ID.nl logo
Smart home: zo bouw je een echt slim huis
© PXimport
Huis

Smart home: zo bouw je een echt slim huis

Je huis ‘slimmer’ maken is op zich niet zo moeilijk. Koop een slimme thermostaat en slimme verlichting en je kunt je verwarming en lampen met je smartphone bedienen. Maar of je dan een slim huis hebt? Doorgaans heb je dan voor ieder slim apparaat een eigen app en is het niet altijd mogelijk om apparaten op een handige manier te koppelen. Dat moet toch slimmer kunnen?

Zoals de meeste consumenten, begon ik mijn ‘slimme huis’ met een Nest-thermostaat en Philips Hue-verlichting. Via IFTTT en een koppeling vanuit de fabrikanten konden deze producten wel enigszins met elkaar communiceren, maar van één systeem was zeker geen sprake. Dus of het geheel nu echt slim is?

Slimme verlichting?

De verlichting in mijn woonkamer bestaat naast plafondlampen ook uit lampen die zijn aangesloten op stopcontacten. Dankzij Philips Hue kan ik alle lampen in één keer via een app in- en uitschakelen. Ook maakt Hue het instellen van scènes mogelijk. Handig, want ik heb bepaalde lampen die reflecteren in de televisie en die schakel ik zo in één keer uit als ik televisiekijk. Ik kwam er al wel snel achter dat het niet altijd handig is om steeds je smartphone te moeten pakken. De oplossing bleek een afstandsbediening, maar die was er nog niet voor Hue toen ik hiernaar op zoek ging. Philips had wel al eerder draadloos bedienbare LivingWhites-spaarlampen op de markt gebracht en de bijbehorende afstandsbediening bleek compatibel te zijn met Hue-lampen. Tegenwoordig kun je wel een echte Hue-afstandsbediening kopen in de vorm van de Hue Dimmer. Hoe handig Hue ook is, uiteindelijk moest ik nog steeds handmatig de verlichting in een andere stand zetten als ik televisie ging kijken … Dus mijn verlichting was iets slimmer, maar niet echt slim.

©PXimport

Controller

Wat ik nodig had, was een systeem dat al mijn apparatuur zo aan elkaar knoopt dat ik het op één centraal punt kan programmeren. Om dit mogelijk te maken zijn er kant-en-klare oplossingen te koop zoals Homey, HomeWizard, Zipato ZipaBox, Fibaro en VeraEdge. Vaak bevatten deze kant-en-klare controllers naast een (web)interface en apps ook ingebouwde radio’s voor bijvoorbeeld Z-Wave-, ZigBee- en 433MHz-producten als KlikAanKlikUit. Door die ingebouwde radio’s zijn ze relatief duur, zonde als je die draadloze radio’s niet per se nodig hebt. Philips Hue heeft ook een eigen Bridge die de draadloze communicatie met de lampen verzorgt. Een goedkopere optie is om zelf een controller te maken op basis van bijvoorbeeld een Raspberry Pi.

©PXimport

Welke domoticasoftware?

Ik koos ervoor aan de slag te gaan met die goedkope optie: de Raspberry Pi 2. Met alleen de Raspberry Pi ben je er natuurlijk niet. De belangrijkste keuze is het softwarepakket dat je gaat gebruiken. Je kunt kiezen voor onder andere Domoticz, Home Assistant of OpenHAB. Aanvankelijk wilde ik de ultieme interface bouwen die de bediening van mijn slimme apparatuur aan elkaar zou knopen.

Na wat experimenteren besloot ik dat Home Assistant de beste interface bood. Dit pakket is namelijk erg flexibel qua indeling en ziet er in vergelijking met bijvoorbeeld Domoticz lekker modern uit. Het nadeel van Home Assistant ten opzichte van Domoticz is dat het systeem geprogrammeerd wordt in scrips die je moet uploaden naar de Pi; via de webinterface kun je geen veranderingen of instellingen doorvoeren. Maar ik was met Home Assistant in m’n thuisnetwerk niet tevreden. Het eerdere nadeel van de app bleef bestaan: ik vond het nog steeds onhandig om de verlichting met een smartphone in te schakelen. Ik bleek dus eigenlijk helemaal geen behoefte te hebben aan een mooie interface, en besloot daarom Domoticz een tweede kans te geven. Domoticz kun je geheel instellen via de webinterface en naast scripts kun je ook visueel programmeren in Blockly. Hierdoor kun je snel nieuwe ideeën uitproberen.

