ID.nl logo
Smart home: zo bouw je een echt slim huis
© Reshift Digital
Huis

Smart home: zo bouw je een echt slim huis

Je huis ‘slimmer’ maken is op zich niet zo moeilijk. Koop een slimme thermostaat en slimme verlichting en je kunt je verwarming en lampen met je smartphone bedienen. Maar of je dan een slim huis hebt? Doorgaans heb je dan voor ieder slim apparaat een eigen app en is het niet altijd mogelijk om apparaten op een handige manier te koppelen. Dat moet toch slimmer kunnen?

Zoals de meeste consumenten, begon ik mijn ‘slimme huis’ met een Nest-thermostaat en Philips Hue-verlichting. Via IFTTT en een koppeling vanuit de fabrikanten konden deze producten wel enigszins met elkaar communiceren, maar van één systeem was zeker geen sprake. Dus of het geheel nu echt slim is?

Slimme verlichting?

De verlichting in mijn woonkamer bestaat naast plafondlampen ook uit lampen die zijn aangesloten op stopcontacten. Dankzij Philips Hue kan ik alle lampen in één keer via een app in- en uitschakelen. Ook maakt Hue het instellen van scènes mogelijk. Handig, want ik heb bepaalde lampen die reflecteren in de televisie en die schakel ik zo in één keer uit als ik televisiekijk. Ik kwam er al wel snel achter dat het niet altijd handig is om steeds je smartphone te moeten pakken. De oplossing bleek een afstandsbediening, maar die was er nog niet voor Hue toen ik hiernaar op zoek ging. Philips had wel al eerder draadloos bedienbare LivingWhites-spaarlampen op de markt gebracht en de bijbehorende afstandsbediening bleek compatibel te zijn met Hue-lampen. Tegenwoordig kun je wel een echte Hue-afstandsbediening kopen in de vorm van de Hue Dimmer. Hoe handig Hue ook is, uiteindelijk moest ik nog steeds handmatig de verlichting in een andere stand zetten als ik televisie ging kijken … Dus mijn verlichting was iets slimmer, maar niet echt slim.

©PXimport

Controller

Wat ik nodig had, was een systeem dat al mijn apparatuur zo aan elkaar knoopt dat ik het op één centraal punt kan programmeren. Om dit mogelijk te maken zijn er kant-en-klare oplossingen te koop zoals Homey, HomeWizard, Zipato ZipaBox, Fibaro en VeraEdge. Vaak bevatten deze kant-en-klare controllers naast een (web)interface en apps ook ingebouwde radio’s voor bijvoorbeeld Z-Wave-, ZigBee- en 433MHz-producten als KlikAanKlikUit. Door die ingebouwde radio’s zijn ze relatief duur, zonde als je die draadloze radio’s niet per se nodig hebt. Philips Hue heeft ook een eigen Bridge die de draadloze communicatie met de lampen verzorgt. Een goedkopere optie is om zelf een controller te maken op basis van bijvoorbeeld een Raspberry Pi.

©PXimport

Welke domoticasoftware?

Ik koos ervoor aan de slag te gaan met die goedkope optie: de Raspberry Pi 2. Met alleen de Raspberry Pi ben je er natuurlijk niet. De belangrijkste keuze is het softwarepakket dat je gaat gebruiken. Je kunt kiezen voor onder andere Domoticz, Home Assistant of OpenHAB. Aanvankelijk wilde ik de ultieme interface bouwen die de bediening van mijn slimme apparatuur aan elkaar zou knopen.

Na wat experimenteren besloot ik dat Home Assistant de beste interface bood. Dit pakket is namelijk erg flexibel qua indeling en ziet er in vergelijking met bijvoorbeeld Domoticz lekker modern uit. Het nadeel van Home Assistant ten opzichte van Domoticz is dat het systeem geprogrammeerd wordt in scrips die je moet uploaden naar de Pi; via de webinterface kun je geen veranderingen of instellingen doorvoeren. Maar ik was met Home Assistant in m’n thuisnetwerk niet tevreden. Het eerdere nadeel van de app bleef bestaan: ik vond het nog steeds onhandig om de verlichting met een smartphone in te schakelen. Ik bleek dus eigenlijk helemaal geen behoefte te hebben aan een mooie interface, en besloot daarom Domoticz een tweede kans te geven. Domoticz kun je geheel instellen via de webinterface en naast scripts kun je ook visueel programmeren in Blockly. Hierdoor kun je snel nieuwe ideeën uitproberen.

