ID.nl logo
Helpt een smartwatch je gezonder te leven?
© Reshift Digital
Gezond leven

Helpt een smartwatch je gezonder te leven?

Door de coronacrisis zijn veel meer mensen zich bewust van hun gezondheid. En daar spelen fabrikanten als Apple, Samsung, Fitbit en Polar slim op in met een nieuwe reeks horloges die van allerlei metingen kunnen doen om jouw gezondheid te peilen. Hoe meten deze wearables zaken als beweging en hartslag en hoe helpen deze data je dan precies? En natuurlijk de hamvraag: helpt een smartwatch je daadwerkelijk om gezonder te leven?

Het bestaansrecht van smartwatches is altijd een lastig punt geweest, met name omdat veel functionaliteit gezocht werd in zaken die een smartphone ook kan. Meldingen synchroniseren, entree-qr-codes tonen, navigeren, weersinformatie weergeven ... Het is allemaal heel handig, maar met dit soort functies weet geen smartwatch zich onmisbaar te maken. Op één gebied na: beweging en gezondheid. Een smartwatch draag je continu op je lichaam, wat mogelijkheden biedt je beweging nauwkeurig bij te houden en met sensoren allerlei lichaamsfuncties, zoals je hartslag, te meten. Hiermee hebben de makers van smartwatches (en fitnessarmbandjes) hun meerwaarde gevonden. 

Dat maakt wel dat de ontwikkelingen van wearables vrijwel alleen maar op het gebied van sportiviteit en gezondheid plaatsvinden. Met betere sensoren worden de metingen nauwkeuriger, slimme algoritmes herkennen activiteiten en coachen je om optimaal te presteren en gps-chips leggen nauwkeurig je route vast of je nu zwemt, roeit, wandelt, hardloopt of fietst. Onderweg even een AA’tje meepikken? Dat reken je contactloos af met je horloge. En bij de kassa pauzeer je even gemakkelijk via je horloge de muziek die uit je bluetooth-oortjes komt. Kortom, tijdens activiteiten zorgt een smartwatch er nu zelfs voor dat je je smartphone niet eens meer nodig hebt. 

©PXimport

Beweging en gezondheid zijn de gebieden waarop een smartwatch zijn meerwaarde bewijst.

-

Van ver gekomen

Het duurde even voordat fabrikanten doorhadden dat de sleutel voor smartwatches bij beweging en gezondheid lag. Daarna zijn de ontwikkelingen snel gegaan, qua algoritmes, nauwkeurige metingen en functies. Zo is het zelfs al mogelijk om hartfilmpjes (ecg’s) te maken, je bloedzuurstofwaarde te meten en is er zelfs al een smartwatch op de redactie geweest waarover werd geclaimd dat deze je bloeddruk kon meten. Ten onrechte overigens. Zelfs zonder medische achtergrond konden we op de redactie al vaststellen dat er geen zinnige waardes gemeten werden én dat het een wonder was dat alle redacteuren überhaupt nog in leven waren. Maar wie goed zoekt, kan wel degelijk apparatuur vinden die wellicht betere metingen maakt (al dan niet na ijking met een echte bloeddrukmeter), zoals de Omron Blood Pressure Watch. Samsung claimt dat zijn laatste horloges eveneens je bloedruk kunnen meten. 

