ID.nl logo
Review Sony Bravia K-65XR80 – Is hij de hogere prijs waard?
© Sony
Huis

Review Sony Bravia K-65XR80 – Is hij de hogere prijs waard?

Bij de mainstream oled-modellen is er ondertussen flink wat concurrentie. Sony heeft een reputatie voor uitstekende beeldkwaliteit, maar daar hangt een stevig prijskaartje aan. Kan Sony nog genoeg verschil maken om een hoge prijs te rechtvaardigen?

Uitstekend
Conclusie

Deze Sony K-65XR80 met een beeldscherm van 65 inch levert erg mooi beeld, met dank aan de prima prestaties van het oledpaneel en de XR-processor. De tv verbergt wel wat schaduwdetail en de kalibratie in de Professional-modus mag iets beter; dat zijn foutjes die we niet gewend zijn van Sony. Voor gamers is het jammer dat de tv slechts twee HDMI2.1-poorten heeft. Ondanks die kritiek kunnen we stellen dat de Sony erg mooie resultaten neerzet. De tv heeft een prachtig afgewerkt design, uitstekende beeldkwaliteit en fijne audio die dankzij het Acoustic Surface recht uit het scherm lijkt te komen. Google TV biedt alles wat je streaminghart maar kan bedenken. Maar deze Sony blijkt wel wat te duur geprijsd te zijn. Hij zit qua prijs flink boven die van de LG C4, maar biedt daar niet echt iets unieks tegenover.

Plus- en minpunten
  • Prima piekhelderheid en kleurweergave
  • Zeer goede beeldverwerking
  • Prima audio met Acoustic Surface, Dolby Atmos en DTS:X
  • Mooi afgewerkt design
  • Verbergt veel schaduwdetail
  • Slechts twee HDMI2.1-aansluitingen

Sony Bravia 8 K-65XR80

  • Adviesprijs: 2399 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 120 Hz w-oled-tv
  • Schermformaat: 65 inch (164 cm)
  • Aansluitingen: 4x HDMI (2x 48Gbps, 2x 18Gbps, ARC/eARC, ALLM, 4K120, VRR), S-middenspeaker, 1x optisch digitaal uit, 2x usb, 3x antenne, bluetooth, ethernet, wifi 6 (802.11ax)
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV (12), Chromecast, Airplay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, XR-processor
  • Afmetingen: 1442 × 909 × 248 mm (inclusief voet)
  • Gewicht: 23,2 kg (inclusief voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 83 kWh (E) / HDR 110 kWh (G)

ENERGIELABEL

MEER INFORMATIE

Over design kun je van mening verschillen, maar over de kwaliteit van afwerking kan er zelden discussie zijn. Zo kunnen we het ontwerp van deze Sony echt wel waarderen, maar het is de uitstekende afwerking die we echt appreciëren. Het scherm heeft geen kader, wat tegenwoordig standaard is op een tv, maar alleen een dunne donkerzilveren rand rondom. De zacht gewelfde rug heeft een mooi vierkantjespatroon.

Opstellen kan op vier manieren. De zilveren, metalen poten kun je links en rechts onder het uiteinde van het toestel monteren, of meer naar het centrum. Voor beide keuzes biedt Sony ook nog de optie om de voeten hoog of laag te monteren, afhankelijk van de vraag of je een soundbar onder het scherm wil plaatsen. Al kun je natuurlijk ook uit esthetische overwegingen voor een bepaalde positie kiezen. 

©Sony

Aansluitingen

De XR80, overigens ook bekend als de Bravia 8, is uitgerust met vier HDMI-poorten, waarvan twee HDMI2.1-poorten met ondersteuning voor ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en Nvidia G-Sync Compatible).

Hoewel Sony zelf een spelconsole in huis heeft, worden gamers niet echt verwend. Zo kun je maximaal tot 120 Hertz gaan, terwijl alle concurrenten al 144 Hertz aankunnen. We vinden het jammer dat je nog steeds geen vier HDMI2.1-poorten krijgt op wat we toch wel een hoger gepositioneerd model mogen noemen. Zeker omdat ARC/eARC op een van die HDMI2.1-poorten staat.

