ID.nl logo
UPS voor NAS: Zo regel je noodstroomvoorziening
© PXimport
Huis

UPS voor NAS: Zo regel je noodstroomvoorziening

Hoewel het elektriciteitsnet in onze contreien redelijk stabiel is, zien we de laatste jaren wel met enige regelmaat grote stroomstoringen optreden die vaak ook nog eens lang duren. Een UPS (Uninterrupted Power Supply) is dan zo gek nog niet om gegevensverlies en mogelijk zelfs schade aan je kostbare computerspullen te voorkomen.

Pats, ineens is het donker in huis. Elektriciteit uitgevallen. Dat kan simpelweg door een zekering die eruit is gevlogen, of het is iets van buitenaf. In het laatste geval kan het een storing van een paar seconden of vele uren betekenen. Wat de oorzaak ook is, een ingeschakelde computer of bijvoorbeeld NAS werkt op elektriciteit. Valt die weg, dan schakelen die apparaten dus ook uit.

Vervelend is dat dat niet ‘netjes’ gebeurt via een afsluitopdracht. In het beroerdste geval kan dat tot beschadiging van systeembestanden leiden en een niet meer startend systeem. Of een bestand waar je vele uren werk in hebt zitten raakt beschadigt. Dat geldt zowel voor je computer als een NAS die in huis staat te draaien.

Wil je de allergrootste ellende voorkomen, dan is een UPS de reddende engel. In dit apparaat tref je een accu aan die (in de meeste gevallen) de daarin opgeslagen energie omzet naar de netspanning waarmee je computer of NAS normaliter werkt. Omschakelen van een weggevallen netspanning naar door de NAS zelf geleverde wisselspanning gaat zo snel dat geen enkele computer daar iets van merkt. Kortom: geen kans op bestandsverlies!

UPS aansluiten, wat moet je weten?

©PXimport

Nu is een UPS ook weer geen wondermiddel (tenzij je er extreem veel geld aan uitgeeft), en afhankelijk van de gekozen capaciteit en de belasting die je computer of NAS vormt is het vooral bedoeld om tijd te winnen om je computer netjes uit te zetten. De draaitijd op de accu in de UPS varieert van ergens tot een paar minuten tot soms meer dan anderhalf uur. 

Verder geldt dat de meeste UPS’en over een USB-aansluiting beschikken waarmee de computer of NAS op de hoogte gesteld wordt van het feit dat ’t systeem op noodstroom draait. Ofwel via de meegeleverde tool die bij de UPS hoort ofwel via een in het systeem ingebouwde voorziening kun je instellen hoe lang de computer of NAS door mag draaien op de noodstroomvoorziening. Denk aan bijvoorbeeld 30 seconden voor een wat kleiner bemeten UPS. 

Nog beter is instellen van een ondergrens qua batterijpercentage van de UPS, bijvoorbeeld 30%. Dan heb je meestal meer ‘werktijd’ over. Daarna wordt het systeem netjes afgesloten, op vergelijkbare wijze als je je computer anders uit zou zetten via een klik op Uitschakelen of iets soortgelijks. Gevolg: je (systeem)bestanden lopen geen enkel gevaar. 

Zodra de netspanning weer terug is kun je alles weer aanzetten en verder werken. Doe dat niet voordat je de UPS een uurtje of wat de tijd hebt gegeven om z’n accu’s weer op te laden, want anders is er geen enkele bescherming meer.

©PXimport

Pure sine wave

Eigenlijk moet je vooral kiezen uit UPS’en die een ‘pure sine wave’ als uitgangssignaal van de wisselspanning bieden. Ofwel: een keurig sinusvormig signaal dat niet onderdoet voor de al even mooie sinus die normaliter uit je stopcontact komt. 

Er zijn ook goedkope UPS’jes die een zogeheten gemodificeerde sinus als uitgangssignaal presenteren. Dat kán goed gaan, maar moderne pc-voedingen en dergelijke kunnen er slecht mee overweg. De kans bestaat dat wanneer zo’n UPS overschakelt naar de noodstroom, je pc alsnog uitvalt omdat de voeding daarvan in de foutstand schiet. Ook kan zo’n vaag gevormde uitgangsspanning voor onnodige warmteontwikkeling zorgen. 