©PXimport

Niet als ‘app’

Gedurende het automatiseren van mijn slimme huis met behulp van een Raspberry Pi is mijn mening behoorlijk veranderd. Aanvankelijk wilde ik een soort ultieme app hebben waarmee ik alles vanuit één plek kon bedienen en eventueel kon automatiseren. Vandaar de keuze voor het qua interface fraaie en flexibele Home Wizard. In de praktijk bleek ik dat dashboard toch niet te gebruiken. Domoticz bleek handiger om snel aanpassingen in de regels door te voeren. Op het dashboard van Domoticz heb ik geen schakelaars staan waarmee ik handmatig de verlichting kan bedienen. Die heb ik niet nodig, ik gebruik dat dashboard nauwelijks. Er wordt ook enkel vanwege troubleshooting-doeleinden getoond of er beweging gedetecteerd is. Verder toont het dashboard de huidige temperatuur afkomstig van de Nest Thermostaat en het huidige energieverbruik afkomstig uit de slimme meter. Eventueel zijn losse lampen via het tabblad Switches wel te bedienen, maar voor handmatige bediening vind ik de wandschakelaars, afstandsbediening of Philips’ eigen app toch handiger.

Slimmere verlichting

Uiteindelijk bleek het helemaal niet zo moeilijk om het systeem te laten achterhalen of de televisie aan staat. Zoals vrijwel alle moderne televisies is mijn televisie een smart-tv. Op het moment dat de televisie wordt ingeschakeld, krijgt deze een ip-adres dat ik via de router heb gereserveerd. In Domoticz draait een script dat één keer per minuut dit ip-adres pingt. Het mooie van Domoticz is dat het systeem door veel mensen wordt gebruikt; het benodigde ‘pingscript’ was al door iemand geschreven. Wordt de televisie gedetecteerd, dan wordt binnen Domoticz een virtuele schakelaar aangezet. Vervolgens had ik via Blockly al snel een script in elkaar gezet dat de verlichting juist schakelde op het moment dat de televisie was ingeschakeld. De gewenste lampen gingen aan en de andere lampen uit. Probleem opgelost, toch? Al snel bleek dat ik over één ding niet goed had nagedacht: het bleek ook overdag onmogelijk om nu televisie te kijken zonder dat de (juiste) lampen aangingen. Door in het script op te nemen dat de verlichting alleen van stand veranderd moet worden als een bepaalde lamp al is ingeschakeld, is dat ook opgelost. Een tweede script doet precies het omgekeerde en schakelt de verlichting weer in als de televisie uit staat.

©PXimport

Automatische verlichting

De automatische televisieverlichting smaakte naar meer en het leek me leuk om nooit meer een afstandsbediening, wandschakelaar of app nodig te hebben om de verlichting in te schakelen. De verlichting moet vanzelf inschakelen op het moment dat ik aanwezig ben en weer uitgaan als ik er niet ben. Een bewegingssensor in de betreffende ruimte leek me de beste oplossing. Philips verkoopt zelf bewegingssensoren voor het Hue-systeem, maar het leek me handiger om een bewegingssensor te hebben die direct met Domoticz communiceert. Zo kan de aanwezigheidsdetectie eventueel ook voor andere dingen gebruikt worden. Er zijn diverse manieren om een bewegingssensor te koppelen. Zo kun je KlikAanKlikUit- of ZWave-sensoren koppelen, mits je de Raspberry Pi van de juiste radio’s voorziet. Omdat ik niet wist of een bewegingssensor écht handig is, heb ik vooralsnog gekozen voor een veel goedkopere oplossing. Ik heb een voor Arduino bedoelde bewegingssensor van zo’n twee euro gekoppeld aan een NodeMCU: een op Arduino lijkende microcontroller van zo’n vier euro met wifi. Door op de NodeMCU de gratis firmware ESP Easy te zetten, koppel je sensoren eenvoudig met Domoticz.