Gamers met meerdere 4K120-bronnen die een soundbar willen, houden zo maar één poort over die 4K120 aankan. De inputlag is wel uitstekend, met 13,5 ms (4K60) en 5,1 ms (2K120) mag Sony prat gaan op topresultaten.

📺Duizelt het je van alle termen? Hier vind je uitleg: Tv-jargon: dit betekenen al die technische termen en afkortingen

©Sony

Verder vind je een optische digitale audio-uitgang, een dubbele tv-tuner met een CI+-slot en twee usb-poorten. Wie externe usb-opslag aansluit, kan tv kijken en tegelijk een ander kanaal opnemen. De S-Center-speaker-aansluiting maakt het mogelijk om de tv te gebruiken als centerkanaal wanneer je een externe Sony-audio-oplossing gebruikt. Bluetooth, wifi en een ethernetaansluiting maken de lijst compleet. 

Beeldverwerking

Sony levert bijzonder goede beeldverwerking, die over het algemeen duidelijk maar subtiel genoeg ingrijpt om het beeld te verbeteren zonder beeldartefacten te introduceren. De upscaling levert mooie scherpe beelden, die je een beetje extra detail kunt geven via de zogeheten Reality Creation-instelling. We merkten wel dat dit beter werkte voor HD-content dan voor SD-content (zoals dvd's). Bij die laatste introduceert Reality Creation wat valse details.

©Sony

De ruisonderdrukking werkt prima, maar waar Sony tot vorig jaar een aparte instelling had om kleurovergangen vloeiend te houden (Soepele Gradatie), is die dit jaar verdwenen. Toch kan de Bravia 8 ook op dat vlak nog prima resultaten produceren. Alleen bij onze lastigste testsequenties bleven er duidelijke kleurstroken zichtbaar.

We zien een verbetering in de MotionFlow-techniek. Wie dat vroeger activeerde om snelle camerabewegingen in films toch vloeiend weer te geven, merkte dat de processor soms aarzelde en wat beeldfouten veroorzaakte. Dat probleem is nu verholpen, waardoor de tv nu zeer goede bewegingsscherpte heeft.

Knap oled-contrast, maar matig zwartdetail

Sony gebruikt in zijn line-up geen w-oled-panelen (zie kader hieronder voor uitleg) met een microlenslaag (zoals de LG G4). Voor de topplaats in de line-up (de A95L) koos de fabrikant voor QD-oled-technologie. Daarom gebruikt deze Bravia 8 een standaard w-oled-paneel van de laatste generatie.

De televisie biedt een indrukwekkende beeldkwaliteit met levendige kleuren en een uitstekend contrast, dankzij een breed kleurbereik dat 98 procent van de P3-kleurruimte bestrijkt en een hoge piekhelderheid van 825 nits op een 10 procent venster, die zelfs kan oplopen tot boven de 900 nits voor het weergeven van kleine heldere details in het beeld.

WAT IS W-OLED?

W-oled (white oled) is een schermtechnologie waarbij organische materialen licht geven wanneer er stroom doorheen gaat. In een w-oledscherm wordt blauw en geel licht gecombineerd om wit licht te produceren, dat vervolgens door kleurfilters wordt gestuurd om de gewenste kleuren weer te geven. W-oled levert superieure beeldkwaliteit dankzij de zelfverlichtende pixels, hoog contrast en levendige kleuren.

Elke pixel kan individueel aan en uit, wat zorgt voor een hoog contrast en diepe zwarttinten. Zonder achtergrondverlichting zijn w-oledschermen ultradun. Vergeleken met lcd/led bieden w-oleddisplays rijkere, realistischere kleuren en meer detail in donkere scènes.

Op het volledig witte scherm houd je nog 154 nits over; dat is goed maar niet uitstekend. Het toont ook dat Sony de piekhelderheid relatief sterk dimt naarmate een groter deel van het beeld wit wordt. HDR-beelden met heldere accenten houdt de Sony uitstekend in balans door zijn eigen tonemapping-algoritme.

©Sony

Veel lichtnuances blijven bewaard, en intense heldere kleuren behouden goed hun tint. Minder goed vergaat het de tv met erg donkere beelden. Daar zien we dat er veel schaduwnuance verdwijnt. Donkere beelden krijgen daardoor sterker contrast, maar je mist veel detail. Dat zagen we bovendien ook in SDR-beelden.

