ID.nl logo
De beste tips om blessures te voorkomen
© Li Zhongfei
Gezond leven

De beste tips om blessures te voorkomen

Voor weinig dingen in het leven gaat de spreuk ‘voorkomen is beter dan genezen’ meer op dan voor sportblessures. Blessures zorgen ervoor dat je dagen, weken of zelfs maanden niet kunt sporten, en je kan er je leven lang last van houden. Natuurlijk zit een ongeluk altijd in een klein hoekje, maar je kunt er in elk geval alles aan doen om blessures te voorkomen. In dit artikel lees je hoe.

Dit artikel in het kort: Wat is een blessure? | Waarom is een warming-up belangrijk? | En waarom is het slim om altijd een cooling-down te doen? | Wat voor soorten blessures zijn er? | Wat voor rol speelt je techniek? | Wat is het belang van goed materiaal? | Wat moet je doen als je toch een blessure hebt? | Hoe zit het precies met training? | Speelt voedsel ook een rol bij het wel of niet krijgen van blessures?

Ook interessant: Hoe werkt spieropbouw en hoe haal je het maximale eruit?

Wat is een blessure?

Een blessure is een vorm van letsel die meestal wordt veroorzaakt door een onverwachte beweging. Dat gebeurt ook buiten de sportvelden om, maar in dit artikel richten we ons vooral op sportblessures, omdat die een stuk makkelijker te voorkomen zijn. Veel (ernstige) blessures ontstaan op zichzelf, zonder dat er een tegenstander aan te pas komt. Veel voorkomende blessures zijn spierscheuringen of -verrekkingen, botbreuken of -kneuzingen en blessures aan knie- en enkelbanden.

Blessures helemaal voorkomen kan je natuurlijk nooit, maar je kunt er in elk geval alles aan doen om de kans zo klein mogelijk te maken.

Warming-up

Eigenlijk zouden we deze hele paragraaf in hoofdletters moeten neerzetten. EEN WARMING-UP IS EEN ABSOLUTE MUST ALS JE GAAT SPORTEN, IN WELKE VORM JE DAT OOK GAAT DOEN. Voor je begint met sporten, staat je lichaam in de ‘leefstand’. Dat is prima, want zo verspil je niet al te veel energie die je toch niet nodig hebt. Maar als je gaat sporten, is dat anders. Dan wil je maximale doorbloeding van je spieren hebben.

Het duurt even voor je de ‘sportstand’ hebt bereikt. Je spieren zijn nog niet opgewarmd, en zijn nog stijfjes. Dat leidt tot mindere prestaties, maar het vergroot vooral het risico op blessures. Een koude spier is veel vatbaarder voor een onverwachte beweging of een harde aanraking dan een warme.

©ViDi Studio - stock.adobe.com

Zorg dat je in elk geval de spieren opwarmt die je gaat gebruiken, maar als je twijfelt, neem dan gewoon je hele lichaam mee. Een kwartiertje rustig opbouwen voor je aan de gewichten gaat hangen of het voetbalveld opstapt kunnen we niet vaak genoeg aanraden.

Watch on YouTube

Cooling-down

Dat een warming-up belangrijk is, is bij de meeste sporters wel bekend, maar de cooling-down wordt nog al te vaak vergeten. En dat terwijl een goede afkoelfase ook invloed heeft op je blessuregevoeligheid, al is die invloed iets minder direct.

Een cooling-down is bedoeld om je lichaam na het sporten weer tot rust te laten komen. Je hebt een inspanning gedaan, en je moet je lichaam vertellen: je kunt weer een beetje kalmeren, we zijn klaar. Op die manier breng je je hartslag op een gezonde manier omlaag, zorg je dat je ademhaling weer op orde komt en voorkom je spierpijn – eigenlijk ook al een vorm van een blessure.

Maar de cooling-down heeft vooral effect op de lange termijn. Zo’n afkoelfase zorgt ervoor dat je spieren en gewrichten soepel blijven, of zelfs soepeler worden. Soepele spieren en gewrichten leiden op hun beurt weer tot minder blessures. Doe jezelf dus een lol en spring niet meteen onder de douche, maar loop of fiets nog even rustig uit voor je weer op huis aan gaat.

Lees ook: 9 tips voor sneller herstel na het sporten

Soorten blessures

Er zijn verschillende soorten blessures, allen met hun eigen oorzaken.