©PXimport

Niet als ‘app’

Gedurende het automatiseren van mijn slimme huis met behulp van een Raspberry Pi is mijn mening behoorlijk veranderd. Aanvankelijk wilde ik een soort ultieme app hebben waarmee ik alles vanuit één plek kon bedienen en eventueel kon automatiseren. Vandaar de keuze voor het qua interface fraaie en flexibele Home Wizard. In de praktijk bleek ik dat dashboard toch niet te gebruiken. Domoticz bleek handiger om snel aanpassingen in de regels door te voeren. Op het dashboard van Domoticz heb ik geen schakelaars staan waarmee ik handmatig de verlichting kan bedienen. Die heb ik niet nodig, ik gebruik dat dashboard nauwelijks. Er wordt ook enkel vanwege troubleshooting-doeleinden getoond of er beweging gedetecteerd is. Verder toont het dashboard de huidige temperatuur afkomstig van de Nest Thermostaat en het huidige energieverbruik afkomstig uit de slimme meter. Eventueel zijn losse lampen via het tabblad Switches wel te bedienen, maar voor handmatige bediening vind ik de wandschakelaars, afstandsbediening of Philips’ eigen app toch handiger.

Slimmere verlichting

Uiteindelijk bleek het helemaal niet zo moeilijk om het systeem te laten achterhalen of de televisie aan staat. Zoals vrijwel alle moderne televisies is mijn televisie een smart-tv. Op het moment dat de televisie wordt ingeschakeld, krijgt deze een ip-adres dat ik via de router heb gereserveerd. In Domoticz draait een script dat één keer per minuut dit ip-adres pingt. Het mooie van Domoticz is dat het systeem door veel mensen wordt gebruikt; het benodigde ‘pingscript’ was al door iemand geschreven. Wordt de televisie gedetecteerd, dan wordt binnen Domoticz een virtuele schakelaar aangezet. Vervolgens had ik via Blockly al snel een script in elkaar gezet dat de verlichting juist schakelde op het moment dat de televisie was ingeschakeld. De gewenste lampen gingen aan en de andere lampen uit. Probleem opgelost, toch? Al snel bleek dat ik over één ding niet goed had nagedacht: het bleek ook overdag onmogelijk om nu televisie te kijken zonder dat de (juiste) lampen aangingen. Door in het script op te nemen dat de verlichting alleen van stand veranderd moet worden als een bepaalde lamp al is ingeschakeld, is dat ook opgelost. Een tweede script doet precies het omgekeerde en schakelt de verlichting weer in als de televisie uit staat.

©PXimport

Automatische verlichting

De automatische televisieverlichting smaakte naar meer en het leek me leuk om nooit meer een afstandsbediening, wandschakelaar of app nodig te hebben om de verlichting in te schakelen. De verlichting moet vanzelf inschakelen op het moment dat ik aanwezig ben en weer uitgaan als ik er niet ben. Een bewegingssensor in de betreffende ruimte leek me de beste oplossing. Philips verkoopt zelf bewegingssensoren voor het Hue-systeem, maar het leek me handiger om een bewegingssensor te hebben die direct met Domoticz communiceert. Zo kan de aanwezigheidsdetectie eventueel ook voor andere dingen gebruikt worden. Er zijn diverse manieren om een bewegingssensor te koppelen. Zo kun je KlikAanKlikUit- of ZWave-sensoren koppelen, mits je de Raspberry Pi van de juiste radio’s voorziet. Omdat ik niet wist of een bewegingssensor écht handig is, heb ik vooralsnog gekozen voor een veel goedkopere oplossing. Ik heb een voor Arduino bedoelde bewegingssensor van zo’n twee euro gekoppeld aan een NodeMCU: een op Arduino lijkende microcontroller van zo’n vier euro met wifi. Door op de NodeMCU de gratis firmware ESP Easy te zetten, koppel je sensoren eenvoudig met Domoticz.

Dankzij een Blockly-script wordt er bij beweging een virtuele schakelaar geactiveerd die een x-aantal minuten aan blijft staan. Is er geen beweging meer, dan gaat de verlichting dus na een x-aantal minuten uit. Bij iedere nieuwe beweging wordt de schakelaar als het ware gereset en is de verlichting dus de volledige x-aantal minuten weer actief. Het is niet de bedoeling dat de verlichting overdag vanzelf inschakelt, vandaar dat in het script de status van een virtuele schakelaar is opgenomen die is gekoppeld aan de zonsonder- en opgang is gekoppeld. Blockly bevat overigens ook blokken waarin je bijvoorbeeld de zonsondergang kunt opnemen, maar dat bleek om onbekende redenen niet te werken. De virtuele schakelaar is dus een soort omweg.