Voor het meest natuurlijke beeld schakel je naar de Professional-beeldmodus. Die toonde over het algemeen mooie beelden, met natuurlijke kleuren, maar was minder accuraat dan we van Sony gewend zijn. Naast het ontbrekende schaduwdetail (in HDR en SDR) bleken in SDR de donkerste tinten wat te rood te zijn.

Geluid

Het (w)oledscherm van deze tv dient tevens als luidsprekermembraan, wat te maken heeft met het Acoustic Surface Audio+-systeem. Geluid komt daardoor rechtstreeks uit het beeld en volgt ook vrij goed de actie op het scherm. Sony heeft er dit jaar ook twee zijwaarts gerichte tweeters aan toegevoegd voor nog betere positionering en surround-effect. Het 50 watt sterke systeem ondersteunt Dolby Atmos en DTS:X. De audiokwaliteit is goed en heeft een degelijke basweergave.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Alleen onze krachtige metal-fragmenten klonken wat minder zuiver. Het maximale volume is voldoende, maar wie een grote kamer wil vullen met geluid zal het mogelijk wat krap vinden, vooral omdat de basweergave vermindert als je het geluid vrij hard zet. De surround-ervaring is goed, maar kan door het ontbreken van opwaarts gerichte speakers geen hoogte-effecten creëren.

Google TV

Sony kiest nog steeds voor Google TV en dat heeft zeker een aantal belangrijke voordelen. De Mediatek Pentonic MT5897-chipset met quad-core ARM Cortex-A73 CPU, 6GB-RAM en de Mali-G57 GPU garandeert alvast een vlotte ervaring. Daarnaast vind je op het Google TV-platform het ruimste aanbod apps, zodat je geen enkele streamingdienst hoeft te missen.

Google TV biedt uitgebreide aanbevelingen, gerangschikt per categorie, zoals actiefilm, thriller enzovoort. Een alternatieve mediaspeler (zoals VLC) of een mediabibliotheek-app (zoals Plex) maakt van de tv ook een uitstekende speler voor je thuisbibliotheek. Content van je smartphone afspelen is geen probleem dankzij ondersteuning voor Apple AirPlay 2 en Google Cast. Sony heeft ook nog een eigen streamingdienst, Sony Picture Core (het vroegere Bravia Core), waar je tal van films vindt.

©Eric Beeckmans | ID.nl

De tv wordt geleverd met twee afstandsbedieningen. De klassieke versie stoppen we onmiddellijk in de la. Onze voorkeur gaat uit naar de moderne, compacte afstandsbediening. Die gebruikt een via usb-c oplaadbare accu, heeft verlichte toetsen en vooral een eenvoudiger maar erg goede lay-out. De toetsen hebben een aangename en precieze aanslag. Rechts bovenaan staan een toets voor het snelmenu en een voor het menu met extra functies zoals het on-screen toetsenbord. Het is even wennen, maar die zijn erg handig.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Conclusie

Deze Sony K-65XR80 met een beeldscherm van 65 inch levert erg mooi beeld, met dank aan de prima prestaties van het oledpaneel en de XR-processor. De tv verbergt wel wat schaduwdetail en de kalibratie in de Professional-modus mag iets beter; dat zijn foutjes die we niet gewend zijn van Sony. Voor gamers is het jammer dat de tv slechts twee HDMI2.1-poorten heeft. Ondanks die kritiek kunnen we stellen dat de Sony erg mooie resultaten neerzet.

De tv heeft een prachtig afgewerkt design, uitstekende beeldkwaliteit en fijne audio die dankzij het Acoustic Surface recht uit het scherm lijkt te komen. Google TV biedt alles wat je streaminghart maar kan bedenken.

Maar deze Sony blijkt wel wat te duur geprijsd te zijn. Hij zit qua prijs flink boven die van de LG C4, maar biedt daar niet echt iets unieks tegenover.