©PXimport

Tijd voor gezondheid

Hoewel de ontwikkelingen op gezondheidsgebied al jaren aan de gang zijn, was 2020 natuurlijk hét jaar voor fabrikanten om hun smartwatches aan te prijzen. De pandemie zorgde ervoor dat het in de gaten houden van je gezondheid meer dan ooit leefde, wat natuurlijk enorme kansen bood voor smartwatchfabrikanten. Neem Fitbit als voorbeeld, dat in het voorjaar de Fitbit Sense lanceerde, die meer dan ooit inspeelde op gezondheid. Naast het maken van hartfilmpjes en het meten van de bloedzuurstofwaarde, kan de smartwatch ook je huidtemperatuur meten. Los van de vraag of deze functionaliteit ook naar behoren werkt, is het natuurlijk enorm slim ingespeeld op de situatie. Want een van de symptomen van Covid19 is koorts. En niet geheel toevallig is deze functie alleen verkrijgbaar op dit  horloge, de duurste die Fitbit aanbiedt (329 euro). Overigens nog altijd een stuk goedkoper dan het alternatief waar Fitbit niet subtiel van spiekt: de Apple Watch, waarvan de zevende generatie zo’n 400 euro kost. Kortom, gezondheid lijkt de nieuwe melkkoe voor smartwatchfabrikanten te zijn. En daar is overigens niets mis mee. Maar hiermee zijn we nog niet dichter bij een antwoord op de vraag gekomen die ik in het intro stelde: Helpt een smartwatch je daadwerkelijk gezonder en actiever te leven? Om hier wat zinnigs over te kunnen zeggen, moeten we eerst kijken naar de technologie van deze draagbare apparaatjes.

©PXimport

Hoe werkt de meting van een smartwatch?

Bij wearables zijn er vooral vergaande ontwikkelingen op het gebied van hartslagmeting. Wanneer je de binnenkant van je smartwatch of fitnessbandje bekijkt, zie je een knipperlichtje. Meestal is deze groenkleurig, maar het komt ook weleens voor dat dit een rood lampje is. Dit is de sensor die de hartslag meet. Pieter Hélin legt namens sporthorlogefabrikant Polar de werking van hartslagmeting via deze lampjes graag uit: “De led emittors sturen een lichtsignaal door de bovenste huidlaag. De reflectie van dit signaal wordt opgevangen aan de hand van kleine receptoren die naast de ledsensoren geplaatst zijn. Via de ledsensoren wordt een zogeheten PPG (Photoplethsymogram) weergeven. In deze weergave worden de bloeddoorstromingen in je microvasculaire bloedvaten getoond. Gebaseerd op deze reflectie wordt het aantal hartslagen per minuut berekend.” Intussen zijn het aantal ledjes op de smartwatch toegenomen, om zo nauwkeuriger te kunnen meten. Een sporthorloge kan namelijk het contact met de huid verliezen, met name gedurende beweging. Hélin: “Ondertussen is de Polar-technologie geëvolueerd naar tien ledlichtjes in verschillende kleuren en meerdere receptoren. Met de verschillende kleuren kunnen op verschillende niveaus bloeddoorstromingen gemeten worden. Dit verhoogt de meetnauwkeurigheid aanzienlijk.”

De hartslagmeting via ledlichtjes op de huid is vooral in opkomst dankzij wearables, maar ook door Samsung-smartphones, die jarenlang aan de achterzijde over een hartslagmeter beschikten waarmee een momentopname van je hartslag gemaakt kon worden. Een doorlopende meting is echter wat van echte waarde lijkt te zijn om wat zinnigs te kunnen zeggen over de hartgezondheid of om stoornissen te kunnen detecteren. Tot voorheen gebeurde dit soort metingen vaak via medische en sportapparatuur die de elektrische activiteit van het hart meten. Zo krijgen sporters nog altijd een borstband om tijdens inspanningen en dragen (mogelijke) hartpatiënten een holtermonitor met zich mee; een klein kastje dat je aan je riem draagt en in verbinding staat met op het lichaam geplakte sensoren. Deze holters worden vaak één à twee dagen gedragen om zo een nauwkeurige hartfilm (ecg) te kunnen maken die door de arts kan worden uitgelezen om een eventuele hartritmestoornis vast te stellen.

Saturatiemeter 

De Apple Watch heeft sinds series 6 ook een saturatiemeter, waarmee je het zuurstofgehalte in je bloed kunt meten. Dit geeft een beter beeld van je conditie en gezondheid. Hoe je de saturatiemeter instelt, leggen we uit in dit artikel.