Dankzij een Blockly-script wordt er bij beweging een virtuele schakelaar geactiveerd die een x-aantal minuten aan blijft staan. Is er geen beweging meer, dan gaat de verlichting dus na een x-aantal minuten uit. Bij iedere nieuwe beweging wordt de schakelaar als het ware gereset en is de verlichting dus de volledige x-aantal minuten weer actief. Het is niet de bedoeling dat de verlichting overdag vanzelf inschakelt, vandaar dat in het script de status van een virtuele schakelaar is opgenomen die is gekoppeld aan de zonsonder- en opgang is gekoppeld. Blockly bevat overigens ook blokken waarin je bijvoorbeeld de zonsondergang kunt opnemen, maar dat bleek om onbekende redenen niet te werken. De virtuele schakelaar is dus een soort omweg.

©PXimport

Onverwachte problemen

Toen ik de verlichting handmatig uitschakelde met de Hue-wandschakelaar liep ik wel tegen een probleem aan. Want de verlichting spring vrijwel direct weer aan. Logisch: er was immers beweging gedetecteerd. Omdat de Hue-schakelaars niet direct met Domoticz communiceren, moest ik een omweg verzinnen om Domoticz te laten weten dat de wandschakelaar gebruikt werd. Uiteindelijk heb ik dit probleem opgelost met een extra virtuele schakelaar die wanneer de verlichting aanstaat ook door de bewegingssensor wordt getriggerd. Na iedere beweging blijft deze schakelaar vijf minuten aan staan. Zolang deze virtuele schakelaar aan staat, kan de verlichting niet nogmaals ingeschakeld worden. Oftewel als ik de verlichting nu dus handmatig uitzet, dan staat de virtuele schakelaar nog aan, waardoor de lamp niet direct weer aan springt. Dat zou betekenen dat de verlichting vijf minuten lang niet ingeschakeld kan worden. Een script houdt daarom de status van de lampen in de gaten en wanneer de verlichting is uitgeschakeld terwijl de virtuele schakelaar nog aan staat, wordt na tien seconden de virtuele schakelaar gereset. Die extra tien seconden zijn nodig doordat de Hue Bridge de uitgeschakelde status van de lampen niet altijd direct aan Domoticz doorgeeft. Zou ik lichtknopjes hebben die direct met Domoticz communiceren, bijvoorbeeld via Z-Wave of KlikAanKlikUit, dan was de oplossing simpeler én sneller geweest. Scripts die de bewegingssensor tijdelijk bevriezen hadden dan immers direct met de wandschakelaar geactiveerd kunnen worden. Natuurlijk: na een tijdje zonder beweging gaat het licht vanzelf uit en ik had er dus voor kunnen kiezen om dit hele probleem te negeren. Maar ik vind het wel prettig dat ook de traditionele bediening blijft werken.

©PXimport

Relatieproblemen

Voor mij is slimme apparatuur als Philips Hue en het verder automatiseren met bijvoorbeeld Domoticz een hobby. Ik vind het dus niet erg als ik mijn smartphone moet pakken om de lampen in te schakelen. Mijn vriendin was minder enthousiast over Philips Hue. Hoezo kun je de normale wandschakelaars niet meer gebruiken om de verlichting aan of uit te zetten en moet je de smartphone gebruiken? Het moment dat Philips de relatief goedkope Dimmer Switch uitbracht, heb ik er een aantal gekocht en deze naast de normale schakelaars gehangen. De verlichting kon weer gewoon met een wandschakelaar bediend worden. Ook de integratie van een bewegingsmelder leidde tot klachten. Het is namelijk meer dan eens voorgekomen dat de verlichting in de woonkamer uitging terwijl mijn vriendin wel aanwezig was. Want hoewel ik nergens last van heb, zit ze soms kennelijk te stil om opgepikt te worden door de pir-bewegingssensor. Inmiddels heb ik de tijd waarna de verlichting automatisch wordt uitgeschakeld ruimer ingesteld en zijn er minder problemen.