▼ Volgende artikel
Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome
Huis

Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome

Je smarthome hangt vol met slimme apparatuur en sensoren die je van alles over je huis vertellen, waardoor het haast zonde is dat je deze data alleen vanaf je smartphone of computer kunt aflezen. Een tablet aan de muur hangen kan een oplossing zijn, maar het kan nog een beetje moderner. In dit artikel lees je hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt dat je overal in huis kunt neerzetten of ophangen.

In dit artikel laten we zien hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt en gebruikt voor je smarthome:

  • Ga voor de Home Assistant Green of installeer Home Assistant op een Raspberry Pi
  • Kies voor een e-ink-scherm van WaveShare
  • Verbind het scherm met een ESP32-microcontroller en programmeer deze met ESPHome
  • Configureer een YAML-bestand om data als temperatuur en luchtvochtigheid weer te geven
  • Plaats het scherm in een fotolijstje of 3D-geprinte behuizing

Wat er nog meer in huis slim kan? Zo maak je van je doorsnee huis een slim, comfortabel en veilig huis

Er zijn meerdere redenen om e-ink te gebruiken om informatie over je smarthome te tonen. Ten eerste zijn deze schermen niet voorzien van achtergrondverlichting, waardoor ze geen baken van licht in je kamer worden. Zo’n scherm is net zo subtiel als een foto aan de muur en kan bij het juiste formaat zelfs in een fotolijstje worden gestopt. Ten tweede is e-ink zeer energiezuinig: het scherm verbruikt alleen stroom als deze het de inhoud ververst. Laat jouw scherm de temperatuur in een kamer zien en blijft die urenlang stabiel? Dan wijzigt het scherm niet en verbruikt het bijna geen energie.

Compatibiliteit

Uiteraard is niet ieder smarthomesysteem compatibel met zelfgebouwde e-ink-schermpjes. In dit artikel gaan we uit van een smarthome met Home Assistant, een populair opensource-platform van Nederlandse makelij. Omdat Home Assistant opensource is, werkt het met tal van extra toepassingen en apparaten – waaronder de zeer flexibele ESP32-microcontroller. Dit zijn kleine apparaatjes die je met allerlei apparatuur kunt verbinden en vervolgens programmeert om door Home Assistant als slim thuisapparaat te worden gezien.

Home Assistant

Home Assistant is op allerlei soorten apparaten te installeren. Het bedrijf achter het systeem verkoopt de Home Assistant Green voor pakweg 130 euro. Dat is de simpelste oplossing, maar wie een ongebruikte Raspberry Pi in de kast heeft liggen, kan daar ook de Home Assistant-software op installeren. Een Raspberry Pi 3 is bruikbaar, maar een Pi 4 of 5 wordt geadviseerd. Groot voordeel van een Pi is dat Home Assistant in de officiële configuratiesoftware van de fabrikant zit verwerkt.

Je downloadt de Raspberry Pi Imager van www.raspberrypi.com/software. Bij het voorbereiden van je microSD-kaart kies je Other specific-purpose OS gevolgd door Home assistants and home automation. In de getoonde lijst selecteer je de software voor Home Assistant.

De Home Assistant Green is een alles-in-één-oplossing voor wie zijn smarthome op Home Assistant wil aansluiten.

Configuratie

Staat de software op je microSD-kaart, dan kun je deze in je Pi steken, de stroom aansluiten bij voorkeur een ethernetkabel aansluiten. In de browser van je computer open je dan http://homeassistant.local:8123 om het smarthomesysteem naar wens te configureren.

Je kunt binnen Home Assistant nagenoeg al je gebruikte slimme gadgets toevoegen, zoals de lampen van Hue, sloten van Nuki en verwarmingsknoppen van Tado. Voor apparaten die niet officieel worden ondersteund zijn er bijna altijd wel door fans gemaakte integraties die met het systeem communiceren. Over alle apparaten die gekoppeld zijn aan Home Assistant koppelt kun je later informatie laten weergeven op je e-ink-scherm.

Drie stukjes van de puzzel

Voor de bouw van je e-ink-display heb je drie zaken nodig. Ten eerste is er het scherm zelf. Hier gaan we uit van een 4,2inch-display van WaveShare. Deze is in meerdere webwinkels te koop voor rond de 35 euro. Andere schermen zouden ook moeten werken, maar van dit WaveShare-scherm is bekend dat meer mensen ze succesvol met Home Assistant hebben verbonden. Omdat je later afhankelijk bent van een stukje code, is het gunstig om een beproefde optie te kiezen.