  • Spierverrekking. Je trekt een ongecontroleerde beweging iets te ver door, waardoor de spier verder wordt uitgerekt dan normaal. Het herstel hiervoor duurt meestal een paar dagen tot enkele weken.

  • Spierscheuring. Een extreme vorm van de verrekking. Afhankelijk van de aard van de scheuring is er letterlijk een scheur te zien in de spiervezels. Meestal duurt het herstel enkele maanden, soms zelfs langer.

  • Botkneuzing. Een botkneuzing eigenlijk gewoon een botbreuk, maar dan aan de binnenkant van het bot, en slechts een deel van de vezels in het bot is aangetast. Het herstel hangt heel erg af van de aard en de plek van de kneuzing en kan enkele weken tot meerdere maanden duren.

  • Botbreuk. Een botbreuk is letterlijk een scheur of breuk in een bot. Kleinere scheuren genezen soms vanzelf, bij volledige breuken is vaak gips nodig. Het herstel kan weken tot maanden duren.

  • Gescheurde of verrekte banden. Knie- en enkelbanden zijn banden van weefsel die de verschillende botten in het gewricht bij elkaar houden. Die banden kun je door een verkeerde beweging verrekken, inscheuren of zelfs helemaal afscheuren. Een verrekking of kleine scheuring heeft meestal een paar weken nodig om te herstellen, terwijl een volledige scheuring vele maanden tot zelfs meerdere jaren kan duren – áls het zelfs al volledig herstelt.

©Katarzyna Bialasiewicz Photographee.eu Photographee.eu

Techniek

Een groot deel van de sportblessures ontstaat door een verkeerde techniek. Spieren kunnen een hoop hebben, maar ze kunnen er niet goed tegen om langere tijd belast te worden op een onnatuurlijke manier. Op die manier sluipen er verrekkingen of zelfs scheuringen in, soms zelfs zonder dat je het in eerste instantie doorhebt.

Het is daarom belangrijk dat je de bewegingen die je sportieve activiteit van je vraagt op een goede manier uitvoert. Trainers zijn hierbij belangrijk: die weten doorgaans goed welke bewegingen op een juiste manier worden uitgevoerd, en hoe ze verbeterd kunnen worden. Ga je naar de sportschool? Vraag dan aan een van de medewerkers of ze je willen laten zien hoe een apparaat werkt. Blessures die door een verkeerde techniek komen kunnen vaak lange tijd voortslepen, terwijl je ze makkelijk kunt voorkomen.

Ook interessant: Hoe werkt conditie en hoe train je het?

Materiaal

Ook materiaal is debet aan tal van blessures. Verkeerd materiaal zorgt ervoor dat je spieren en gewrichten de bewegingen die je doet niet op de juiste manier kunnen uitvoeren, zelfs als je techniek verder perfect is. Het is natuurlijk verleidelijk om een rondje te gaan rennen in die oude Nikes die je nog in de kast had liggen, maar dat is geen goed idee. Gewone sportschoenen zijn er niet op gemaakt om de klappen op te vangen die je je lichaam toedient tijdens een rondje rennen. Speciale hardloopschoenen zijn dat wel.

Maar het geldt niet alleen voor schoenen, ook andere soorten materiaal spelen een rol, en dat kan van alles zijn. Een te zwaar tennisracket* kan ervoor zorgen dat je last krijgt van je schouder. Een te kleine racefiets drukt je lichaam in een verkeerde houding, waardoor je een pijnlijke rug kunt krijgen. Laat je dus altijd goed adviseren in de winkel bij het aanschaffen van sportmaterialen, en gebruik ze alleen waar ze voor bedoeld zijn.


*Tennisrackets zijn er in verschillende gewichtsklassen: licht (255 – 270 gram), medium (270 – 305 gram) en zwaar (305 – 340 gram). Onder de linkjes vind je voorbeelden van dit soort rackets bij diverse webwinkels.


Toch een blessure? Dit kun je doen

Blessures helemaal voorkomen is onmogelijk. Hoe goed je je ook voorbereidt, er kan altijd iets gebeuren. Een scheefliggende steen, een tik van een tegenstander, een kleine onoplettendheid, en het schiet erin. Als dat gebeurt, denk dan in elk geval aan het volgende.