©PXimport

Conclusie

Slimme apparatuur wordt wat mij betreft pas echt leuk als ‘je huis’ je helpt. Zo blijft het voor mij magie dat na het aanzetten van de televisie bepaalde lampen automatisch uitschakelen. Wanneer je je domoticasysteem stapje voor stapje opbouwt, maak je vast keuzes die achteraf niet handig zijn: zo had ik beter voor lichtknopjes kunnen kiezen die direct met Domoticz communiceren. Je bent ook nooit klaar. Nu de bewegingssensor blijkt te werken, is het tijd voor een esthetisch fraaiere oplossing, het liefst ook draadloos via bijvoorbeeld Z-Wave. Ik heb mijn oog laten vallen op de Chinese Xiaomi Smart Home Kit, waarvan het basisstation gekoppeld kan worden met Domoticz en waarvoor relatief goedkope draadloze bewegingssensoren beschikbaar zijn. Als de verlichting voor elkaar is, is het integreren van Sonos de volgende stap. Het lijkt me bijvoorbeeld handig dat wanneer de televisie wordt aangezet, de muziek gepauzeerd wordt. En dan is er nog altijd iets te doen met de thermostaat en data van de slimme meter die ook op Domoticz zijn aangesloten. Het zal dus nog wel even duren voordat mijn huis echt slim is.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 luxe tablets met veel rekenkracht
© Apple
Huis

Waar voor je geld: 5 luxe tablets met veel rekenkracht

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een fijne tablet waarmee je vlot kunt werken? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot.

Apple iPad Air (2025)

In de zéér recent verschenen 2025-versie van de iPad Air zit Apples eigen M3-chip. Die telt acht rappe rekenkernen, zodat veeleisende apps vlot werken. Zo is het spelen van 3D-games geen enkel probleem. Volgens het Amerikaanse merk is de genoemde processor bijna twee keer zo snel als eerdere iPads met een M1-chip. Bovendien verbruikt deze chipset ook nog eens minder energie. Ondanks het ruime 11inch-scherm weegt de aluminium behuizing nog geen halve kilo. Ideaal voor wie een tablet graag meeneemt. De goedkoopste uitvoering heeft 128 GB interne opslagcapaciteit. Kies tussen de kleurstellingen grijs, beige, blauw en paars. Tegen een meerprijs kun je ook een exemplaar met 256 GB (grijs/paars), 512 GB (grijs/beige/blauw/paars) of 1 TB (grijs) opslag overwegen.

Met behulp van de geïntegreerde vingerafdrukscanner log je altijd en overal veilig in. Vanzelfsprekend is iPadOS 18 al op deze tablet aanwezig. Je hebt toegang tot allerlei AI-tools, waardoor je onder meer supersnel fotocorrecties toepast. Bovendien kun je vanuit de apps Siri en Schrijfhulp de bekende AI-dienst ChatGPT aanspreken. Het heldere 11inch-scherm leent zich met een respectabele resolutie van 2360 × 1640 pixels perfect voor het kijken van films, series en tv-programma's. Tot slot is er van de iPad Air ook een grotere versie met een 13inch-scherm te koop.

Apple iPad Pro (2024)

De 2024-versie van de iPad Pro is momenteel de snelste tablet van Apple. Dankzij de M4-chip voer je de meest complexe taken zonder enige vertraging uit, zoals AI-toepassingen en 3D-games. Deze processor bevat namelijk negen of tien (bij 1TB- en 2TB-uitvoering) vliegensvlugge rekenkernen. Verder zijn de beeldprestaties van het dubbellaagse 11inch-oledscherm indrukwekkend. Zowel foto's als video's ogen op een resolutie van 2420 × 1668 pixels haarscherp. Voor gamers en creatieve professionals komt de hoge vernieuwingsfrequentie van 120 hertz goed van pas. Bewegende beelden verschijnen vloeiend op het scherm. Daarnaast bedraagt de piekhelderheid maar liefst 1600 cd/m².

