De levensduur van een televisie: hoe lang gaat je toestel eigenlijk mee?
Wanneer je een nieuwe televisie koopt, denk je waarschijnlijk niet meer na over zaken als beeldkwaliteitsverlies, inbranden en kleurdegradatie. Toch komen deze dingen nog steeds voor, maar dat is wel afhankelijk van het type scherm dat jouw televisie heeft. Welk type tv-scherm kent welke voor- en nadelen?
In dit artikel kom je het volgende te weten:
- Welke schermdefecten er eventueel na verloop van tijd kunnen ontstaan
- Welke type schermen het meest vatbaar zijn voor problemen
- Wat de gemiddelde levensduur van een televisie is
Ook interessant: Geluidsproblemen met je tv? Dit kan er aan de hand zijn
Van lcd tot led, van qled tot mini-led, van qd-old tot oled; er zijn tal van verschillende beeldtechnologieën beschikbaar voor televisies. Niet alleen de beeldkwaliteit kan aanzienlijk verschillen. Beeldtechnologie beïnvloedt ook de levensduur van je televisie. We leggen de belangrijkste verschillen bloot.
Niet alle beeldtechnologie is onderhevig aan dezelfde problemen, al zijn er wel gemeenschappelijke factoren. We nemen de verschillende mogelijke problemen met je door en kijken naar de verschillende beeldtechnologieën waar deze problemen al dan niet bij voorkomen.
Degradatie van de helderheid
Er is weinig aan te doen, maar elk tv-scherm wordt na verloop van tijd donkerder omdat de lichtbron steeds minder licht geeft. Dat is een fenomeen eigen aan nagenoeg alle lichtbronnen, bijvoorbeeld ook bij alle lampen in je huis. Het beïnvloedt de beeldkwaliteit niet meteen heel sterk, maar de daling in helderheid kan na vele jaren wel duidelijk merkbaar zijn. Veel fabrikanten zijn hier overigens open over, zo vertelt Samsung bijvoorbeeld hoe lang je kunt verwachten met een televisie van dat merk te kunnen doen.
Beeldretentie
Sommige schermtechnologie is gevoelig voor ‘image retention’, ofwel beeldretentie. Dit verwijst naar een verschijnsel waarbij een stilstaand beeld dat voor een langere tijd op een scherm is weergegeven, vaag zichtbaar blijft, ook nadat het oorspronkelijke beeld is veranderd of verdwenen. Als je lange tijd naar één zender kijkt, kun je soms nog vaag het logo van die zender zien, zelfs nadat je van kanaal verandert. Dit komt omdat het logo op dezelfde plek blijft staan en daardoor achterblijft op het scherm. Dit kan ook voorkomen bij een bepaald televisie-menu's of bij games waarbij gebruik wordt gemaakt van vaste elementen. Beeldretentie is altijd tijdelijk; na verloop van tijd verdwijnen de plekken weer en stoort het nauwelijks. Beeldretentie is overigens iets anders dan inbranden, zie hieronder.
Inbranden
Wanneer bepaalde beeldelementen permanent in beeld blijven staan, zoals eerder genoemd een logo of een deel van een interface, dan spreken we wél van inbranden. Deze elementen blijven dan altijd zichtbaar, ook wanneer je de tv uitzet en vervolgens weer inschakelt. Afhankelijk van de positie en ernst van het inbranden kan dit het beeld erg nadelig beïnvloeden. Een licht ingebrand logo in een hoek links of rechts bovenaan zal waarschijnlijk niet storen. Maar als zo'n plek in het midden van het scherm zit, stoort het wel degelijk.
Egaliteit
Een scherm veroudert zelden op uniforme wijze. Daardoor is het mogelijk dat je kleine fluctuaties ziet in de uniformiteit of egalisatie van het scherm. Een egaal grijs testpatroon brengt zulke fouten gemakkelijk aan het licht. Maar tenzij het echt om een ernstig geval gaat zul je dat zelden zien bij normaal beeldmateriaal.
LCD (LCD, LED en miniLED)
LCD-tv’s zijn opgebouwd uit twee belangrijke componenten. Het lcd-paneel zelf en de lichtbron (de achtergrondverlichting).