Dit beeldscherm van WaveShare gebruikt e-paper, waardoor informatie net als bij een e-reader wordt getoond. Zeer zuinig en goed af te lezen in fel zonlicht.

Vergeet je HAT niet

Let er bij je aanschaf goed op dat je scherm voorzien is van een zogeheten E-Paper Driver HAT. Bij WaveShare zit dit er standaard op. HAT staat voor Hardware Attached on Top, een printplaatje dat extra functionaliteit aan je onderdeel geeft. In dit geval kun je de Driver HAT met een standaard ribbonkabel met het scherm verbinden, waarna je allerlei kleine pinnetjes hebt om snoertjes op aan te sluiten om weer met een andere device te verbinden. Snoertjes die je nodig hebt voor het laatste stuk van onze puzzel.

Met de speciale E-Paper Driver HAT kun je het beeldscherm aansluiten op andere apparaatjes, zoals de ESP32.

Microcontroller aansluiten

Als laatste hebben we een ESP32-microcontroller nodig. Door de kabels van de E-Paper Driver HAT te verbinden met de ESP32, kan het scherm met wifi verbinden en data ontvangen van Home Assistant. Bijna iedere ESP32 werkt, maar zorg er wel voor dat je model kleine cirkelgaatjes aan de zijkanten heeft. Deze heb je later nodig om te solderen. Dit vergt enige ervaring met een soldeerbout. Hoewel de HAT snoertjes heeft die je kunt vastpluggen, moet je de uiteindes vastsolderen aan verbindingspoortjes van de ESP32-module.

©Tomasz - stock.adobe.com

Deze ESP32 is een zogeheten microcontroller. Programmeer hem met de juiste firmware en hij kan ieder apparaat met Home Assistant verbinden.

Welke kabel naar welke GPIO-pin?

Je kunt de kabels van je HAT uiteraard niet zomaar solderen. Hier een overzicht van welk snoer je waarmee verbindt:

  • BUSY-kabel aan de GPIO27-pin
  • RST-kabel aan de GPIO33-pin
  • DC-kabel aan de GPIO25-pin
  • CS-kabel aan de GPIO26-pin
  • CLK-kabel aan de GPIO18-pin
  • MOSI-kabel aan de GPIO23-pin
  • GND-kabel aan de GND-pin
  • 3.3V-kabel aan de 3.3V-pin

Deze pins gelden voor de configuratie met het door ons gebruikte 4,2inch-display. Wees voorzichtig en kijk vooraf goed wat voor aansluitingen worden gebruikt bij een configuratie voor jouw beeldscherm, soms kan dat namelijk verschillen.

ESPHome

Zijn je schermpje, de HAT en de ESP32 allemaal met elkaar verbonden? Dan is het tijd om de ESP32 te programmeren. Dat doen we met behulp van ESPHome, wat op zijn beurt weer in Home Assistant kan worden geïnstalleerd. Open in een browser het webadres van jouw Home Assistant en ga in de linkerbalk onderaan naar Instellingen / Add-ons. Druk rechtsonder op de knop voor de add-on-winkel, zoek ESPHome en installeer dat.

Druk na installatie op de knop Start. Klik daarna op Open Web UI te klikken. Je ziet het ESPHome Dashboard. Hier kun je de ESP32 configureren zonder geavanceerde programmeerkennis. Verbind je installatie met een usb-kabel aan Home Assistant en tik op New Device. Volg hierna de geboden stappen.

ESPHome is gebruiksvriendelijk vanwege het dashboard met alle opties.

YAML-configuratie

Wordt er om een YAML-configuratie gevraagd, plak dan de code getoond op de pagina die je vindt via www.kwikr.nl/epaperyaml. Voer de gegevens van je wifi-netwerk in. Dit configuratiebestand zorgt ervoor dat de ESP32 weet met welke pins hij voor je scherm moet communiceren en wat voor data er op het display getoond moeten worden. Standaard heeft dit bestand een configuratie met een plantensensor, koolmonoxidemeter, de huidige temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte. Door deze apparaten te vervangen door andere apparatuur die aan jouw Home Assistant is verbonden, kun je de inhoud van het display naar eigen smaak veranderen.

Updates of wijzigingen doorvoeren

Bij het instellen van de ESP32-module wordt speciale firmware naar de hardware geschreven. Dat kan bij de eerste installatie alleen als hij met een usb-kabel met je Home Assistant-apparaat is verbonden. Als je later updates of wijzigingen wil doorvoeren, kun je de gadget met het ESPHome-dashboard verbinden.

In een fotolijstje

Nu zou je e-inkscherm het moeten doen. Dan rest ons nog maar één ding: de gadget ergens in je huis neerzetten of ophangen. Met een beetje geluk kun je een fotolijstje vinden dat ruimte biedt aan het scherm, de HAT en de ESP32. Het 4,2inch-display is aan de buitenkant 103 bij 78,5 millimeter groot, waardoor hij ruim past in een lijstje voor een foto van klein formaat, 100 bij 150 millimeter.

Heb je een 3D-printer? Op www.printables.com vind je allerlei 3D-behuizingen voor de e-ink-schermen van WaveShare, van simpele standaarden tot aan elegante lijstjes voor aan de muur. Groot voordeel aan deze oplossingen is dat ze vaak gemaakt zijn om de ESP32 en HAT ook te integreren, waardoor alles mooi in één pakketje kan worden weggestopt.

Er zijn online tal van 3D-printbare hoesjes speciaal voor dit project te vinden, waaronder deze op printables.com van gebruiker G00TH.

Stroom gewenst, maar optioneel

Het scherm gebruikt nagenoeg geen stroom, maar de ESP32 wel. De microcontroller heeft meerdere processorkernen en een wifi-module die continu verbinding moeten maken.

Wil je het scherm ergens ophangen zonder stroomvoorziening, dan zijn er verschillende oplossingen. Het beeldscherm toont informatie tot er nieuwe informatie moet worden weergegeven, zelfs als de stroomtoevoer niet beschikbaar is. Je zou dus het scherm bijvoorbeeld op een plek kunnen hangen waar slechts eens per dag nieuwe informatie getoond hoeft te worden. Denk aan de agendapunten van die dag of het weerbericht. Je kunt dan aan het begin van je dag even een powerbank aan de ESP32 hangen. Het apparaatje start dan op, haalt zijn nieuwe informatie op en toont dit op het scherm. Daarna kan de stroom er weer af.

▼ Volgende artikel
Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?
© BillionPhotos.com- stock.adobe.com
Huis

Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?

Als je het belangrijk vindt dat je niet gevolgd wordt tijdens het internetten, kun je beter geen standaardbrowser als Microsoft Edge en Google Chrome gebruiken. Er zijn verschillende browsers die beweren speciaal te zijn ontworpen om je online sporen zo veel mogelijk te verbergen. In dit artikel bespreken we vier zelfbenoemde privacybrowsers en kijken we of ze hun beloftes waarmaken.

In dit artikel bespreken we Brave, DuckDuckGo, LibreWolf en TOR. Dit zijn alle vier internetbrowsers die ingericht zijn op privacyvriendelijkheid.

Gebruik je toch liever een bekendere browser, maar wil je je online privacy wel zoveel mogelijk waarborgen? In dit artikel bespreken we hoe populaire browsers omgaan met je privacy.

Brave

De op Chromium gebaseerde Brave-browser zorgt er (zonder dat je aan de instellingen hoeft te komen) voor dat de identificeerbare informatie die je browser naar websites en adverteerders stuurt (oftewel je 'fingerprint'), iedere keer weer compleet willekeurig is, zodat je niet betrouwbaar kunt worden geïdentificeerd. Volgens de website Cover Your Tracks worden vrijwel alle trackers geblokkeerd door de browser.

Desondanks vertrouwen sommige gebruikers Brave niet meer, doordat de browser verschillende controverses op zijn naam heeft staan. Zo kwam Brave in 2016 met een (optionele) functie die advertenties op websites blokkeerde, maar vervolgens verving door eigen reclames. Gebruikers kregen dus alsnog advertenties te zien, maar nu streek de browser daar zelf de inkomsten voor op.