Naar eigen zeggen is deze iPad Pro tot dusver de dunste Apple-tablet (5,3 mm). De gerecyclede aluminium behuizing weegt bovendien maar 444 gram. Kortom, een handzame metgezel voor onderweg. Fijn is dat de selfiecamera Face ID ondersteunt. Hierdoor kun je via een gezichtsscan vlot inloggen. De betaalbaarste versie heeft 256 GB opslagruimte, waarbij je kunt kiezen tussen de kleurstellingen zwart en zilver. Als alternatief koop je deze tablet met 512 GB (zwart/zilver), 1 TB (zwart/zilver) of 2 TB (zwart/zilver) opslagcapaciteit. Verder is de iPad Pro ook met een groot 13inch-scherm te koop. Wil je meer weten? Lees dan deze uitgebreide review op ID.nl.

Samsung Galaxy Tab S10+

Zoek je een zéér rappe Android-tablet met een riant scherm? Kijk dan eens goed naar de eigenschappen van de Samsung Galaxy Tab S10+. Het 256 GB-model is in de kleurstellingen grijs en zilver beschikbaar. Vind je dat te krap, dan kies je voor 512 GB opslag (grijs/zilver). Overigens voeg je met een eigen microSD-kaart van maximaal 1,5 TB eenvoudig extra opslagruimte toe. Het ruime 12,4inch-amoledscherm telt 2800 × 1752 pixels, zodat je op een behoorlijke resolutie video's kunt streamen. Samsung heeft het scherm voorzien van een matte coating. Hierdoor kun je ook in sterk verlichte ruimtes comfortabel werken.

Voor de rekenprestaties is de MediaTek Dimensity 9300+-processor verantwoordelijk. Deze chipset heeft acht kernen, waarbij de rapste core goed is voor een kloksnelheid van 3,4 GHz. Voeg daar 12 GB werkgeheugen aan toe en je merkt nergens vertraging. Met behulp van een vingerafdrukscanner kun je veilig bij Android 14 inloggen. Nuttig om te weten is dat de fabrikant dit product tot 31 oktober 2031 ondersteunt. Je ontvangt dus voor de komende jaren volop (beveiligings)updates en upgrades van het besturingssysteem. Naast de besproken uitvoeringen is deze tablet ook met een 5G-simkaartslot verkrijgbaar. Samsung levert bij alle modellen een goede stylus mee.

Lees ook: Zo gaat je tablet (véél) langer mee!

Samsung Galaxy Tab S10 Ultra

Als je graag op een heel grote tablet werkt, is de Samsung Galaxy Tab S10 Ultra een logische keuze. Het amoledscherm heeft een indrukwekkend schermdiagonaal van 14,6 inch. Lees hierop bijvoorbeeld de digitale krant, speel 3D-videospelletjes of creëer eigen animaties. Dankzij een respectabele resolutie van 2960 × 1848 pixels verschijnen foto's, video's en webpagina's scherp in beeld. Ondanks de behoorlijke omvang valt het gewicht van 723 gram mee. De behuizing voldoet aan de IP68-norm en is dus waterdicht. Er is bij dit product een stylus inbegrepen.

De Galaxy Tab S10 Ultra heeft dezelfde processor als de eerder besproken Galaxy Tab S10+. Goed nieuws, want deze MediaTek Dimensity 9300+-chipset biedt prima prestaties. De versies met 256 GB (grijs/zilver) en 512 GB (grijs/zilver) opslag hebben 12 GB werkgeheugen. Doe je veel geavanceerde taken tegelijkertijd, dan haal je met het 1 TB-model (grijs) een tablet met 16 GB RAM in huis. De Galaxy Tab S10 Ultra is eventueel ook inclusief 5G-simkaartslot te koop. Lees hier een uitgebreide review op ID.nl.

Lenovo Idea Tab Pro (ZAE40020SE)

Voor alledaags gebruik is deze recent verschenen tablet prima geschikt. De scherp geprijsde Lenovo Idea Tab Pro heeft een groot 12,7inch-scherm met 2944 × 1840 pixels. Dat is een prettig formaat voor taken als webwinkelen, bankieren, video's streamen en natuurlijk internetten. Bovendien zijn de acht rekenkernen van de MediaTek Dimensity 8300-processor snel genoeg om spelletjes uit de Play Store soepel te verwerken. De snelste core is afgeregeld op een respectabele kloksnelheid van 3,35 GHz. Verder heeft de tablet 8 GB werkgeheugen.

