ID.nl logo
Beter geluid in huis: 10 tips om je speakers goed neer te zetten
© Focal
Huis

Beter geluid in huis: 10 tips om je speakers goed neer te zetten

Luidsprekers zijn soms lastig te plaatsen. Het geluid verandert namelijk sterk afhankelijk van hoe en waar je ze neerzet. Tijd voor een paar tips om het beste geluid uit je speakers te halen!

🔈 Je wilt naar muziek luisteren en daarom koop je een paar speakers. Misschien een of twee draadloze luidsprekers van een merk als Sonos of JBL. Of misschien kies je voor een traditioneler systeem met losse speakers en een versterker. Maar dan gebeurt er iets raars. Je kiest voor iets dat je in een winkel of bij een vriend hoorde en goed vond klinken. In jouw woonkamer is het geluid echter helemaal anders: heel vlak en saai. Of juist met bassen die veel luider klinken. Of er is helemaal geen 3D-gevoel. Hoe kan dat beter? Dat leggen we in dit artikel uit.

Er zijn veel soorten luidsprekers: soundbars, draadloze speakers en klassieke hifi-luidspeakers. Bovendien bestaan ze in verschillende afmetingen en met uiteenlopende designs. Dat maakt dat sommige tips die je hieronder vindt relevant zijn voor bepaalde van die speakers, maar niet voor andere. Experimenteren helpt om de beste resultaten te krijgen.

1. Kies voor een stereodriehoek

Gaat het om een paar luidsprekers? Volg dan het principe van de stereodriehoek. Dat wil zeggen dat je qua plaatsing gaat voor een gelijkzijdige driehoek, waarbij de speakers elk in een punt staan en de bank in het derde punt. Kan die ideale opstelling niet en staat één speaker dichter bij jou? Gebruik dan de balans-knop om de speaker die verder weg staat luider te laten spelen.   

©Magnat

Probeer een stereodriehoek te maken. Lukt dat niet? Speel dan met de balans-knop om het geluid van beide speakers 'gelijk te trekken'.

2. Zoek naar het juiste detailniveau

Eenvoudig gezegd verspreidt een speaker geluid zoals een lamp licht verspreidt. Plaats je een lamp goed, dan verlicht hij de ruimte optimaal. Zo werkt het ook met een speaker: zet je hem goed neer, dan klinkt het geluid het beste. Vooral hoge frequenties met het fijne detail worden met een smalle ‘lichtbundel’ verspreid. Door luidsprekers naar je toe te draaien zodat de voorkant recht op je oren wijst, win je dus detail. Omgekeerd: als het geluid te fel klinkt, kan een beetje wegdraaien het geluid wat aangenamer maken. Het nadeel van dit ‘indraaien’ is dat de plaats waar de klank optimaal is (de sweet spot) kleiner wordt. Dat is minder fijn als heel het gezin wil meegenieten.

Sommige luidsprekers zijn echt ontworpen om vlak tegen de muur te staan. De meeste draadloze speakers en bepaalde traditionele luidsprekers (zoals van het merk DALI) mag je niet indraaien.

3. Vind de juiste afstand van de muur

Draadloze speakers, soundbars en sommige hifi-speakers hebben aan de achterzijde een opening. Dit is een baspoort, die dient om diepere lage tonen mogelijk te maken. Als de afstand tussen de achterkant van de poort en de muur te klein is, krijg je gauw wollige, rommelige bassen. Een speaker iets verder van een muur plaatsen zal muziek strakker maken, wat bijvoorbeeld bij klassiek of elektronische genres wel fijn is.

Een fabrikant zal vaak aangeven wat de minimumafstand is – reken op minstens 50 cm. In de doos van duurdere speakers vind je vaak een prop die je in de baspoort kunt stoppen. Je verliest dan wel wat diepe bassen, maar je kunt de speaker dan wel dichter bij de muur parkeren.

4. Voorkom overheersende luide bassen

Het voornaamste probleem met bassen wordt veroorzaakt door zogenaamde staande golven. Dat wil zeggen dat een bepaalde bastoon veel luider klinkt dan andere tonen. Daardoor wordt bijvoorbeeld spraak onduidelijker of klinkt het bij actiescènes opeens te hard. Je ervaart het ook vaak op een bepaalde plaats in de ruimte. Je huisgenoot die een meter verder zit, heeft er geen last van. Het kan zelfs zijn dat voor hem of haar er net heel weinig bas is.

Staande golven kun je vaak oplossen door speakers elders in de kamer te plaatsen. Enkele tientallen centimeters maken al een verschil. 

Sommige soundbars, draadloze speakers en AV-receivers hebben een zogenaamde kalibratiefunctie die onder andere staande golven wegwerkt. Trueplay bij Sonos of SpaceFit bij Samsung bijvoorbeeld, met Dirac als bekendste high-endoplossing bij merken als Denon en Onkyo.