  • Heb je last van een spier of een band? Koel de plek met ijs en beweeg het lichaamsdeel zo min mogelijk. Houd het lichaamsdeel waar mogelijk boven je hart om ervoor te zorgen dat overtollig vocht weg kan stromen.

  • Gaat het om een bot? Ondersteun het lichaamsdeel en belast het zo min mogelijk. Bij een breuk moet je natuurlijk zo snel mogelijk naar de dokter of het ziekenhuis.

  • Als het een lichte blessure betreft, kun je na verloop van tijd zelf weer rustig aan beginnen met sporten. Houd het geblesseerde lichaamsdeel als referentie: ga dus niet je rechterarm keihard trainen als je linkerpols in het verband zit, maar houd het gelijk.

  • Heb je een zware blessure? Dan kan het een goed idee zijn om een sportarts in te schakelen die je helpt bij het herstel.

©PiyawatNandeenoparit - stock.adobe.com

Training

Zwakkere spieren zijn gevoeliger voor blessures dan sterke spieren. Een goede trainingsopbouw zorgt ervoor dat je je spieren genoeg belast om ze te laten groeien, maar niet zó veel dat je blessures oploopt. Doe dus altijd rustig aan als je begint met sporten. Je moet je spieren de tijd geven om te wennen aan de inspanningen die ze moeten gaan doen. Als je eenmaal een paar keer hebt getraind, kun je steeds wat langer doorgaan, of met zwaardere gewichten gaan werken.

Ook de planning van je trainingen is belangrijk. Geef je spieren tussendoor genoeg tijd om te herstellen. Ga niet hard sporten als je nog spierpijn hebt van de vorige keer. Zorg ervoor dat je lichaam weer klaar is voor een nieuwe inspanning, en onthoud dat dat wat langer duurt als je net bent begonnen.

Lees ook: Op de massagetafel: ID.nl test de Hypervolt GO 2

Voedsel

Misschien niet het eerste waar je aan denkt, maar voedsel is ook niet onbelangrijk bij het voorkomen van blessures. Ten eerste zorgt een gezonde levensstijl ervoor dat je minder overtollige kilo’s met je meedraagt, en dat je je spieren en botten tijdens het sporten dus minder belast.

Als je lichaam de juiste voedingsstoffen binnenkrijgt, blijven je spieren en botten bovendien zelf ook gezond. Een verkeerd dieet kan ervoor zorgen dat je botten zwakker worden, en als je niet de juiste voedingsstoffen binnenkrijgt, kunnen je spieren verzwakken, met alle gevolgen van dien. Je hoeft echt geen strikt dieet te volgen, maar als je eet via de Schijf van Vijf verklein je het risico op blessures tijdens het sporten.

Een bijkomend effect is dat je spieren sneller sterker worden als ze de juiste voedingsstoffen binnenkrijgen, en sterkere spieren leiden tot minder blessures.

Conclusie

Blessures voorkomen is honderd keer beter dan blessures genezen. Het helemaal uitsluiten kan je het natuurlijk nooit, maar je kunt er in elk geval alles aan doen om de kans op een blessure zo klein mogelijk te maken. Doe altijd een goede warming-up voor het sporten, en een goede cooling-down als je klaar bent, wat je ook gaat doen. Zorg ervoor dat je materiaal op orde is, zowel je kleding als de apparaten en tools die je bij je sport gebruikt. Schakel altijd een trainer of coach in om jezelf de juiste techniek aan te leren, en houd die techniek altijd in je achterhoofd als je aan het sporten bent. Eet gezond, zodat je spieren en botten zo sterk zijn als ze kunnen zijn. Zo kun je op een verantwoorde manier sporten en – hopelijk! – blessurevrij door het leven gaan.

▼ Volgende artikel
Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!
© Roman R
Energie

Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Heb je zonnepanelen, dan is je energierekening lager dan huishoudens zónder. Maar dankzij de almaar dalende terugleververgoeding en de stijgende terugleverkosten wordt dat verschil wel steeds kleiner. Wat je kunt doen om er nog wél iets aan te verdienen, lees je hier.

In het kort

Zonnepanelen zijn nog altijd rendabel, maar het verschil met huishoudens zonder panelen wordt kleiner. De terugleververgoeding daalt, terwijl terugleverkosten stijgen. Om hoeveel euro dat kan gaan, lees je in dit artikel.