Onder de motorkap bevindt zich een opslagdrager van 256 GB. Hierop is Android 14 voorgeïnstalleerd. Wil je meer lokale opslag, dan prik je een microSD-kaart van maximaal 1 TB in de behuizing. Ten opzichte van diverse andere tablets in deze prijsklasse onderscheidt de Idea Tab Pro zich met een behoorlijk geluid. Hiervoor zijn er vier speakers van de bekende audiofabrikant JBL ingebouwd. Lenovo levert bij dit product een stylus mee.

▼ Volgende artikel
Meer detail, beter geluid: waarom de gehoortest van je koptelefoon écht verschil maakt
© sawaratch
Huis

Meer detail, beter geluid: waarom de gehoortest van je koptelefoon écht verschil maakt

Steeds meer draadloze in-ears en koptelefoons bieden in hun app een test die de weergave aanpast aan je gehoor. "Maar ik ben helemaal niet slechthorend," denk je misschien. Toch is zo'n functie best handig. Waarom, dat lees je hier.

In dit artikel hebben we het over de gehoortests die veel fabrikanten tegenwoordig bieden in de apps van draadloze oordoppen en draadloze hoofdtelefoons. Dit ga je lezen: • Wat wordt er juist getest? • Waarom je gehoor toch niet zo goed is • Welke merken bieden zo'n functie aan? • Een andere aanpak: meten

Ook interessant: Welke draadloze oortjes passen bij mij?

Als je bij een gehoortest (formeel: een audiogram) denkt aan een bezoek aan de audioloog of gespecialiseerde arts, dan heb je natuurlijk niet ongelijk. Bij acute hoorschade of een sterke terugval van wat je kunt horen, kom je bij zo'n specialist terecht.

Het doel van zo'n onderzoek is bepalen welke frequenties iemand nog hoort. Het normale 'bereik' van een mens wordt vaak omschreven als lopende van 20 Hz (een zeer lage bastoon) tot een hele hoge 20.000 Hz of 20 kHz. Dit bereik is wel heel theoretisch. Er bestaan grote fysieke verschillen tussen mensen en hierdoor bestaat er een enorme variatie in wat iemand kan horen. 

©Denon

Grafische voorstelling van een gehoorcurve in de Denon-app.

Waarom je gehoor toch niet zo goed is

Bovendien is 20 tot 20.000 kHz het meestal optimale scenario. Volwassenen halen het bijna nooit, want al vanaf een jonge leeftijd neemt het gehoor af. Volgens sommige bronnen begin je zelfs vanaf 18-20 jaar frequenties te 'verliezen'. Het is een natuurlijk proces, dat vooral de hoogste en laagste frequenties aantast. Wel is die terugval aanvankelijk heel beperkt en subtiel.  

Het woord 'verliezen' is dus eigenlijk niet zo geschikt, want eerst word je minder gevoelig voor een bepaalde toon.  Je kunt die frequentie dus nog wel horen, als het maar luid genoeg weerklinkt. Maar omdat dit terugval meestal geleidelijk is, valt het minder op. Je beluistert ook zelden één geïsoleerde toon, maar complexer geluid, zoals muziek met veel instrumenten en gezang. Dan merk je niet op dat de hi-hat van de drum iets minder uit de mix springt.  

Als het gehoorverlies iets toeneemt, kan het wel zijn dat muziek minder ruimtelijk of driedimensionaal overkomt. Dat komt omdat heel hoge tonen geluidsinformatie bevatten die ons brein iets vertelt over de ruimte waarin gespeeld wordt. Wanneer je bassen minder goed hoort, kunnen stemmen of muziek dun klinken.

Wat doet een gehoorfunctie in een app?

Het geleidelijk minder gevoelig worden voor bepaalde frequenties is wat functies zoals Personi-Fi bij JBL of Geluidspersonalisatie van Teufel proberen aan te pakken. Via een test in een app wordt achterhaald welke frequenties je minder goed hoort. Veel fabrikanten vertrouwen hiervoor op een test afkomstig van een gespecialiseerd bedrijf, zoals AudioDo of Mimi. Dit Duits technologiebedrijf biedt ook een eigen app aan (enkel iOS) waarmee je jouw gehoor kunt testen. Bij Sennheiser vind je er eentje voor zowel iPhones als Android-apparaten.