©PXimport

Activiteitsmeting

Wanneer je begint met sporten, hoef je je smartwatch niet aan te zetten. Wearables zijn in staat te meten wanneer je een activiteit start en zelfs te herkennen wát je doet. De Apple Watch herkent zelfs valpartijen, en geeft dit eventueel door aan een contactpersoon. Hélin: “Activiteit wordt gemeten aan de hand van een ingebouwde accelerometer. De bewegingen van je hand, pols en arm correleren heel goed met de fysieke activiteit die je op dat moment aan het doen bent. Deze versnellingssensor zal niet weten of je aan het wandelen, paardrijden, fietsen, zwemmen bent of in de tuin aan het werken. Maar aan de hand van de geregistreerde versnellingsdata kan hij wel een goede inschatting maken of je met een beweging bezig bent die qua intensiteit overeenkomt met liggen, zitten, staan, wandelen of intensief bewegen.” Om de activiteit vast te stellen, wordt ook de hartslagmeter ingezet. “Voor een accelerometer is wandelen met of zonder rugzak van 20kg exact dezelfde beweging. Met die rugzak zal je intensiteit (en dus ook je hartslag) wel een stuk hoger liggen. Hier zal de hartslag gebruikt worden om de intensiteit van de beweging te bepalen.”  Een wearable laat ook zien hoeveel calorieën je verbrandt, bijvoorbeeld gedurende zo’n activiteit. Hier wordt als het ware een formule voor toegepast. “Een aantal persoonlijke parameters zoals lengte, leeftijd, gewicht, geslacht en conditieniveau worden tijdens je activiteit of training in rekening gebracht in combinatie met je beweeg- of trainingsintensiteit. Iemand van tachtig kilo zal tijdens een gelijkaardige intensiteit meer calorieën verbruiken dan iemand van zestig kilo. Uiteraard geldt ook: hoe hoger de intensiteit, hoe meer calorieën je verbrandt. Maar zelfs als twee personen met dezelfde uiterlijke fysieke parameters op dezelfde relatieve intensiteit sporten, zal diegene met het beste conditieniveau de meeste calorieën verbranden.” Overigens moet je deze cijfers met een korreltje zout nemen omdat er natuurlijk nog veel meer factoren meespelen.

Borstband, holter, ledlichtjes

Hoe verhouden de ledmetingen van een smartwatch zich ten opzichte van een borstband of holter? Hélin is van mening dat de borstband nooit helemaal zal verdwijnen, omdat elektrische metingen sneller en nauwkeuriger meten. Bijvoorbeeld om snelle hartslagschommelingen vast te stellen. Naar aanleiding van deze uitspraak zou je verwachten dat elektrische hartslagmeting de enige meetvorm is die serieus wordt genomen als het op medisch en topsportgebied aankomt en dat deze polsgimmicks door professionals in dit werkveld links gelaten worden. Niet is minder waar, aldus Harald Jorstad (sportcardioloog, tevens werkzaam bij het Sportmedisch Centrum Papendal van NOC*NSF) en Jasper Selder (cardioloog en biomedisch ingenieur), die beiden werkzaam zijn aan het UMC Amsterdam. Beiden hebben al veel praktijkervaring met smartwatches in het werkveld, ondanks dat de ecg-functionaliteit op smartwatches pas voor het eerst begin 2019 beschikbaar kwam op de (vierde generatie) van de Apple Watch. Alleen Withings en sinds kort ook Fitbit bieden deze functionaliteit in een smartwatch. Jorstad vertelt: “We hebben een man van zo’n zeventig jaar kunnen helpen het sporten weer beter op te kunnen pakken. Ondanks dat hij erg sportief was, merkte hij dat het hem steeds moeilijker af ging. Uiteindelijk zijn we via een smartwatch erachter gekomen dat de man een hartritmestoornis had. Door zijn trainingen daarop aan te passen, kon hij de draad weer oppakken.”