Gelukkig kun je nog steeds besparen, zolang je zoveel mogelijk van je eigen zonnestroom direct verbruikt. Wij geven je 7 tips waarmee je toch nog geld overhoudt aan je zonnepanelen.

Lees ook: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Dat zonnepanelen steeds minder rendabel zijn, daar is al veel over geschreven. Natuurlijk, de energierekening van huishoudens met zonnepanelen zijn nog altijd lager dan die van huishoudens zonder. Om hoeveel euro het gaat, is vaak lastig in te schatten, maar Energievergelijk.nl heeft er een analyse op losgelaten. Daarbij zijn ze uitgegaan van een huishouden met een stroomverbruik van 3.000 kWh per jaar en zonnepanelen van 400 Wp per paneel.

Minder voordeel bij meer panelen

Een huishouden met acht zonnepanelen bespaart gemiddeld 34,81 euro per maand op de energierekening ten opzichte van een huishouden zonder. Is hierbij gekozen voor het goedkoopste energiecontract van dit moment, dan loopt dit op tot maximaal 43,30 euro per maand. Maar zou je in plaats acht panelen er twintig plaatsen (dus x 2,5), dan heb je níet ook 2,5 keer zoveel voordeel. Bij twintig panelen ligt het maximale voordeel op slechts 47,76 euro per maand. Dat is een verschil van slechts 4,46 euro per maand…

Dat komt vooral door twee dingen: de terugleververgoeding (wat je krijgt) en de terugleverkosten (wat je betaalt). Waar die vergoeding vooral steeds lager en lager wordt, worden de kosten steeds hoger. Die zijn namelijk sterk afhankelijk van hoeveel stroom je aan het net teruggeeft. Bij acht panelen wordt in het voorbeeld van Energievergelijk.nl gemiddeld 1.904 kWh teruggeleverd. Bij het goedkoopste energiecontract wordt daarvoor gemiddeld 17,25 euro per maand aan terugleverkosten berekend. Wie twintig zonnepanelen heeft, levert veel meer terug, gemiddeld zo'n 5.440 kWh. En daar betaal je bij het goedkoopste energiecontract 63,50 euro per maand voor. In de grafiek hieronder zie je duidelijk dat investeren in meer zonnepanelen dus niet de oplossing is om er nog redelijk wat aan over te houden – helemaal al niet omdat in 2027 de salderingsregeling verdwijnt én de terugleververgoeding helemáal miniem wordt.

©Data Energievergelijk.nl | Visualisatie BS ID.nl

 

Hoe kun je dan wél nog verdienen met je zonnepanelen?

Het antwoord is eigenlijk heel simpel. Zorg dat je zoveel mogelijk van je zelf opgewekte stroom verbruikt. Energievergelijk.nl heeft becijferd dat wie zonnepanelen heeft, gemiddeld zo'n 30 procent van de opgewekte stroom meteen zelf in huis verbruikt. Dat scheelt, want die stroom hoef je niet zelf in te kopen. Wanneer je erin slaagt om nog meer zelf opgewekte stroom te verbruiken, maak je zelfs dubbele winst: je hoeft minder stroom in te kopen en omdat je minder teruglevert, heb je ook minder terugleverkosten. Maar hoe doe je dat?

Tip 1: Zet elektrische apparaten overdag aan

Zet stroomvreters zoals de wasmachine, vaatwasser of airco op het moment dat je panelen de meeste stroom opwekken. Dat kun je handmatig doen, maar je kunt ook een timer instellen. Er zijn zelfs apparaten die automatisch kunnen starten op het moment dat je zonnepanelen veel stroom opwekken. Heb je de mogelijkheid om je elektrische auto overdag thuis op te laden? Dat is ook een prima manier om je eigen zonnestroom te gebruiken.

Tip 2: Krijg inzicht in je energiegebruik

Er zijn allerlei apps die bijhouden hoeveel stroom je zonnepanelen opwekken, maar waarop je ook kunt zien ook hoeveel energie je op dit moment van de dag gebruikt. Ook zijn er slimme stekkers waarmee je het stroomgebruik van een elektrisch apparaat kunt meten. Dit inzicht kun je twee kanten op gebruiken: wordt er veel stroom opgewekt, dan kun je bijvoorbeeld meer apparaten aanzetten. Is het een dag met weinig opbrengst, dan zou je ervoor kiezen om sommige apparaten juist níet aan te zetten. Hoe erg is het bijvoorbeeld om de was een dag later te doen?