Vier jaar later verving Brave zonder het te melden URL's naar sommige cryptosites door affiliatelinks (waar de browser geld mee verdient) en in 2023 kwam de browser in opspraak omdat het zijn VPN-dienst standaard installeerde bij gebruikers. Brave beweert overigens dat dit allemaal fouten betrof en heeft de controversiële veranderingen inmiddels teruggedraaid.

DuckDuckGo

De zelfbenoemde 'Private Browser' DuckDuckGo belooft net als de andere browsers in dit artikel dat je tijdens het surfen niet kan worden getraceerd. Toch scoort de browser op basis van de uitslagen van PrivacyTests.org minder goed dan andere privacybrowsers. Er worden met de standaardinstellingen maar iets meer trackers geblokkeerd en fingerprintgegevens verborgen dan bij reguliere browsers. In een recent onderzoek werd dan ook geconcludeerd dat DDG direct na de installatie 'middelmatige privacybescherming' biedt, terwijl de andere in dit artikel besproken browsers volgens de onderzoekers een hoge mate van privacybescherming bieden. Wel kun je je privacy via de instellingen opkalefateren.

DuckDuckGo maakt (net als veel andere privacybrowsers) standaard gebruik van zijn gelijknamige zoekmachine waarmee je incognito surft. Hoewel de zoekmachine de zoekindex van Microsofts Bing gebruikt, kan Microsoft hierdoor niet zien waar je naar zoekt. Deze zoekdeal met Microsoft zorgde in 2022 wel voor wat controverse, aangezien toen bleek dat DDG hierdoor de trackers van Microsoft niet mocht blokkeren. Kort nadat dit ontdekt werd, liet DuckDuckGo weten dat het de trackers van het bedrijf toch wel gaat blokkeren.

Zere vingers gekregen van je touchpad?

Dan wordt het tijd voor een goede muis!

LibreWolf

LibreWolf is een aangepaste versie van Firefox die standaard een stuk meer privacyfuncties en een robuustere beveiliging biedt. Net als Brave komt de browser feilloos door de trackingtests van PrivacyTests.org heen, al laat je volgens Cover Your Tracks wel nog enkele vingerafdrukgegevens achter in LibreWolf.

Standaard worden alle gebruikersgegevens en cookies gewist na het sluiten van de browser, wat lang niet iedereen handig zal vinden, maar dat kan via de instellingen ongedaan gemaakt worden. Ook zijn de standaardinstellingen mogelijk dusdanig streng dat sommige websites onbruikbaar worden en er andere problemen ontstaan, zoals het niet kunnen inschakelen van de donkere modus. Volgens de ontwikkelaar kun je de meeste problemen verhelpen door de optie Resist Fingerprinting in de instellingen uit te schakelen, maar dat gaat natuurlijk wel ten koste van de privacy.

TOR

Als je écht zo anoniem mogelijk wil internetten, is TOR waarschijnlijk de beste keus. Voordat je een website bezoekt, wordt je 'bezoekaanvraag' eerst door meerdere lagen versleuteling gehaald voordat de pagina in kwestie wordt geladen. TOR anonimiseert alle fingerprints en blokkeert alle reclames en trackingscripts, waardoor het bijna onmogelijk wordt om iemands locatie of identiteit (bijvoorbeeld door middel van het IP-adres) te achterhalen. Niet zo gek, dus, dat TOR de populairste manier is om verborgen .onion-adressen (ook wel het darkweb genoemd) te bezoeken.

Deze verregaande privacyfocus gaat wel ten koste van de gebruiksvriendelijkheid. TOR is merkbaar langzamer dan reguliere browsers, omdat al je verzoeken eerst meerdere keren omgeleid worden zodat je onnavolgbaar blijft. Ook worden alle cookies na iedere sessie standaard gewist, waardoor je telkens met 'schone lei' begint en je veelgebruikte webadressen, inloggegevens en dergelijke steeds weer handmatig moet invullen. Doordat TOR álle trackers blokkeert, functioneert een groot aantal websites bovendien niet goed in deze browser, blijkt uit onderzoek van The Markup.

Lees ook: Hoe gaan populaire browsers om met je privacy?