De cardiologen leggen uit dat het voordeel van een smartwatch ook zit in het feit dat je hem altijd bij je draagt. Zo wordt er dus ook gemeten op onvoorspelbare momenten of in je slaap. En kun je wanneer je zelf iets merkt handmatig een ecg maken. “Voor zeldzame ziektes of infarcten is zo’n ecg niet bijdragend”, vertelt Selder. “Voor het vaststellen van veelvoorkomende problemen, zoals boezemfibrillatie, kan deze ecg wel degelijk van waarde zijn. Een ecg blijft echter natuurlijk wel een momentopname.”

©PXimport

Nauwkeurigheid kan beter

Toch zitten we nog in een beginstadium als het aankomt op de detectie van ritmestoornissen. Dat komt met name door de nauwkeurigheid van de metingen. Een smartwatch kan bijvoorbeeld bewegen. Tijdens een oefening is dat helemaal niet ondenkbaar. Hierdoor heb je een grotere kans op een meting van slechte kwaliteit. Volgens Selder kunnen deze slechte metingen wel oplopen tot dertig procent. Dat hoeft geen probleem te zijn, zolang deze er maar uitgefilterd worden door een algoritme. Als dat niet gebeurt geeft een smartwatch dus onterecht aan dat er sprake is van een ritmestoornis, en dan kan dit een vals positieve meting worden. Dat creëert wel extra zorgbelasting. Zelfs al zou de accuraatheid 99% zijn, dan blijft die ene procent behoorlijk belastend voor de zorg als jonge, gezonde mensen massaal een smartwatch gebruiken. Met beter ontwikkelde software-algoritmes in de smartphone, zal dit op den duur wel kunnen bijdragen aan zorg op afstand. Zulke zorg is onder andere door de corona-epidemie erg belangrijk gebleken.

Eisen aan ecg’s

Er zijn maar weinig wearables die een ecg kunnen maken. Uiteraard komt dit niet alleen omdat het apparaat hiervoor nauwkeurig moet kunnen meten en bijzonder ingewikkelde algoritmes moet kunnen toepassen. Ook mag er niet zomaar geclaimd worden dat het apparaat een hartfilmpje kan maken, hiervoor is een specifieke CE-certificering vereist. Dit voorkomt dat er slecht vastgestelde medische claims door fabrikanten gemaakt kunnen worden en verklaart waarom er in Europa geen spotgoedkope imitatie-smartwatches te koop zijn die ook een ecg-functionaliteit bieden.

Toekomst smartwatch

Gezondheids- en sporttoepassingen lijken hét bestaansrecht van de smartwatch te zijn en het lijkt erop dat we vooral op dit gebied nog meer ontwikkelingen gaan zien. Selder en Jorstad zijn optimistisch over de mogelijkheden hoe een smartwatch ons in de nabije toekomst kan helpen om gezonder te leven en sportief beter te presteren. Ook al hangt de meerwaarde van de smartwatch af van het doel, want een gezond iemand heeft tenslotte meer aan motivatie dan aan een ecg. Ontwikkelingen kunnen bijvoorbeeld nog plaatsvinden op het vlak van gezondheidsmetingen. We denken dan aan metingen zoals bloeddruk, lichaamstemperatuur, ademhaling en bloedzuurstofwaardes. Ook de vruchtbaarheid van vrouwen is een interessant gebied voor smartwatchfabrikanten, evenals een verfijning van de slaapanalyse. Krijgt je lichaam wel genoeg mogelijkheid te herstellen na een intensieve dag?

Hélin denkt vooral dat de toekomst ligt in verfijning van de meetalgoritmes. Ook hoe de data gebruikt worden, zal veranderen: “Op de korte termijn zie ik wel meer integratie gebeuren van deze beweeg- en activiteitsparameters in verschillende apps en platformen. Breng de data op een juiste manier naar de mensen. Je kunt je stappen meten, je kunt je slaap meten, je kunt je fysieke activiteit meten, maar wat betekent dat voor jou? Hoe zullen we ons gedrag aanpassen aan de hand van de interpretatie van de data? Hoe worden deze data gebruikt in gezondheidsplatformen? Worden deze data gebruikt door zorgverstrekkers en preventiewerk? Data meten en verzamelen is één ding, maar de interpretatie op een eenvoudige manier naar de gebruiker brengen, is de huidige uitdaging.”

©PXimport

Data

En zo slaan we direct een bruggetje naar een onderwerp dat in tech veelbesproken blijft: data. Medische gegevens zijn zeer persoonlijk en het medisch beroepsgeheim weegt niet voor niets extra zwaar in onze wetgeving. Privacy is hierbij iets om bewust van te zijn en ook een verantwoordelijkheid, zowel voor de gebruiker en eventueel de betrokken medisch specialist, maar ook voor fabrikanten en app-ontwikkelaars. Vooral de laatste twee groepen zijn een punt van zorg. Neem bijvoorbeeld Fitbit en Apple. Eerstgenoemde is overgenomen door Google, een bedrijf dat een niet al te beste privacyreputatie heeft, omdat het als een rupsje nooitgenoeg persoonsgegevens verzamelt en inzet voor de verkoop van advertenties. De overname van Fitbit door Google ligt daarom onder de loep door de Europese Commissie, die probeert te voorkomen dat de gezondheidsgegevens gebruikt worden voor inkomsten. Apple heeft, mede dankzij sterke marketing, een betere reputatie als het op privacy aankomt. Maar ook Apple is een rupsje nooitgenoeg en probeert er alles aan te doen om gebruikers te gijzelen in het eigen ecosysteem, om zo een inkomstenbron van Apple-apparatuur en -diensten te garanderen. Een fijn gespreid bedje, maar tegelijkertijd een gevangenis waar je niet zomaar uitbreekt. Zo is je Apple Watch met geavanceerde gezondheidsmeting opeens waardeloos als je besluit je iPhone te vervangen door een Android-smartphone. Ook is Apple de cipier van je data. Zij bepaalt wat jij ermee mag. Zo kun je je gezondheidsgegevens alleen inzien op Apple-apparaten. Ook andere fabrikanten hebben hier een handje van. Je data exporteren (kan, als je geluk hebt) met wat rauwe cijfers naar een tamelijk waardeloos xml-bestand. Fabrikanten zijn meer geïnteresseerd in koppelingen met apps als Strava, Runkeeper of Google Fit.

©PXimport

Gegevensdeling

Maar de app-makers op hun beurt gaan ook niet altijd even verantwoordelijk om met gezondheidsdata, al dan niet verkregen via een wearable. Daar kwam bijvoorbeeld een Noors onderzoeksbureau (SINNTEFF) achter. En dating-app Grindr (zonder medeweten van gebruikers) speelde aan derde partijen onder meer door of een gebruiker hiv-positief is. Ook bleek de deling van deze gegevens niet versleuteld te gebeuren: een mogelijk datalek. Jorstad wijst daarbij ook op een onderzoek van de FTC uit 2014, waarbij gezondheids-apps onder de loep werden genomen. Hieruit bleek dat twaalf onderzochte apps data delen met 76 verschillende derde partijen. Hieronder bevonden zich ook gegevens over lichamelijke gesteldheid en gewoontes.

Het toont aan dat je als gebruiker kritisch zou moeten zijn aan welke diensten je je gezondheidsgegevens toevertrouwt, en mogelijk zou strenge wetgeving en naleving hier ook een grotere rol in moeten spelen.

AliveCor Kardia Mobile 6L

Een smartwatch is niet de enige gadget die in staat is een hartfilmpje te maken. De Kardia Mobile 6L van AliveCor is een apparaat dat deze taak ook op zich kan nemen. Door je vingers op een klein apparaatje te leggen kan niet alleen een ecg worden gemeten, maar ook je bloeddruk. Dit apparaatje staat in verbinding met een app op je smartphone.