Tip 3: Verspreid je zonnestroom-verbruik over de dag

In plaats van energieslurpers allemaal tegelijk in te schakelen — denk aan wasmachine, droger en vaatwasser — verdeel je hun gebruik over de dag. Zet één apparaat in de ochtend aan, een ander in de middag. Zo vermijd je dat je panelen onvoldoende leveren op een moment dat meerdere apparaten draaien en voorkom je dat je netstroom moet afnemen terwijl dat met een betere planning niet nodig zou zijn.

Tip 4: Vervang apparaten door elektrische varianten

Stap over op elektrische alternatieven: een robotgrasmaaier in plaats van een benzinegrasmaaier, inductiekoken in plaats van gas, een warmtepomp of elektrische verwarming in plaats van een traditionele cv-installatie. Daarmee bespaar je op kosten voor gas én je zorgt ervoor dat je meer van je zelf opgewekte stroom verbruikt. Waarmee je weer bespaart op netstroom die je zelf moet afnemen. Een win-win-win-situatie dus.

Tip 5: Oost, west …

Veel mensen kiezen voor zonnepanelen op het zuiden, omdat die op een zonnige dag de hoogste opbrengst geven. Toch kan het juist slim zijn om panelen te verdelen over oost en west. Zo sluit de stroomopwekking beter aan op het dagelijkse energiegebruik. Panelen op het oosten leveren vooral in de ochtend stroom, terwijl panelen op het westen juist aan het einde van de middag meer opwekken. Je voorkomt daarmee dat je alleen rond het middaguur een piek aan zonne-energie hebt. De totale opbrengst ligt iets lager dan wanneer je alleen maar zonnepanelen op het zuiden hebt, maar doordat je de stroom meer verspreid gebruikt, haal je er in de praktijk vaak meer voordeel uit

Tip 6: Gebruik een energiemanagementsysteem (EMS)

Een energiemanagementsysteem (EMS) is een slim kastje in je meterkast dat je zonnepanelen, laadpaal, warmtepomp en andere elektrische apparaten met elkaar verbindt en aanstuurt. Via software houdt het systeem continu in de gaten hoeveel stroom je opwekt, wat je verbruikt en – als je een dynamisch energiecontract hebt – wat de actuele stroomprijzen zijn. Ook weersvoorspellingen worden meegenomen, zodat het systeem vooruit kan plannen.

Op basis van al die informatie zorgt een EMS ervoor dat je elektrische auto of thuisaccu automatisch wordt geladen wanneer er veel zon is of als de stroom goedkoop is. Dreigt terugleveren juist nadelig te worden door lage prijzen of hoge terugleverkosten? Dan schakelt het systeem teruglevering uit en kiest voor direct verbruik of opslag. Ook apparaten zoals een warmtepomp of boiler worden slim aangestuurd, zodat ze draaien op de momenten dat het qua energieverbruik en financieel het gunstigst is.

Tip 7: Vergelijk leveranciers op terugleververgoeding en -kosten

Het netto bedrag dat je overhoudt bij terugleveren (vergoeding min kosten) kan sterk schelen per leverancier. Zo zul je vanaf 1 januari 2027 bij Vattenfall bijvoorbeeld per teruggeleverde kWh netto 0,00230 euro krijgen (minder dan een kwart cent) en bij Eneco en Greenchoice 0,00250 euro (een kwart cent), terwijl bijvoorbeeld Innova Energie een tarief van 0,00968 euro (bijna een cent) hanteert. Wanneer je precies weet hoeveel jouw panelen opwekken en wat je verbruikt (zie Tip 2), weet je ook hoeveel kWh je teruglevert. Door voor het aflopen van je huidige energiecontract goed te vergelijken en een berekening te maken, kun je zien bij welke energieleverancier je het beste af bent bij het afsluiten van je nieuwe contract.