5. Pak reflecties aan

Muziek of tv-geluid uit een speaker komt direct bij je binnen, maar ook via reflecties. Klinkt het fel of hard, dan kan het nuttig zijn om te kijken naar de punten halverwege de route tussen de speaker en je oren. Bevindt zich daar in de buurt bijvoorbeeld een raam of een glazen deur? Experimenteer door op die plek even een kussen of een kamerplant te parkeren. Merk je verschil? Dan zit daar het probleem. Ook hier kan het helpen de speakers wat te verdraaien, zodat het reflectiepunt zich verplaatst naar een punt dat minder hard is.

Akoestische panelen (o.a. verkrijgbaar bij Bol) kunnen helpen om een kamer minder fel te doen klinken. Maar pas op met zomaar overal panelen te plaatsen. Als alle reflecties weg zijn, krijg je een heel doodse klank.

©Canton

Gordijnen kunnen harde reflecties verminderen.

6. Kijk naar de vloer

Ook een vloer en het plafond kunnen de klankkwaliteit negatief beïnvloeden. Aan een plafond kun je vaak weinig doen, al bestaan er wel oplossingen (zoals daar akoestische panelen ophangen ). De vloer is makkelijker aan te pakken. Een tegelvloer met een mat bedekken bijvoorbeeld kan fel geluid al oorvriendelijker maken. Het kan ook zorgen dat er minder geluid doorsijpelt naar de verdieping lager.  Je moet wel voorzichtig te werk gaan. Een heel dik tapijt kan alle fijne details opslorpen. 

7. Zet speakers symmetrisch rond de tv

Gebruik je stereospeakers bij je televisie? Zorg dan dat ze symmetrisch links en rechts van het scherm staan. Zo zorg je ervoor dat spraak uit het beeldscherm lijkt te komen. In dit scenario is het ook slim om de speakers niet al te laag of hoog ten opzichte van het tv-scherm te plaatsen.

Ook interessant: Dit is de ideale positie van je soundbar

8. Positioneer speakers op oorhoogte

Een speaker op de grond plaatsen kan soms handig zijn, maar het is niet ideaal qua geluidskwaliteit. Ook heel hoog boven op een kast is niet de beste plek. Bijna alle speakers klinken het best en leveren het mooiste detail als de tweeter op oorhoogte staat. Werk je met twee speakers? Dan is het wenselijk dat ze op dezelfde hoogte staan. Anders krijg je bij liedjes met uitgesproken stereo-effecten een heel gek effect. 

Door stands te gebruiken, kun je kleine speakers op de juiste hoogte neerzetten of ophangen. Sommige modellen kun je met een beugel rechtstreeks op de muur bevestigen.

©PSB Speakers

Zorg dat je speakers op de juiste hoogte staan.

9. Kies het juiste formaat

Het formaat van een speaker is een belangrijk iets om rekening mee te houden, zowel voor je interieur als voor de geluidskwaliteit. Een vuistregel die je mag hanteren is dat een kleine speaker beter past in een kleine ruimte (circa 20 m² en kleiner). Volgt daaruit dan dat een grote speaker beter is in een grote kamer? Ja, maar: je kunt kleine speakers ook aanvullen met een subwoofer als je dat wenst. 

De voornaamste reden is dat een grote speaker diepere bastonen produceert die sneller een probleem opleveren in een kleine kamer. Kleinere speakers zijn doorgaans ook ontworpen om goed klinken als je dichterbij zit, terwijl je vaak drie meter of meer van grote speaker(s) moet zitten. 

Moet een speaker een meter of minder van je staan? Kies dan voor een luidspreker die geschikt is voor nearfield-listening. Modellen met een zogenaamde coaxiale driver zijn hier doorgaans goed voor geschikt. Ook studiomonitors kun je op korte afstand beluisteren.

10. Haal er een subwoofer erbij

Kleine speakers kunnen geen heel lage bassen produceren. Grote speakers kunnen dat doorgaans weer wel, maar kunnen wel snel basproblemen opleveren (zie tip 4). Een subwoofer toevoegen kan een oplossing leveren. Zo’n sub kan hele diepe bassen leveren en kun je makkelijk op een plaats zetten waar je minder basproblemen krijgt.

©SVS

Een kleine subwoofer kan subtiel in de kamer staan.

Bij traditionele hifi-speakers is een sub toevoegen makkelijk met een versterker die beschikt over een sub-uitgang. De meeste multiroom-speakers, zoals van Sonos of HEOS, kun je met een draadloze subwoofer uitbreiden. Plaats de sub bij voorkeur in de buurt van de speakers en regel hem met zijn volumeknop niet te hoog in – je mag de subwoofer eigenlijk niet als een apart toestel horen. Een subwoofer met app-bediening en kalibratiefunctie is op dat vlak wel handig. 

Machtig mooie hifi-speakers

Een lust voor het oor (én oog!)

Powered by Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen