ID.nl logo
💪 Spierpijn – zo komt het en dit kun je eraan doen
© Milenko Đilas - Veternik
Gezond leven

💪 Spierpijn – zo komt het en dit kun je eraan doen

De enige keerzijde van een goede work-out: de bijna onvermijdelijke spierpijn die je eraan overhoudt. Spierpijn kan kort of lang duren, mild of hevig zijn. Maar waarom doen je spieren eigenlijk pijn tijdens of na het sporten? En wat kun je er dan aan doen?

In dit artikel leer je:

  • wat spierpijn is
  • welke soorten spierpijn er zijn
  • waarom spierpijn wel tot een week na het sporten kan duren
  • wat je kunt doen om het effect van spierpijn te verminderen
  • hoe je je herstel bevordert

Ook interessant: Dit gebeurt er allemaal in je lichaam als je gaat sporten

Wat is spierpijn? 

Als je sport, verbruiken je spieren energie. Net als bij het eten van voedsel wordt niet altijd honderd procent van de voeding omgezet in energie, en dat is bij je spieren ook zo: een deel wordt uiteindelijk omgezet in afvalstoffen. Voor je spieren is melkzuur de meest voorkomende afvalstof. Melkzuur herken je aan het gevoel dat je armen en benen vollopen en pijn gaan doen tijdens een korte inspanning: er treedt zogeheten verzuring op. 

Doe je een langere, hevige inspanning, of meerdere korte inspanningen achterelkaar, dan hoopt het melkzuur zich op in je spieren. En dat ga je na verloop van tijd voelen. Net als in je huis heb je liever geen overtollig afval rondslingeren in je lichaam. 

Drie soorten spierpijn

Wanneer had je voor het laatst spierpijn? Waarschijnlijk kun je het in geuren en kleuren herinneren. Maar er zijn verschillende vormen van spierpijn, niet alleen de versie waar je nu waarschijnlijk aan denkt.

1) Acute spierpijn

Acute spierpijn krijg je al tijdens de inspanning. Het is het gevoel dat je armen en benen vollopen – logisch, want dat is precies wat er gebeurt. Het melkzuur neemt de overhand en je spieren kunnen niet meer dezelfde inspanning blijven leveren. Gelukkig blijft deze vorm niet zo lang hangen: pak even een kort rustmomentje, en je kunt weer door. 

2) Verlate spierpijn

Verlate spierpijn ken je ook ongetwijfeld: een of twee dagen na een flinke inspanning voelen je spieren slap en zeurend aan, of ze doen zelfs pijn. Deze spierpijn is het gevolg van een inspanning die je lichaam niet gewend is, en kan meerdere dagen blijven hangen. Meestal ervaar je de piek na zo’n 48 uur, maar je kunt er wel een week last van hebben. Als we het in dit artikel over spierpijn hebben, bedoelen we vooral deze vorm. 

3) Lichte blessure

Een derde vorm van spierpijn kan optreden bij een lichte blessure, zoals een kneuzing of een verrekking. Je spier heeft dan een opdoffer gekregen, en moet even herstellen. Deze vorm van spierpijn heeft niet zozeer te maken met het aanmaken van melkzuur. 

©BigBlueStudio

Voorkomen is beter dan genezen

Spierpijn kun je voor een deel voorkomen. Je kunt je spieren namelijk klaarstomen voor een inspanning, zodat ze er beter mee om kunnen gaan. Dat doe je met die fijne oude bekende: de warming-up. Daarmee zorg je ervoor dat je spieren alvast goed doorbloed raken en letterlijk een beetje opwarmen, waardoor ze soepeler kunnen bewegen. Koude, stramme spieren leiden sneller tot blessures, en zorgen achteraf eigenlijk altijd voor spierpijn. 

Een goede warming-up vermindert dat. Zorg ervoor dat je de spieren die je tijdens je work-out gaat gebruiken een flink aantal keer activeert – rustig aan, natuurlijk. Fietsen is een goede warming-up voor je beenspieren bijvoorbeeld, roeien werkt eigenlijk voor je hele lichaam. Ook als je klaar bent met de warming-up, kun je het beste rustig aan beginnen: hang de eerste sets wat minder gewicht aan de stang, zodat je spieren kunnen wennen aan de specifieke beweging die ze gaan maken. 

Lees ook: De beste tips om blessures te voorkomen

En dan is er nog de coolingdown die vaak vergeten wordt. Een coolingdown is eigenlijk een omgekeerde warming-up: het helpt je lichaam bij het afvoeren van overtollige afvalstoffen, met minder spierpijn tot gevolg. 

Ga je voor het eerst naar de sportschool, of probeer je een nieuwe sport uit? Dan ontkom je bijna niet aan een paar dagen spierpijn. En dat is helemaal niet zo erg, zoals je hieronder kunt lezen. 

Nog steeds pijntjes?

Shop voor verlichtende spierbalsems

Is spierpijn slecht voor je? 

Zoals met veel dingen in het leven: een beetje is niet erg, maar je moet het niet overdrijven. Soms is spierpijn niet te voorkomen. Bij het proberen van een nieuwe sport of na je eerste fitnesssessie is het nu eenmaal onontkoombaar, net als na een flinke verhuizing of een dagje beachvolleyballen. En dat is prima. Je lichaam weet dat je een onverwachte inspanning hebt geleverd, en doet z’n uiterste best om je spieren zo snel mogelijk weer up and running te krijgen. Niks aan de hand. 

©Yuri Arcurs

Als je vaker spierpijn hebt, is het een ander verhaal. Vooral bij het fitnessen moet je daarmee oppassen. Bij krachtsport maak je minuscule scheurtjes in je spieren, die daarna weer dichtgroeien met nieuw weefsel, waardoor je spieren groeien en sterker worden. Dat is goed, maar je kunt ook doorslaan. Dan verandert spierpijn in een blessure, en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Bij een paar dagen spierpijn na het sporten hoef je niet meteen naar de dokter te rennen. Blijft de pijn langer dan een week aanhouden? Dan is het wel raadzaam om eens naar een specialist te gaan om te kijken of er iets anders aan de hand is. 

Wat kun je verder doen aan spierpijn? 

Even chillen

Een goede warming-up is dus heel belangrijk, maar er zijn meer dingen die je kunt doen om spierpijn te beperken. Rust is een niet te onderschatten factor. Na een work-out hebben je spieren even de tijd nodig om te herstellen – een dag of twee, drie toch wel, vooral in het begin. Ga dus niet meteen de dag na je training weer dezelfde oefeningen doen in de sportschool. Blijf een dagje thuis, doe een andere sport, train andere spiergroepen of maak een rustige wandeling. Na een paar dagen zijn je spieren hersteld, en kun je weer los gaan. 

Zoek de warmte

Als we het dan toch rustig aan doen: pak na het sporten een lekkere warme douche, of neem een heet bad. De hoge temperatuur helpt je lichaam om de afvalstoffen af te drijven, waardoor je minder last hebt van spierpijn. 

🥶Koude spieren?

Shop voor warmtekussens en kruiken

Eet voldoende eiwit

Ook voedsel speelt een rol. Eiwitten zorgen ervoor dat je spieren sneller herstellen na het sporten. Zet dus alvast een goede shake klaar in de koelkast, gooi een paar eitjes in de koekenpan, of bak een lekker stukje vlees. Daar zijn je spieren dankbaar voor en binnen no-time ben je weer klaar voor je volgende sessie. 

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.