan verschijnt een venster met de opties Deellink en Interne link.

We richten ons hier op de eerste optie (Interne link is alleen voor gebruikers met specifieke leesrechten). Klik op Generate Link of op Generatelinks in batch voor meerdere links tegelijk. Na het klikken op Genereer verschijnen twee links: één waarmee de gebruiker een bestand kan previewen (indien beschikbaar) en dan beslissen om te downloaden, en één voor een directe download. Beide links bieden een QR-code. Je kunt ook een wachtwoord instellen (via Wachtwoordbeveiliging toevoegen) en een vervaldatum voor je link meegeven (via Voeg automatische vervaldatumtoe).

Als je Delen kiest op bibliotheekniveau, heb je extra opties: Upload Link (voor gebruikers om bestanden in je bibliotheek te uploaden), Delen met gebruiker en Delen met eengroep, waarbij je telkens machtigingen instelt op Alleen lezen of Lezen/schrijven. In je dashboard vind je linksonder de optie Delen beheer, waarmee je gedeelde bibliotheken, mappen en links nog sneller kunt beheren.

Gedeelde links, inclusief QR-code.

13 Clients

Een Seafile-server is pas nuttig als je over clients beschikt die daarmee kunnen samenwerken. Seafile biedt hiervoor verschillende apps, zowel desktop als mobiel, voor diverse besturingssystemen. We richten ons hier op de Windows-client, maar de werking van de verschillende clients is vergelijkbaar.

Start na installatie de app en kies een lokale hoofdmap voor je bewaren van je Seafile-bibliotheken. Meld je aan bij de Seafile-server met hostnaam of ip-adres, e-mail, wachtwoord en computernaam. Na het inloggen verschijnen de bibliotheken. Klik op Ja om de standaardbibliotheek direct te downloaden.

In het appvenster kun je via het contextmenu van een bibliotheek de optie Synchroniseer deze bibliotheek selecteren om de inhoud met je desktop te synchroniseren. Je kunt hiervoor ook een alternatieve map kiezen. Klik met rechts op de gesynchroniseerde bibliotheek voor opties als Set sync Interval en Uitschakelenauto sync.

Je kunt zo’n bibliotheek nu ook lokaal openen om bestanden en mappen toe te voegen of te verwijderen. De gewijzigde data worden daarna gesynchroniseerd met de cloud, zoals jij hebt ingesteld. Via het tandwielpictogram pas je nog allerlei andere instellingen aan, zoals eventuele download- en uploadlimieten, notificaties en taal.

Je bepaalt zelf of en hoe vaak je data worden gesynchroniseerd.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief. 

▼ Volgende artikel
Review Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler – Complete keuze voor drogen en stylen
© Shark Ninja
Gezond leven

Review Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler – Complete keuze voor drogen en stylen

De Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler is een föhn en luchtstyler ineen. Hij wordt geleverd in een reiscase met allerlei accessoires om verschillende soorten kapsels in model te brengen. Het bedrijf heeft goed gekeken naar de concurrentie, die vergelijkbare tools aanbiedt tegen een flink steviger prijskaartje. Is dit een goed alternatief?

Goed
Conclusie

Dit is een complete en draagbare oplossing voor wie een snelle föhn en veelzijdige luchtstyler in één apparaat wil. De bediening is rechttoe rechtaan. Je kiest uit drie warmtestanden en drie luchtstroomstanden en fixeert met de Cool Shot. De temperatuur wordt continu bewaakt en gereguleerd om pieken te voorkomen; doel is snel drogen en stylen zonder extreme hitte. De resultaten op kort, lang en krullend haar zijn constant zodra de opzetstukken en secties goed gekozen zijn. Wie liever een stiller apparaat heeft of geen leercurve wil bij de krullers, zal misschien verder willen kijken. Wie snelheid, volledigheid en een milde hittebenadering belangrijk vindt, zit met de Shark FlexStyle goed.

Plus- en minpunten
  • Complete set met bruikbare opzetstukken
  • Krachtige luchtstroom en constante temperatuurregeling
  • Snel drogen en stylen met milde hetelucht
  • Prijs aantrekkelijker dan de concurrentie
  • Knoppen lastig blind te bedienen in het begin
  • Leercurve bij Auto-Wrap-krullers en wisselen van hulpstukken
  • Reiscase gevuld niet heel licht om mee te nemen

SharkNinja is één bedrijf dat onder verschillende labels consumentenartikelen uitbrengt. Bij eerdere tests, van onder meer de Ninja CRISPi, bleek al dat het bedrijf gebruiksvriendelijke producten maakt, met duidelijke handleidingen en prijzen die vaak vriendelijker uitvallen dan bij andere merken. In dit geval betreft de directe concurrentie de Dyson Airwrap, een vergelijkbare set tegen een aanzienlijk hogere prijs.

©Saskia van Weert

Wat zit er in de doos

Maar eerst even over de Shark FlexStyle 5-in-1 Föhn en Multistyler. De set bestaat uit een handstuk, twee 32millimeter zogeheten Auto-Wrap-krullers (voor krullen links en rechts van het hoofd), een platte borstel om tijdens het drogen te stylen, een ovale borstel voor volume en glans, een stylingconcentrator voor gericht föhnen en een diffuser met uitschuifbare 'vingers' voor krullend haar. Dit alles met een handleiding, tevens inspiratieboekje, in een luxe zwarte reiscase. Die overigens met alle spullen erin wel draagbaar is, maar niet zo licht dat je hem overal mee naartoe zult nemen.