©Petr GANAJ
Het lcd-paneel zelf heeft nagenoeg geen last van veroudering. Inbranden en Image retention komen dan ook nagenoeg niet voor bij lcd-tv's. De meest voorkomende verouderingsverschijnselen hebben vooral te maken met de achtergrondverlichting. Lang geleden bestond de achtergrondverlichting uit dunne buislampen en die verouderden redelijk snel, waardoor niet alleen de helderheid daalde maar ook problemen met de egaliteit van het scherm konden ontstaan. Moderne televisies gebruiken leds als achtergrondverlichting. Daarom spreken we vaak van led-tv's, maar technisch gezien zijn het nog steeds lcd-tv's.
Die leds gaan veel langer mee, maar de helderheid zal nog steeds afnemen na verloop van tijd. Afhankelijk van het type achtergrondverlichting kan het effect wel variëren. In een Direct-lit of Edge-lit tv zitten een beperkt aantal leds in de achtergrondverlichting. Als één zo’n led sneller veroudert, dan zal dat de uniformiteit duidelijk beïnvloeden. Als de lens van zo’n led af valt (ja, dat kan ook gebeuren), heb je een heldere vlek in beeld. Bij Full Array-achtergrondverlichtingen is de veroudering beter gespreid over meerdere leds. Dat is zeker het geval bij miniLED-tv’s (die nog meer, kleinere leds gebruiken), waardoor de impact op uniformiteit kleiner is.
QLED
Een qled-tv is eigenlijk gewoon een lcd-tv. In de achtergrondverlichting gebruikt hij leds, samen met Quantum Dot-materiaal (in de vorm van een film). Dat Quantum Dot-materiaal heeft geen of weinig last van veroudering. De mogelijk problemen zijn dus dezelfde als bij andere lcd-tv’s. Quantum dot-tv’s hebben geen last van beeldretentie of inbranden.
©Leo | stock.adobe.com
OLED
Bij een tv met oled-scherm is elke pixel zijn eigen lichtbron. Het organische, lichtgevende materiaal degradeert over tijd. oled-schermen zijn gevoelig aan image retention en inbranden. Dat wordt veroorzaakt door statische afbeeldingen gedurende lange tijd weer te geven, zoals logo’s of elementen van een gebruiksinterface. Het gebruik van nieuwe materialen en verschillende technieken om inbranden te voorkomen, zoals pixel shifting, screensavers, en opschooncycli hebben het risico over de loop der jaren wel sterk verminderd.
Bij recente modellen, televisies van maximaal drie jaar oud, is het risico klein. Het oled-materiaal verliest zoals elke lichtbron over verloop van tijd helderheid, en kan ook lichte kleurwijzigingen ondergaan omdat de verschillende kleuren oled-materiaal aan verschillend tempo verouderen.
©Eric Beeckmans
QD-OLED
QD-OLED-schermen gebruiken een combinatie van oled en Quantum Dot-materiaal. Het grootste risico is inbranden, net zoals bij oled-schermen. Voorlopige testen lijken uit te wijzen dat qd-oled gevoeliger is voor inbranden dan oled. De vermoedelijke reden is dat oled-schermen in tv over vier subpixels beschikken (wit, rood, groen en blauw) terwijl QD-OLED slechts drie subpixels gebruiken (rood, groen en blauw). OLED-schermen kunnen de veroudering dus spreiden over meer subpixels, waardoor die langer meegaan. QD-OLED is nog vrij nieuw, dus vermoedelijk is daar nog veel verbetering mogelijk. Uiteraard verliest het ook licht over verloop van tijd, maar het risico op kleurverschuivingen is geringer.
©Eric Beeckmans
De levensduur in het algemeen
De levensduur van een moderne tv is erg lang, cijfers variëren tussen de 30.000 tot 60.000 uur of meer als richtlijn. Maar zelfs met 30.000 uur kun je omgerekend 20 jaar lang vier uur per dag televisie kijken voordat het scherm ten einde is. Let er wel op dat dit niet betekent dat je al die uren dezelfde prestaties behoudt. Want, zoals gezegd daalt de helderheid gestaag na verloop van tijd en, afhankelijk van de technologie, kun je (beperkte) egaliteitsproblemen tegenkomen.
Bij oled en qd-oled-schermen is het vooral zaak om statische afbeeldingen niet gedurende lange tijd op het scherm te laten staan om het risico op inbranden te minimaliseren. Wanneer dat toch gebeurt, (bijvoorbeeld bij een demo-tv in een winkel), kies dan liever een van de vele types lcd-tv. Zet oled-tv’s verder ook in de stand-by, schakel ze niet volledig uit. Zo kan de tv zijn opschooncycli doen terwijl je niet kijkt. Ook dat beperkt het risico op inbranden.