©PXimport

Voordat je een smartwatch koopt

Ben je niet geïnteresseerd in gezondheid of een actief leven, dan zul je misschien wat teleurgesteld zijn in de mogelijkheden en ontwikkelingen op het gebied van smartwatches. Veel meer dan een verlengstuk van je smartphone is het op dit moment niet. Wie echter als goed voornemen een wearable koopt om meer te bewegen of om een kwaaltje op te sporen, gooit ook relatief snel de wearable weer in de kast. Een wearable is namelijk nog niet in staat ziektes vroegtijdig vast te stellen, wat bijvoorbeeld voor de bestrijding van de Covid19-uitbraak fantastisch had geweest. De mogelijkheid van Fitbit bijvoorbeeld om de huidtemperatuur te meten, speelt slim in op de pandemie waarbij koorts een van de symptomen is. Maar in de praktijk is het nutteloos, omdat de huidtemperatuur al andere metingen oplevert als je onbewust met je arm onder de deken in plaats van boven de deken slaapt, het raam open hebt staan of de verwarming een graadje hoger dan gebruikelijk zet.

“Als je al erg lang ongezond leeft, zal een smartwatch je niet helpen opeens gezond te worden. Zelfs al zouden we nu aan de gehele bevolking deze apparaatjes uitdelen, dan zul je op lange termijn niet zien dat mensen meer gaan bewegen”, benadrukt Jorstad. “De sleutel zit in motivatie.” Je kunt daardoor het beste, al dan niet met een plan of schema gewoon beginnen met een gezondere of sportievere levensstijl. Desnoods kan een coach je hierbij helpen, en daar begint het goede voornemen. Je wearable helpt je vervolgens om je prestaties te monitoren en op basis van je prestaties en herstel beter, meer of juist minder te trainen.

Hélin, Selder en Jorstad zijn eensgezind: raadpleeg bij klachten altijd eerst een arts!

-

Zelfdiagnose

Tevens is het onverstandig om een smartwatch te kopen voor zelfdiagnose of bevestiging van gezondheidsklachten. Zowel Hélin, Selder als Jorstad zijn eensgezind op dit gebied: raadpleeg bij klachten altijd eerst een arts. Een smartwatch kan de arts wel helpen bij de diagnose en monitoring. Dan neemt de smartwatch de ondersteunende taak op zich. Minder belangrijk dan gehoopt misschien, maar nog steeds uiterst waardevol.

Het ligt voor de hand dat het raadplegen van een arts bij klachten en dat een combinatie van motivatie en discipline ervoor zorgen dat je het meeste uit je smartwatch haalt, zonder dat je dure gadget binnen een paar weken al in de la verdwijnt. Maar ook als je al gezond bent, is een wearable een prima toevoeging. Bijvoorbeeld omdat het je met gegevens over je voortgang kan motiveren, nieuwe oefeningen kan aanraden of je juist kan helpen op tijd je rust te pakken. Monitoring van gezondheid is nog behoorlijk in ontwikkeling, en vergeet ook niet dat op dit gebied ziektes voorkomen letterlijk beter is dan genezen. En tech hoeft hierin geen rol te spelen: goede voeding, voldoende hydratatie, nachtrust en gemoedrust doen al heel veel goeds voor je gezondheid.

©PXimport

Hartwacht

Uiteraard ben je niet beperkt tot een holter of smartwatch om (mogelijke) hartkwalen te ontdekken. Zo is er ook Hartwacht. De app staat in contact met Cardiologie Centra Nederland. In deze medische app voer je handmatig gegevens in, zoals je gewicht, hartslagwaardes en bloeddruk, en aan de hand daarvan kunnen cardiologen en verpleegkundigen op afstand je gezondheid monitoren.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.