©Saskia van Weert

Testopzet

Omdat de auteur van deze review met een kort kapsel beperkt de mogelijkheid heeft tot uitgebreid stylen, is de bevriende fashion influencer Larissa Mol de set uitgebreid komen uitproberen, en heeft een familielid met sterk krullend haar de diffuser ingezet om de krullen te temmen.

Ontwerp en werking

De werking van deze set is eenvoudig. Met een draai wissel je van föhnstand naar stylingstand. Een deel van de accessoires is te gebruiken met het handstuk in rechte stand. Met een schuifknop draai je voor de andere onderdelen een deel van de bovenzijde opzij, zodat er een rechte hoek ontstaat. Daar klik je een opzetstuk op, bijvoorbeeld om je haar droog te blazen.

Iets wat opvalt, is dat de set aanvankelijk vrij zwaar aanvoelt vergeleken met los gebruik van een föhn of krulborstel. Hij weegt 700 gram, wat later bij het uittesten geen probleem bleek te zijn.

©Shark Ninja

Bediening en knoppen

Onderaan het handstuk zitten een aan-uitknop en verschillende knoppen voor de gewenste warmte en de gewenste airflow, ofwel hoe hard de föhn blaast. Een stukje naar boven zit nog een knop voor de zogeheten Cool Shot, waarbij er koude lucht wordt uitgeblazen, belangrijk om bijvoorbeeld een zojuist gemaakte krul te fixeren.

Maak je haar handdoekdroog voor het stylen

Bijvoorbeeld met deze goed geteste set handdoeken!

Bedieningsgemak: aandachtspunten

Wat een beetje onhandig is, is dat de knoppen in het begin niet gemakkelijk op de tast te bedienen zijn. Er zitten geen nokjes op waardoor je zonder te kijken niet voelt welke knop je aanraakt. Zeker als starter moet je echt goed kijken welke knop je nodig hebt en waar die zit en de styler constant omdraaien om het in beeld te krijgen. Dat maakt stylen een beetje een gehannes. Niet helemaal duidelijk verder is of de Cool Shot afzonderlijk werkt tijdens het föhnen of dat de warmte-knop eerst uitgezet moet worden en daarna pas de koude lucht aangezet kan worden. Pas na wat langer gebruik werd het switchen tussen de verschillende standen wat intuïtiever.

©Shark Ninja

Ervaring met de krulopzetstukken

De afzonderlijke accessoires bevallen goed. Het opvallendst zijn de twee hulpstukken om het haar te krullen. De werking lijkt vrij omslachtig. Er is een onderdeel voor de linkerhelft van het hoofd en een voor de rechterhelft. Je houdt een lok haar beet op 10 centimeter van de onderkant en brengt de kruller achter het haar. De kruller wikkelt het haar dan automatisch om zichzelf heen, een beetje zoals iemand met een krultang zelf handmatig doet. Dit werkte verrassend goed.

Wat minder handig is, is dat de opzet van de set eigenlijk vereist dat iemand eerst de ene helft van het hoofd in de krul zet en dan pas de andere. Dat is niet hoe mensen dit in de praktijk doen, dus switchen tussen de hulpstukken moet je wel willen en je moet er de tijd voor hebben.

©Saskia van Weert

Praktijk: drie kapsels getest

De set is in de praktijk getest op drie kapsels. Op kort haar van kinlengte werkte een combinatie van concentrator en platte borstel het snelst: eerst tot circa tachtig procent droog föhnen, daarna met de platte borstel in model brengen.

Op lang en dik haar lag de nadruk op de Auto-Wrap-krullers. Werken in kleinere secties en direct afkoelen met Cool Shot gaf gelijkmatige krullen met volume, die wel wat sneller uitzakten dan met een krultang.

Op krullend haar is vooral met de diffuser gewerkt. De set lijkt het haar zachter en glanzender te maken dan andere vergelijkbare sets. Ook bij gebruik van de diffuser viel op dat er veel minder zogeheten frizz ontstond.

©Saskia van Weert

Pluspunten en minpunten

De pluspunten liggen in de volledigheid van de set, de snelheid van drogen en relatief milde hetelucht. In één doos zitten alle gangbare tools, inclusief een volwaardige diffuser. De luchtstroom is krachtig, de temperatuurregeling voorkomt hittepieken en het gewicht blijft rond de 700 gram.
Er zijn ook minpunten. De Auto-Wrap-krullers vragen gewenning; richting wisselen, secties kiezen en de juiste droogtegraad van het haar bepalen vergt oefening. Het geluidsniveau is vergelijkbaar met de herrie die een handendroger in een restaurant maakt.

Conclusie

Samenvattend is dit een complete en draagbare oplossing voor wie een snelle föhn en veelzijdige luchtstyler in één apparaat wil. De bediening is rechttoe rechtaan. Je kiest uit drie warmtestanden en drie luchtstroomstanden en fixeert met de Cool Shot. De temperatuur wordt continu bewaakt en gereguleerd om pieken te voorkomen; doel is snel drogen en stylen zonder extreme hitte.

De resultaten op kort, lang en krullend haar zijn constant zodra de opzetstukken en secties goed gekozen zijn. Wie liever een stiller apparaat heeft of geen leercurve wil bij de krullers, zal misschien verder willen kijken. Wie snelheid, volledigheid en een milde hittebenadering belangrijk vindt, zit met de Shark FlexStyle goed.