Als je  toch geld uitgeeft, ga dan dus voor een UPS die een pure sinus als uitgang levert. Goed nieuws: vroeger was dat een verhoudingsgewijs kostbare aangelegenheid, tegenwoordig is dat niet meer het geval. Dus waarom risico lopen?

UPS vermogen

Welk vermogen je moet kiezen voor je UPS is vanzelfsprekend erg afhankelijk van het vermogen van de aangesloten apparaten en de tijdsduur waarvan je een apparaat wilt laten draaien op UPS-spanning. Bedenk daarbij dat het vermogen van een UPS vrijwel altijd in VA wordt aangegeven; het aantal Watts hangt af van het soort belasting dat aan een wisselspanning hangt. 

In essentie is – bij wisselspanning – het vermogen in Watts altijd lager dan het vermogen in VA. Heb jij dus een constante belasting van 500 Watt aan een UPS hangen, dan is een UPS met een vermogen van 600 VA te weinig om zinvol te zijn.

We zijn er echter nog niet. Geen enkele computer verbruikt continu het vermogen dat op de voeding van dat apparaat staat vermeld, veelal betreft het slechts een fractie daarvan. Wel geldt dat als de stroom uitvalt midden in een stevige gamingsessie het energieverbruik waarschijnlijk op z’n hoogst is. In dat geval is het zaak om de game zo snel mogelijk te sluiten (als je systeem al niet direct begint met de afsluitprocedure). 

Ook is het handig om je beeldscherm en liefst ook een eventuele aangesloten back-up USB-drive aan de UPS te hangen, om voor de hand liggende redenen. Het maakt dat je voor de gemiddelde tot zwaardere pc niet verkeerd zit met een UPS van bijvoorbeeld 1000…1500 VA. Voor een enkele NAS kom je weg met iets van 600 VA, wat nog een redelijke looptijd op UPS-voeding oplevert.

©PXimport

Compatibiliteit

De UPS wil graag aan de aangesloten apparaten laten weten dat er overgeschakeld is op noodstroom. In geval van apparaten voor thuisgebruik en UPS’en bedoeld voor in principe een enkele pc wordt dat via USB geregeld. Het is – zeker voor Mac-gebruikers – verstandig om een UPS te kopen die HID-compatible is. Dan hoef je geen drivers en software te installeren. Datzelfde geldt in de meeste gevallen ook voor Windows 10 (en hoger). 

Een UPS die niet over HID-compatibele communicatie beschikt werkt ook, maar je moet dan een driver en aanpalende software installeren. Wat weer extra gedoe oplevert en mogelijk onnodige veroudering omdat een apparaat in een nieuwere versie qua drivers ineens niet meer ondersteund wordt. Ga voor HID dus, ook het meest ‘veilige’ – qua compatibiliteit – als het gaat om een NAS.

©PXimport

Mini-UPS voor gelijkspanning

Er bestaan ook mini-UPS’jes voor gelijkspanning. Ze zien eruit als een standaard netadapter, maar intern is een (meestal stevige) Lithium-accu verwerkt. Valt de netspanning weg, dan neemt de batterij het over. Deze dingen zijn ideaal om je router en op strategische plaatsten een switch op aan te sluiten. Op die manier kun je in ieder geval nog een tijdje internet blijven gebruiken! 

De ervaring hier leert overigens dat een Fritz!box net iets minder dan een uur draait op een adapter met ingebouwde 10 A/uur Lithium-batterij.

Extra functies

Ga je voor een ‘grote’ UPS, let dan vooral ook op de extraatjes. Diverse modellen beschikken over over- en onderspanningsbeveiliging (regeling) en sommigen hebben ook USB-laadpoorten aan boord. Kun je bij langdurige stroomstoringen ook je smartphone, tablet, oplaadbare zaklamp enzovoort in leven houden. 

Tot slot: Accu’s in een UPS hebben een levensduur van drie tot vijf jaar. Check voor aanschaf van de beoogde UPS of de accu’s (eenvoudig) door jou als eindgebruiker zijn te vervangen. En doe dat ook daadwerkelijk na een jaar of drie, vier. Zelfs als alles nog dik in orde lijkt!

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.