TipEffect op eigen gebruikVoordeel na 2027
Apparaten overdag gebruikenHoogMinder stroom nodig van het net
Inzicht via apps of stekkersHoogBeter plannen wanneer je stroom gebruikt
Verbruik spreiden over de dagGemiddeldvoorkomt dat je meer gebruikt dan je opwekt
Overstappen op elektrischGrootMeer opgewekte stroom direct zelf gebruiken
Panelen oost- en west-georiënteerd plaatsenGemiddeldStroomopwekking sluit beter aan op je verbruik gedurende de dag
EMS gebruikenGrootapparaten draaien automatisch op zonnige momenten
Energieleverancier vergelijkenGeen invloed op verbruik, wel op kostenHogere vergoeding voor stroom die je teruglevert
Thuisbatterij: ja of nee?

Steeds meer mensen vragen zich af of een thuisbatterij een slimme investering is, nu de salderingsregeling in 2027 verdwijnt en terugleververgoedingen onder druk staan. Een thuisbatterij slaat stroom op die je zonnepanelen overdag opwekken, zodat je die 's avonds of op bewolkte momenten zelf kunt gebruiken. Dat klinkt aantrekkelijk: je verbruikt meer van je eigen stroom, vermijdt terugleverkosten en wordt minder afhankelijk van energieleveranciers.

Toch zitten er ook haken en ogen aan. De aanschafprijs van een thuisbatterij ligt tussen de vier- en twaalfduizend euro en de terugverdientijd is vaak langer dan de technische levensduur van de batterij. Bovendien zijn ze meestal te klein om heel je huishouden meerdere dagen van stroom te voorzien. In de winter speelt bovendien nog mee dat je zonnepanelen minder stroom opwekken, waardoor de thuisbatterij vaak maar deels gevuld zal kunnen worden.

In sommige gevallen kan een thuisbatterij wél interessant zijn. Wie overdag weinig stroom gebruikt of een dynamisch energiecontract heeft, kan de batterij benutten om stroom op te slaan wanneer die goedkoop of er veel wordt opgewekt is. Dat geldt zeker voor huishoudens met een elektrische auto of warmtepomp. Die verbruiken relatief veel, en door dat verbruik slim te timen in combinatie met een thuisbatterij, kun je flink besparen op netstroom.

Voor de meeste huishoudens geldt echter dat afwachten verstandiger is. De technologie ontwikkelt zich snel, prijzen dalen, en de markt voor opslag is nog volop in beweging. Een thuisbatterij kán dus interessant zijn, maar alleen als je goed weet wat je doet, bereid bent om te investeren en je eigen situatie past bij wat zo'n systeem biedt.


Vraag een offerte aan voor thuisbatterij:

▼ Volgende artikel
Hoe kies je de juiste inbouw-oven?
© Beko
Huis

Hoe kies je de juiste inbouw-oven?

Op zoek naar een nieuwe inbouw-oven? In dit artikel ontdek je waar je op moet letten bij het kiezen van een oven die past bij jouw keuken én kookstijl. Van formaat en functies tot energieverbruik en gebruiksgemak: wij helpen je op weg!

Wat leer je in dit artikel?

✔️ Hoe je je kookgewoonten vertaalt naar een passende oven ✔️ Welke maten en inbouwformaten er zijn ✔️ Welke functies écht nuttig zijn (en welke niet) ✔️ Waar je op let bij gebruiksgemak en schoonmaak ✔️ Hoe je energiezuinig én veilig kiest ✔️ Waarom stijl en budget ook belangrijk zijn

Een oven – of dat nu een inbouw-exemplaar is of een vrijstaand model – is een onmisbaar onderdeel van vrijwel elke moderne keuken. Of je nu een fanatieke hobbykok bent of gewoon graag een ovenschotel opwarmt op vrijdagavond: de juiste oven maakt het verschil. Maar met zo veel keuzes op het gebied van formaat, functies en technologieën kan het lastig zijn om door de bomen het bos nog te zien. In dit artikel nemen we je stap voor stap mee in de belangrijkste overwegingen, zodat jij straks met een gerust hart de juiste inbouw-oven kiest.

Bepaal je kookgewoonten

De zoektocht naar een geschikte oven begint bij jezelf. Hoe gebruik jij je oven? Bak je regelmatig taarten of brood, bereid je uitgebreide ovengerechten of gebruik je 'm vooral om restjes op te warmen? Voor intensieve bakkers zijn ovens met een nauwkeurige temperatuurregeling en speciale bakprogramma's ideaal. Wie juist veel tegelijk wil klaarmaken, is gebaat bij een model met meerdere inschuifhoogtes en een krachtige heteluchtfunctie. En als je graag stoomt of gezond kookt, zijn er ovens met geïntegreerde stoomfunctie of zelfs sous-vide-mogelijkheden.