©Jamie Biesemans

The Personi-Fi-test, in de JBL Headphones-app, neemt wat tijd in beslag.

Niet elke test is hetzelfde, maar meestal moet je in de app aangeven of je biepjes nog hoort die steeds stiller worden. Dat gebeurt bij sommige tests tegen een achtergrond van ruis. Dat maakt het net wat moeilijker, maar meet wel realistisch of je een bepaalde frequentie hoort als er ook ander geluid is.

Als het resultaat je niet bevalt maar je toch niet helemaal tevreden bent met de standaardklank, kun je de test opnieuw doen. Denk er daarbij aan dat je gehoor ook beïnvloed wordt door zaken als de pasvorm van je oortjes, vermoeidheid, omgevingsgeluid en zelfs je houding.

Op basis van de testresultaten wordt een geluidspreset gecreëerd die de frequenties die je minder goed hoort versterkt. Het doel is te zorgen dat je alle frequenties op hetzelfde niveau waarneemt. Na de test kun je meestal de preset in- en uitschakelen terwijl een track speelt. Dan pas hoor je goed wat je mist.

Welke merken bieden het aan?

Steeds meer merken bieden een soort gehoortest aan in hun app. JBL is er duidelijk een grote fan van, want JBL's eigen Personi-Fi en Personi-Fi 2 vind je op heel wat apparaten. Naast Teufel bieden onder meer Beyerdynamic, Creative, Focal, Nothing, Skullcandy een test van Mimi aan. Het 'personal sound' van AudioDo vind je onder meer bij de Clam Elite van Fresh 'n Rebel en bij PSB.

©Fresh 'n Rebel

De Audiodo-test helpt je een betere geluid te krijgen bij een Fresh 'n Rebel-hoofdtelefoon.

In de Sound Connect-app van Sony vind je een iets andere aanpak. Je speelt een lied naar keuze, waarbij je in de app vijf opties krijgt die een iets andere klank bieden. Kies je een van de vijf, dan krijg je opnieuw vijf opties om de weergave fijn af te regelen. Dit mag dan wel niet een echte gehoortest zijn, het brengt je wel bij een klankweergave die je misschien beter ligt. De Sound Connect-app gebruik je met bijna alle Sony-hoofdtelefoons en -oordoppen, waaronder de populaire WH-1000XM5 en WF-1000XM5.

Een andere aanpak: meten

Bij de tests waar het hierboven over ging, moet je zelf aangeven of je een bepaalde toon hoort. Er is echter ook een andere methode. Sommige fabrikanten hebben in hun oordoppen of koptelefoons een soort automatisch meetsysteem ingebouwd dat bepaalde zaken van het gehoor zelf kan meten. 

Bose bijvoorbeeld biedt de CustomTune-functie aan bij zijn draadloze oordoppen. Doe je de Bose-oortjes in, dan klinkt er heel even een geluid dat doet denken aan een krekel. Microfoons in de oordoppen meten de minireflecties in je oor, wat informatie geeft over hoe jouw fysieke gehooreigenschappen (zoals de grootte en lengte van de gehoorgang) bepalen wat je juist hoort. 

©Denon

De Denon Headphones-app creëert via een meting persoonlijk geluid.

Bij Denon's PerL-oordoppen wordt technologie van Nura ingezet om je oren aan een uitgebreide meting te onderwerpen. Dit is een test waarbij je gewoon moet luisteren. Net zoals bij Bose meten de oortjes zelf en wordt er een aangepaste geluidspreset gebouwd. Het interessante aan deze techniek is dat het niet enkel frequenties meet die je minder goed hoort, maar ook kan bepalen of je sommige tonen net te hard binnenkrijgt. 

Welke techniek er precies toegepast wordt is minder belangrijk. Wel loont het de moeite om een functie die je gehoor test uit te proberen, zelfs al denk je niet echt last te hebben van gehoorschade of -verlies. Onvermijdelijk mis je toch iets, al valt het misschien niet op. Een persoonlijk geluidsfunctie kan je echt helpen om een betere klankkwaliteit en ruimtelijkheid te ervaren.

Nieuwe oorkussens nodig

Voor je koptelefoon?