©PXimport

Onverwachte problemen

Toen ik de verlichting handmatig uitschakelde met de Hue-wandschakelaar liep ik wel tegen een probleem aan. Want de verlichting spring vrijwel direct weer aan. Logisch: er was immers beweging gedetecteerd. Omdat de Hue-schakelaars niet direct met Domoticz communiceren, moest ik een omweg verzinnen om Domoticz te laten weten dat de wandschakelaar gebruikt werd. Uiteindelijk heb ik dit probleem opgelost met een extra virtuele schakelaar die wanneer de verlichting aanstaat ook door de bewegingssensor wordt getriggerd. Na iedere beweging blijft deze schakelaar vijf minuten aan staan. Zolang deze virtuele schakelaar aan staat, kan de verlichting niet nogmaals ingeschakeld worden. Oftewel als ik de verlichting nu dus handmatig uitzet, dan staat de virtuele schakelaar nog aan, waardoor de lamp niet direct weer aan springt. Dat zou betekenen dat de verlichting vijf minuten lang niet ingeschakeld kan worden. Een script houdt daarom de status van de lampen in de gaten en wanneer de verlichting is uitgeschakeld terwijl de virtuele schakelaar nog aan staat, wordt na tien seconden de virtuele schakelaar gereset. Die extra tien seconden zijn nodig doordat de Hue Bridge de uitgeschakelde status van de lampen niet altijd direct aan Domoticz doorgeeft. Zou ik lichtknopjes hebben die direct met Domoticz communiceren, bijvoorbeeld via Z-Wave of KlikAanKlikUit, dan was de oplossing simpeler én sneller geweest. Scripts die de bewegingssensor tijdelijk bevriezen hadden dan immers direct met de wandschakelaar geactiveerd kunnen worden. Natuurlijk: na een tijdje zonder beweging gaat het licht vanzelf uit en ik had er dus voor kunnen kiezen om dit hele probleem te negeren. Maar ik vind het wel prettig dat ook de traditionele bediening blijft werken.

©PXimport

Relatieproblemen

Voor mij is slimme apparatuur als Philips Hue en het verder automatiseren met bijvoorbeeld Domoticz een hobby. Ik vind het dus niet erg als ik mijn smartphone moet pakken om de lampen in te schakelen. Mijn vriendin was minder enthousiast over Philips Hue. Hoezo kun je de normale wandschakelaars niet meer gebruiken om de verlichting aan of uit te zetten en moet je de smartphone gebruiken? Het moment dat Philips de relatief goedkope Dimmer Switch uitbracht, heb ik er een aantal gekocht en deze naast de normale schakelaars gehangen. De verlichting kon weer gewoon met een wandschakelaar bediend worden. Ook de integratie van een bewegingsmelder leidde tot klachten. Het is namelijk meer dan eens voorgekomen dat de verlichting in de woonkamer uitging terwijl mijn vriendin wel aanwezig was. Want hoewel ik nergens last van heb, zit ze soms kennelijk te stil om opgepikt te worden door de pir-bewegingssensor. Inmiddels heb ik de tijd waarna de verlichting automatisch wordt uitgeschakeld ruimer ingesteld en zijn er minder problemen.

©PXimport

Conclusie

Slimme apparatuur wordt wat mij betreft pas echt leuk als ‘je huis’ je helpt. Zo blijft het voor mij magie dat na het aanzetten van de televisie bepaalde lampen automatisch uitschakelen. Wanneer je je domoticasysteem stapje voor stapje opbouwt, maak je vast keuzes die achteraf niet handig zijn: zo had ik beter voor lichtknopjes kunnen kiezen die direct met Domoticz communiceren. Je bent ook nooit klaar. Nu de bewegingssensor blijkt te werken, is het tijd voor een esthetisch fraaiere oplossing, het liefst ook draadloos via bijvoorbeeld Z-Wave. Ik heb mijn oog laten vallen op de Chinese Xiaomi Smart Home Kit, waarvan het basisstation gekoppeld kan worden met Domoticz en waarvoor relatief goedkope draadloze bewegingssensoren beschikbaar zijn. Als de verlichting voor elkaar is, is het integreren van Sonos de volgende stap. Het lijkt me bijvoorbeeld handig dat wanneer de televisie wordt aangezet, de muziek gepauzeerd wordt. En dan is er nog altijd iets te doen met de thermostaat en data van de slimme meter die ook op Domoticz zijn aangesloten. Het zal dus nog wel even duren voordat mijn huis echt slim is.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.