©Bosch

Kies het juiste formaat

Ovens zijn er in verschillende maten, maar de standaardbreedte van inbouwovens is meestal 60 centimeter. De hoogte kan variëren, met modellen van ongeveer 45 centimeter voor kleinere keukens of wanneer je de oven wilt combineren met een magnetron of stoomoven erboven. Heb je een groot gezin of kook je vaak voor groepen, dan is een extra hoge of brede oven wellicht een betere keuze. Meet altijd goed de nis waarin de oven moet komen, zodat je zeker weet dat het apparaat past, en controleer ook of de deur voldoende ruimte heeft om open te klappen.

Let op de functies die je écht gebruikt

Veel moderne ovens zitten vol met functies en programma's, maar lang niet iedereen gebruikt ze allemaal. Denk goed na over wat jij echt nodig hebt. De heteluchtstand is bij de meeste ovens standaard en zorgt voor gelijkmatige warmteverdeling, wat handig is bij het bakken op meerdere niveaus. Grillfuncties zijn fijn voor het krokant afwerken van gerechten, en sommige ovens hebben een speciale pizzastand of programma's voor automatische bereiding van bijvoorbeeld kip, brood of lasagne. Laat je niet te snel verleiden door indrukwekkende snufjes, maar kies vooral een oven die aansluit bij jouw dagelijkse gebruik.

Een oven moet niet alleen goed werken, maar ook prettig in het gebruik zijn. Duidelijke bediening, bijvoorbeeld via draaiknoppen of een overzichtelijk touchscreen, maakt het verschil in de dagelijkse praktijk. Telescopische rails kunnen handig zijn om ovenschalen veilig in en uit te schuiven. Denk ook aan het schoonmaken: sommige ovens hebben een pyrolysefunctie, waarbij de oven zichzelf verhit tot wel 500 graden om vet en etensresten in as te veranderen. Anderen maken gebruik van katalytische wanden of een stoomreinigingsprogramma. Dat scheelt flink wat poetswerk.

Energieverbruik, veiligheid en 'looks'

Bij een inbouwapparaat is energieverbruik een belangrijke overweging. Let op het energielabel: een zuinige oven bespaart op de lange termijn kosten én is beter voor het milieu. Zeker als je de oven vaak gebruikt, telt dat door. Heb je jonge kinderen in huis, kijk dan ook naar veiligheidsvoorzieningen zoals een kinderslot, automatische uitschakeling en een ovendeur die aan de buitenkant koel blijft. Zo voorkom je ongelukken in de keuken.

Verder is een oven ook een visueel element in je keuken. Veel mensen kiezen ervoor om inbouwapparaten uit één lijn of merk te combineren, zodat het geheel er strak en harmonieus uitziet. Denk aan een oven in dezelfde stijl als je combimagnetron of koffiemachine. Je kunt kiezen uit roestvrij staal, zwart glas of zelfs matte afwerkingen, afhankelijk van de stijl van je keuken. Een stijlvolle oven die mooi opgaat in het ontwerp geeft je keuken meteen een luxere uitstraling.

©ETNA

Bepaal je budget

Tot slot: bepaal vooraf hoeveel je wilt uitgeven. Inbouwovens zijn er in uiteenlopende prijsklassen, van een paar honderd euro tot meer dan duizend euro voor de luxere modellen. Binnen elk segment zijn er prima keuzes te maken, maar houd altijd oog voor de balans tussen prijs, kwaliteit en functionaliteit. Een goedkope oven met alle denkbare functies is niet altijd de beste koop, en soms is eenvoud juist duurzamer. Houd dat dus goed in de gaten als je gaat shoppen.

De juiste inbouw-oven kiezen draait vooral om goed nadenken over je eigen wensen en gewoonten. Door vooraf te bepalen wat je belangrijk vindt, voorkom je een miskoop en haal je straks veel meer plezier uit je keuken. Of je nu bakt, braadt, stoomt of grilt: met de juiste oven wordt koken leuker én makkelijker.