ID.nl logo
Zo kalibreer je eenvoudig je nieuwe televisie
© PXimport
Huis

Zo kalibreer je eenvoudig je nieuwe televisie

Bij het uitpakken en neerzetten van je prachtige nieuwe televisie komt het woord kalibratie waarschijnlijk niet direct in je op. Maar de standaardinstellingen zijn mogelijk niet ideaal, dus de juiste kalibratie is van groot belang om een goed beeld te krijgen. Deze simpele stappen helpen je daarbij.

Stel je apparaat in op de thuismodus

Wanneer je je televisie voor de eerste keer aanzet, kun je de vraag krijgen of je van plan bent om hem thuis of in een winkel te gebruiken. Kies de thuismodus. De winkelmodus is bedoeld om een zo helder mogelijk beeld te produceren, zodat het apparaat in een etalage vol televisies de aandacht van kopers trekt. In de winkelmodus is het beeld niet accuraat - en de helderheid staat zo hoog ingesteld dat je elektriciteitsrekening waarschijnlijk ook omhoog gaat.

Als je de TV per ongeluk op de winkelmodus hebt ingesteld moet je even in de handleiding kijken om uit te zoeken hoe je de winkelmodus uit kunt schakelen of hoe je de eerste setup opnieuw kunt doorlopen.

De juiste beeldmodus

Een van de eenvoudigste manieren om de beeldkwaliteit van je TV te verbeteren is de juiste beeldmodus in te stellen. Standaard is de beeldmodus ingesteld als Standard of Normal - wat meestal geen goede representatie van de oorspronkelijke content is. In het menu van de TV zou je uit veel opties moeten kunnen kiezen, waaronder modi zoals Game, Sports, Dynamic, Vivid, Movie, Cinema, THX, en ISF Expert. Elke modus zal de instellingen aanpassen op een manier die de fabrikant passend vindt voor elk type content.

©PXimport

Allereerst iets over kleurtemperatuur en waarom je bepaalde beeldmodi wel moet kiezen en andere niet. Je kunt de kleurtemperatuur het beste instellen op 6504K (D65 in het kort). Voor televisies is D65 de meest gebruikte norm die is bepaald door de non-profit International Commission on Illumination (bekend onder het Franse acroniem CIE), die vastgesteld heeft dat daglicht een temperatuur van 6504 graden Kelvin heeft.

Wanneer je naar de schaal van Kelvin kijkt, produceren warmere kleuren (lagere getallen) roodachtige tinten, terwijl koelere kleuren (hogere getallen) blauwere tinten produceren. Als je je TV instelt op D65 krijg je de juiste kleurtemperatuur om content accuraat weer te geven en waarbij de kleuren getrouw zijn aan die van het bronmateriaal, zoals het bedoeld is.

Onze vele tests van HDTV's, hebben ons geleerd dat bepaalde modi noodzakelijk zijn om D65 te kunnen bereiken.

- ISF of THX modus: Gebruik als dat kan eerst één van deze modi. Als de modus beschikbaar is, betekent dit dat de fabrikant samengewerkt heeft met de ISF (Imaging Science Foundation) of THX om de TV te certificeren met de ISF of THX standaarden. Deze modi brengen je het dichtst in de buurt bij 6504K.

- Movie of Cinema modus: Als je set geen gecertificeerde modi van ISF of THX heeft, kies dan één van de filmmodi. Deze zijn niet precies 6504K, maar ze komen er redelijk bij in de buurt.

Vermijd instellingen zoals Vivid en Dynamic, die een zeer helder en levendig beeld produceren, maar ook voor een blauwig, onnatuurlijk effect kunnen zorgen. Ze kunnen bovendien de levensduur van je TV verkorten.

Als je eenmaal de beeldmodus hebt aangepast moet je je ogen even de tijd geven om aan de nieuwe instellingen te wennen. De kans is groot dat je aanvankelijk vindt dat het beeld te geel of te rood is. Dat komt gewoonweg doordat je gewend bent aan modi met een hogere temperatuur, die er blauwer uitzien.

Nog steeds niet tevreden?

Het veranderen van de beeldmodus is een goede eerste stap, maar voor sommige mensen is het resulterende beeld te donker of heeft het te weinig contrast. In mijn ervaring kunnen de ISF, THX, en filmmodi het beste gebruikt worden in volledige duisternis. Dat is geweldig wanneer je met alle lampen uit naar een film kijkt, maar in de meeste gevallen zul je TV kijken met enige verlichting of met de gordijnen open. Je kunt het beeld corrigeren door de helderheid, het contrast en de achtergrondverlichting aan te passen.

Stel je TV omgeving in: Voordat je iets verandert, bedenk dat zowel de omgeving als het tijdstip de beeldkwaliteit zullen beïnvloeden. Als je meestal na het werk TV kijkt, laten we zeggen tussen 18:00 en 22:00 uur, kalibreer je set dan rond die tijd. Als je met de lichten aan TV kijkt, pas de verlichting dan aan zodat deze overeenkomt met de verlichting die je hebt tijdens het TV kijken.

De helderheid aanpassen: De helderheidsbediening stelt het zwartniveau van je TV in. Dit bepaalt hoeveel detail je in donkere delen kunt zien. Als je de helderheid te laag instelt zullen grotten pikzwart zijn, donker haar zal geen detail hebben, en zwarte kleden zal geen textuur hebben. Als je de helderheid te hoog instelt zullen donkere gedeeltes grijs en uitgewassen lijken.

©PXimport

Een goede manier om de helderheid in te stellen is een scène te vinden in een film of TV-serie die echt donker is, of waarin iemand zwarte kleding draagt. Eén van mijn favoriete scènes hiervoor komt van de Blu-ray disk van The Dark Knight, hoofdstuk 9. De scène is een cocktailparty waarin iedereen een pak draagt. Als je de film pauzeert tijdens een close-up van één van de zwarte pakken, kun je de helderheid van de TV aanpassen, beginnend met de laagste instelling. Ga omhoog totdat je een beetje detail kunt zien, maar zorg dat het pak niet grijs lijkt.

Het contrast aanpassen: De contrastbediening is het tegenovergestelde van die voor de helderheid, aangezien deze het witniveau in het beeld aanpast. Staat het contrast te laag ingesteld, dan lijkt het beeld vaal en saai. Stel je het contrast te hoog in, dan verliezen wolken al hun definitie en zien ze eruit als witte vlekken, en witte kleding of sneeuwscènes missen detail. Probeer een scène met sneeuw, zoals eentje op Hoth in The Empire Strikes Back of in de nieuwe Star Trek van J.J. Abrams uit 2009. Begin met het contrast op de maximale instelling, en ga omlaag totdat je de details in de sneeuw kunt zien.

©PXimport

De achtergrondverlichting aanpassen: Als je eenmaal de helderheid en het contrast goed hebt ingesteld, laat deze dan verder zitten en pas in plaats daarvan de instellingen voor de achtergrondverlichting aan. Als je de achtergrondverlichting verandert zullen het contrast en de helderheid mee veranderen, dus je kunt het detail in zowel de donkere als de lichtere delen van het beeld behouden. Als je nu alleen het contrast zou aanpassen, zou het beeld er goed uitzien in de witte gedeeltes, maar de helderheid zou te donker zijn om iets te kunnen zien - tenzij je deze ook aanpast. Plus, hoe meer je met de helderheid en het contrast in de weer gaat, hoe groter de kans dat je een slechter resultaat krijgt dan toen je begon.

Hoe zit het met kleur, tint en scherpte? Om deze drie instellingen aan te passen heb je een testpatroon en kleurfilters nodig. Als je denkt dat de kleurverzadiging te hoog is, huidskleuren niet juist zijn, of de tekst niet scherp genoeg is, kun je de gratis testpatronen van AVSForum proberen. Het forum biedt ook instructies over hoe je de patronen op een schijfje kunt branden, plus een PDF waarin beschreven wordt hoe je ze moet gebruiken. Je zult een blauwe kleurfilter moeten kopen om de kleur en tint aan te passen.

Koop een kalibratieschijf

Als je nog uitgebreider met de instellingen aan de gang wilt, of als je geen aparte kleurfilter wilt kopen of testpatronen wilt branden, dan kun je voor zo'n 35 euro een kalibratie Blu-ray disk kopen.

©PXimport

In het lab hebben we Joe Kane's Digital Video Essentials HD Basics (40 Amerikaanse dollar op Amazon), gebruikt, die geweldig werkte voor het aanpassen van vijf basisinstellingen (helderheid, contrast, tint, kleur, en scherpte). De schijf bevat uitleg bij elke test, RGB kleurfilters, en alle testpatronen die nodig zijn om elke instelling correct aan te passen. THX maakt een vergelijkbare kalibratieschijf die we ook gebruikt hebben, maar deze is alleen beschikbaar voor studenten die deelnemen aan hun trainingscursussen.

Houd alles bij

Nadat je klaar bent met kalibreren, zorg dat je je nieuwe instellingen noteert. Sommige TV's slaan je instellingen alleen op voor de input die je gebruikt hebt voor het kalibreren (HDMI 1, bijvoorbeeld). Misschien wil je de kalibratieinstellingen toepassen op andere inputs die je wilt gebruiken, dus schrijf ze ergens op. Als een firmware update van je TV je eigen instellingen wist, kun je ze zo opnieuw invoeren als je ze ergens genoteerd hebt. Ten slotte, als je een TV hebt met een kleurmanagementsysteem en witbalans aanpassingen, speel daar dan niet mee tenzij je de juiste software en kalibratie apparatuur hebt.

Dit is een vrij vertaald artikel van onze Amerikaanse zustersite TechHive.com. Beschreven termen, handelingen en instellingen kunnen regio gebonden zijn.

▼ Volgende artikel
Laptop met Windows 11? Zo doe je langer met de accu
© ID.nl
Huis

Laptop met Windows 11? Zo doe je langer met de accu

Windows 11 24H2 heeft een energiestand die laptops zuiniger laat omgaan met stroom. Daardoor kun je er én langer op doorwerken én verleng je de levensduur van de accu. Hoe je dat instelt, lees je in dit artikel.

Langer met je laptop werken?

💻 Stel Batterijbesparing in 💻 Kies voor automatisch overschakelen of kies voor handmatig 💻 Inschakelen via Snelle instellingen

Lees ook: Zo kies je een energiezuinige computer, laptop en tablet

Batterijbesparing

Op 1 oktober 2024 verscheen Windows 11 24H2. Heb je Windows 11, dan is de kans dus groot dat je deze versie inmiddels hebt draaien. Mooi, want dan kun je deze nieuwe functie (die gebaseerd is op de oude functie Batterijbesparing en de Energiemodus) gebruiken.

Zodra je de functie inschakelt, kiest Windows 11 automatisch de zuinigste energiestand. Dat betekent dat visuele effecten zoals transparantie verdwijnen en sommige achtergrondprocessen worden gepauzeerd. Ook de schermhelderheid gaat omlaag, omdat juist dat onderdeel vaak de grootste stroomverbruiker is.

Op laptops open je met Windows-toets+I de Instellingen. Dan klik je op Systeem en vervolgens open je het onderdeel Aan/uit en accu. Daarna gebruik je in het onderdeel Batterij de optie Batterijbesparing.

Hier wordt de batterijbesparing automatisch actief vanaf 20 procent accuduur.

Je kiest zelf: automatisch of handmatig

Je kunt nu kiezen tussen twee opties. Je kunt een batterijpercentage ingeven waarop de energiebesparende functie automatisch wordt ingeschakeld, bijvoorbeeld bij 20%. Maar je kunt er ook voor kiezen de Batterijbesparingsmodus handmatig in te schakelen. Let op: je kunt deze schakelaar alleen maar activeren wanneer je laptop niet aan het stroomnet hangt. Zet ook de schakelaar aan bij De helderheid van het scherm verlagen wanneer batterijbesparing wordt gebruikt. Zodra je deze stappen hebt gezet, wordt de energiebesparende functie ingeschakeld op basis van de configuratie.

Je kunt de batterijbesparing ook handmatig inschakelen.

Laptop (toch) leeg, maar geen oplaadkabel bij je?

Een powerbank voor je laptop biedt uitkomst!

Via Snelle instellingen

Om Energiebesparing in te schakelen op een laptop die aan de stroom hangt, open je de Instellingen. Daarna ga je via Systeem naar Energie- slaap- en batterij-instellingen. Klik op de instelling Energiebesparing en dan kun je de schakelaar Altijd energiebesparing gebruiken.

Sowieso kun je de functie handmatig inschakelen via het uitklapmenu Snelle instellingen. Dat kan door op de netwerk- en volumepictogrammen te klikken of door de sneltoets Windows-toets+A te gebruiken en daarna de knop Energiebesparing in te schakelen. In het systeemvak zie je dat de energiebesparende functie is ingeschakeld als het pictogram van de batterij is veranderd in een pictogram van een batterij met een blaadje.

In de Snelle instellingen kun je de batterijbesparing ook handmatig aanzetten.

▼ Volgende artikel
Welk vulgewicht past bij jouw wasmachine? Zo kies je slim!
© Evgeny Atamanenko
Huis

Welk vulgewicht past bij jouw wasmachine? Zo kies je slim!

Sta je op het punt een nieuwe wasmachine aan te schaffen? Dan is het vulgewicht een van de belangrijkste dingen om op te letten. Het bepaalt hoeveel kilo wasgoed je per keer kunt wassen – en dat heeft direct invloed op je water- en energieverbruik. Maar hoe weet je nu welk vulgewicht het best bij jouw huishouden past?

Het vulgewicht van een wasmachine bepaalt hoeveel was je in één keer kunt wassen. Met dit artikel helpen we je het ideale vulgewicht voor jouw situatie te bepalen. Dit artikel geeft antwoord op de volgende vragen:

  • Hoe beïnvloeden je huidige wasgewoontes de keuze van het vulgewicht?
  • Welke rol speelt de grootte van je huishouden bij het bepalen van het ideale vulgewicht?
  • Wat zijn de voor- en nadelen van een wasmachine met een groot vulgewicht?

Lees ook: Waar voor je geld: 5 wasmachines voor grote gezinnen

Begin met een blik op je eigen wasgedrag. Hoeveel draai je gemiddeld per week? Als je huidige machine een weegfunctie heeft, kun je het makkelijk meten: verzamel een typische lading vuile was, stop die in de trommel en lees het gewicht af. Tel er zo'n 2 kilo bij op en je hebt een aardig idee van wat jouw ideale vulgewicht zou zijn.

Geen weegfunctie? Geen probleem. Doe de was in een wasmand of zak, ga eerst zonder en daarna mét zak op de weegschaal staan. Het verschil is je lading wasgoed. Ook zonder machine kun je zo vrij nauwkeurig inschatten wat je nodig hebt.

Heb je nog geen wasmachine, dan helpt het om even stil te staan bij hoeveel was je ongeveer verwacht te draaien. Denk aan kleding, handdoeken en beddengoed, maar ook aan dekens, sportkleding of gordijnen.

Grootte van je gezin = leidraad

Een belangrijk uitgangspunt is het aantal mensen binnen je huishouden. Voor een één- of tweepersoonshuishouden is een machine met 7 kilo inhoud meestal voldoende. Bij gezinnen van drie of vier personen is 7 tot 9 kilo vaak ideaal. Heb je een groot gezin of was je vaak grote stukken textiel, zoals dekbedden? Dan is een wasmachine met 9 kilo of meer het overwegen waard.

Grootte van het huishoudenAanbevolen vulgewicht
1-2 personentot 7 kilogram
3-4 personen7-9 kilogram
5 personen of meer9 kilogram of meer

Groter is niet altijd beter

Toch is het niet altijd slim om meteen voor het grootste model te gaan. Een wasmachine die je zelden helemaal vult, verbruikt relatief veel energie en water, ook al zijn moderne machines behoorlijk zuinig. Bovendien nemen grotere modellen meer ruimte in én zijn ze vaak zwaarder. Kies dus vooral een maat die past bij je dagelijkse gebruik; dat is uiteindelijk het meest efficiënt.

©Pasta Design

Lees ook: Waar voor je geld: 5 betaalbare wasmachines voor kleine huishoudens

Altijd een volle trommel

Om zo veel mogelijk uit je wasmachine te halen, is het verstandig om altijd te wachten tot je een volle trommel hebt. Ja, de meeste nieuwe machines hebben sensoren die de hoeveelheid was detecteren en daar hun verbruik op aanpassen. Maar echt besparen doe je pas als je minder vaak hoeft te wassen. Volle trommel = minder beurten = lagere kosten én een langere levensduur voor je apparaat.

Samengevat: kies bewust, was slim

Het ideale vulgewicht hangt dus sterk af van jouw persoonlijke situatie: hoe je woont, met wie en hoe vaak je wast. De tips hierboven helpen je op weg. Zit je toch nog te twijfelen tussen twee formaten? Dan is het meestal veiliger om net iets ruimer te kiezen – handig voor als je situatie verandert. En vergeet niet: hoe beter je je wasmachine benut, hoe meer je eruit haalt.